Bouwhistorische en Archeologische

Vergelijkbare documenten
hij qua positie onderdeel van

Brugge, Sint-Salvatorskathedraal

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

Bouwhistorisch en Archeologisch

gegraven funderingen langs de Windmolenbergstraat. voorgrond zijn de restanten te zien van het 2/1-kap-huis met bgbehorende kelders.

Bouwhistorisch onderzoek

Opgraving Davidstraat-Romeinstraat Enkhuizen. Een eerste stand van zaken.

REDENGEVENDE OMSCHRIJVING RIOOL ONDER HET GLOP EN DE BOTERHAL

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Gent Hoogstraat 51. Archeologisch verslag. Dienst Stadsarcheologie. Vergunning 2008/202 STAD GENT

Kruittoren. Ω Hoogte: ca. 18 m Ω Bouwjaar: ca Ω Muurdikte: ruim 1 m Ω Basisvorm: vierkant

Brugge, Langestraat Verbrand Nieuwland 10

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

Tussentijdse rapportage, Definitief Onderzoek. Houtmarkt-Pikeursbaan, Deventer.

Verslag proefonderzoek Noorddijkerweg 32. Dinsdag

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick

'S-HERTOGENBOSCH SCHILDERSTRAAT

Project 434: Bureaustudie Actualisering archeologische verwachting nieuwbouwlocatie Stadhuiskwartier. Interne Rapportages Archeologie Deventer 55

s-hertogenbosch Bastion Anthonie

Oude Houtlei 110 & Wellingstraat 1: Hotel Verhaegen-Lammens

Houtbouw en funderingen in de Zaanstreek P. Kleij, gemeentelijk archeoloog Zaanstad, Wormerland en Oostzaan.

Archeologische inventarisaties

spoor.nummer spoor.nummer

Rapportage vondstmelding Oostende, Wellingtonrenbaan

Delftse Archeologische Notitie 129. Markt 85, Delft. Een archeologische begeleiding. Jorrit van Horssen

DR WILLEM VAK DER HELM. VAN LANSCHOT, 110

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Nota met aanbevelingen Antwerpen Oudeleeuwenrui

ARCHEOLOGIENOTA PROGRAMMA VAN MAATREGELEN ANTWERPEN DELWAIDEDOK

RAAP-rapport Resultaten geofysisch onderzoek

Verslag vondstmelding: Eiermarkt 12 (Café Pick), 8000 Brugge

Averboodse Baan (N165), Laakdal

ADDENDUM 10. Werkput 5

Lucasbolwerk. LUC04: Archeologische begeleiding op het terrein van de Stadsschouwburg van Utrecht Basisrapportage Archeologie 137. Utrecht.

Toekomststraat, Hasselt

Archol bv. Ivo van Wijk. Voorlopig verslag Archeologische Opgraving Plangebied Joannes Riviusstraat te Elsloo, gemeente Stein

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Over de kerk van Marum

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

Het archeologisch onderzoek van de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën te Vreren (Tongeren)

Historisch beeldmateriaal Vanaf het jaar van de oudste weergave van de ruimte (tekening 1768) is het vertrek in hoofdopzet onveranderd gebleven.

Ammerzoden Kasteel Ammersoyen, Z.W. hoektoren

Monumentenregister Nijmegen. Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Bouwhistorische en Archeologische

ARC HAEO LOG I CAL SOLUTIONS

Rapportage vondstmelding Sint-Dionysiuskerk Geluwe, gemeente Wervik (West-Vlaanderen) Maart 2010

Gemeente Deventer, archeologisch beleidsadvies 795

Dordrecht Ondergronds 33

De achterkant van Kampen door Ernst Hupkes

Ieper, Grote Markt 33 / D hondtstaat

HET WITTE KERKJE VAN NOORDWIJKERHOUT

gezien er ook al over erf wordt gesproken, slaat het begrip waarschijnlijk op een bebouwd stuk erf. Verderop in de akte

Rapportage vondstmelding: Oostende, zeedijk (thv. Hertstraat)

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

kasteel. Het is niet uitgesloten dat zich in of onder deze panden nog muurwerk van de ringmuur bevindt.

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart Muurtorens. Muurtorens

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Restauratie Dorpskerk Woubrugge januari october 2014

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Koker. Shute. Stortkanalen in muren Shutes in walls

Manu Archeologie, Advies en Onderzoek

SAMENVATTING GEOLOGIE / BODEM - BODEMKWALITEIT

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

Argeologysk Wurkferbân.

Het bestaat uit een voorhuis dat gebouwd is in 1777, met een hardstenen gevel, en een dubbel

LEGENDE. per eeuw > kleur aanduiding idem aan plannen. Datering. Bouwhistorische waarde zeer waardevol. Geen historische waarde

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

t Overlaar in de buurtschap Zwiep

Aan het Genootschap Leeuwen van het Centraal Station Ertskade BB Amsterdam. Rapportage verslag kijkoperatie vleugelgebouw C.S.

Het archeologisch vooronderzoek (fase 1) van de gracht van het Hof van Hoen te Rummen (gem. Geetbets)

DE HERVORMDE KERK SCHERPENZEEL

Gemeente Hilvarenbeek Ingekomen:

Redengevende omschrijving graanschuur

Het huis had een houten skelet, daartussen fistelstek besmeerd met leem.

N76, Zwartberg, gemeente Genk

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Bijlage 10 bij besluit 2016/1229-V1. Caferestaurant Wapen van Nassau, Prinsenkade 7 te Breda. v&v. Foto Wapen van Nassau 1944

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object kelder onder Dubbele Buurt 17

Ligging van het boerderijcomplex aan de Polder, in het buitengebied van Gendt. De voormalige steenoven maakt deel uit van dit complex.

De oude hoeve Dierdonk Een (bouw)historische verkenning

Archeologische Quickscan

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen

Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

VONDSTEN OP HET VOORMALIG TERREIN TE RIJNSBURG

Legenda: Maaiveld Grondwaterstand Handmeting grondwaterstand

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

Tracé Boortunnel lange variant

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Excursie september 2014

Transcriptie:

Bouwhistorische en Archeologische c h t i Archeologisch onderzoek in het Tolbrugkwartier(8) Zoals in de vorige aflevering van dit blad reeds werd gemeld, bleek de middeleeuwse bebouwing langs de Tolbrugstraat in de tweede opgravingsput aanmerkelijk beter bewaard dan in de eerste. Ruim een halve meter onder de huidige straat kwamen er al muren en restanten van vloeren te voorschijn. De bebouwing in deze opgravingsput bestond uit een tamelijk fors gebouw van ca. 12 meter breed dat door een tussenmuur in tweeën werd gedeeld. In aanleg lijkt het rond 1400 als één pand gebouwd te zijn. Dit vermoeden wordt versterkt door de resten van een tegelvloer die aan weerszijden van de tussenmuur identiek was. Hoewel de tegels zelf verdwenen waren, is de afdruk in de onderliggende mortellaag bewaard gebleven (afb. 1). Het blijken tegels van 13 X 13 cm. geweest te zijn die diagonaal gelegd waren. Langs de muren had men echter een rechte rand gelegd. Een dergelijke vloer lijkt te wijzen op bewoners met een zekere welstand. Dit in tegenstelling tot de vloerrestanten uit de 17de en 18de eeuw. Deze waren herhaaldelijk gerepareerd en bestonden op den duur uit fragmenten van uiteenlopend materiaal, zoals plavuizen, rode baksteen en gele ijsselsteen. Vermoedelijk is het huis in deze periode al gesplitst. De muren van het huis bleken tot op grote diepte te gaan. Ze waren gefundeerd op grondbogen en poeren die op hun beurt op zware puinfunderingen stonden. Omdat er bovendien deuropeningen zaten onder het niveau van het toenmalige maaiveld, werd duidelijk dat we hier met kelders van doen hadden, althans met de aanleg van kelders (afb. 2). Uit de grondsporen konden we echter opmaken dat men tijdens de aanleg van deze kelders al besloten had deze niet te gebruiken. De deuropeningen waren dichtgestort en met muurtjes dichtgezet. Naar de reden van deze wijziging in het bouwplan kunnen we slechts gissen. Voorafgaand aan dit huis van rond 1400 vonden we resten van bebouwing uit de tweede helft van de 14de eeuw. Door de aanleg van de kelders waren uiteraard de meeste sporen verdwenen, maar zowel een haardplaats als enkele lemen vloeren maakten duidelijk dat hier een houten huis heeft gestaan. Na het weghalen van de muren kwamen de 13de-eeuwse sporen Afb. I. Ter weerszijden van de tussenmuur zijn restanten van de mortellaag bewaard waarin de afdrukken van de plavuisjes goed te zien zijn.

Afb. 2. Een blik in de kelder met doorgang. Het is de bedoeling geweest de kelder vanuit de straat toegankelijk te maken. Maar nog tijdens de bouw heeft men de plannen veranderd. uit de eerste opgravingsput ook hier te voorschijn. Deze houten beschoeiing bleek hier echter zwaarder uitgevoerd, zodat het idee van de perceelsgreppel, dat we in het vorige bericht nog opperden, moet worden bijgesteld. Er moet sprake geweest zijn van een flinke waterloop en bovendien was er met palen een landhoofd in het water aangelegd. Twee zeer zware palen geven aan dat er mogelijk op dit landhoofd een houten gebouw heeft gestaan, maar dit kon niet verder worden onderzocht. Deze 13deeeuwse activiteiten vormden de aanzet van de ontginning van het zeer drassige gebied achter de Moriaan. Men had 24 met zand en takken het moe- ras opgehoogd en daarbij de waterloop als het ware uitgespaard. De beschoeiing diende dan ook tegelijk om het grondpakket bij elkaar te houden (afb. 3). Het dekzand werd aangetroffen op een hoogte van ca. 2.20 meter +NAP, wat niet veel hoger is dan bij het onderzoek van het Elisabeth Bloemkampklooster werd vastgesteld. Als men weet dat dit dekzand bij de Moriaan op 6.00 meter +NAP ligt (een afstand van nog geen 100 meter), dan blijkt hoe steil het dekzand naar het noorden toe afloopt. Dit is een gevolg van de eroderende werking van de Aa en het maakt duidelijk waarom dit lage en natte deel van de stad in verhouding zo laat is ontgonnen. Tijdens het onderzoek moest er in verband met de verlegging van het Dieze-riool een waarneming worden gedaan in de betreffende sleuf. Sinds de sloop van de huizen aan de Tolbrugstraat in de jaren- 60 en de aanleg van het Burgemeester Loeffplein, stroomt de Binnendieze in dit gebied door een grote rioolbuis, die ongeveer vijf meter onder de straat loopt. Het onderzochte deel van de sleuf sneed schuin door de voormalige Tolbrugstraat en de huizen, die er aan de oostzijde langs stonden. Dit gedeelte van de Tolbrugstraat lag buiten de oudste stadsmuur en hier deed zich de mogelijkheid voor te onderzoeken of hier in de 13de eeuw een weg heeft gelopen die de naam Tolbrugstraat zou kunnen verklaren. De funderingen van drie huizen konden worden ingetekend. De huizen zijn gebouwd rond 1400. In één van de huizen waren nog de restanten aanwezig van enkele plavuizenvloeren en een schouw. In de vloer was vlakbij de schouw een aspot ingegraven, waarin de as van de haard geveegd kon worden. In de Tolbrugstraat zelf, langs de voorgevels van de huizen, lag nog een stukje bestrating van baksteen. Uit een doorsnede door de straat bleek opnieuw dat dit gebied aanvankelijk erg laag en drassig was. Rond 1400 werd het terrein ongeveer twee meter opgehoogd met stadsvuil. Dit pakket lag direct op het veen, er werd geen ouder niveau aangetroffen. Op deze laag stadsvuil werd aan het begin van de 15de eeuw de Tol-

geheven van passerende schepen. Rond 1400 werd buiten de oudste stadsmuur, na een flinke ophoging, de Tolbrugstraat aangelegd. Afb. 3. Detail van de gevlochten beschoeiing, midden 13de eeuw. Afb. 4. Twee van de in de rioolsleuf aangetroffen insignes. Een portretkop met er omheen een fantasietekst en een fallus op pootjes met een kroon en een bel. De fallus heeft vermoedelijk ook nog vleugeltjes gehad! brugstraat met haar bebouwing aangelegd. Hiermee hebben we dus een antwoord op onze vraag naar de betekenis van de naam Tolbrugstraat. De naam Tolbrug wordt voor het eerst vermeld in 1327, maar de straat zelf bestaat pas een kleine 100 jaar later. In de 13de en 14de eeuw bestond er dus ter plaatse van de Tolbrugstraat geen doorgaande weg vanuit de stad naar het noorden en de naam Tolbrug moet dus de plaats hebben aangeduid waar tol werd In het pakket stadsvuil, waarmee het terrein in het begin van de 15de eeuw is opgehoogd, bevond zich weinig aardewerk, maar wel veel leer en metaal. Onder de metaalvondsten bevonden zich naast allerlei gereedschap, gespen, kledinghaken en gewichtjes ook enkele insignes. Dit zijn meestal speldjes of hangers van tin en lood. Sommige werden als souvenir meegenomen uit een bedevaartplaats en hebben meestal de vorm van een heilige of een symbool daarvan. Er zijn ook insignes met een niet religieuze, soms erotische voorstelling (afb. 4). Waarvoor deze profane insignes gediend hebben, welke betekenis ze hadden en wanneer en door wie ze gedragen werden, is niet bekend. Misschien hebben ze een rol gespeeld met carnaval of andere volksfeesten. Op het moment van schrijven wordt er nog onderzoek uitgevoerd in een derde opgravingsput waarin de oudste stadsmuur zou moeten worden aangetroffen. Het is van belang te zien of er een poort in de muur heeft gezeten. Johan Treling Ronald van Genabeek i

i Stadsmuur langs de Hekellaan en het Vonken Vlamterrein In de toekomst zal op de plaats van het huidige Vonken Vlamterrein een ondergrondse parkeergarage worden gebouwd. Omdat dit terrein aansluit op de stadsmuur, moesten voor het ontwerp van de parkeergarage technische gegevens worden verzameld over de constructie, de aanlegdiepte en de bouwkundige staat van de stadsmuur. Aangezien tijdens het vrijgraven van de muur ook veel archeologisch interessante gegevens, onder andere over de datering, verzameld zouden kunnen worden, is besloten om dit voorbereidende onderzoek door de Bouwhistorische en Archeologische Dienst uit te laten voeren. De verzamelde gegevens kunnen te zijner tijd ook gebruikt worden bij de restauratie van de vestingwerken langs de Hekellaan. Voor het onderzoek zijn vier kleine proefputten gegraven tegen de stadsmuur; drie aan de buitenzijde op het Vonk en Vlamterrein (afb. 1; 1-3) en één aan de binnenzijde van de stadsmuur langs de Hekellaan (afb. 1; 4). De buitenzijde van de stadsmuur bleek overal tot op grote diepte voorzien te zijn van een 19de eeuwse bakstenen schil. Deze is aangebracht toen de stadsgracht nog buiten tegen de muur liep en deze een militaire en waterkerende functie had. Het oude metselwerk had nogal te lijden van de inwerking van vorst en water en werd daarom regelmatig hersteld. Het muurwerk van de stadsmuur zoals dat nu vanaf het Vonk en Vlamterrein te zien is, is zo'n vernieuwing uit de 19de eeuw. Onder en achter deze schil bevindt zich echter nog de oudere stadsmuur. Ten oosten van het rondeel (afb. 1; B) bleek deze muur 17de eeuws te zijn. Het gaat daarbij om een deel van de stadsmuur, dat bij de bouw van bastion Baselaar in 1624 iets naar buiten is gelegd. De muur is daarbij in de oorspronkelijke middeleeuwse stadsgracht gezet. Omdat de ondergrond zo drassig was, heeft men de muur gefundeerd op een constructie van grenen planken en balken. Bij de bouw ervan is gebruik gemaakt van hergebruikte middeleeuwse bakstenen, mogelijk afkomstig van de 14de eeuwse stadsmuur. Tussen de stadsmuur en de gracht lag een klein talud, een zogenaamd voorland, met aan de zijde van de gracht een houten beschoeiing. VONK- EN VLAM TERREIN Ten westen van het rondeel (afb. 1; A) bleek zich achter de 19de eeuwse schil nog de tweede (14de eeuwse) stadsmuur te bevinden. Deze middeleeuwse muur kon door middel van een kleine opgravingsput langs de Hekellaan (afb 1; 4) goed worden bestudeerd. De muur is tot ongeveer 30 cm. onder het huidige maaiveld bewaard gebleven (afb. 2). Ze bestond uit een doorlopende muur van minimaal ca. 80 cm. dik met om de vier meter zware steunberen van bijna 2,5 m. breed en 1.40 m. diep. Oorspronkelijk waren de steunberen verbonden door bogen waaroverheen de weergang liep. Een weergang was een looppad op de stadsmuur achter langs Afb. 1. Situatietekening van het onderzoek van de stadsmuur langs de Hekellaan en op het Vonk- en Vlamterrein. 1-4: opgravingsputten; R: rondeel (voormalige toren); A: (ten westen van het rondeel) 14de eeuwse muur achter de 19de eeuwse schil; B: (ten oosten van het rondeel) stadsmuur uit 1624 achter de 19de eeuwse schil. (Tekening: BAD)

Afb. 2. Foto van de binnenzijde van de 14de eeuwse stadsmuur langs de Hekellaan. Boven aan de steunberen (l) is nog de aanzet (2) aanwezig van de boog, waarop de weergang heeft gelopen. De muur was voorzien van zogenaamde kortelinggaten (31, waarin bij de bouw de balken {an een steiger werden pstoken. Het onderste deel lan de muur (4) is al in de Vliddeleeuwen sterk aangeast door de inwerking van vorst en water. Het oorspronkelijke loopvlak lag nog ongeveer een halve meter lager. de borstwering en de kantelen. De stadsmuur zal in de middeleeuwse toestand, inclusief borstwering en kantelen, ongeveer 3 meter hoger zijn geweest dan de huidige bovenkant. Het loopvlak achter de muur lag in die tijd echter ruim 4 meter lager dan momenteel. In het midden van de 16de eeuw is aan de binnenzijde van de muur een aarden wal opgeworpen. De middeleeuwse muren waren niet bestand tegen het in die tijd steeds zwaarder wordend geschut. Om de muren te versterken werd aan de binnenzijde een pakket grond opgeworpen en werd de borstwering met kantelen verwijderd. Zo ontstond een stadswal als verdediging voor de stad. De grond die nodig was voor het opwerpen van de stadswallen bestond voor een groot deel uit stadsvuil; de inhoud van beerputten, slachtafva iuwpuin en afval van ambachtslieden werd uit de stad verzameld. Tijdens het archeologisch onderzoek is hierin dan ook een groot aantal vondsten gedaan, die veel vertellen over het huisraad dat in de 16de eeuw werd gebruikt en het soort producten dat werd vervaardigd. Aan het eind van de 19de eeuw is de stadswal enigszins afgevlakt en is de Hekellaan aangelegd. Door de ligging op de oude stadswal ligt de Hekellaan duidelijk hoger dan de zijstraten, zoals de Bethaniëstraat of het Nachtegaalslaantje. Ronald van Genabeek i