Inhoud Bezoldiging, toelagen, voordelen, vergoedingen... 2 1. Wat zijn de gevolgen van de regionalisering op onze verloning... 2 2) Blijft de competentiepremie behouden?... 3 3) Ik ben sinds april 2011 ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding. Wat gebeurt er als ik op het moment van de regionalisering mijn examen nog altijd niet heb afgelegd?... 3 4) Hoeveel bedraagt de eindejaarspremie en de vakantietoelage?... 4 5) Behouden we onze taalpremie?... 6 6) Is er volledige tussenkomst in het woon-werkverkeer?... 9 7) Kunnen we telewerken met dezelfde vergoeding als de huidige?... 9 10) Hebben we recht op maaltijdcheques?... 12 11) Behouden we al onze huidige toelagen, vergoedingen en voordelen?... 12 Verloven, werktijden, standplaats... 13 12) Is een vrijwillige 4/5 e tewerkstelling mogelijk?... 13 13) Is halftijdse vervroegde uitreding mogelijk?... 13 14. Wie momenteel deeltijds werkt, behoudt die zijn regeling?... 13 15. Behoudt men zijn opgebouwde ziektedagen bij overgang naar het gewest?... 13 16. Kunnen we het saldo van ons verlof meenemen naar de regio?... 13 17. Welke werktijdregeling geldt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest?... 13 18) Waar zullen we tewerkgesteld worden?... 14 Loopbaan en evaluatie... 14 19) Welke zijn de promotiemogelijkheden in de GOB?... 15 20) Zal de ambtenaar bij de indiensttreding bepaalde testen moeten afleggen?... 17 21) Blijven we toegang hebben tot de interne mobiliteit op federaal niveau?... 17 22) Welke zijn de interne mutatiemogelijkheden?... 17 23) Welk systeem van evaluatie is van toepassing in de gewesten?... 17 Pensioen... 18 25) Welke invloed zal er zijn op ons pensioen?... 18
Bezoldiging, toelage, voordelen, vergoedingen 1. Wat zijn de gevolgen van de regionalisering op onze verloning? a) Artikel 4 1 van het koninklijk besluit van 25 juli 1989 tot vaststelling van de wijze waarop personeelsleden van de federale ministeries overgaan naar de gemeenschaps- en gewestregeringen en naar het verenigd college van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie zal haar toepassing vinden: 1. De aan een Regering overgedragen personeelsleden behouden hun hoedanigheid, hun graad of klasse, hun administratieve en geldelijke anciënniteit. Onverminderd de bepalingen van 2, behouden zij ook de toelagen, vergoedingen of premies en andere voordelen waarop zij in het traditionele ministerie aanspraak konden maken overeenkomstig de reglementering die op hen van toepassing was en vanaf de datum waarop het recht werd verworven. Zij behouden de voordelen verbonden aan een functie slechts in zoverre de voorwaarden voor de toekenning ervan blijven bestaan in de diensten van de Regering. b) Artikel 88 van de bijzondere wet tot hervorming van de instellingen bepaalt dat de overgang van de personeelsleden geschiedt met hun graad of een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid en dat zij tenminste de bezoldiging en de anciënniteit behouden die zij hadden of zouden verkregen hebben indien zij in hun dienst van herkomst het ambt hadden blijven uitoefenen dat zij bij hun verplaatsing bekleedden. Aangezien de overgedragen personeelsleden hun administratieve en geldelijke anciënniteit behouden, noodzaakt zich een vergelijking tussen het personeelsstatuut van de federale personeelsleden en het statuut van de personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Bovendien dient in rekening genomen te worden dat een aantal personeelsleden afkomstig zal zijn van de Federale Overheidsdienst Financiën. Deze genieten van een bijzondere bezoldigingsregeling. Een dergelijke vergelijking beperkt zich niet louter tot de administratieve en geldelijke anciënniteit, maar omvat een analyse van:
de administratieve standen de weddenschalen de gewaarborgde bezoldiging, haard- of standplaatstoelage, vakantiegeld en eindejaartoelage de diverse andere toelagen verbonden met de loopbaan en de gepresteerde arbeid de tweetaligheidstoelage de diverse toegekende premies en vergoedingen 2) Blijft de competentiepremie behouden? Toepassing van artikel 4 van het KB van 25/7/1989. Wat de premie voor competentieontwikkeling betreft, wordt verduidelijkt dat de betaling van deze premie tot het einde van de geldigheidsduur, en de eraan verbonden bevordering in weddeschaal, net als de automatische overgang naar de hogere schaal zonder gecertificeerde opleiding (bijvoorbeeld: A11 die A12 wordt na 6 jaar anciënniteit), dienen beschouwd te worden als een verworven recht voor het behoud van het pecuniair statuut, onverminderd de eigen regelgeving van de deelentiteit die tenminste tot hetzelfde resultaat leidt 3) Ik ben sinds april 2011 ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding. Wat gebeurt er als ik op het moment van de regionalisering mijn examen nog altijd niet heb afgelegd? Toepassing van artikel 4 van het KB van 25/7/1989. Wat de deelname aan gecertificeerde opleidingen betreft, wordt gepreciseerd dat overgedragen personeelsleden die zijn ingeschreven voor een gecertificeerde opleiding, maar deze nog niet hebben gevolgd voor hun overdracht, de opleiding kunnen volgen na hun overdracht, volgens de specifieke regels die gelden binnen de deelentiteiten voor de dienstvrijstellingen
4) Hoeveel bedraagt de eindejaarspremie en de vakantietoelage? Vakantietoelage Federaal Brussels Hoofdstedelijk Gewest Referentieperiode : bezoldiging van 1 januari tot 31 december van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin het vakantiegeld uitbetaald wordt Voor de berekening van het vakantiegeld wordt rekening gehouden met de geleverde prestaties in de loop van het voorgaand jaar. Het vakantiegeld wordt jaarlijks in de maand mei uitbetaald Berekening van het bedrag (2013) Is gelijk aan 92 % van de bruto maandwedde van de maand maart van het jaar waarin het vakantiegeld wordt uitbetaald en bestaat uit: Is gelijk aan 92 % van de bruto maandwedde van de maand maart van het jaar waarin het vakantiegeld wordt uitbetaald a) Veranderlijk gedeelte : 1,1 % van de geïndexeerde jaarwedde van de maand maart van het lopend jaar b) Forfaitair gedeelte : geïndexeerd bedrag: 1.144,38. c) Copernicuspremie : Vult deel a) en b) aan om 92 % van de maandelijkse bruto bezoldiging en de haard- of standplaatstoelage te bereiken.
Inhoudingen: - Forfaitaire bedrijfsvoorheffing ; - 13,07%, zowel voor de contractuelen als voor de statutairen. Eindejaarstoelage Federaal Brussels Hoofdstedelijk Gewest Referentieperiode : van 1 januari tot en met 30 september Eindejaarstoelage in evenredigheid met de gepresteerde prestaties van het personeelslid De eindejaarstoelage wordt jaarlijks toegekend in de maand december Calcul du montant (2013) a) Forfaitair gedeelte : 706,68 b) 1e veranderlijk gedeelte : 2,5 % van de jaarlijkse bruto geïndexeerde bezoldiging a) Forfaitair gedeelte : 538,91 b) Veranderlijk gedeelte : 2,5 % van de jaarlijkse bruto geïndexeerde bezoldiging c) 2e veranderlijk gedeelte : 7 % van de bruto maandelijkse bezoldiging van de maand oktober(min. 162 et max 325 )
Verschillen tussen het federale niveau en het Brussels Hoofdstedelijk gewest: a) Forfaitair gedeelte : 167,77 + c) 2 e veranderlijk gedeelte : tussen 162 en 325 = 330 a 500 5) Behouden we onze taalpremie? De specifieke regels die gelden binnen de GOB voor de toekenning van de taalpremie worden toegepast Taalpremie: certificaten ontvangen voor 2009 Niveau en rang Federaal Brussels Hoofdstedelijk Gewest Koninklijk besluit van 8 maart 2001 Jaarlijks bedrag niet geïndexeerd Maandelijks bedrag (bruto geïndexeerd) Maandelijks bedrag niet geïndexeerd Maandelijks bedrag (brut o geïndexeerd) Art. 12 Rangen A1 en A2 1.320 176,92 2.400 321,68 Art. 10 of Art. 9 1, al. 2 Rangen A3 en + 1.320 176,92 3.200 428,91 Niveau[s] D [of E] 480 64 600 80,42 Niveaus B en C 480 64 750 100,52
Niveau A 480 64 1.000 134,03 Art. 8 [Niveau E] [750 ] [100,52 ] + Art. 9 1, al. 2 Art. 11 + Art. 9 1, al. 1 Niveau D 600 80,42 1.000 134,03 Niveau C 600 80,42 1.500 201,05 Niveau B 600 80,42 1.600 214,45 Niveau A (9 1) 720 96,5 Alle niveaus en rangen behalve A3 en + 1.320 176,92 Rangen A3 en + 1.320 176,92 3.200 428,91 Art. 7 [Niveau E] [750 ] [100,52 ] Niveau D 900 120,63 1.000 134,03 Niveau C 960 128,67 1.500 201,05 Niveau B 1.320 176,92 1.600 214,45 Rangen A1 en A2 1.320 176,92 2.400 321,68 Rangen A3 en+ 1.320 176,92 3.200 428,91 Taalpremie: certificaten ontvangen na 2009
Federaal Brussels Hoofdstedelijk Gewest Koninklijk besluit van 8 maart 2001 Jaarlijks bedrag Maandelijks niet bedrag geïndexeerd (bruto geïndexeerd) Maandelijks bedrag niet geïndexeerd Maandelijks bedrag (brut o geïndexeerd Art. 12 1.320 177,00 3.200 428,91 Art. 10 480 64,00 600 80,42 Art.9 2, 2 e alinea 600 80,42 2.400 321,68 Art. 8 + Art. 10 of Art. 9 1, al. 2 600 80,42 2.400 321,68 Art. 7 niveau D 900 120,63 1.000 134,03 Art. 7 niveau C 960 128,67 1.500 201,05 Art. 7 niveau B 1.320 176,92 1.600 214,45 Art. 7 niveau A (rangen A1 en A2) Art. 7 niveau A (rangen A3 en supérieur) 1.320 176,92 2.400 321,68 1.320 176,92 3.200 428,91
6) Is er volledige tussenkomst in het woon-werkverkeer? De ambtenaar die van een gemeenschappelijk openbaar vervoermiddel per spoor gebruik maakt, al dan niet in combinatie met andere gemeenschappelijke openbare vervoermiddelen, om zich regelmatig te verplaatsen tussen de verblijfplaats en de werkplaats, geniet een tegemoetkoming in de abonnementskosten. Het percentage van de tegemoetkoming bedraagt door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel minstens 56 % van de prijs van het met het sociaal abonnement gelijkgesteld treinkaartje, op basis van een in gemeen overleg vastgestelde tabel. De personeelsleden van de GOB krijgen ook een MOBIB-kaart waardoor ze gratis gebruik kunnen maken van tram, bus en metro binnen de 19 gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 7) Kunnen we telewerken met dezelfde vergoeding als de huidige? Voor wat het telewerken betreft gelden de volgende principes (BS 23/5/2012): Het besluit voorziet 3 soorten telewerk (art 2, 6-8 ): -De structurele telewerker: is een medewerker die op structurele basis één of maximum twee dagen per week telewerkt. In normale omstandigheden werkt deze telewerker dus elke week minstens 1 dag thuis. Deze medewerker ontvangt een laptop van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. -De occasionele telewerker: is een medewerker die NIET op structurele maar WEL op occasionele basis telewerkt. Dit wil zeggen dat deze medewerker maar sporadisch, of bij onvoorziene omstandigheden (bv een staking) een dag telewerkt en dit met een maximum van 3 dagen per maand. Deze medewerker ontvang geen laptop van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. -De mobiele werknemer: is een medewerker die voor de uitoefening van zijn functie regelmatig, minstens 10 uur per week buiten de lokalen van de werkgever of de woonplaats van de telewerker werkt. (bv: controleur, inspecteur) Deze persoon kan telewerk aanvragen om van thuis uit verder te werken na een opdracht buiten de lokalen van de werkgever. Bij de mobiele werknemer wordt er getelewerkt in uren, niet in volle dagen. De mobiele telewerker ontvang een laptop van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Zowel contractuele als de statutaire personeelsleden van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, mogen een aanvraag indienen om te telewerken (art.1). Om in aanmerking te komen voor een goedkeuring voor telewerken voorziet het besluit vier voorwaarden (artikel 3, 1-4 ): -Het telewerk moet verenigbaar zijn met de functie (zie lijst FB die niet telewerkbaar zijn)
-De aanvrager mag niet meer in zijn/haar stage of proefperiode zijn -de aanvrager oefent zijn functie uit in een voltijds stelsel of een deeltijds stelsel van minimum 80% -De aanvrager moet al minstens één jaar gewerkt hebben voor de directie waarbinnen hij telewerk wil verrichten. De GOB staat een afwijking toe van die voorwaarde om sinds 1 jaar in dienst te zijn bij de Directie om te kunnen telewerken. De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van informaticamateriaal dat je nodig hebt om te telewerken(artikel13). Dit enkel voor de mobiele en de structurele telewerkers. Je hebt geen recht op een andere specifieke vergoeding. Telewerk blijft immers een vrijwillige keuze. De informatica-uitrusting (laptop) vallen ten laste van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. Hetzelfde geldt voor het onderhoud van de informaticaapparatuur. Wat de aansluiting op het netwerk betreft kiest de Gewestelijke Overheidsdienst ervoor om geen aparte internet aansluiting voor iedere telewerker te installeren op zijn kosten. De telewerker zal zelf een aansluiting moeten voorzien. Alle installatiekosten en materiaal worden door de telewerker zelf betaald.
8) Hoe zullen de voordelen die wij nu genieten dankzij onze sociale dienst gecompenseerd worden? De voordelen die bij ons van toepassing zijn, zullen ook op de overgedragen federale personeelsleden van toepassing zijn. Hieronder vindt u een kort overzicht van de voordelen die worden verleend door onze sociale dienst: Sociale dienst Personeelsleden Wettelijke echtgeno(o)t(e), partner, levensgezel (lin) Kinderen -25 met kinderbijslag Verzekering Ethias Hospitalisatiekosten X Kost: 50 /Jaar Tandzorgen en prothesen, brillen en lenzen Hoorapparaten 75 tot 300 50% (max 397 ) Hulp bij financiële problemen X Vakanties georganiseerd op cultureel, sportief of educatief vlak 50 tot 124 Studiekosten voor kinderen 25 tot 125
Huwelijk, wettelijk samenwonend 87 Geboorte en adoptie 124 Oppensioenstelling 87 9) Hoe verloopt de overname van het GSM-contract? Het GSM-contract zal stopgezet worden bij uw huidige werkgever. Het al dan niet verkrijgen van een GSM-contract bij de GOB zal bepaald worden in overleg met de verantwoordelijke van uw administratieve eenheid binnen de voorwaarden van de GOB. 10) Maaltijdcheques? Maaltijdcheques vormen een sociaal en legaal voordeel, vrijgesteld van RSZ en inkomensbelasting. Het aantal toegekende maaltijdcheques moet gelijk zijn aan het aantal dagen waarop prestaties werden verricht en wordt iedere maand overhandigd. De waarde van de maaltijdcheque bedraagt 7 euro: -5,91 EUR tussenkomst van de werkgever -1,09 euro tussenkomst van de werknemer 11) artikel 4 van het KB van 25/7/1989 11) Behouden we al onze huidige toelagen, vergoedingen en voordelen? In het algemeen maken de toelagen, vergoedingen en premies overeenkomstig de reglementering die van kracht is op het ogenblik van de overdracht, deel uit van de bezoldiging die wordt gewaarborgd door artikel 88 22 van de bijzondere wet. De deelentiteiten
bieden een gelijkwaardig verloningspakket aan. Het salaris, de haard- en standplaatstoelage, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage en de premie voor competentieontwikkeling maken in ieder geval deel uit van dit pakket, naast andere looncomponenten. De vergelijking gebeurt globaal op basis van het loonpakket. Verloven, werktijden, standplaats 12) Is een vrijwillige 4/5 e tewerkstelling mogelijk? Het nieuw statuut, van toepassing vanaf 1/07/2014, binnen de GOB voorziet de vierdagenweek (met premie en zonder premie). Deze regels zijn van toepassing op de personeelsleden die worden verplaatst binnen het kader van de 6 e staatshervorming. Dit betekent dat er een nieuwe aanvraag dient ingediend te worden bij de hiërarchie. Het bedrag van de premie (vierdagenweek) dient nog vastgesteld te worden door een ministerieel besluit. 13) Is halftijdse vervroegde uitreding mogelijk? Het nieuw statuut, van toepassing vanaf 1/07/2014, binnen de GOB voorziet halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar. Deze regels zijn van toepassing op de personeelsleden die worden verplaatst binnen het kader van de 6 e staatshervorming. Dit betekent dat er een nieuwe aanvraag dient ingediend te worden bij de hiërarchie. 14. Wie momenteel deeltijds werkt, behoudt die zijn regeling? De concrete invulling van de afwezigheid (nl. vaststelling van de werkkalender) kan niet eenzijdig door het personeelslid worden vastgesteld, maar in overleg met de nieuwe hiërarchie. 15. Behoudt men zijn opgebouwde ziektedagen bij overgang naar het gewest? Het systeem van ziekteregeling en het opbouwen van een ziektecontingent is idem aan de regeling van de federale overheid. De opgebouwde quota ziekteverlofdagen worden overgenomen. 16. Kunnen we het saldo van ons verlof meenemen naar de regio? De overgehevelde federale ambtenaren kunnen hun verlofsaldo 2014 overdragen naar 2015, overeenkomstig de geldende regelgeving.
17. Welke werktijdregeling geldt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? De GOB kent een systeem van variabele arbeidstijd. De variabele arbeidstijd laat elk personeelslid toe zijn eigen werktijd aan te passen aan de dienstregeling van de verkeersmiddelen, aan bepaalde gezinsverplichtingen en aan persoonlijke verlangens. Als tegenprestatie moeten de aanwezigheidsuren nauwkeurig worden geregistreerd. De dagelijkse uurregeling wordt verdeeld in stamtijden en glijtijden. De stamtijd is de periode tijdens dewelke ieder personeelslid aanwezig moet zijn, tenzij de afwezigheid verantwoord is door een vakantie, een verlof, een ziekte, een opdracht, een zending of een dienstvrijstelling. De glijtijd is de periode waarbinnen het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of vertrek kiest rekening houdend met de goede werking van de dienst. Het dagschema wordt ingedeeld in vijf periodes: De morgen: van 7.30u- tot 9u = glijtijd De voormiddag: van 9u tot 11.45u=stamtijd De middag: van 11.45 tot 14u=glijtijd De namiddag: van 14u tot 16u=stamtijd De avond: van 16u tot 18u=glijtijd De gewone dagprestatie bedraagt 7.36u, een halve dagprestatie 3.48u. De tijdsduur wordt ook in rekening gebracht bij vakanties, ziekte enz Deze werktijd vóór de aanvang van de glijtijd s morgens (7.30u) en na het einde van de glijtijd s avonds (18u) kan niet als prestatie worden beschouwd. Op het einde van elke maand heeft het personeelslid meestal ofwel een overschot (krediet) ofwel een tekort (debet) aan werkelijk gepresteerde uren. Krediet In toepassing van artikel 180 van het personeelsstatuut kunnen de gepresteerde uren in meer uitsluitend gerecupereerd worden op de glijtijd (m.a.w. tussen 7.30u en 9.00u, tussen 11.45u en 14.00u en tussen 16.00 u en 18.00u) Debet De debeturen moeten gerecupereerd worden binnen de variabele werktijdregeling van 8u tot 18.00u, zonder de dagprestatie van 9u te overschrijden, exclusief de middagpauze. 18) Waar zullen we tewerkgesteld worden? De twee voornaamste locaties van GOB zijn het CityCenter en het CCN.
CCN : Boven het station van Brussel-Noord, perfect bereikbaar met trein, bus, tram en fiets. CityCenter : Kruidtuinlaan 20, vlak aan de Nieuwstraat. Perfect bereikbaar met tram, bus, fiets en op enkele minuten van Station Brussel-Noord. Loopbaan en evaluatie 19) Welke zijn de promotiemogelijkheden in de GOB? De loopbaan wordt zodanig geregeld in het statuut, van toepassing vanaf 01/07/2014, dat elke ambtenaar binnen zijn loopbaan kan evolueren en zijn potentieel met reële vorderingsmogelijkheden kan ontwikkelen. De hiërarchische structuur steunt op een indeling van de betrekkingen in niveaus, rangen en graden. Niveau A mandaatbetrekkingen (secretatis-generaal, adjunct secretaris generaal, directeur-generaal, directeur-diensthoofd) hiërarchische rangen (A2, A3, A1) Voor elk van de andere vier niveaus zijn er slechts 2 hiërarchische rangen nl. B1-B2 C1-C2 D1-D2 E1-E2 3 Types loopbaan 1.Functionele loopbaan De ambtenaar kan, zonder van graad te veranderen, vorderen in zijn functionele loopbaan op basis van zijn verdiensten en zijn inspanningen inzake vorming. De functionele loopbaan is voorbehouden aan de ambtenaren die houder zijn van een wervingsgraad. Zij maakt het mogelijk een hogere weddeschaal te genieten zonder van graad te veranderen, voor zover de ambtenaar voldoet aan de in het statuut bepaalde voorwaarden inzake anciënniteit, evaluatie en vorming. Er is geen sprake van concurrentie wat betreft deze betrekkingen zoals bij de hiërarchische loopbaan. Overeenkomstig de regels van de functionele loopbaan, krijgt de ambtenaar die een evaluatie voldoende heeft bekomen en de doorlopende vorming met succes gevolgd heeft, een hogere weddeschaal, zodra hij negen en achttien jaar
graadanciënniteit heeft. Hij kan zijn loopbaan versnellen en deze periode herleiden tot zes en tien jaar voor zover hij met succes één of meerdere vormingsprogramma afwerkt. 2. Hiërarchische loopbaan a) bevorderingen binnen het niveau bevordering tot een graad van rang A2 en A3 De betrekkingen van directeur van rang A3 staan open voor de ambtenaren, titularissen van de graden attaché van rang A1 en van eerste attaché van rang A2 die tenminste zes jaar niveauanciënniteit hebben. De betrekkingen van ingenieur-directeur van rang A3 staan open voor de ambtenaren, titularissen van de graden van ingenieur van rang A1 en van eerste ingenieur van rang A2 die ten minste zes jaar niveau anciënniteit hebben. De betrekkingen van eerste attaché van rang A2 staan open voor ambtenaren, titularissen van de graad van attaché van rang A1 die ten minste drie jaar graadanciënniteit tellen. De betrekkingen van eerste ingenieur van rang A2 staan oen voor ambtenaren, titularissen van de graad van ingenieur van rang A1 die ten minste drie jaar graadanciënniteit tellen. bevordering tot een graad van rang B2, C2, D2 en E2. Deze betrekkingen staan open voor ambtenaren van respectievelijk rang B1, C1, D1, en E1 die ten minste 3 jaar graadanciënniteit tellen (art.98 v/h personeelsstatuut). b) bevordering door overgang naar een hoger niveau Er dient verwezen te worden naar de artikelen 106 tot en met 109 van het personeelsstatuut, van toepassing vanaf 1.07.2014 -De overgangsprocedure naar een hoger niveau kan na de beslissing van een ambtenaar-generaal conform artikel 38. -Om van een bevordering door overgang naar een hoger niveau te genieten moet de ambtenaar zich in een administratieve positie bevinden waar hij kan gebruik maken van zijn titels tot bevordering en moet hij een evaluatie gunstig of zeer gunstig hebben ontvangen en mag hij niet onderhevig zijn aan een definitieve tuchtstraf. Een ambtenaar die een tuchtstraf heeft opgelopen kan niet worden bevorderd alvorens zijn straf is doorgehaald. -Hij moet aan de aanwervingsvoorwaarden van de vacante betrekking voldoen
20) Zal de ambtenaar bij de indiensttreding bepaalde testen moeten afleggen? Neen 21) Blijven we toegang hebben tot de interne mobiliteit op federaal niveau? Neen 22) Welke zijn de interne mutatiemogelijkheden? Het interne mobiliteitsstelsel laat ambtenaren toe op vrijwillige basis te veranderen van bestemming binnen hun eigen instelling. Wordt geregeld door de artikelen 130 t.e.m. 133 van het personeelsstatuut. Om zich kandidaat te stellen voor een vrijwillige interne mobiliteit moeten de ambtenaren hun functie uitoefenen in hun betrekking sinds ten minste twee jaar. 23) Welk systeem van evaluatie is van toepassing in de gewesten? De evaluatie wordt geregeld door de artikelen 139 t.e.m. 160 van het personeelsstatuut (besluit van 27.03.2014). Het evaluatiesysteem is gebaseerd op het gebruik van functiebeschrijvingen en de vaststelling van de taken en de te bereiken doelstellingen. De evaluatie heeft tot doel het werk van de ambtenaar in zijn functie te beoordelen, maar zij beoogt eveneens de communicatie tussen de ambtenaar en zijn meerdere inzake werkwijze. De evaluatie is beschrijvend, zij steunt op de functie- en evaluatiegesprekken tussen de ambtenaar en de meerdere. Elk gesprek wordt opgetekend in een verslag. Tijdens de evaluatieperiode kunnen eveneens opvolgingsgesprekken plaatshebben en zowel positieve als negatieve vaststellingen kunnen worden toegevoegd aan het evaluatiedossier. Verloop van de evaluatie: Periode=1 jaar Voor elke ambtenaar effectief in dienst Binnen de 15 dagen na gesprek stelt evaluator verslag op en binnen 30 dagen moet het verslag overgemaakt worden aan HR Bij vermelding onvoldoende nieuw evaluatiedossier binnen 6 maanden Mogelijke vermeldingen Toe te kennen in het evaluatieverslag -Zeer gunstig -Gunstig -onder voorbehoud -onvoldoende Beroep bij commissie van beroep Binnen de 15 dagen tegen vermelding onder voorbehoud en onvoldoende
Pensioen 25) Welke invloed zal er zijn op ons pensioen? De materie pensioenen blijft een federale bevoegdheid. Inlichtingen kunnen bekomen worden bij de pensioendienst van de overheidssector.