Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.



Vergelijkbare documenten
Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

Suggesties voor demo s lenzen

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

1 Bolle en holle lenzen

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen

3HAVO Totaaloverzicht Licht

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op

2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken?

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

v (in cm)

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Optische instrumenten. J. Kuiper. Transfer Database

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8

2 hoofdstuk O. Noordhoff Uitgevers bv

3 Licht en lenzen. 1 Lichtbreking. Nova. Leerstof. Toepassing

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen ( ) Pagina 1 van 23

Theorie beeldvorming - gevorderd

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

Handleiding Optiekset met bank

Lenzenformules: X X X V B F G = BB = G. VV

Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht

Lenzenformules: X F = 20,0. = 20,0 cm

Practicum: Brandpuntsafstand van een bolle lens

Lenzen. N.G. Schultheiss

3.0 Licht Breking 3.3 a Vergroting b Lenzenformule c Lenzenformule (simulatie) 3.5 Oog en bril (Crocodile)

2 Terugkaatsing en breking

Geometrische optica. Hoofdstuk Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.

1 Lichtbreking. BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht. afbeelding 1 Dit effect ontstaat door lichtbreking. normaal

Basic Creative Engineering Skills

Reflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing

jaar: 1994 nummer: 12

Examen Fysica: Inleiding: Wat is fysica?

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties

Proefbeschrijving optiekset met bank

Handleiding bij geometrische optiekset

Thema 3 Verrekijkers. astronomische kijker

4.1.1 Lichtbronnen Benoem de onderstaande lichtbronnen. Opgelet, één van de figuren stelt geen lichtbron voor, welke?

R.T. Nadruk verboden 57

1 Lichtbreking. afbeelding schematische tekening van Lichtbreking door een perspex blokje

Faculteit Biomedische Technologie Tentamen OPTICA (8N040) 16 augustus 2012, 9:00-12:00 uur

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli dr. Brenda Casteleyn

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Optica Optica onderzoeken met de TI-nspire

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn.

Hoe werkt een TELESCOOP?

Extra oefenopgaven licht (1) uitwerkingen

Begrippenlijst Natuurkunde Hoofdstuk 2,3,4

> Lees Niels heeft een bril.

R.T. Nadruk verboden 77

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

De telescoop een seecker instrument om verre te sien

Basic Creative Engineering Skills

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

Proef Natuurkunde Positieve lens

1.1 Het oog Beschermende delen van het oog. Deel 1 Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?

Tussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Lens plat of lens bol?

Basic Creative Engineering Skills

Docentenhandleiding Oogfunctiemodel

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen. Schoolexamen VWO-6: SE-3:

Refractie. Refractieve afwijkingen. Emmetroop oog. Snel Filip 1. Als emmetroop oog nemen we een totale sterkte van 60D. Emmetroop Myoop Hypermetroop

Handleiding Oogfunctiemodel

Technische Universiteit Eindhoven

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN

Waarom zien veel mensen onscherp?

Transcriptie:

Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle lens heeft een convergerende werking. Een holle lens heeft een divergerende werking. Opgave 6 De (bolle) lens verzwakt het divergeren en/of versterkt het convergeren van de lichtbundel. Opgave 7 Uitwerkingen Lenzen, Bolle en holle lenzen, www.roelhendriks.eu 1

Opgave 8 Uitwerkingen Lenzen, Bolle en holle lenzen, www.roelhendriks.eu 2

Uitwerkingen 2 Opgave 1 en 2 Opgave 3 Alleen donker papier gaat branden omdat dit het licht goed absorbeert en omzet in warmte. Opgave 4 De gebroken stralen (dat zijn de stralen die uit de lens komen) komen bij het brandpunt ECHT samen. Bij fel licht kan het daar gaan branden. Opgave 5 De gebroken stralen komen bij het brandpunt helemaal niet samen. Ze LIJKEN alleen uit het brandpunt (aan de andere kant van de lens) te komen. Zelfs bij fel licht zal het daar nooit warm worden. Opgave 6 Het brandpunt wordt aangeduid met de hoofdletter F. De brandpuntsafstand wordt aangeduid met de kleine letter f. Uitwerkingen Lenzen, Brandpuntsafstand, lenssterkte, www.roelhendriks.eu 3

Opgave 7 De brandpuntsafstand opmeten met een liniaal geeft als resultaat: f = 3,1 cm. Opgave 8 Dat het een holle lens is. Opgave 9 Dat het een holle lens is. Opgave 10 1 1 S = = = + 0,5 dpt f + 2 m Opgave 11 Let op: de brandpuntsafstand altijd eerst naar m omrekenen! 1 1 S = = = 3,3 dpt f 0,30 m Opgave 12 Nee, de holle lens laat de stralen divergeren. Opgave 13 1 1 f = = S + 4 dpt Opgave 14 1 1 f = = S 4 dpt = + 0,25 m = 0,25 m = -250 mm Opgave 15 1 1 f = 40 cm S = = = 2,5 dpt f 0,40 m Opgave 16 1 1 f = = S + 60 dpt = + 0,01667 m = + 1,7 cm Uitwerkingen Lenzen, Brandpuntsafstand, lenssterkte, www.roelhendriks.eu 4

Uitwerkingen 3 Uitwerkingen Lenzen, Constructie van beeldpunten (bij bolle lens), www.roelhendriks.eu 5

Uitwerkingen Lenzen, Constructie van beeldpunten (bij bolle lens), www.roelhendriks.eu 6

Uitwerkingen Lenzen, Constructie van beeldpunten (bij bolle lens), www.roelhendriks.eu 7

Uitwerkingen 4 Opgave 1 Uit de bovenste figuur volgt dat de brandpuntsafstand kleiner is dan 38 cm. Uit de onderste figuur volgt dat de brandpuntsafstand groter is dan 15 cm. Opgave 2 Eerste regel: convergent en reëel. Tweede regel: evenwijdig en oneindige. Derde regel: divergent en virtueel. Opgave 3 Achtereenvolgens geval 1, 3 en 2. Opgave 4 Groter dan 20 cm. Opgave 5 Gelijk aan 10 cm. Opgave 6 Kleiner dan 15 cm. Opgave 7 Reëel, in het oneindige, virtueel. Opgave 8 Van de lens af. Opgave 9 Kleiner of gelijk aan 20 cm. Dus geval 2 of 3. Opgave 10 De afstand tussen de zon en de lens (in deze opgave het brandglas genoemd) is groter dan de brandpuntsafstand. De zon kan daarom op een scherm worden afgebeeld. Elk lichtgevend punt X van de zon ligt (bijna) oneindig ver weg. De lichtstralen van X zijn daarom (in zeer goede benadering) evenwijdig aan elkaar als ze op de lens vallen. Bij omkering van het licht wordt punt X een beeldpunt in het oneindige. Uitwerkingen Lenzen, Beeldpunten bij een bolle lens, www.roelhendriks.eu 8

Uitwerkingen 5 Opgave 1 Gegeven: v = + 60 cm en f = + 40 cm Gevraagd: b Oplossing: = = b = + 120 cm b f v 40 60 Reëel want de beeldafstand b is groter dan nul. Opgave 2 Gegeven: v = + 30 cm en f = + 40 cm Gevraagd: b Oplossing: = = b = 120 cm b f v 40 30 Virtueel want de beeldafstand b is kleiner dan nul. Opgave 3 Gegeven: v = + 40 cm en f = + 40 cm Gevraagd: b Oplossing: = = = 0 b = b f v 40 40 De omgevallen 8 betekent oneindig groot. Dat is logisch want de gebroken stralen zijn evenwijdig (het is geval 2 ). Het beeldpunt ligt in het oneindige. Opgave 4 Gegeven: v = + 23 cm en b = + 37 cm De beeldafstand is positief want het beeldpunt is reëel. Gevraagd: f Oplossing: = + = + f = + 14 cm f v b 23 37 De lens is bol want de brandpuntsafstand f is groter dan nul. Uitwerkingen Lenzen, Voorwerpsafstand, beeldafstand, lenzenformule, www.roelhendriks.eu 9

Opgave 5 Gegeven: v = + 20 cm en b = - 40 cm De beeldafstand is negatief want het beeldpunt is virtueel. Gevraagd: f Oplossing: = + = + f = + 40 cm f v b 20 40 De lens is bol want de brandpuntsafstand f is groter dan nul. Opgave 6 Gegeven: f = + 70 cm en b = + 150 cm Gevraagd: v Oplossing: = = v = + 131cm v f b 70 150 Opgave 7 Gegeven: f = + 125 cm en b = - 60 cm Gevraagd: v Oplossing: = = v = + 41cm v f b 125 60 Opgave 8 Gegeven: f = - 125 cm en b = - 90 cm Gevraagd: v Oplossing: = = v v f b 125 90 = + 321cm Opgave 9 Gegeven: v = en b = + 33 cm Het voorwerpspunt staat oneindig ver weg. Gevraagd: f Oplossing: = + = + f = + 33 cm f v b 33 Uitwerkingen Lenzen, Voorwerpsafstand, beeldafstand, lenzenformule, www.roelhendriks.eu 10

Uitwerkingen 6 Opgave 1 Uitwerkingen Lenzen, Voorwerp, beeld, lineaire vergroting, www.roelhendriks.eu 11

Opgave 2 Zie de figuur hiernaast. b+c+d B1 B2 38 mm N = = = 0,81 L1L 2 47 mm e+f+g b 31mm N = = = 0,81 v 38 mm h. Op beide manieren vind je dezelfde waarde voor N. Opgave 3 Zie de figuur hiernaast. B1 B2 67 mm N = = = 2,7 L1L 2 25 mm c. b 48 mm N = = = 2,7 v 18 mm d. Op beide manieren vind je dezelfde waarde voor N. Uitwerkingen Lenzen, Voorwerp, beeld, lineaire vergroting, www.roelhendriks.eu 12

Opgave 4 Opgave 5 Opgave 6 Uitwerkingen Lenzen, Voorwerp, beeld, lineaire vergroting, www.roelhendriks.eu 13

Opgave 7 = + = + f f v b 30 cm 90 cm = 22,5 cm b 90 cm N = = = 3 v 30 cm Het vierkant op het plafond is 30 cm bij 30 cm. De oppervlakte is dus 30 cm x 30 cm = 900 cm 2. Opgave 8 Uitwerkingen Lenzen, Voorwerp, beeld, lineaire vergroting, www.roelhendriks.eu 14

Uitwerkingen 7 Opgave 1 Gegeven: v = 90 cm en b = 180 cm Gevraagd: N b 180 cm Oplossing: N = = = 2 v 90 cm Gegeven: L 1 L 2 = 11 cm Gevraagd: B 1 B 2 Oplossing: B B = N L L = 2 11cm 1 2 1 2 = 22 cm Opgave 2 Gegeven: v = 4 cm en b = 12 cm en L 1 L 2 = 4 cm Gevraagd: B 1 B 2 Oplossing: b 12 cm N = = = 3 v 4 cm B B = N L L = 3 4 cm 12 cm 1 2 1 2 = Opgave 3 Gegeven: L 1 L 2 = 180 cm en B 1 B 2 = 2,2 cm Gevraagd: N Oplossing: B1 B2 2,2 cm N = = = 0,0122 L1L 2 180 cm Gegeven: b = 3,8 cm Gevraagd: v Oplossing b 3,8 cm v = = = 311cm = 3,1m N 0,0122 Uitwerkingen Lenzen, Rekenen aan voorwerpen en beelden, www.roelhendriks.eu 15

Opgave 4 Gegeven: L 1 L 2 = 3,5 cm en B 1 B 2 = 95 cm en v = 15 cm Gevraagd: b Oplossing: B1 B2 95 cm N = = = 27,1 L1L 2 3,5 cm b = N v = 27,1 15 cm = 407 cm = 4,1m = + = + f = 14 cm f v b 15 cm 407 cm Opgave 5 Gegeven: v = 10 cm en b = -40 cm Gevraagd: N Oplossing: b 40 cm N = = = 4 v 10 cm Gegeven: B 1 B 2 = 15 cm Gevraagd: L 1 L 2 Oplossing: B1B 2 15 cm L L = = 3,75 cm N 1 2 = c. Gevraagd: f Oplossing: = + = + f f v b 10 cm - 40 cm 4 = 13,3 cm Opgave 6 Gegeven: L 1 L 2 = 8 cm en f = 15 cm en b = 25 cm Gevraagd: B 1 B 2 Oplossing: = = v = 37,5 cm v f b 15 cm 25 cm b 25 cm N = = = 0,667 v 37,5 cm B B = N L L = 0,667 8 cm 5,33 cm 1 2 1 2 = Uitwerkingen Lenzen, Rekenen aan voorwerpen en beelden, www.roelhendriks.eu 16

Opgave 7 Gegeven: v = 18 cm en f = 16 cm en B 1 B 2 = 23 cm Gevraagd: L 1 L 2 Oplossing: = = b = 144 cm b f v 16 cm 18 cm b 144 cm N = = = 8 v 18 cm B1B 2 23 cm L 1 L2 = = = 2,9 cm N 8 Opgave 8 Gegeven: S = -5 dpt en L 1 L 2 = 3 cm en v = 12 cm Gevraagd: B 1 B 2 Oplossing: 1 1 f = = = 0,2 m = 20 cm S 5 dpt = = b = -7,5 cm b f v - 20 cm 12 cm b 7,5 cm N = = = 0,625 v 12 cm B B = N L L = 0,625 3 cm 1,88 cm 1 2 1 2 = Uitwerkingen Lenzen, Rekenen aan voorwerpen en beelden, www.roelhendriks.eu 17

Uitwerkingen 8 Opgave 1 Accommoderen is het boller worden van de ooglens. Het nabijheidspunt is het dichtstbijzijnde punt dat je nog scherp kunt zien. c. De gezichtshoek van een voorwerp is de hoek die je krijgt als je vanuit je oog rechte lijnen trekt naar beide uiteinden van het voorwerp. Opgave 2 Van maximaal accommoderen. Opgave 3 Zijn ooglenzen worden steeds boller. De gezichtshoek van de auto wordt steeds groter. Opgave 4 β M = α n M = f De tweede formule is alleen geldig als het voorwerp in het brandvlak van het vergrootglas zit en het voorwerp niet te groot is (de gezichtshoek moet klein blijven). Opgave 5 n 25 cm M = = = 250 f 0,1cm Opgave 6 Jan kan de postzegel niet scherp zien omdat het beeld van de postzegel dichter bij het oog ligt dan het nabijheidspunt N. Uitwerkingen Lenzen, Oog en hoekvergroting bij een loep, www.roelhendriks.eu 18

Opgave 7 Gezichtshoek zonder loep: α = 8 o. Gezichtshoek met loep: β = 18 o. De hoekvergroting kan op twee manieren worden berekend namelijk: β 18 M = = = 2,3 α 8 n 8,8 cm M = = = 2,2 f 4,0 cm In de figuur hiernaast staat aangegeven hoe n en f gemeten moeten worden. De foto in het brandvlak van de loep heeft als voordeel dat Jaap niet hoeft te accommoderen om de foto scherp te zien. Daar wordt zijn oog niet moe van. Opgave 8 Gezichtshoek zonder loep: α = 8 o. Gezichtshoek met loep: β = 23 o. Voor de hoekvergroting geldt: β 23 M = = = 2,9 α 8 Het nadeel van het beeld in het nabijheidspunt is dat Maarten nu maximaal moet accommoderen en dat is vermoeiend. Opgave 9 β M = = α 21 = 3 7 Uitwerkingen Lenzen, Oog en hoekvergroting bij een loep, www.roelhendriks.eu 19

Uitwerkingen 9 Opgave 1 f f objectief f M = f + oculair objectief oculair = = 40 cm + 4 cm = 44 cm 40 cm 4 cm = 10 Opgave 2 B1 B2 6 mm N objectief = = = 6 L1L 2 1mm M microscoop = Nobjectief Moculair Opgave 3 = 6 8 = 48 β 29 M = = = 3,6 α 8 c. fobjectief 5,6 cm M = = = 4 f 1,4 cm oculair Uitwerkingen Lenzen, Telescoop en microscoop, www.roelhendriks.eu 20

Opgave 4 Lineaire vergroting door het objectief: B1 B2 5,0 cm N = = = 3,6 L1L 2 1,4 cm Hoekvergroting door oculair: n 8,5 cm M = = = 5,7 f 1,5 cm c. De (totale) hoekvergroting van de microscoop is: M N M = 3,6 5,7 = 20 microsc = obj oc Opgave 5 β 0,1 M = = = 345 α 0,00029 Opgave 6 β 0,1 M = = = 20 α 0,005 Uitwerkingen Lenzen, Telescoop en microscoop, www.roelhendriks.eu 21

Uitwerkingen 10 Opgave 1 Bijziend persoon: bril met holle lenzen nodig. Bijziend persoon: kan niet in de verte scherp zien. Jager in oertijd: beter verziend. Opgave 2 Klaas is bijziend. Hij heeft holle lenzen nodig voor in de verte. Voor een postzegel dichtbij heeft hij geen bril nodig. Opgave 3 Kees: bijziend Iris: verziend Opgave 4 Het nabijheidspunt schuift van het oog af. Het vertepunt blijft op zijn plaats. c. Bolle lenzen Opgave 5 Bijziendheid en ouderdomskwaal. Opgave 6 Boller Spannen Accommoderen Nabijheidspunt Evenwijdig In het oneindige Mier Gespannen Goed Slecht Bol Sterk Holle Slecht Goed Plat Zwak Bolle Uitwerkingen Lenzen, Bijziendheid en verziendheid, www.roelhendriks.eu 22