Gedachtewisseling. over milieuhandhaving, naar aanleiding van het Milieuhandhavingsrapport 2011 en de nakende omgevingsvergunning.

Vergelijkbare documenten
COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

Ontwerp van decreet. Verslag

Handhaving omgevingsgerelateerde thema s

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

Als minister van Leefmilieu heb ik de eer om ter afsluiting van dit. Milieuhandhavingscongres de belangrijkste krachtlijnen van het

Studiedag Is groen een taak voor blauw?

Infosessies geluidsnormen muziek

Voorstel van resolutie

Ontwerp van decreet. Verslag. stuk ingediend op

Voorstel van decreet. houdende wijziging van artikel 101 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het ontwerp van decreet

Voorstel van resolutie. betreffende een betere ruimtelijke ordening wat de bouw van crematoria in Vlaanderen betreft. Verslag

Verzoekschrift. over de aanrekening van afvoer van drinkwater van eigen waterwinning en mogelijke onvolkomenheden in de wetgeving.

Conceptnota evaluatie Milieuhandhavingsregelgeving. Michiel Boodts Kabinet minister Schauvliege

Bestuurlijke handhaving: afhandeling van een proces-verbaal

over de inzet van flexibiliteitsmechanismen in het Vlaamse klimaatbeleid

VR MED.0243/2BIS

Samenvatting toespraken studiedag Is groen een taak voor blauw? dd. 15/04/2016 Auteur: Laurent Jansseune, stagiair CPS

Ontwerp van decreet. tot wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming

van de heren Wim Wienen, Jan Penris en Filip Dewinter

Decreet van 25 april 2014 betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning

PLENAIRE VERGADERINGEN

ONTHAAL WELKOM! Lokale handhavingsplannen en handhavingsprotocols inzake ruimtelijke ordening

over de agenda van de komende Europese Ministerraden Landbouw en Visserij en het Belgische EU-voorzitterschap

Vlaamse Ombudsdienst. Jaarverslag Verslag

betreffende het stimuleren van aardgas als brandstof voor voertuigen

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2011

Tekst aangenomen door de plenaire vergadering. van het voorstel van decreet. houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

Lokale milieuhandhaving 1

Vanaf 1 mei, een efficiëntere aanpak van milieucriminaliteit

ONTWERP VAN DECREET. houdende diverse bepalingen inzake landbouw, leefmilieu en natuur en ruimtelijke ordening

over de ex-ante-evaluatie Impact hervorming Europees landbouwbeleid op biologische landbouw in Vlaanderen

VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Tinne Rombouts en de heren Karlos Callens, Jos Bex, Patrick Lachaert, André Van Nieuwkerke en Erik Matthijs

Stedenbouwhandhaving: instrumentarium

Het openbaar ministerie heeft het monopolie van de strafvordering

nr. 610 van JORIS VANDENBROUCKE datum: 23 januari 2017 aan BEN WEYTS Gewest- en autosnelwegen - Zwerfvuil

betreffende alternatieven voor dierproeven

Vlaanderen is ruimte & milieu

Handhaving van de vergunningenregelgeving

Omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten. Stap voor stap

Trendnota. ten behoeve van de opmaak van het Werkprogramma van het Instituut Samenleving en Technologie (IST) voor Verslag

Werknota aan DG SAT De Saveur Kaderdecreet Bestuurlijke Handhaving.

over vermindering van onroerende voorheffing voor energiezuinige woningen waarvan de bouwaanvraag dateert van voor de EPB-regelgeving

Ontwerp van decreet. Verslag. namens de Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken uitgebracht door de heren Carl Decaluwe en Marino Keulen

1. Hoeveel zaken zijn op dit moment hangende bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen?

COMMISSIEVERGADERINGEN AANPASSING

COMMISSIEVERGADERINGEN

Verslagmoment over de Europese Ministerraad Milieu van 25 oktober Verslag

Besluit van de Vlaamse Regering houdende diverse bepalingen over de handhaving van het integraal handelsvestigingsbeleid

Het beleid inzake handhaving van soorten. Peter DE SMEDT Advocaat LDR Centrum voor Milieurecht UG VlHRM

het voorontwerp van decreet betreffende de handhaving van de omgevingsvergunning

Handhavingsplan ruimtelijke ordening. Geert Ruysseveldt RWO-inspectie Limburg

Besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2011 houdende de organisatie van het toezicht, vermeld in artikel 29bis van de Vlaamse Wooncode

1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren

Verzoekschrift. over de premie voor energiebesparende investeringen voor niet-belastingbetalers. Verslag

DE VLAAMSE REGERING, Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; BESLUIT:

Milieuhandhavingscollege

Workshop 6: takenpakket lokale toezichthouder

HISTORIEK DRO EN VCRO

Ontwerp van decreet. Verslag

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 november 2012

VR DOC.0406/1BIS

HISTORIEK DRO EN VCRO

Beslissing. tegen. hierna de. hierna de

Belgisch Staatsblad dd

Brussel, 24 juni _Advies uniek loket bouw- en milieuvergunning. Advies. Uniek loket bouw- en milieuvergunning

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Milieuhandhavingsrapport. Vlaamse Hoge Handhavingsraad voor Ruimte en Milieu

betreffende onderzoek naar alternatieve ontsmettingsmiddelen voor zwembaden

over de samenstelling van de kabinetten van de Vlaamse ministers

De omgevingsvergunning komt eraan!

Handhavingsprotocol stad Leuven 26 mei 2016

Verzoekschrift. over een studie naar de gevolgen van het Engels als eventuele derde officiële taal in Brussel. Verslag

houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2013

Milieuhandhavingscollege

Hand havingsrapport Ruimtelijke Ordening 2016 VLAAMSE HOGE HAND HAVINGSRAAD VOOR RUIMTE EN MILIEU

ADVIES VAN 29 AUGUSTUS 2018 OVER HET KADERDECREET BESTUURLIJKE HANDHAVING

Inspectiestrategie. en procedure voor de inbeslagname van dieren. Dienst Dierenwelzijn Bertrand LHOEST en Marie-Astrid MASSA

T i e n v u i s t r e g e l s b i j s o c i a l e c o n t r o l e

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

DE IMPLEMENTATIE VAN HET MILIEUHANDHAVINGSDECREET OP GEMEENTELIJK NIVEAU

GAS-beleid in Gent. PersSalonStad Gent 28 maart 2014

Wijzigingen aan de wet onbevaarbare waterlopen: praktische implicaties en provinciale invulling

hierna de tegen hierna de

PRIORITEITEN VLAAMSE WOONINSPECTIE

Handhavingsprogramma milieu Toezicht en handhaving

over het uitbreiden van de mogelijkheid om de asurne te bewaren op een andere plaats dan de begraafplaats

MILIEUHANDHAVINGSRAPPORT 2010

Besluit van de Deputatie

houdende de nadere regels tot implementatie van de omgevingsvergunning

Belgisch Staatsblad dd

Vlaanderen is ruimte & milieu

VHRM MILIEUHANDHAVINGSRAPPORT jaar Milieuhandhavingsdecreet ( ) Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving

GAS in Vlaanderen. Sinds 1999 bestaat het systeem om administratief te sanctioneren Nieuwe Gemeentewet + gemeentelijke reglementen Minderjarigen +16

FAQ-Flits HANDHAVING

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk, strafzaken

Middagen van Stedelijke Ontwikkeling 23/09/2014 Inspectie & Administratieve Sancties

219 ( ) Nr oktober 2009 ( ) stuk ingediend op. Voorstel van decreet

Transcriptie:

stuk ingediend op 1980 (2012-2013) Nr. 1 10 april 2013 (2012-2013) Gedachtewisseling over milieuhandhaving, naar aanleiding van het Milieuhandhavingsrapport 2011 en de nakende omgevingsvergunning Verslag namens de Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed uitgebracht door de dames Gwenny De Vroe en Marleen Van den Eynde verzendcode: LEE

2 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 Samenstelling van de commissie: Voorzitter: de heer Bart Martens. Vaste leden: de heren Robrecht Bothuyne, Lode Ceyssens, de dames Tinne Rombouts, Valerie Taeldeman; mevrouw Agnes Bruyninckx-Vandenhoudt, de heer Pieter Huybrechts, mevrouw Marleen Van den Eynde; de dames Gwenny De Vroe, Mercedes Van Volcem; de heren Bart Martens, Jurgen Vanlerberghe; mevrouw Tine Eerlingen, de heer Wilfried Vandaele; de heer Ivan Sabbe; de heer Hermes Sanctorum. Plaatsvervangers: de dames Karin Brouwers, Veerle Heeren, de heren Johan Sauwens, Jan Verfaillie; mevrouw Katleen Martens, de heren Wim Van Dijck, Wim Wienen; de heren Karlos Callens, Dirk Van Mechelen; de heer Steve D Hulster, mevrouw Michèle Hostekint; de heren Piet De Bruyn, Marius Meremans; de heer Boudewijn Bouckaert; de heer Dirk Peeters. V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 3 INHOUD 1. Inleidende uiteenzettingen... 4 2. Bespreking... 8 Gebruikte afkortingen... 12

4 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 De Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Onroerend Erfgoed organiseerde op haar vergadering van 19 maart 2013 een gedachtewisseling over milieuhandhaving naar aanleiding van het Milieuhandhavingsrapport 2011 en de nakende omgevingsvergunning, met mevrouw Joke Schauvliege, Vlaams minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, en met vertegenwoordigers van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer en de afdeling Milieu-inspectie. 1. Inleidende uiteenzettingen Professor Michael Faure, voorzitter van de Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving, stelt dat het rapport volgens de decretale voorwaarden van het Milieuhandhavingsdecreet is opgesteld. Het aantal gewestelijke toezichthouders is in 2011 licht gestegen. De VHRM vreesde dat in tijden van crisis Milieu geen prioriteit zou zijn en dat de financiële middelen voor andere zaken zouden worden aangewend. Dat bleek niet het geval. Bij de politiezones viel het op dat hoe kleiner de politiezone is, hoe kleiner ook het aantal toezichthouders dat was aangesteld binnen deze zone en hoe geringer de tijdsbesteding per toezichthouder was. Dit geldt ook voor de gemeenten. De conclusie is dan ook dat schaalvergroting rendeert. Bij de aanbevelingen wordt gesteld dat voor die kleinere gemeenten meer over intergemeentelijke samenwerking moet worden nagedacht. De toezichthouders van de lokale politie voeren 85 percent van de controles uit naar aanleiding van klachten en meldingen en maar 15 percent op eigen initiatief. Het is op zich niet verbazend dat de activiteiten van de milieu-inspectie meer proactief zijn. Het aantal proactieve controles bij de toezichthouders van de lokale politie is ten opzichte van 2010 nochtans toegenomen. Bij de lokale toezichthouders zijn er derhalve meer mogelijkheden om proactief op te treden en dus om te plannen. In 2011 waren nog geen provinciale toezichthouders aangesteld. Er werd vastgesteld dat er bij verschillende gemeenten informatie ontbreekt over het aantal hinderlijke inrichtingen op het grondgebied. Vijf percent van de gemeenten gaf aan niet te kunnen meedelen hoeveel hinderlijke inrichtingen er zijn. Als men aan effectieve programmatische en smarthandhaving wil doen, dan moet men minstens weten wat het aantal hinderlijke inrichtingen is. De VHRM beveelt aan om hier meer aandacht aan te besteden. 63 gemeenten gaven ook aan kennis te hebben van in totaal 3245 niet-vergunde hinderlijke inrichtingen. Dit kan om relatief kleine VLAREM II-inrichtingen gaan, maar toch is daar nog winst te behalen. In 2011 voldeden 60 van de 196 responderende gemeenten nog niet aan de decretale verplichting om op één of twee toezichthouders beroep te kunnen doen. De gemeenten zijn sinds 1 mei 2011 verplicht om over een dergelijke toezichthouder te beschikken. Op dat ogenblik voldeed 30 percent van de gemeenten daar nog niet aan. Recente data lijken aan te geven dat dit verbetert. Het Milieuhandhavingsbesluit bepaalt dat de gemeenten een beroep moeten kunnen doen op een toezichthouder. Er is echter niet geregeld hoeveel tijd zij werkelijk aan handhaving moeten besteden. Gemiddeld besteedde de gemeentelijke toezichthouder amper 30 percent van zijn tijd aan handhaving. Dit is een punt van aandacht. Men moet papieren aanstellingen vermijden. De VHRM stelt voor de aanstellingen uit te drukken in voltijdequivalenten. Dit is een meer inhoudelijk criterium.

Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 5 Met schaalgrootte kan men winst behalen. Intergemeentelijke verenigingen zouden een uitkomst kunnen bieden. De spreker wil deze stelling onmiddellijk nuanceren. In oktober 2012 had hij bijvoorbeeld een gedachtewisseling met een volksvertegenwoordiger die kritische vragen stelde over een intergemeentelijke vereniging die niet optimaal zou functioneren. Op het congres van eind november 2012 kwamen de nuancerende geluiden over de kwaliteit van het functioneren van intergemeentelijke verenigingen ook naar voren. Dat betekent dat men voor een intergemeentelijke samenwerking is, maar niet tegen elke prijs. De intergemeentelijke vereniging moet ervoor zorgen dat de kwaliteit van de handhaving verbetert. In het tweede luik Evaluatie van de afzonderlijke milieuhandhavingsinstrumenten rijst de vraag hoeveel overtredingen er dan zijn als er een aantal controles zijn. Het is belangrijk om te weten of er al dan niet een redelijke naleving is. 68 percent van de controles levert geen overtreding op. Aan de ene kant kan men zeggen dat er niet gericht wordt gezocht, aan de andere kant blijkt er een grote professionaliteit in de handhaving te zijn. Er is geen reden om al te ongerust te zijn over de kwaliteit van het nalevingsgedrag van de milieunormen. Er zijn sterke verschillen tussen de toezichthouders. Zo stellen de toezichthouders van de lokale politie bij quasi elke controle een overtreding vast. Zij treden reactief op. Bij de milieu-inspectie geldt het tegenovergestelde. Het hangt ook af van het type bedrijven dat wordt gecontroleerd en van het type handhaving dat de milieu-inspectie doet. Die is meer gericht op bestuurlijke handhaving. In vergelijking met 2010 is er in weinig gevallen een controle geweest waar een overtreding werd vastgesteld en waar geen enkele actie werd ondernomen door de toezichthouder. In 2010 was dat nog 8 precent, in 2011 is dat maar in 1 percent van de gevallen. Een raadgeving kan alleen worden gebruikt als een milieu-inbreuk of -misdrijf dreigt te ontstaan. De vraag is of het instrument altijd op die manier wordt gebruikt. Bij het verslag van vaststelling, een instrument dat bij de inbreuken kan worden gebruikt, rijst dan weer de vraag waarom het zo weinig wordt gebruikt. Nader onderzoek dringt zich daar op. Op grond van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering dient er in beginsel een proces-verbaal te worden opgesteld van zodra een misdrijf wordt vastgesteld. Het aantal controles waarbij milieumisdrijven worden vastgesteld, moet dus hetzelfde zijn als het aantal pv s. Er zijn echter minder pv s. Misschien moet men daar eens naar kijken. Er wordt gesteld dat er flexibel met artikel 29 kan worden omgegaan met het oog op een compliancestrategie en ook aangezien de toezichthouder een brede waaier aan handhavingsinstrumenten heeft. Het derde luik gaat over het sanctioneringsbeleid. De meeste zaken die in de handhavingsketen terechtkomen, hebben betrekking op afval. Om het succes van het milieuhandhavingstraject te meten, zijn de zaken die bij de parketten terechtkomen relevant. Wat is de evolutie van het aantal opportuniteitssepots? Dit zijn bijvoorbeeld zaken met beperkte maatschappelijke weerslag, waarbij de toestand is geregulariseerd, en dergelijke. Waar bij de parketten in 2010 nog 31 percent om opportuniteitsredenen werd geseponeerd, is dat in 2011 gedaald tot 20 percent. Het ideaal is dat dit tot bijna nul wordt gereduceerd. Bij de cijfers voor andere redenen van sepot van zaken zoals het opleggen van administratieve geldboetes, ziet men een redelijke stijging. In 2010 was het 28 percent, en in 2011 is het al 44 percent van de zaken die geseponeerd werden. Hetgeen neerkomt op meer dan 25 percent van het totaal aantal zaken dat de parketten hebben ontvangen in 2011. Dit blijkt ook als men naar de cijfers gaat kijken van de afdeling Milieuhandhaving,

6 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 Milieuschade en Crisisbeheer. Ze ontvangt meer zaken van de parketten. Het systeem werkt nu drie jaar. In 2009 werd maar 10 percent vanuit de parketten doorgestuurd. In 2010 is dat gestegen naar 17 percent en in 2011 bedroeg het meer dan 26 percent. Er zijn grote regionale verschillen tussen de parketten. Sommige parketten hebben voor opportuniteitssepot lage cijfers. Zo heeft het arrondissement Gent maar 8 percent opportuniteitssepot, en voor andere redenen bijna 50 percent, terwijl in het arrondissement Hasselt het sepot om opportuniteitsredenen 50 percent en om andere redenen 16 percent bedraagt. Dit is een punt van aandacht. Er zijn gesprekken met het College van procureurs-generaal. Er is bijna een causale relatie te leggen met de specialisatie van het parket. Waar er geen gespecialiseerde milieuprocureur is, zijn er minder doorverwijzingen. Een van de aanbevelingen heeft betrekking op de gemeenten die nog geen kennis hebben over het aantal hinderlijke inrichtingen. Er wordt momenteel een milieuvergunningendatabank ontwikkeld. Dit zijn complementaire verantwoordelijkheden. Het mag dus niet zo zijn dat gemeenten niets doen, tot er een milieuvergunningendatabank is. Die niet-vergunde inrichtingen moeten prioriteit krijgen bij de gemeenten. Een aantal gemeenten heeft nog geen toezichthouder(s) aangesteld of nog niet voldoende toezichthouders. De recente cijfers doen echter uitschijnen dat de gemeenten een inhaalbeweging aan het maken zijn. De verplichting om de milieuhandhaving niet langer uit te drukken in aantallen personen, maar in voltijdequivalenten, is een aanbeveling om het Milieuhandhavingsbesluit aan te passen. Een aanbeveling, met de nodige nuance, is dat kleine gemeenten gebruikmaken van schaalvergroting via intergemeentelijke verenigingen. In het begin was er bij AMMC een probleem van doorstroming wegens een gebrek aan personeel. Dit is nagenoeg opgelost. Er wordt blijvend aandacht aan besteed. De meest recente cijfers tonen aan dat dit geen punt van zorg meer is. De VHRM wil gaan werken aan informatieverschaffing en netwerking voor de lokale toezichthouders, onder meer door een website (www.milieuhandhaving.be) te ontwikkelen. Idealiter zou dit betekenen dat elke handhaver via deze site informatie kan krijgen over wie bijvoorbeeld binnen de gewestelijke overheid zijn partner is. Er is ook gewerkt rond het doelgerichte toezicht. Tot nog toe werden uitstekende cijfers van de parketten verkregen over wat er vervolgd wordt. Er zijn nog geen cijfers opgevraagd over wat de parketten en rechtbanken zelf doen, bijvoorbeeld inzake het bedrag van de minnelijke schikkingen en de sancties die worden opgelegd. Als er een minnelijke schikking wordt opgelegd, wat is dan de mediaan? Welke boetes leggen de rechtbanken op? Het College van procureursgeneraal heeft laten weten dat deze cijfers beschikbaar zijn. Daar zal volgend jaar aan worden gewerkt. In november 2012 werd een congres georganiseerd rond lokale handhaving. Dit is iets waar de VHRM samen met het kabinet het volgende jaar veel aandacht aan zal besteden. In het bijzonder hoe de lokale handhaving kan worden verbeterd door een krachtige ondersteuning van de lokale handhavers. Mevrouw Sigrid Raedschelders, afdelingshoofd van de afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer, geeft toelichting bij de cijfers over milieuboetes in het Milieuhand-

Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 7 havingsrapport 2011. Zij herinnert eraan dat haar afdeling een kleine vier jaar geleden werd opgericht om nieuwe milieumisdrijven te beboeten die de procureur des Konings niet zelf strafrechtelijk behandelt. Daarnaast staat zij ook in voor de bestuurlijke beboeting van vooral administratieve milieu-inbreuken. In 2011 zijn ongeveer zesduizend milieuzaken bij het Openbaar Ministerie terechtgekomen, waarvan 25 percent is overgemaakt aan haar afdeling tegenover 15 percent het jaar daarvoor. Anderzijds zijn er duidelijk nog altijd milieumisdrijven die geseponeerd worden om opportuniteitsredenen en men kan zich afvragen of men ook die niet in aanmerking kan laten komen voor bestuurlijke beboeting. Bovendien is het doorstuurgedrag van de parketten nog steeds erg verschillend. Ze hebben zich tijdens overleg wel bereid getoond om, in samenwerking met de afdeling, beleidsplannen op te stellen waarin is opgenomen welke types dossiers strafrechtelijk worden behandeld en welke bestuurlijk worden doorgestuurd. Er bestaat nu al een eerste sorteernota met algemene richtlijnen. De afdeling ontving in het rapportjaar 1615 misdrijven en inbreuken, die uitmondden in 414 afgehandelde boetedossiers. De spreker onderstreept dat zij niet automatisch verlopen en dat de afdeling een brede beoordelingsbevoegdheid heeft. Met het oog op uniformiteit daarin heeft zij duidelijke criteria per milieuthema vastgelegd. Om de effectiviteit te vergroten werden in 2012 specialisatiemaatregelen genomen en extra mensen ingezet, zodat dat jaar niet minder dan 1600 dossiers bestuurlijk afgehandeld raakten, zoals zal blijken in het volgende jaarrapport. Verder heeft de actieve zoektocht naar nieuwe instrumenten geleid tot de recente invoering van de bestuurlijke transactie, naar analogie met de minnelijke schikking voor parkeerovertredingen. Zij wordt voorgesteld aan vaststaande daders bij misdrijven met beperkte milieu-impact als sluikstorting en afvalverbranding. Het werd al een honderdtal keer toegepast en wordt geëvalueerd. De betalingen lijken alvast positief te verlopen. Het aantal beroepsdossiers bleef beperkt in 2011 en steeg tot 86 in 2012; een evolutie die parallel loopt met die van het aantal boetebeslissingen. De heer Paul Van Gijseghem, waarnemend afdelingshoofd van de afdeling Milieu-inspectie, deelt mee dat de handhavingsbepalingen van het kaderdecreet op de omgevingsvergunning in een werkgroep worden voorbereid, op grond van de principes in het addendum bij de conceptnota. Zij wijzigen het bestaande Milieuhandhavingsdecreet en de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, maar ook de werking van de inspectiediensten, wier focus en vaststellingsbevoegdheid verbreedt. Voor de aanstelling van de gewestelijke toezichthouders zijn geen nieuwe decretale bepalingen nodig. Voor de personeelsleden van het agentschap Inspectie Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed is wel een bijkomend artikel nodig in het Milieuhandhavingsdecreet, met name om hun de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie te verlenen. De door het college van burgemeester en schepenen aangewezen ambtenaren die bevoegd zijn om stedenbouwkundige misdrijven vast te stellen, zullen via een aanpassing van het Milieuhandhavingsdecreet ook de bevoegdheid krijgen milieumisdrijven vast te stellen in een proces-verbaal en inbreuken in een verslag van vaststelling. De informatie-uitwisseling wordt geregeld in een protocol tussen de betrokken overheidsdiensten. De rechtsgrond daarvoor is, wat de misdrijven betreft, reeds vastgelegd in het Milieuhandhavingsdecreet; voor de inbreuken moet dat nog gebeuren. Verdere specificatie gebeurt in het Milieuhandhavingsbesluit.

8 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 Om de handhaving procedureel te coördineren, wordt de bestuurlijke handhaving, zoals uitgewerkt in het DABM, maximaal overgenomen in de VCRO. Krachtlijnen daarvan zijn de mogelijkheid tot bestuurlijke beboeting (op exclusieve wijze voor gedepenaliseerde bouwinbreuken en als alternatieve sanctie voor correctioneel vervolgbare misdrijven waarvoor het parket tijdig aangeeft niet tot vervolging te willen overgaan), bevoegdheidsuitbreiding van de betrokken beboetingsambtenaren bij samenloop van inbreuken en misdrijven op beide domeinen (na advisering door het andere), informatie-uitwisseling tussen diensten, de mogelijkheid om rekening te houden met vermogensvoordelen, het opleggen van bestuurlijke maatregelen en zachte handhaving zoals raadgeving of aanmaning. De heer Michael Faure deelt mee dat aan de VHRM nog geen teksten werden voorgelegd noch advies werd gevraagd over de omgevingsvergunning, al werd aangegeven dat dit verwacht kan worden na de eerste goedkeuring door de Vlaamse Regering. Vlaams minister Joke Schauvliege vat samen dat de vaststellingsbevoegdheden van de inspecteurs in beide domeinen uitgebreid worden, dat er een goede informatie-uitwisseling komt tussen beide entiteiten en dat de instrumenten worden afgestemd op de manier die door de heer Van Gijseghem werd beschreven. Uit het rapport blijkt volgens haar dat blijvende inzet op de opleiding van de lokale handhavers wenselijk is. In dat verband wijst ze op de website www.milieuhandhaving.be van de VHRM en op het belang van netwerking. Ook een sjabloon voor samenwerkingsverbanden tussen kleinere gemeenten kan interessant zijn. 2. Bespreking De heer Hermes Sanctorum zegt dat het in de eerste plaats opvalt dat er nog heel wat werk is aan het verhogen van de maturiteit van de lokale besturen op het vlak van milieuhandhaving, terwijl de Vlaamse Regering altijd argumenteert dat al een voldoende niveau bereikt is. Een aantal gemeenten weet onvoldoende over de hinderlijke inrichtingen, waarvan er bovendien in totaal 3245 geen vergunning hebben. Niet minder dan 60 gemeenten heeft nog geen lokale toezichthouder. Hoeveel beter zijn die cijfers voor 2012? Hoe kan de lokale maturiteit concreet vergroot worden? Welke is de drempel die de parketten belemmert om dossiers door te sturen? Ontbreekt kennis of veeleer een reflex, of is de procedure te tijdrovend? Tot slot valt hem op dat in de omgevingsvergunning meer sprake is van informatie-uitwisseling dan van integratie. Hoe de coördinatie zal verlopen, blijft onduidelijk. Mevrouw Gwenny De Vroe is verbaasd over het ontbreken van zoveel basisgegevens. Zo geven 133 gemeenten aan het aantal niet-vergunde inrichtingen niet te kennen. Het is wenselijk de lokale besturen op dat vlak te stimuleren. 30 percent beschikte in 2011 nog altijd niet over het wettelijke aantal toezichthouders, maar hoe evolueerde dat sindsdien? Hoeveel mensen zijn voor toezicht bijkomend in dienst genomen door de milieudiensten? Het lid weet uit ervaring dat vele gemeenten bij gebrek aan personeel alleen optreden na klacht. Zij suggereert dat ook meer ondersteuning nodig is. Bij het percentage over de resultaten van de controles informeert ze naar het onderscheid tussen gewone interventies en optreden na klacht. Volgens haar is er ook nog werk aan de winkel met betrekking tot de samenwerking tussen milieudiensten onderling en met de politiezones. Waarom noemt men de daling tussen 2010 en 2011, die toch 5 percent bedraagt, niet relevant? Zij sluit zich aan bij de vraag over de gebrekkige doorstroming.

Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 9 Hoe de verschillende diensten precies zullen samenwerken aan de omgevingsvergunning blijft inderdaad een vraagteken. Het lid peilt tot slot naar de toekomstige aanpak van het huidige personeelstekort. Mevrouw Marleen Van den Eynde vindt dat de respons meeviel, maar vindt het wel frappant dat noch het departement noch VMM reageerden. Hoe komt dat? Zij erkent dat er vooruitgang wordt geboekt in het handhavingsbeleid, al zijn er achterblijvers. Hoe zien de sprekers intergemeentelijke samenwerking als reactie daarop? Het grote aantal gemeenten dat de hinderlijke inrichtingen niet kent, is verontrustend. Dat doet vragen rijzen over het beheer van de werking van de databank. En waarom stellen zo veel toezichthouders zo weinig pv s op? Hoe kunnen zij gestimuleerd worden? Nemen zij een afwachtende houding aan in het licht van de toekomstige herschikking? Noopt het zware takenpakket van de milieudiensten niet tot meer ondersteuning van de gemeenten? Op vraag van de heer Lode Ceyssens bevestigt de heer Paul Van Gijseghem dat hij de stand van zaken schetste in het overleg waaraan beide agentschappen deelnemen. De heer Lode Ceyssens merkt op dat een inbreuk op de ruimtelijke ordening ook na beboeting blijft bestaan. Hoe zien de sprekers dat? De heer Paul Van Gijseghem weet dat de instandhouding van de illegale gevolgen van misdrijven, vermeld in artikel 6.2.6, eerste lid, op de lijst staat van soorten inbreuken die exclusief worden bestraft met een bestuurlijke geldboete. Mevrouw Sigrid Raedschelders vult aan dat bij de opmaak van de aangepaste regelgeving inzake ruimtelijke ordening ook wordt voorzien in bestuurlijke maatregelen die op herstel gericht zijn, min of meer parallel met het DABM. De heer Dirk Peeters vraagt of het ook geen taak is van het Milieuhandhavingscollege om een loket te organiseren voor mensen die ervaren dat aan ernstige klachten geen enkel gevolg wordt gegeven. Mevrouw Tinne Rombouts gelooft dat toezichthouders wel degelijk zowel milieu als ruimtelijke ordening kunnen behandelen, want zij doen dat vandaag vaak al. Zij erkent wel dat voor complexere zaken meer opleiding nodig is. Kan die differentiatie bij decreet geregeld worden? Hoe komt het dat het aantal zaken per toezichthouder is gedaald? Het lid wil ook meer informatie over de intergemeentelijke samenwerking, waarover weinig in het rapport staat. Hoe zien de sprekers de verhouding tussen de lokale en de provinciale bestuurlijke handhaving en haar evolutie? Waar komen de verschillen tussen de parketten in het doorsturen van pv s vandaan? Welke bijdrage kan het protocol tussen de ministers Schauvliege en Turtelboom op dat vlak leveren? Het lid wil weten of het stijgende aantal doorgestuurde dossiers ook meer bestuurlijke sancties opleverde in 2012. Wat is de juridische basis om toezicht uit te drukken in vte? Stelt de VHRM vast dat de verschillende overheden bereid zijn om samen te werken aan bestuurlijke handhaving en is haar effectiviteit daardoor verhoogd? Kan het strafrecht zich daardoor concentreren op belangrijke zaken? De heer Michael Faure erkent dat er nog heel wat werk aan de winkel is op lokaal vlak. Wat 2012 betreft blijkt echter uit de eerste voorzichtige bevindingen dat er een daling is van het aantal gemeenten dat nog geen beroep kan doen op een toezichthouder. Het Milieuhandhavingsrapport 2012 zal hier meer duidelijkheid over geven. Het probleem lijkt dus beperkter te zijn geworden, maar de spreker onderstreept dat de data nog onvolledig zijn. Bedoeling is zeker niet om de ontbrekende lokale kennis weg te wuiven, maar hij nuanceert toch dat niet alle 3245 niet-vergunde installaties milieurampen kunnen veroorzaken.

10 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 Voor de VHRM is het heel moeilijk om te achterhalen waarom sommige parketten de afdeling Milieuhandhaving negeren. De drempel lijkt hem in elk geval niet praktisch te zijn, veeleer een gebrek aan specialisatie. Bij parketten die een milieumagistraat aanwezen, blijkt er geen probleem te zijn. Mevrouw Sigrid Raedschelders bevestigt dat specialisatie en kennis een rol spelen. Het ligt zeker niet aan de procedure, want die voorziet in de mogelijkheid om een herinneringsbrief aan de procureur te sturen. De heer Michael Faure vervolgt dat de raad bezig is met de activering en opleiding van de lokale besturen. De grootte van de gemeenten speelt een rol. Aan kleinere gemeenten wordt intergemeentelijke samenwerking geadviseerd, overleg onder collega s en netwerking, bijvoorbeeld door de organisatie, naar Nederlands voorbeeld, van een jaarlijkse milieuhandhavingsdag. Mevrouw Gwenny De Vroe attendeert in dit verband op het bestaande, regelmatige overleg tussen lokale milieuambtenaren. De heer Michael Faure verwijst voor de indeling tussen reactieve en proactieve controles naar pagina 43 van het jaarverslag, en erkent hierbij dat de koppeling aan overtredingen wenselijk is. Het lijkt hem wel evident dat bij reactieve controles meer overtredingen vastgesteld zullen worden dan bij proactieve. Tot slot was de opmerking over de waarschijnlijke niet-relevantie statistisch geïnspireerd. De termijn is met name te kort om toeval te kunnen uitsluiten. Hij verwacht dat het rapport over 2012 tegen juni 2013 klaar is. De spreker legt uit dat het departement niet reageerde omdat het alleen formele handhavingsbevoegdheid heeft, die het praktisch nooit uitoefent. Mevrouw Sigrid Raedschelders vult aan dat de secretaris-generaal een oppertoezichthouder is die alleen moet optreden als de eigenlijke toezichthouders dat nalaten, maar dat is niet gebeurd in de verslagjaren. Bij VMM waren de toezichthouders nog maar net aangesteld en hadden ze nog geen taken vervuld. De heer Michael Faure verzekert dat de VHRM bezig is met het stimuleren en ondersteunen van de gemeenten. Mevrouw Sigrid Raedschelders antwoordt dat het bestaande decreet al de mogelijkheid biedt aan wie hinder ondervindt of schade lijdt, aan de bevoegde overheid een verzoek tot het opleggen van bestuurlijke maatregelen te richten, die daardoor verplicht wordt tot een onderzoek en een beslissing, waarin ook niet optreden moet gemotiveerd worden. In dat geval kan de betrokkene in beroep gaan bij de minister. Daaraan wordt in de evaluatie van het decreet een vorm van hoog toezicht toegevoegd. Als de lokale toezichthouder nalaat op te treden, kan men de milieu-inspectie om een onderzoek vragen. De heer Michael Faure antwoordt verder dat bekeken wordt of de basisopleiding moet verbeteren. Thans zijn er immers grote verschillen op dat vlak tussen de provincies. De daling van het gemiddelde aantal controles per toezichthouder van de lokale politie is het gevolg van een onwaarschijnlijk getal in één politiezone in 2010. Op pagina 45 van het jaarverslag blijkt bovendien dat het aantal controles per vte gelijk is gebleven. De VHRM denkt dat het opleggen van een minimumaantal vte een belangrijk signaal is. De raad overlegt met het College van procureurs-generaal over de blijvende verschillen tussen de parketten. Wat het effect van de bestuurlijke aanpak betreft, denkt hij dat sinds 2009 een spectaculaire omslag is gemaakt in de gevolgen van het seponeringsbeleid.

Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 11 De heer Paul Van Gijseghem nuanceert dat dit destijds sterk verschilde tussen arrondissementen, al zijn ze ondertussen naar elkaar toegegroeid. De heer Michael Faure onderstreept dat seponering sinds 2009 niet langer betekent dat er niets gebeurt. Die zaken gaan nu onder meer naar Milieuhandhaving voor bestuurlijke beboeting. De heer Paul Van Gijseghem wijst erop dat de bevoegdheidsuitbreiding van de toezichthouders in beide domeinen in elk geval het toezicht op het terrein zal vergroten. Hij vestigt er de aandacht op dat milieu-inspectie de missie van zijn afdeling blijft, niet de beteugeling van stedenbouwkundige aspecten. Overigens maken controles van vergunningen slechts een klein deel uit van de totaliteit van de controles van de afdeling Milieu-inspectie. De betrokken toezichthouders van de afdeling Milieuinspectie en het Agentschap Inspectie RWO zijn sterk gespecialiseerd in hun domein. In het andere domein zullen ze alleen relatief eenvoudige zaken kunnen vaststellen, zoals bijvoorbeeld het niet hebben van een omgevingsvergunning. Er komt zoals gezegd ook een samenwerkingsprotocol dat informatie-uitwisseling regelt, eventueel gezamenlijke inspecties, afspraken in verband met het optreden enzovoort. Bart MARTENS, voorzitter Gwenny DE VROE Marleen VAN DEN EYNDE, verslaggevers

12 Stuk 1980 (2012-2013) Nr. 1 Gebruikte afkortingen AMMC DABM pv RWO VCRO VHRM VLAREM VMM vte afdeling Milieuhandhaving, Milieuschade en Crisisbeheer decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid proces-verbaal Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening Vlaamse Hoge Raad voor de Milieuhandhaving Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning Vlaamse Milieumaatschappij voltijdequivalent