Energie efficiënte ruimtelijke ordening: hoe passen we energieopwekking uit hernieuwbare bronnen ruimtelijk in? Anders gezegd : welke plek geven we dat en hoe doen we dat ruimtelijk zo optimaal mogelijk. Welke inzichten zijn daarvoor nodig en wat moet er voor gebeuren? 1
KIVI, het Koninklijk Instituut van Ingenieurs heeft een lezingen serie verzorgd waarin een (technische) doorkijk is gegeven naar ons energiesysteem in 2050 Dat is indringend én confronterend. Het is niet onmogelijk maar er moet onvoorstelbaar veel gebeuren. Er is heel veel technische innovatie nodig maar er is in elk geval ook geen reden tot ongegrond techno-optimisme. 2
Alleen als we kijken naar het realistisch potentieel aan hernieuwbare bronnen voor finale hernieuwbare energie die door ECN becijferd wordt op 1.500 Petajoule is het duidelijk dat er geen opties kunnen worden uitgesloten van de daartoe beschikbare werkpaarden : - CO2 vrije elektriciteitsproductie(met zon en wind) - Biomassa - Geothermie - CO2 opslag (CCS). De omvang van het realistisch potentieel uit hernieuwbare bronnen, met name biomassa, is volgens ECN ook nog eens met grote onzekerheden omkleed Andere bronnen zoals waterkracht, getijdenenergie, blue energy, zetten in Nederland nauwelijks zoden aan de dijk en moeten worden gekwalificeerd als dark horses. 3
En het wordt (ook) een enorme ruimtelijke puzzel om dat allemaal in elkaar te passen in één geïntegreerd systeem. 4
Dit plaatje laat schematisch zien welke een fundamentele verandering daarvoor nodig is : van eenrichtingverkeer naar tweerichtingsverkeer met opslag. 5
In de energieagenda 2016 is dat eindelijk ook door het Rijk in een beleidsstuk erkend nadat daarover al verschillende adviezen waren verschenen, zoals Remmen los van de RLI al in 2011 over de noodzakelijke versnelling van de energietransitie. De noodzakelijke vertaling in wetgeving (STROOM) (VET) laat echter lang (te lang) op zich wachten 6
Wat ook nog steeds fors onderbelicht blijft is de aandacht voor de ruimtelijke implicaties van de energietransitie. Prof. Sijmons heeft vier jaar gewerkt aan deze omvangrijk studie die in 2014 is gepubliceerd tijdens de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam En ondanks een oproep van de voorzitter van de Borgingscie. Energieakkoord Ed Nijpels is er veel te weinig aandacht aan geschonken 7
De plaatjes laten zien dat de ruimtelijke voetafdruk van biomassateelt voor warmte en brandstoffen voor 1 miljoen huishoudens bij elkaar zo n 16 x de oppervlakte van de Wieringermeerpolder vereist Maar ook fossiele energie kan een enorme voetafdruk hebben. Zoals de winning van teerzandolie, met z n relatief lage energiedichtheid. Voor de brandstoffen van 1 miljoen huishoudens zou je de hele Wieringermeerpolder nodig hebben 8
Maar het gaat niet alleen om de productie (locaties) van energie ; het gaat om het gehele energiesysteem. We hebben de juiste energiedragers op het juiste moment en op de juist plek nodig. Het gebruik van elektricteit en warmte zal stijgen en dat van vloeibare en gasvormige brandstoffen dalen. Ze zijn ook wel in elkaar om te zetten, maar het wisselende karakter van renewables stelt ons voor grote uitdaging. Hoeveel kun je daarvan kwijt in het systeem zonder (lange termijn) opslag? 9
Op dit moment werkt de Topsector Energie aan energietransitie systeem modellen op verschillende schaalniveaus en verschillende duurzame energiedragers Maar ook hier weer de vraag: wordt de ruimtelijke uitdaging voldoende onderkend? 10
In Enschede hebben we door ECN een potentieel studie laten uitvoeren. Van de 41.500 km2 die NL rijk is telt Enschede welgeteld 142 km2 met 1.125 inwoners per km2 en een totaal finaal energieverbruik van ruim 11 Petajoule. En om al die energie duurzaam te produceren leidt tot kaartjes als de bovenstaande. Op basis daarvan is in Enschede een zeer, zeer bescheiden hernieuwbare energiedoelstelling geformuleerd 11
Om maar elektriciteit te beginnen: Als we het duurzaam kunnen produceren kunnen we het dan op het juiste moment op de juiste plek krijgen? Bij Enschede loopt een van 8 grensoverschrijdende hoogspanningsverbindingen met het buitenland. Op lokaal niveau niet relevant 12
Maar voor het lokale duurzame energieveld is het regionale distributienetwerk van belang. Op dit plaatje ziet u de 10 MVA en 6MVA aansluitpunten waar windenergie kan worden aangesloten 13
En als we dan kijken waar de meest reële kansen liggen voor grootschalige opwek met wind en zon dan wordt het spanningsveld letterlijk wel duidelijk. De optelsom van ruimtelijke uitdagingen beslaat per locatie zo n 20 onderzoekspunten Zoals een directeur van een grote ontwikkelaar van wind op land het eens verwoorde: Je probeert van alles en dan lukt er wel eens wat Bosch & van Rjin heeft al eens uitgezocht dat er in totaal in NL voor meer dan 2.000 Megawatt in ruim 100 projecten is gesneuveld in de planfase 14
Dan warmte. Enschede heeft een aantal warmtenetten waar zo n klein 10.000 huishoudens op zijn aangesloten. Het grootste deel van de warmte wordt geleverd door restwarmte van Twence, het afval-energiebedrijf 15
Op dit moment worden er scenario studies uitgevoerd door Ecofys voor een verkenning van de uitbouw van het warmtenet Enschede Hengelo 16
Wat daarvoor nodig is, is intensivering van samenwerking met stakeholders in het bijzonder de netbedrijven 17
Bij een aantal steden in Noord Brabant wordt daaraan al invulling gegeven zoals in Tilburg 18
Je ziet een grote mate van differentiatie van energie-opties zelfs per wijk. Dat is een flinke uitdaging. 19
In hoeverre kun je de groei van de opties voor duurzame energie in Nederland echt goed met (ruimtelijk) beleid ondersteunen? In hoeverre is het goed instrumenteerbaar? Hoe meer conflicten je hebt met andere beleidsdomeinen hoe moeilijker het is. Hoe meer overheidslagen er relevant zijn, hoe moeilijker het wordt. Van EU tot nationaal tot provinciaal tot gemeentelijk, hoe meer partijen er hindermacht hebben, hoe lastiger het is om iets te doen. Niettemin: werk maken van meer lachende smileys. 20