Componistenmonitor 2017

Vergelijkbare documenten
Componistenmonitor 2017

De arbeidsmarktpositie van componisten

Hoog opgeleid, laag inkomen

Uit huis gaan van jongeren

raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3

Beleidsplan

De twee grootste groepen zijn de auteurs tussen de 35 en 45 jaar en tussen de 45 en 55 jaar. Twee op de tien ondervraagden zijn 55 jaar en ouder.

Bachelor Muziekwetenschap. uva.nl/ba-muziekwetenschap

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

LKCA-onderzoek buitenschoolse kunstdocenten en artistiek begeleiders. Teunis IJdens Henk Vinken

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

INHOUD WORKSHOP. 1. Hoofdpunten labels 2. Oorsprong 3. Rechten 4. Dance 5. Overeenkomsten 6. Tips 7. Hoofdpunten publishing 8. Vragen?

De drie vragen over de adviezen/handreikingen van de NVRR

Stadsschouwburg Utrecht

Pop, wat levert het op? Onderzoek naar de inkomsten van popmusici in Nederland. Teunis IJdens Saskia von der Fuhr Joris de Rooij

Kunstenaarstoets. Achternaam. Voorletters

Grote dynamiek in kleinschalig ondernemerschap

Factsheet persbericht

Rapportage Kunsten-Monitor 2014

De Geefwet en donaties aan cultuur in Nederland *1. René Bekkers, Saskia Franssen,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan Van Datum Ministerie van OCW Rebel

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Subsector sociale wetenschappen

Kunstenaarstoets. Uw gegevens. Beroep en opleiding als kunstenaar

Datum 25 mei 2016 Reactie op vragen van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de positie van de popmuziek

Factsheet persbericht

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

céáíéå=éå=åáàñéêë= HBO-Monitor 2012: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo juni 2013

Amateurkunst & publiek

Trendbreuk in rijksuitgaven

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Digipanel Theater aan de Parade

4. Samenwerking. 78 Hoofdstuk 6

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 10 november 2017 Overzicht van maatregelen arbeidsmarktpositie culturele en creatieve sector

Instroom en inschrijvingen

LOONT PASSIE? Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Enquête Kunstenaars in de WWIK

Kunst & cultuur, het investeren waard? Onderzoek naar economische betekenis

Directe subsidies voor kunsten, erfgoed en media

ALGEMEEN RAPPORT Publieksprijs Beste Vastgoedfonds Aanbieder 2011

Resultaten beroeps- en belangenorganisaties

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2014: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. April 2015

Het Jongerenpanel B A S I S V O O R B E L E I D. Evert van der Molen. Kübra Ozisik. Oktober

Tilburg en Kunst. Onderzoek Jongerenpanel Tilburg. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg. DIMENSUS beleidsonderzoek November 2013

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Het plan bestaat uit 3 fases. Op dit moment zijn we fase 1 aan het ontwikkelen. Het is onze ambitie om fase 2 en 3 medio 2017 te ontwikkelen.

Jaarlijks onderzoek onder vrijwilligers 2016

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN

Huidig economisch klimaat

Factsheet persbericht. Aanbod stageplaatsen groeit

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei Utrecht.nl/onderzoek

Cliëntervaringsonderzoek Wmo

ABIV C18 1 8/23/2014 ABIV C18 HBO/WO ORIENTATIE PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN. Cees Momentum

Factsheet. HBO-Monitor De arbeidsmarktpositie van hbo-afgestudeerden

ACT Monitor Onderzoek werk en inkomen acteurs. Henk Vinken Teunis IJdens Hans Mariën

Een onderzoek naar de sociaal-economische positie van professionele kunstenaars in Vlaanderen

Enquête onder verenigingen voor amateurkunst, geschiedenis en volkscultuur in Achtkarspelen, Alphen a/d Rijn, Hardenberg, Houten, Nuenen en Venlo

Opgesteld door Els van Eersel voorzitter 1 mei 2013 BELEIDSPLAN

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Beleidsplan JazzArt Orchestra

April 2012 Minder niet-werkende werkzoekenden (NWW) Aantal WW-uitkeringen opnieuw licht gedaald

BESLUIT INZAKE INVULLING VAN HET VOOR DE MUZIEKSTUDIO IN DCR GERESERVEERDE BUDGET EN SUBSIDIËRING LOOS

Theaterbeoefenaars in Nederland gemeten

Klanttevredenheidsonderzoek. Dienstverlening team Werk en Inkomen, gemeente Olst-Wijhe

Meer klanten gezocht. en artistiek begeleiders in de amateurkunst. Henk Vinken en Teunis IJdens

Muziek en tekst: eigendom, rechten en geld verdienen

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

Ministerie van OCW Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mw. mr. M.C. van der Laan Postbus BJ DEN HAAG

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Feiten en cijfers. HBO-Monitor 2013: De arbeidsmarktpositie van afgestudeerden van het hbo. juni 2014

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

Regiobericht 1.0 Noord

Wij vinden het erg fijn dat u geïnteresseerd bent in onze visie en ambities.

BELEIDSNOTA

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

SAMENVATTING LANDELIJK ZORGONDERZOEK. Bureau D & O. Hoevelaken, oktober 2015

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Subsector overig. Subsector overig

NJO: Nationaal Jeugd Orkest Apeldoorns Trots, Gelderse Basis, (Inter)Nationale Allure. Inspraakreactie NJO

Minder startende ondernemers

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Starters zien door de wolken toch de zon

18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jaar jaar jaar 65+ Man Vrouw Ja Nee. Deventer gemiddelde

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen verder gestegen in februari

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Beleidskader Kunst & Cultuur Stadspanel Den Haag, ronde voorjaar 2011

BUMA, STEMRA en SENA. 1. Ensemble X op een lunchconcert. 2. Live uitzending op radio en tv. VvK - februari Inhoud:

Het glazen plafond in de Nederlandse culturele sector Een samenvatting

Veranderen van opleiding

Toelichting Deelregeling composities en libretto's Fonds Podiumkunsten

CREATIEBEURZEN PARTNER VAN DE AUDIOVISUELE AUTEUR. SABAM_BEURZEN_A5_11_03F_Mise en page 1 4/10/11 14:55 Page1

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

Werving van kandidaten met een afstand tot de arbeidsmarkt UITKOMSTEN ENQUÊTE

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

Transcriptie:

Voorwoord Voor u ligt de Componistenmonitor 2017 van de beroepsvereniging Nieuw Genootschap Nederlandse Componisten (Nieuw Geneco). In navolging van de recente Verkenning Arbeidsmarkt Cultuursector van de Sociaal Economische Raad en de Raad voor Cultuur heeft Nieuw Geneco onderzoek gedaan naar de specifieke situatie van professionele componisten in Nederland, actief op gebied van hedendaags gecomponeerde en geïmproviseerde muziek. De Componistenmonitor wijst, net als de recente onderzoeken van muziekensembles en popmusici, op een vernauwing van de markt en werkpraktijken, waarbij de klappen vooral bij de individuele makers vallen. De cultuurbezuinigingen van het rijk en de gemeenten, de afname van live en online exploitatiemogelijkheden, maar ook het wegvallen van een kunstenaarsbeleid maken hun positie zowel financieel als inhoudelijk kwetsbaar. Het beroep componist staat onder druk. De componist anno nu heeft een hybride beroepspraktijk. Hij/zij combineert het ambacht van componeren met meerdere banen of klussen, maar geniet desondanks weinig werk en inkomenszekerheid. Slechts 7 procent heeft een inkomen dat enkel bestaat uit betaald compositorisch werk. Ondanks uitvoeringen op gerenommeerde concertpodia en de verschillende nevenbanen kan ruim 40% niet of nauwelijks rondkomen, of is afhankelijk van het inkomen van een partner. Opmerkelijk is dat maar een klein deel van de financiering afkomstig is uit subsidie. De meerderheid van de componisten heeft andere financiering. Veel wordt zelf geïnvesteerd, met inkomsten uit ander werk of auteursrechten. Musici, particulieren en organisaties zijn belangrijke opdrachtgevers. Uit de Componistenmonitor 2017 kan geconcludeerd worden dat auteurswetgeving, subsidies en kunstenaarsbeleid absoluut noodzakelijk blijven voor een duurzaam muziekleven. Wat gaan we ermee doen? Nieuw Geneco zet zich in voor de verbetering van de artistieke, maatschappelijke en economische positie van componisten. In vervolg op de uitkomsten van dit onderzoek richten we ons de komende periode op: Een brede dialoog over een Code Goed Opdrachtgeverschap en de honorariumrichtlijn voor compositieopdrachten, met het oog op een duurzaam muziekleven; Het verbreden van de financiële mogelijkheden, in samenwerking met cultuur en vermogensfondsen, gemeenten, provincies, bedrijven en particulieren; Voortgaande lobby ten aanzien van auteurswetgeving, cultuurbeleid en kunstenaarsbeleid; Het zichtbaar maken van het componeren in Nederland, waarbij we trots zijn op de steun en toewijding van onze Componist des Vaderlands Mayke Nas en onze Ambassadeur Nederlandse Componisten Jaap van Zweden. Veel dank aan Jantine Postma voor haar MA onderzoek, en aan de leden van de klankbordgroep die intensief betrokken waren in de verschillende fasen van het onderzoek en aan Hanna Marije Booij van bureau Berenschot voor de eindbewerking en presentatie. Dank tot slot aan alle componisten die aan het onderzoek hebben deelgenomen en de moeite hebben genomen de vragen over hun werk en inkomen te beantwoorden. Door hun inspanningen beschikken we nu over de benodigde informatie om met kracht te pleiten voor een beter compositieklimaat in Nederland. Wij wensen u veel leesplezier, Felix Rottenberg Voorzitter Esther Gottschalk directeur

Sectorbeeld beroepspraktijk Nederlandse componisten Componistenmonitor 2017

1 De inleiding

Inleiding De componist anno nu heeft een hybride beroepspraktijk. Hij of zij werkt nauw samen met diverse musici, tekstschrijvers, kunstenaars uit andere disciplines, heeft een gevarieerde uitvoeringskring, diverse werk- en opdrachtgevers, en brengt even vaak zelf als via bemiddelaars zijn of haar muziek op de markt. Componisten zijn vrije beroepsbeoefenaars, zijn hoogopgeleid en werken als zelfstandigen zonder personeel. Zij combineren meerdere banen of klussen, en genieten weinig werk en inkomenszekerheid. Ruim 40% kan niet of nauwelijks rondkomen, of is afhankelijk van het inkomen van een partner. Door deze onzekere arbeidsmarktpositie en veelheid aan (neven-) activiteiten komt het daadwerkelijke componeren onder druk te staan. Deze en andere gegevens zijn terug te vinden in deze publicatie van Nieuw Geneco, de beroepsvereniging voor componisten in Nederland, opgesteld in navolging van de Verkenning arbeidsmarktpositie van kunstenaars (2016) van de Sociaal Economische Raad en de Raad voor Cultuur. Tot dusver ontbrak inzicht in de specifieke praktijk van de componist. Met een geactualiseerd beeld van de arbeidsmarktpositie van componisten wil Nieuw Geneco bijdragen aan het debat, met cijfers onderbouwd, en een positieve ontwikkeling in gang zetten, waarmee de waarde van het componeren voor het Nederlandse muziekleven beter zichtbaar wordt gemaakt. De gegevens in deze publicatie zijn ontleend aan het enquête- en focusgroepenonderzoek naar de arbeidsmarkt voor componisten, dat door Jantine Postma in opdracht van Nieuw Geneco werd uitgevoerd in het kader van haar masteropleiding Kunstbeleid en Management aan de Universiteit Utrecht. Bij de ontwikkeling en begeleiding ervan waren betrokken dr. Philomeen Lelieveldt van de Universiteit Utrecht en dr. Tim de Leeuw van Universiteit van Tilburg. De rapportage die voor u ligt betreft een selectie, bewerking en samenvatting uit dit onderzoek door Hanna Marije Booij, adviseur Kunst & Cultuur bij adviesbureau Berenschot. N.B. Gemiddelden geven weliswaar een globaal beeld van de sector, maar de verschillen zijn soms groot. Bijvoorbeeld als het gaat om tijdsbesteding per week of het uitvoeringen in binnen- en buitenland. Waar mogelijk wordt ingegaan op de verschillen. 3

2 Profielschets

Profielschets Mannen en vrouwen vormen respectievelijk 80% en 20% van de respondenten, vergelijkbaar met de verhouding binnen Nieuw Geneco in het jaar 2015. De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 52 jaar. Het jaar waarin de respondenten zijn begonnen met componeren varieert van 1970 tot 2015. In 1996 deed Bureau Driessen ook onderzoek naar de beroepspraktijk van componisten in Nederland. Destijds was 92% man en 8% vrouw en was de gemiddelde leeftijd 44. Bron: Bureau Driessen. (1996). Componeren in Nederland Geslacht 19,8% Man Vrouw 80,2% Figuur 1. Bron: J. Postma, 2016 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Verdeling leeftijd Figuur 2. Bron: J. Postma, 2016 5

3 Opleidingsachtergrond

Opleidingsachtergrond Ruim 90% van de componisten heeft een HBO of WO opleiding afgerond. Van de respondenten studeerde 52% compositie. 34% studeerde (ook) voor uitvoerend musicus en 31% volgde (ook) een andere muzikale opleiding, zoals muziekwetenschap, sonologie, muziektechnologie. Daarnaast worden nog een aantal muzikale studies genoemd zoals harmonie- en fanfaredirectie, koordirectie en muziekregistratie. 25% heeft ook een niet-muziekgerelateerde opleiding gevolgd, zoals pedagogische academie, psychologie, chemie. 3% zegt helemaal geen muzikale opleiding te hebben gevolgd. 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Opleidingsniveau WO ma WO ba HBO ma HBO ba VWO Anders Figuur 3. Bron: J. Postma, 2016 De meerderheid beschouwt zich in meer of mindere mate autodidact wat componeren betreft. In de afweging geeft het grootste deel aan dat de studie van belang is geweest, maar dat een groot aantal aspecten zelf aangeleerd is. 50% 40% 30% 20% 10% Autodidact 9,90% 8,80% 3,30% Muzikale opleiding 51,60% 30,80% 34,10% Compositie Uitvoerend klassiek Anders Docent muziek Uitvoerend licht Geen Figuur 4. Bron: J. Postma, 2016 0% Nee Enigszins Voornamelijk Ja Figuur 5. Bron: J. Postma, 2016 7

4 Werk

Werkzaamheden Vrijwel alle componisten werken als zelfstandigen zonder personeel. In 2015 werkte men gemiddeld 46 uur per week. Ruim driekwart heeft dit jaar een werkweek van meer dan 40 uur. Gemiddeld besteedt men 19 uur per week aan compositorisch werk. Men besteedt gemiddeld 6 uur aan (onbetaald) kantoorwerk en ruim 4 uur aan overige werkzaamheden binnen en 4 uur buiten het vakgebied. Ruim de helft van de respondenten geeft les en doet dat gemiddeld 13 uur per week. Van de respondenten geeft eveneens de helft aan ook te werken als uitvoerend musicus en doet dat gemiddeld 8 uur per week. Hierdoor blijft vanzelfsprekend minder effectieve tijd om te componeren. Het compositorisch werk kent verschillende aspecten. Naast componeren, omvat dit ook partituren maken, studiowerk, arrangeren en repeteren met de uitvoerend musici. Ook het lesgeven kent verschillende varianten, waarbij het lesgeven aan musici de belangrijkste is. Compositieles en 'lesgeven anders' hebben een even groot aandeel, waarbij het laatste eveneens velerlei vormen kent zoals performance coaching, muziektechnologie en sounddesign. 7% 14% 25 20 15 10 5 0 7% 4% 7% Urenbesteding naar werkzaamheden Urenverdeling compositorisch werk 61% Componeren Partituren maken Studiowerk Aanwezig bij repetities Arrangeren Anders compositie 3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Figuur 6. Bron: J. Postma, 2016 Urenverdeling lesgeven Figuur 7. Bron: J. Postma, 2016 Figuur 8. Bron: J. Postma, 2016 9

Werkgebieden Vrijwel alle respondenten geven aan te werken in het genre hedendaags gecomponeerd (85%). 49% componeert ook modern klassiek. Daarop volgt geïmproviseerde muziek (35%). 19% schrijft ook popmuziek en eenzelfde percentage schrijft jazzmuziek. De stijlen lopen dus door elkaar. Ook is men op verschillende werkgebieden actief. 73% schrijft kamermuziek. Daarnaast componeert men concertmuziek, muziektheater, elektronische muziek, koormuziek en muziek voor podiumkunsten. Ongeveer een kwart componeert voor media en film, 21% voor harmonie, fanfare en brassband en 17% bands en muziekgroepen. Men schrijft voor alle bezettingen. Het meest voor 3 tot 8 partijen en koor. Onder anders worden elektronische en elektroakoestische muziek genoemd. 100% 80% 60% 40% 20% 0% 3 tot 8 partijen en koor Bezetting Solo/duo 9 tot 17 partijen Orkest Orkest plus Anders Figuur 10. Bron: J. Postma, 2016 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Muziekgenre Werkgebieden Figuur 9. Bron: J. Postma, 2016 Figuur 11. Bron: J. Postma, 2016 10

Uitvoeringen Componisten geven aan gemiddeld maar liefst 26 uitvoeringen van zijn/haar werk te hebben gehad in het jaar 2015. Dit betreft gemiddeld 8 uitvoeringen van bestaande composities in Nederland en 7 internationaal, plus maar liefst 8 uitvoeringen van nieuwe composities in Nederland en 3 op internationale podia. Bijna de helft (48%) is actief in het buitenland met bestaand werk. Datzelfde geldt voor 40% wat betreft nieuwe composities in het buitenland. 85% heeft uitvoeringen van nieuw werk in Nederland, en datzelfde geldt voor 66% met bestaand werk. Een kleine top is zeer actief in binnen- en buitenland, met zowel bestaand als nieuw werk. Live uitvoeringen vinden plaats op de concertpodia en festivals (90%). Daarnaast ook op alternatieve podia. Zo wordt van 41% (ook) muziek live ten gehore gebracht in kerken en maar liefst 37% in de openbare ruimte. 31% van de uitvoeringen vindt plaats bij particulieren buiten de eigen kring. Jazzpodia en festivals vormen 25% en poppodia en festivals 11% van de uitvoeringslocaties in 2015. Een kleine 9% heeft uitvoeringen bij bedrijven. 20 15 10 5 0 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Gemiddeld aantal uitvoeringen in 2015 Nederland Buitenland Locatie van uitvoeringen Nieuw werk Bestaand werk Figuur 12. Bron: J. Postma, 2016 Figuur 13. Bron: J. Postma, 2016 11

Uitgeven (blad)muziek Van de respondenten geeft 42% zijn/haar bladmuziek uit via een uitgever. Daarnaast geeft 35% (ook) bladmuziek in eigen beheer uit. Bij ja, anders noemt 7,7% uitgave via internet, op een eigen website of collectieve sites. *28x Donemus, Broekmans, Alfred UK, 3x Svitzer (DK), DMP, Highland Music, Itrada Music, Frysk Muzyk Argyf, Baton Music, AVROTORS, KRO, NOS, peer, Red Frog, de Haske, Scherzando, Tierolff, Bronsheim, 2x Matching Arts, North Music, Holland Schott Music Int., Tower Editions. ** Brotons & Mercadal, Computer, programma Max, Eigen uitgeverij, Theaterstuckverlag, Verlag der Autoren, we zijn bezig om het via internet uit te geven, via eigen website. 45% 40% 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Ja, via een uitgever* Ja, eigen beheer Uitgeven Nee Ja, anders** N.v.t. Figuur 14. Bron: J. Postma, 2016 Ruim 14% van de componisten geeft het merendeel van zijn/haar werk uit via een platenmaatschappij. Een grotere groep, 23% geeft muziek in eigen beheer uit. Ruim de helft (55%) geeft geen muziek uit via een platenmaatschappij. 60% 50% Platenmaatschappij * Bolt, Brilliant Classics, Attaca, eigen CD label, Naxos, Norcd, Warner Bros, EMI, SONY, verschillende maatschappijen, Unsounds, Basta Music, Etcetera Records, Erasmus. ** Tower editions recordings, eigen label, via uitgever, sub rosa/audiobulb. 40% 30% 20% 10% 0% Figuur 15. Bron: J. Postma, 2016 12

5 Inkomen

Inkomenspositie Bijna 44% heeft een bruto jaarinkomen van minder dan 20.000 euro. Ruim 14% daarvan verdient zelfs minder dan 10.000 euro bruto per jaar. Voor twee op de vijf is dit het enige inkomen in hun huishouden. Zij zitten op of onder de armoedegrens. Anderen geven aan mede afhankelijk te zijn van het inkomen van hun partner. 24% heeft een gemiddeld inkomen, maar nog altijd onder modaal. 12% heeft een bruto jaarinkomen op modaal niveau (35.000 euro in 2015). Een kleine groep van 19% heeft een bruto jaarinkomen van 40.000 euro of meer. 32% van het totale inkomen wordt vergaard met compositorisch werk. Gevolgd door 24% lesgeven, 19% ander werk, 15% uitkeringen/pensioenen en 10% als uitvoerend musicus. Ten opzichte van 2014 zijn voor 29% de inkomsten gedaald, 11% zegt dat de inkomsten met 50% of meer zijn gedaald. Voor 22% zijn de inkomsten gestegen, voor slechts 1% zijn ze met meer dan 50% gestegen. 30% van de respondenten geeft aan dat zijn/haar inkomsten uit compositorisch werk ten opzichte van 2014 met 50% of meer gedaald zijn. In de focusgroep gaf men aan dat daling van inkomsten, met het afnemen van subsidies, lijkt te zijn doorgezet.. bruto jaarinkomen 35,0% 30,0% 25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0% Figuur 16. Bron: J. Postma, 2016 Activiteit uur per week % van het inkomen Compositorisch werk 19 32 Lesgeven 6 24 Kantoorwerk 6 0 Uitvoerend musiceren 4 10 Uitkeringen/pensioenen 15 Ander werk 19 Tabel 1. Bron: J. Postma, 2016 bewerking Berenschot 14

Inkomensmix Slechts 7 procent heeft een inkomen dat enkel bestaat uit betaald compositorisch werk. Het overige deel van de componisten vult het inkomen aan met werk binnen het vakgebied (32%), werk buiten het vakgebied (25%) of een combinatie hiervan (28%). Daarnaast bestaat een groep componisten die geen betaald compositorisch werk doet (8%) en het inkomen volledig haalt uit aanvullende werkzaamheden van binnen en buiten het vakgebied. Betaald werk binnen het vakgebied is bijvoorbeeld lesgeven, musiceren en produceren. Een componist heeft ook onbetaalde activiteiten zoals administratie, belastingen, acquisitie, fondsenwerven en pr. Daaraan besteedde men gemiddeld 6 uur per week. Dit neemt steeds meer tijd in beslag. Ongeveer de helft van de respondenten geeft les (56%). In 1996 was dit 31%. Ongeveer de helft werkt ook als uitvoerend musicus (in 1996 was dit 43%). In verhouding met 20 jaar geleden zijn veel meer componisten gaan lesgeven en werken als uitvoerend musicus. Ook is de administratieve druk toegenomen. Zij hebben daardoor minder tijd beschikbaar voor het componeren. 28% Inkomensmix 8% 25% 7% A = Enkel betaald compositorisch werk 32% Figuur 17. Bron: J. Postma, 2016 bewerking Berenschot B = Betaald compositorisch aangevuld met werk binnen vakgebied C = Betaald compositorisch aangevuld met werk buiten vakgebied D = Betaald compositorisch aangevuld met werk zowel binnen als buiten vakgebied E = Onbetaald compositorisch aangevuld met werk zowel binnen als buiten vakgebied A B C D E 15

6 Opdrachtgeverschap

Financiering composities 27% van de respondenten geeft aan in 2015 direct of indirect via het Fonds Podiumkunsten (FPK) betaald te worden voor composities. De meerderheid heeft dit jaar andere financiering. Bijna een kwart betreft de categorie anders, namelijk*. Hier worden eigen inkomsten van componisten uit auteursrecht (BumaStemra) als inkomstenbron genoemd, evenals royalties die zij van hun werk ontvangen via uitgeverijen. Ook genoemd zijn prijzengeld, film/tv producenten. Organisaties met subsidie bepalen vervolgens 18% van de financiering. Opvallend is dat maar liefst 17% van de financiering van particulieren komt. Organisaties zonder cultuursubsidie vormen maar voor 7% van de respondenten een betalende opdrachtgever. Andere fondsen ** vormen maar een klein aandeel in de financiering. Genoemde fondsen zijn Amsterdams Fonds voor de Kunst, Fonds21, VSB Fonds. Deze fondsen kennen wel projectsubsidie, maar geen specifieke compositieregeling. 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% Wie betaalt voor composities (%) Figuur 18. Bron: J. Postma, 2016 17

Opdrachtgevers en opdrachtgeverschap De belangrijkste groep opdrachtgevers voor componisten wordt gevormd door uitvoerende musici. Daarna volgen de culturele en amateurgezelschappen, podia en productiehuizen. Particulieren (binnen en buiten de eigen kring) en bedrijven vormen samen 34% van de opdrachtgevers. Overheden en bedrijven zijn slechts in beperkte mate opdrachtgever (resp. 15% en 10%). In de categorie anders zitten opdrachtgevers als omroepen en religieuze congregaties. 84% van de respondenten werkt (ook) op eigen initiatief, zonder opdrachtgever. Uit de focusgroepen blijkt dat componisten een grote financiële onzekerheid ervaren bij het verwerven van opdrachten. 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Opdrachtgevers Figuur 19. Bron: J. Postma, 2016 bewerking Berenschot Maar liefst 47% van de componisten verstrekt ook betaalde opdrachten aan derden; 19% zakelijke dienstverlening zoals buma administratie, subsidie aanvragen, fondsenwerving, 18% voor vakmanschap (partituren verzorgen, partijen uitwerken), 17% organisatie en productie en 11% communicatie en promotie. In de categorie ja namelijk (22%) vallen verder inhuur van musici en technici voor studiowerk, video opname, geluidsopname. 22% 18% Opdrachten aan derden 17% 19% 11% Organisatie/productie Communicatie Zakelijke werkzaamheden Vakmanschap Ja, namelijk* Figuur 20. Bron: J. Postma, 2016 18

Honoraria, nu en in de toekomst Het Fonds Podiumkunsten hanteert een richtlijn en rekensystematiek bij compositie-opdrachten, dit wordt de honorariumtabel genoemd. Van de respondenten is 74% bekend met de honorariumtabel. De meerderheid van hen (66%) beoordeelt deze positief. Bij gesubsidieerde opdrachten houdt 40% zich altijd aan de honorariumtabel. 30% doet echter dat nooit. Vermoedelijk heeft dat te maken met de afspraken die met opdrachtgevers (festivals, orkesten, ensembles et cetera) over het honorarium worden gemaakt om de opdracht te kunnen krijgen. Bij de door anderen gefinancierde opdrachten geldt een vergelijkbare situatie: 39% houdt zich vaak tot altijd aan de richtlijn en 29% doet dat juist nooit. Nieuw Geneco wil bijdragen aan een verbeterde inkomenspositie van componisten. Daarop zijn verschillende factoren van invloed, maar de komende periode kiest Nieuw Geneco voor een focus op één daarvan, te weten: goed opdrachtgeverschap / fair practice. Wij zien daarbij de richtlijn/tabel voor honoraria als geschikt middel. Gestreefd wordt naar bredere toepassing. Goed voorbeeld is het Fair Trade Music certificaat van samenwerkende internationale componistenorganisaties. Hierover willen Nieuw Geneco en het Fonds Podiumkunsten het gesprek aangaan met de sector, en tot een gezamenlijke Code Goed Opdrachtgeverschap komen, in de breedst mogelijke zin. Daarnaast is het noodzakelijk het type opdrachtgevers te verbreden en daarmee de financieringsstromen uit te breiden. Daarbij moet men wel reëel zijn over het aandeel particuliere middelen, want daarvan is de afgelopen jaren gebleken dat dit maar mondjesmaat toeneemt. Ruimere financiering van overheden en fondsen blijft ook nodig om een duurzaam klimaat te bieden voor componisten, opdat zij hun vak beroepsmatig kunnen blijven uitoefenen. 19

Verantwoording en colofon Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van Nieuw Geneco, bestond uit een enquêteonderzoek en focusgroepen. De enquête leverde een respons van 95 bruikbare resultaten. Aan de verdiepende focusgroepen namen 22 componisten deel. Het onderzoek is uitgezet onder leden en niet-leden. De respons onder Nieuw Geneco leden was het grootst. 84% van de respondenten is lid van Nieuw Geneco, 10% is geen lid van een beroepsvereniging, 8% is (ook) lid van de Beroepsvereniging Improviserende Musici, 4% van de Beroepsvereniging Componisten Multimedia en 2% van popauteurs.nl. Het onderzoek betreft een representatieve afspiegeling qua variatie in genres, praktijk, man/vrouwverhouding en de gemiddelde leeftijd van de leden van Nieuw Geneco. Onderzoek en rapportage Onderzoek: Jantine Postma MA, De arbeidsmarktpositie van componisten, in opdracht van Nieuw Geneco, Amsterdam augustus 2016 en MA onderzoek Nederlandse componisten over hun arbeidsmarktpositie, augustus 2016 Samenstelling enquête en statistische bewerkingen: dr. Tim de Leeuw, Universiteit Tilburg & Jantine Postma, MA Selectie, bewerking en samenvatting Sectorbeeld beroepspraktijk componisten: Hanna Marije Booij, Berenschot 2017 componist: Aspasia Nasopoulou foto:titus Nachbauer Klankbordgroep Esther Gottschalk, directeur Nieuw Geneco Anne Parlevliet, componist en bestuur Nieuw Geneco Mayke Nas, componist en lid Nieuw Geneco Thomas Winther Andersen, componist, musicus en voorzitter Beroepsvereniging voor Improviserende Musici Dr. Teunis Ijdens, Senior beleid en onderzoeksadviseur Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst Dr. ing. Tim de Leeuw, senior wetenschappelijk onderzoeker Universiteit Tilburg Dr. Philomeen Lelieveldt, muziekhistoricus, docent onderzoeker Universiteit Utrecht Het Genootschap Nederlandse Componisten bestaat al meer dan 100 jaar, opgericht in 1911 door componist Jan van Gilse, die ook Buma/Stemra initieerde. Sinds 2015 geeft Nieuw Geneco met nieuw elan vorm aan een effectieve vereniging van componisten. Anno 2017 telt de vereniging 275 leden. www.nieuwgeneco.nl