Begroting 2014. Meerjarenraming 2015-2017



Vergelijkbare documenten
Raadsvergadering : 24 juni 2013 Agendanr. 14

Tweede kwartaalrapportage exploitatie Conceptversie 1.1

Raadsvergadering : 29 oktober 2012 Agendanr. 14. : jaarverslag en jaarrekening 2011 Scholengroep OPRON

JULI Stichting voor openbaar primair onderwijs /Indrukwekkend onderwijs

Grootboekrekeningen SKPO

Raadsvergadering : 13 december 2010 Agendanr. 13. : jaarverslag en jaarrekening 2009 Scholengroep OPRON

Aan de Raad. 1 Alle scholen die vallen onder de Opron doen mee aan het project duurzaam leren. Ambitie van

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

Geacht College van B&W Geachte leden van de Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp. 30 april 2015 Begroting 2015 en Meerjarenbegroting

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m augustus 2016

Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2014 t/m 2017

Raadsvergadering : 21 november 2011 Agendanr. 14

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

CSG DE WAARD BEGROTING 2017 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Ontwerpbegroting 2011

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Bijlagen:

Medezeggenschap en Financiën PO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp GEMEENTE LEIDERDORP. Nr. Ctess.nr.. \ Q ^1. Ingsto 1 5 OEC Kopte naor: B G. Weeknr. afd.

Begroting SKPO Eindhoven e.o.

BEGROTING - CSG DE WAARD BEGROTING 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

meerjarenbegroting laat geengunstig perspectief zien, maar is minder negatief dan de vorige meerjarenbegroting.

Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2013 t/m 2017

MANAGEMENTRAPPORTAGE. Januari t/m September 2012

Meerjarenbegroting

Artikel 7 Opdracht Stichting Onderwijs Primair heeft de opdracht uitgewerkt naar vijf kernwaarden:

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

Totaal baten

Raadsvergadering : 22 april 2013 Agendanr. 15

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

BASISSCHOLEN < EEN MEE ONTWERPBEGROTING september 2014

Begroting 2015 inclusief Meerjarenbegroting

Medezeggenschap en Financiën VO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

5 # 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! '#.!*$ 1 )! $% / 0##% " # "$%! &'() !$*$!+,!! -.!!

3.1.2 Overige subsidies OCW Geoormerkte OCW subsidies Lerarenbeurs

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

Korte versie beleidsplan

een Stichting openbaar primair onderwijs in Hoogeveen Meerjarenbegroting

MJB ' 0 M M h COLLEGE GROTIUS. Gescand archief datum

Begroting OPO Noordenveld Groene Zoom SJ Roden Postbus AA Roden Telefoon:

Financiële managementrapportage Eerste kwartaal 2017

JOHAN DE WITT-GYMNASIUM

Versie 0.3 Datum: 4 maart Managementstatuut

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Kennisgroep financiën.

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

Begroting VO de Vechtstreek 2019 Versie 19 november

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Toelichting begroting 2015

Begroting. van de. Stichting. Openbaar Primair Onderwijs. Zuid-Kennemerland

EXPLOITATIE BEGROTING

Registratienummer: GF Datum: 19 april 2011 Agendapunt: 12


Begroting 2018 inclusief Meerjarenbegroting

Notitie heroriëntatie afspraken aanvullende vergoeding op de exploitatie onderwijs

Begroting 2019 SWV - ODP

A. Samenvatting en analyse van de begroting 2017 OPRON

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting SHON ( )/30709

Analyse begroting 2016 OPRON

Begroting 2018 SWV - ODP

MANAGEMENTSTATUUT. Stichting Talent Westerveld Drift 1A 7991 AA DWINGELOO Tel

MANAGEMENTSTATUUT Stichting FACETSCHOLEN

JAARREKENING 2015 Noordhorn, 16 juni 2016

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming)

December 2017 Susanne de Wit. Bestuursbegroting

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

Notulen MR-vergadering 6 december 2018

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het Programma en Overzicht voorzieningen huisvesting onderwijs Nummer: 3d.

Managementstatuut. Stichting Invitare Openbaar Onderwijs. Managementstatuut. Zoals vastgesteld. Geldig tot uiterlijk:

Bijlage 8 Specificaties begroting

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

OHAN DE WITT^GYMNASIUM ^ IHHiHHHHHIIIII

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

BEGROTING 2013 STICHTING OPOS

Met toepassing van artikel 169, tweede lid, van de Gemeentewet, delen wij u het volgende mede.

5. Concept raadsbesluit

Organisatie toezicht stichting Proo

Managementstatuut (AB-DB model)

Managementstatuut VO - PO

BASISSCHOLEN. Meteen de juiste draai. 13 jan 2017/0010

het vaststellen van de begroting 2013 van de openbare scholengemeenschap (OSG) voor voortgezet onderwijs Winkler Prins

VERSLAG INZAKE ANBI 2016 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Toezichtkader Raad van Toezicht SGR

5.5 Managementstatuut

ONDERZOEK OMVANG FINANCIËLE BUFFER. Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen /41613

Stichting Haagsche Schoolvereeniging. Begroting 2014

BOOR speciaal, speciaal BOOR VERANTWOORDEN

Regeling extra ict-vergoeding basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs

SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR DE INVESTERINGEN IN HUISVESTING VAN DE STICHTING DOKTER C.P. VAN LEERSUMSCHOOL

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

Accountantsrapport 2011 van. Samenwerkingsverband VO Brabant NO. Oss

Financiën openbaar onderwijs en overschrijding. Voorlopige afrekening vooruitlopend op definitieve afrekening

GR-taken: Aanvullende diensten:

Gevolgen van de Wet goed onderwijs Goed onderwijsbestuur voor de verhouding tussen gemeenten en verzelfstandigd openbaar onderwijs.

Managementsstatuut

De scholen die onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het stichtingsbestuur staan

Transcriptie:

Begroting 2014 Meerjarenraming 2015-2017 Scholengroep OPRON, stichting openbaar primair onderwijs Vestigingsadres : Hoogveen 1, 9501 XK Stadskanaal Postadres : Postbus 310, 9500 AH Stadskanaal Telefoon : (0599) 696 390 Fax : (0599) 696 399 E-mail : info@opron.nl Website : www.opron.nl

VOORWOORD Zorgdragen voor maximale onderwijskwaliteit is de centrale opdracht voor een schoolbestuur. Om dat te bereiken dienen de schoolbesturen alle middelen die hen ter beschikking staan op een verantwoorde en doelmatige manier in te zetten. Een goed financieel management is een daarvoor een voorwaarde. Basis hiervoor is een goede begroting, waarin de te verwachten inkomsten, uitgaven, verplichtingen en risico s zo nauwkeurig mogelijk zijn berekend. Kwalitatief hoogwaardig onderwijs is essentieel voor een kennisland als het onze. Aan het onderwijs worden dan ook hoge eisen gesteld in een voortdurend veranderende samenleving. We moeten helaas constateren dat dit op gespannen voet staat met de huidige financiering. Zonder uitputtend te willen zijn zien we dat stijgingen in de personele lasten niet worden doorberekend in de personele vergoeding, blijven de vergoedingen voor de lasten van energie al jaren achter bij de stijging van de kosten, om maar niet te spreken over middelen die noodzakelijk zijn voor een adequate en eigentijdse huisvesting, waar onderwijs kan worden gegeven die de samenleving van ons vraagt. Een lichtpuntje hierin is dat de landelijke overheid heeft besloten om vanaf 2014 extra financiële middelen toe te voegen aan het onderwijsbudget. Ten tijde van het opstellen van deze begroting weten we echter niet welke lasten daar weer tegenover staan of welke kostenstijgingen opnieuw niet volledig worden doorberekend in de vergoedingen. In deze begroting is ook de meerjarenbegroting 2015-2017 opgenomen. De begroting 2014 sluit met een tekort van ongeveer 300.000. Het begrote tekort ligt ongeveer 160.000 lager dan de begroting 2013 en ligt in de lijn van het indertijd in 2012 vastgestelde meerjarenbeleid. We liggen dus niet alleen wat betreft de kwaliteit van ons onderwijs, maar ook financieel op koers. Onze doelstelling om in 2015 een sluitende begroting te kunnen presenteren, komt dan ook steeds dichterbij. Oorzaak van het tekort ligt nog steeds in de hoge exploitatielasten van de gebouwen. Voor 2014 is voorzien dat we in ieder geval de dislocatie van De Viermaster kunnen afstoten. Verder is het de inzet van het bestuur om de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool onder te brengen in de Wim Monnereauschool. Een essentiële stap om te komen tot een onderwijs zorgvoorziening voor het regionaal primair onderwijs. Behalve onderwijskundige voordelen levert realisering hiervan ook een besparing op in de exploitatielasten. Om het onderbrengen van de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het gebouw van de Wim Monnereauschool te realiseren moet het gebouw van deze school aangepast worden. Hiervoor is de financiële steun van de gemeente Veendam nodig. In 2013 is het koersplan het beste uit elk kind, waarin het strategisch beleid voor de komende jaren is verwoord, vastgesteld. De verbinding tussen alle lagen van onze organisatie, de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van een ieder en resultaatgerichtheid zijn onze kernwaarden. Met elkaar en in samenhang zorgen we voor kwalitatief goed onderwijs in scholen waar onze kinderen met plezier naar toe gaan. Het bestuur november 2013 1

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 3 1.1 De organisatie 3 1.2 Visie 5 1.3 Scholengroep OPRON en de gemeenten 5 2. HOOFDLIJNEN 6 2.1 Hoofdlijnen beleid 2014 6 2.2 Hoofdlijnen begroting 2014 10 3. EXPLOITATIEBEGROTING 2014 OP BESTUURSNIVEAU 13 3.1 Exploitatiebegroting 2014 verdicht 13 3.2 Exploitatiebegroting 2014 onverdicht 14 3.3 Toelichting op exploitatiebegroting 2014 16 3.4 Groot onderhoud schoolgebouwen 21 4. MEERJARENPERSPECTIEF 22 4.1 Meerjarenbegroting 2014-2017 23 4.2 Toelichting bij de meerjarenbegroting 24 4.3 Kasstroomoverzicht 26 4.4 Kengetallen 27 4.5 Leerlingratio 27 4.6 Fusie met het openbaar onderwijs Slochteren 27 4.7 Risico s 28 2

1. INLEIDING Voor het opstellen van de begroting 2014 zijn we uitgegaan van de jaarrekening 2012, de begroting 2013 en de prognose voor 2013. De fluctuaties in een grote organisatie voor primair onderwijs zijn normaliter klein. Hoe groter de organisatie hoe kleiner verhoudingsgewijs de fluctuaties. De jaarrekeningen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat de uiteindelijke (financiële) resultaten goed in lijn lagen met de begroting. Ook de begroting 2014 zal naar verwachting daarom een redelijke voorspelling zijn van de toekomst. Baten en lasten zullen niet veel afwijken van de schattingen, mits er zich geen grote en onverwachte veranderingen voordoen. In het Nationaal Onderwijsakkoord is afgesproken dat de landelijke overheid vanaf 2014 extra investeert in het onderwijs. Deze extra investeringen zijn niet volledig meegenomen in deze begroting, omdat de juiste bedragen niet bekend zijn. Ook niet bekend is welke lasten die voor rekening van het schoolbestuur komen daar tegenover zullen staan. In hoeverre dit de financiële positie van het onderwijs, die al enige jaren onder druk staat, zal verbeteren is nog niet te zeggen. 1.1 De organisatie Scholengroep OPRON is een stichting voor Openbaar PRimair ONderwijs in de gemeenten Menterwolde, Stadskanaal en Veendam. De kernactiviteiten van de stichting zijn: - het bieden en verzorgen van een breed en algemeen toegankelijk openbaar onderwijs aan alle kinderen van 4 tot 12 jaar, in een als veilig en vertrouwd ervaren fysieke en sociale omgeving; - het vergroten van de kennis en het ontwikkelen van vaardigheden van de leerlingen om hen daarmee in staat te stellen op een volwaardige wijze deel te nemen in de maatschappij, zodanig dat hun kwaliteiten daarbij zo goed mogelijk tot uiting komen. Deze opdracht is o.a. verwoord in artikel 8 en artikel 46 van de WPO en artikel 49 van de WEC. Voor de Margaretha Hardenbergschool (ZML school) moet opgemerkt worden dat op deze school leerlingen tot 18 jaar onderwijs ontvangen. Tot de stichting behoren 22 scholen, waarvan 20 basisscholen, één school voor speciaal basisonderwijs en één school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De structuur van de organisatie wordt in afbeelding 1 weergegeven. Leeswijzer In hoofdstuk 1 schetsen we in het kort de organisatie van Scholengroep OPRON. De hoofdlijnen van het beleid voor 2014 worden in hoofdstuk 2 beschreven. De exploitatiebegroting komt in hoofdstuk 3 aan de orde en in hoofdstuk 4 de meerjarenraming voor de periode 2015-2017. Raad van Toezicht In 2013 hebben de gemeenteraden ingestemd met een verandering van de statuten en een formele verandering van de structuur van de organisatie. De wettelijk verplichte scheiding tussen bestuur en intern toezicht is nu geformaliseerd middels het model Raad van Toezicht - College van Bestuur. De Raad van Toezicht van Scholengroep OPRON bestaat momenteel uit zes personen. Deze zijn benoemd door de gemeenteraden, waarvan twee leden op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. College van Bestuur Met de invoering van het model Raad van Toezicht College van Bestuur ligt de bestuurlijke verantwoordelijkheid bij het College van Bestuur. Het College van Bestuur bestaat uit twee personen. Het College van Bestuur heeft voorafgaande goedkeuring van de Raad van Toezicht nodig voor het nemen van besluiten met betrekking tot: a. het aangaan van financiële verplichtingen en samenwerkingsovereenkomsten welke niet in de begroting zijn opgenomen; b. de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers binnen een kort tijdsbestek; 3

c. ingrijpende wijziging van de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de stichting; d. een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling; e. het doen van een voorstel tot opheffing of afsplitsing van de scholen; f. het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking met een andere rechtspersoon g. het vaststellen of wijzigen van het strategisch meerjarenplan. Het College van Bestuur voert het overleg met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Schooldirecties Elke school heeft een integraal verantwoordelijke directie. Zij zijn verantwoordelijk voor het onderwijskundige, financiële en personele beleid van de eigen school. De directeur wordt, afhankelijk van de schoolorganisatie en schoolgrootte, bij de uitvoering van de taken ondersteund door de adjunct, een managementteam of op de kleinere scholen door een interne begeleider. De directies adviseren de medezeggenschapsraden en voeren namens het bestuur het overleg met de medezeggenschapsraad van de school. gmr College van Bestuur Raad van Toezicht werkgroepen stafbureau directieberaad directie directie directie directie directie mr team mr team mr team mr team mr team Afbeelding 1 Organogram Scholengroep OPRON Werkgroepen Jaarlijks wordt een aantal werkgroepen ingesteld. In elke werkgroep zitten meerdere directeuren, al of niet een lid van het College van Bestuur en voor zover mogelijk een beleidsmedewerker. De beleidsadviesgroepen bereiden beleidsnotities voor of werken onderdelen uit het strategisch beleidsplan uit en leggen dit voor aan het directieberaad en het College van Bestuur. Dit kunnen zowel onderwerpen zijn met betrekking tot onderwijs, onderwijsorganisatie en onderwijskwaliteit, financiën, onderhoud/huisvesting en personeelsbeleid. Ondersteuning Het College van Bestuur en de schooldirecties word(t)(en) ondersteund door het stafbureau, waarin het secretariaat en specialistische taken rondom personele en financiële zaken zijn ondergebracht. Op het stafbureau zijn 5 medewerkers (4,5 fte) werkzaam. De financiële, personele en salarisadministratie is uitbesteed aan de Onderwijs Service Groep (OSG) in Assen. 4

1.2 Visie Onze visie hebben we verwoord in 10 speerpunten. Deze 10 speerpunten geven richting aan ons beleid. De uitwerking is te vinden in ons koersplan 2013-2015 het beste uit elk kind. De beleidsvoornemens om deze visie te verwezenlijken worden jaarlijks uitgewerkt in concrete doelen in het jaarplan. In hoofdstuk 2 geven we de hoofdlijnen van ons beleid voor 2014 weer. Hoge ambities Een uitdagende leeromgeving Actieve pluriformiteit Elk kind hoort erbij Visie De school, middelpunt in de buurt Respect en waardering Eenheid en verscheidenheid Voorbereiding voortgezet onderwijs Talentontwikkeling Ouderbetrokkenheid 1.3 Scholengroep OPRON en de gemeenten De gemeenten hebben de grondwettelijke taak te voorzien in voldoende openbaar onderwijs. Om vanuit die taak toezicht te houden op de gang van zaken is in de statuten vastgelegd dat het College van Bestuur de begroting en de jaarrekening aan de gemeenten stuurt en dat de gemeenten indien zij dit wensen, hun zienswijze aan het College van Bestuur kenbaar maken. Het College van Bestuur zendt vervolgens een reactie op de zienswijze aan de gemeente. Daarnaast brengt het College van Bestuur jaarlijks verslag uit omtrent zijn werkzaamheden aan de gemeenten. In geval van ernstige taakverwaarlozing zijn de gemeenteraden bevoegd zelf te voorzien in het bestuur van de scholen overeenkomstig de daartoe geldende wetsartikelen. 5

2. HOOFDLIJNEN 2.1 Hoofdlijnen beleid 2014 In 2013 is het strategisch beleid voor de periode 2013-2015 vastgelegd in ons koersplan het beste uit elk kind. In dit koersplan zijn de beleidsvoornemens en doelstellingen die we willen bereiken ondergebracht in zeven thema s: kwaliteit, bestuur, professionalisering, passend onderwijs, ICT, samenwerking en financiën en huisvesting. Voor de uitwerking van de zeven thema s verwijzen we naar ons koersplan. Het koersplan wordt jaarlijks uitgewerkt in een jaarplan waarin de te bereiken doelstellingen voor dat jaar zijn geformuleerd. In dit hoofdstuk geven we per thema in het kort de hoofdlijnen van het beleid in 2014 weer zoals weergegeven in het koersplan, waar nodig aangevuld met beleidsvoornemens in verband met nieuwe ontwikkelingen. De te bereiken doelen worden verder uitgewerkt in het jaarplan 2014. 2.1.1 Kwaliteit en kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid is het centrale thema in het koersplan 2013-2015. In ons kwaliteitsbeleid staan steeds de volgende vijf vragen centraal: Wat doen we met die wetenschap? Doen we de goede dingen? Vinden anderen dat ook? Doen we de dingen goed? Hoe weten we dat? Het kwaliteitsbeleid is verbonden met alle andere thema s. In essentie moeten de beleidsvoornemens en doelstellingen zoals die bij de verschillende thema s zijn geformuleerd bijdragen aan de permanente kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. Wat zijn onze doelen voor 2014? Het opstellen van een bestuurlijk jaarplan voor 2014 op basis van het koersplan en de begroting 2014. Het periodiek monitoren van de tussentijdse resultaten en eindresultaten en de resultaten van de verbeteracties. De eindresultaten liggen op OPRON-niveau gemiddeld tenminste één punt boven de ondergrens van de inspectie. De tussenresultaten voldoen aan de inspectienormen. Verbeteren format schooljaarplan en inhoudelijke verbetering van het schooljaarplan met name wat betreft de analyse van de resultaten en het formuleren van verbeteracties. Het implementeren van een systeem van interne audit. In het schooljaar 2012-2013 hebben alle schoolleiders en het College van bestuur scholing gevolgd op het gebied van een interne audit. Voor het vervolg willen we aansluiten bij de provinciale ontwikkelingen op dit gebied. Eventuele kosten worden gedekt uit het budget nascholing. 6

Onderzoek naar de wenselijkheid en (financiële) mogelijkheden van het tweejaarlijks meten van de tevredenheid van personeel op OPRON niveau. Het beschrijven en vastleggen van het systeem van kwaliteitszorg op school- en bestuursniveau in een handboek. 2.1.2 Bestuur Verbindend besturen en verbindend leiderschap vormen de kern van onze visie op bestuur en management. Verbindend leiderschap kan niet zonder het geven van vertrouwen en het waarderen van ieders kennis en vaardigheden. Verbindend leiderschap verdeelt verantwoordelijkheden tussen alle lagen van de organisatie. Samen werken we aan de kwaliteit van het onderwijs en met elkaar zijn we daarvoor ook verantwoordelijk, ieder op zijn eigen niveau. Basis voor het bestuurlijk handelen is de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs. In 2013 hebben de raden van de drie gemeenten ingestemd met wijziging van de statuten en daarmee met de invoering van het model Raad van Toezicht College van Bestuur. Daarmee is de feitelijke scheiding bestuur en intern toezicht gerealiseerd. Wat zijn onze doelen voor 2014? Het ontwikkelen en invoeren van een toezichtkader voor het intern toezichtorgaan, waarin wordt geëxpliciteerd op welke criteria het intern toezicht zich richt en de normen die daarbij worden gehanteerd. Heroriëntatie op positie, taak en verantwoordelijkheden van de directies van de scholen en aanpassing van het managementstatuut aan het model RvT CvB en invoering hiervan. Voor het inschakelen van externe deskundigheid is 2500 begroot vanuit budget deskundigenadvies. Het onderzoeken van de mogelijkheden om per 1 januari 2015 te komen tot samenvoeging met het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren. Het ontwikkelen van beleid met betrekking tot het in kaart brengen en bewaken van de kwaliteit van het onderwijsleerproces en de kwaliteit van het personeel. Het participeren in een verkennend onderzoek naar mogelijke samenwerkingsvormen van de schoolbesturen in Oost-Groningen. Bestuurlijke samenwerking heeft tot doel een antwoord te geven op de wijze waarop de kwaliteit en de bereikbaarheid van het primair onderwijs in Oost- Verzuimbeleid In het schooljaar 2011-2012 is een start gemaakt met het aanscherpen van het verzuimbeleid. De directies van de scholen zijn als direct leidinggevenden eerstverantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid. Er zijn nieuwe afspraken gemaakt over de afstemming tussen bedrijfsarts, directies en ondersteuning. Voor de algemene directie en de schooldirecties is een training in het voeren van (verzuim)gesprekken georganiseerd. Deze aanscherping heeft in 2012 duidelijk resultaat gehad. Het verzuimpercentage is behoorlijk gedaald naar onder de 6%. In 2013 zien we echter weer een stijging van het verzuimpercentage. Het verzuimbeleid is in samenwerking met de Arbodienst geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie komt de Arbodienst met een voorstel de directies van de scholen een jaar lang te coachen en te ondersteunen bij het verzuimbeleid. Ten tijde van het opstellen van deze begroting waren de verdere opzet en de eventuele meerkosten nog niet bekend. De kosten moeten worden gedekt uit het budget Arbozorg. Groningen op peil kan worden gehouden. De bijdrage voor Scholengroep OPRON is begroot op 3500 (budget deskundigen advies). 2.1.3 Professionalisering De kwaliteit van het onderwijs is voor een belangrijk deel afhankelijk van de professionaliteit van de medewerkers. Om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het onderwijs te realiseren zijn er professionals nodig die voortdurend werken aan hun professionele ontwikkeling in relatie met hun collega s, binnen de context van de school. In onze visie is learning on the job dan ook één van de meest effectieve vormen van professionalisering. De professionalisering van schoolteams en individuele medewerkers is primair een verantwoordelijkheid die op schoolniveau ligt. Het budget voor scholing en schoolbegeleiding is onderdeel van het schoolbudget, waarvoor de schoolleider budgetverantwoordelijk is. 7

Wat zijn onze doelen in 2014? Elke schoolleider in dienst van OPRON staat ingeschreven in het schoolleidersregister en werkt voortdurend aan zijn professionalisering op basis van de in het register vastgelegde competenties. Dit is vastgelegd in een persoonlijk ontwikkelingsplan. Beschikbaar zijn de middelen die de landelijke overheid hiervoor beschikbaar heeft gesteld (op jaarbasis 2000 per directielid). Het volgen van de opleiding tot auditor door twee schoolleiders van Scholengroep OPRON en het uitvoeren van audits als lid van het provinciale auditteam (provinciale subsidie). Het overbrengen van de kennis en ervaring door deze schoolleiders aan de schoolleiders van de andere scholen. Het vormen van OPRON auditteams en het uitvoeren van een audit op elke school. Het onderzoeken van de mogelijkheden van e-learning als aanvulling op de huidige mogelijkheden en de financiële consequenties. De kosten van e-learning zelf komen ten laste van het schoolspecifieke nascholingsbudget. Het vastleggen van beleid m.b.t. het gebruik van kijkwijzers en competentielijsten. Het opstellen van een overzicht van de vereiste competenties van intern begeleiders. Het verbeteren van het onderwijs in begrijpend lezen. Hiervoor zijn twee trajecten uitgezet, waaraan in totaal 9 scholen meedoen. De lasten voor 2014 ( 10.000) worden gedekt uit het bovenschools budget voor schoolbegeleiding. 2.1.4 Passend onderwijs Met ingang van 1 augustus 2014 wordt het zogenaamde Passend Onderwijs ingevoerd. Voor ons houdt Passend Onderwijs in dat iedere leerling recht heeft op optimaal passend onderwijs zo thuisnabij mogelijk. In 2013 is de aandacht met betrekking tot Passend Onderwijs vooral nog uitgegaan naar de bestuurlijke inrichting, gelet op de omvang van het nieuw te vormen samenwerkingsverband voor zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. Scholengroep OPRON maakt behalve van het samenwerkingsverband primair onderwijs ook deel uit van het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs, omdat de Margaretha Hardenbergschool ook een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs heeft. Wat zijn onze doelen in 2014? Alle OPRON-scholen realiseren binnen de eigen context de basiszorg en hebben dit vastgelegd in het schoolondersteuningsplan. Het realiseren van een adequate opzet voor interne begeleiding op onze scholen in relatie met een heroriëntatie op de plaats en functie van het zorgplatform en het steunpunt basisonderwijs. Hierbij moet de relatie met de CJG s en andere instellingen op het gebied van jeugdzorg worden meegenomen. Het ontwikkelen van een visie op het speciaal basisonderwijs en het (voortgezet) speciaal onderwijs als expertisecentrum binnen onze regio. Welke zorg kunnen deze scholen bieden aan welke leerlingen uit onze regio en welke ondersteuning kunnen ze reguliere basisscholen bieden bij de afstemming van het onderwijs op de zorgbehoeften van deze leerlingen. Afstemming onderwijs jeugdzorg. De jeugdzorg komt onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Als scholengroep zullen we evenals voorgaande jaren actief participeren in het overleg tussen de gemeenten en het onderwijs, met als doel de afstemming tussen onderwijs en jeugdzorg zo goed mogelijk te realiseren. Professionalisering van onze medewerkers in het afstemmen van het onderwijs op de ontwikkeling van de kinderen. Dit is een belangrijke voorwaarde om passend onderwijs te realiseren. 2.1.5 ICT De mogelijkheden die ICT biedt, blijven zich in snel tempo ontwikkelen. Voor het onderwijs is permanente aandacht voor ICT noodzakelijk. Enerzijds omdat we onze leerlingen moeten voorbereiden op een maatschappij waar ICT een steeds prominentere plaats inneemt, anderzijds 8

om ICT te gebruiken voor de verbetering en verhoging van de kwaliteit van ons onderwijs. De ontwikkeling en toepassing van ICT in het onderwijs vereist samenhang tussen vier bouwstenen: visie, deskundigheid, digitale leermiddelen en infrastructuur. De balans tussen de vier pijlers is een voorwaarde voor succes. Wat zijn onze doelen in 2014? Het ontwikkelen van een hernieuwd ICT beleidsplan. Dit wordt opgesteld door een werkgroep bestaande uit een aantal schoolleiders. Na het opstellen van dit plan wordt het gezamenlijk beleid uitgewerkt en geïmplementeerd. Het gedeeltelijk vervangen van de hardware in de scholen. Eind 2013 en begin 2014 vindt er een inventarisatie plaats van de te vervangen hardware. Ten tijde van de opstelling van de begroting was het investeringsbedrag derhalve nog niet bekend. De afschrijvingslasten komen ten laste van het schoolbudget, omdat de vergoeding voor ICT (onderdeel lumpsum) onderdeel uitmaakt van het schoolbudget. In de realisatie kan er dus een verschuiving plaatsvinden van instellingslasten (leermiddelen) naar afschrijvingslasten. 2.1.6 Samenwerking Openbaar onderwijs is onderwijs van en voor de samenleving. Samenwerking met de ouders en het bevorderen van de ouderbetrokkenheid en de samenwerking met partners op het terrein van jeugd en educatie zijn voor ons speerpunten in ons beleid. In de gemeente Stadskanaal functioneert, mede op initiatief van Scholengroep OPRON, een werkgroep bestaande uit medewerkers voorschoolse voorzieningen en onderbouw van de scholen. De overdracht van de kinderen van de voorschoolse voorzieningen naar het primair onderwijs is inmiddels goed geregeld. De werkgroep richt zich nu met name op de inhoudelijke aansluiting. In de gemeente Veendam is een dergelijk initiatief ook opgestart en ook in Menterwolde zijn er dergelijke contacten. Wat zijn onze doelen in 2014? Voortzetting van de samenwerking met de voorschoolse voorzieningen in alle drie de gemeenten en met name het verder uitwerken en implementeren van de doorgaande inhoudelijke lijn. Het activeren en stimuleren van beleid met betrekking tot het vergroten van de ouderbetrokkenheid en dit beleid op schoolniveau verder uitwerken. Het in het kader van Passend Onderwijs verbeteren van de samenwerking met de Centra voor Jeugd en Gezin. 2.1.7 Financiën en huisvesting Onze ambitie, het verzorgen van kwalitatief hoogwaardig onderwijs, kunnen we alleen waarmaken met een solide financiële basis, waarbij we de financiële middelen zoveel mogelijk ten goede laten komen van het onderwijs aan de kinderen. Adequate schoolgebouwen waarin het plezierig werken is en die aangepast zijn aan de eisen van de huidige tijd zijn daarbij een voorwaarde. In de notitie Maatwerk in krimp hebben we aangegeven op welke wijze we een antwoord willen geven op gevolgen van de krimp van de bevolking en het aantal leerlingen. Voor de beleidskeuzes en de uitwerking daarvan verwijzen we naar deze notitie. Door de gemeenten in Oost-Groningen wordt in het kader van de krimp van het aantal inwoners een regionaal woon- en leefbaarheidsplan ontwikkeld. Het primair onderwijs is daarin één van de pijlers. Scholengroep OPRON neemt deel aan het bestuurlijk overleg, samen met drie andere schoolbesturen in Oost-Groningen. Er is in eerste instantie een verkennende notitie geschreven, waarin is onderzocht op welke locaties samenwerking op korte en middellange termijn noodzakelijk is en hoe bestuurlijke samenwerking er uit zou kunnen zien. Er is een intentiebesluit getekend, waarin is overeengekomen dat deze eerste verkenningen, zowel ten aanzien van de locaties als de bestuurlijke samenwerking, verder worden uitgewerkt. Het begrote negatieve saldo wordt veroorzaakt door de hoge exploitatielasten. Op jaarbasis is dit berekend op 460.000. Dit blijft een aanhoudende zorg. Eén van de speerpunten van het beleid in 9

2014 zal zijn het terugdringen van het aantal dislocaties. Het voornemen is de dislocatie van De Viermaster af te stoten per 1 augustus 2014. Naar verwachting levert dit in 2014 een besparing op van 14.000 en vanaf 2015 van 55.000. In het kader van de ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs hebben we de ambitie een onderwijszorgcentrum of expertisecentrum voor de regio realiseren en daarmee de regionale functie van Veendam te versterken. Daartoe willen we als eerste stap de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool per 1 augustus 2014 onderbrengen in de Wim Monnereauschool. Daarmee kunnen we ook de dislocatie aan Straat Soenda afstoten en brengen we de leegstand van beide scholen terug. Dit levert een besparing op van 15.000 in 2014 en 50.000 in 2015. Om dit te realiseren moet het gebouw van de huidige Wim Monnereauschool aangepast worden aan deze specifieke doelgroep. Dit kan gecombineerd worden met het uitvoeren van noodzakelijk onderhoud. Voor de aanpassing van het gebouw is een financiële bijdrage van de gemeente nodig, vanuit de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de onderwijshuisvesting. De kosten voor het noodzakelijk onderhoud binnenkant komt ten laste van Scholengroep OPRON en moeten worden onttrokken aan de voorziening onderhoud. Ten tijde van het opstellen van deze begroting was BCN bezig met een concrete berekening van de kosten van het onderbrengen van de so afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het gebouw van de Wim Monnereauschool en daarmee het opheffen van de dislocatie Straat Soenda. Wat zijn onze doelen in 2014? Scholengroep OPRON levert een actieve bijdrage aan Verkennend onderzoek in het kader van het regionaal woon- en leefbaarheidsplan. Voor het inhuren van externe deskundigheid is 5.000 begroot vanuit het budget deskundigenadvies. Nieuwbouw van de Inspecteur Amerikaschool in Noordbroek (multifunctionele accommodatie). De eerste paal is daartoe geslagen in november 2013. De verwachting is dat de school de nieuwbouw na de zomervakantie 2014 kan betrekken. Scholengroep OPRON investeert in nieuw meubilair ( 55.000) en digitale voorzieningen ( 28.000) Het onderbrengen van alle groepen leerlingen op de hoofdlocatie van De Viermaster en het afstoten van de dislocatie van deze school. Eventuele kleine aanpassingen worden bekostigd uit het budget klein onderhoud. Het onderbrengen van de so-afdeling van de Margaretha Hardenbergschool in het schoolgebouw van de Wim Monnereauschool. Het onderzoeken of alle groepen van o.d.b.s. Westerschool in Wildervank per 1 augustus 2014 of 1 augustus 2015 ondergebracht kunnen worden in de hoofdlocatie en welke voorzieningen/aanpassingen daarvoor gerealiseerd moeten worden. Het implementeren van het financieel - en personeelsadministratiesysteem AFAS. Vervanging van de hardware op de scholen. Het vervangen van het meubilair op de Inspecteur Amerikaschool, Meester Neuteboomschool en De Musselhorst. De afschrijvingslasten worden begroot op 11.000 per jaar met een afschrijvingstermijn van 15 jaar. Het uitvoeren van preventief onderhoud conform het meerjarenonderhoudsplan. Zie 3.4. Voor een verdere uitwerking en onderbouwing van de hierboven genoemde doelen voor 2014 verwijzen we o.a. naar: Koersplan het beste uit elk kind. Strategisch beleidsplan 2013-2015 Plan van aanpak 2013-2015 uitwerking koersplan. Maatwerk in krimp Beleidsnotitie m.b.t.de huisvesting en organisatie van Scholengroep OPRON en de gevolgen van de krimp. Diverse notities m.b.t. tot de implementatie van het model RvT CvB Verkennend onderzoek samenwerking schoolbesturen Oost-Groningen Investeringsschema vervanging meubilair Meerjaren onderhoudsplan Samen voorbereid op de toekomst. Rapport m.b.t. het onderbrengen van de so afdeling Marg. Hardenbergschool in de Wim Monnereauschool 10

2.2 Hoofdlijnen begroting 2014 De baten en lasten opgenomen in de begroting 2014 worden uitgebreid toegelicht in de bespreking van de exploitatie. De hoofdlijnen van de begroting worden in dit hoofdstuk weergegeven. Het begrote resultaat bedraagt ongeveer 324.000 negatief. Op de totale exploitatie die ruim 19,3 miljoen bedraagt is dit circa 1,7%. Het weerstandsvermogen zal door dit resultaat relatief iets afnemen van 28,5% naar ongeveer 27,4%. Dit wordt veroorzaakt door een verhoudingsgewijs sterkere daling van het eigen vermogen in vergelijking tot de daling van de totale baten met ruim vierhonderdduizend euro. Dit zorgt er voor dat de verhouding eigen vermogen/totale baten iets minder gunstig uitvalt. Afgezet tegen landelijke cijfers is dit ruim voldoende. In vergelijking met de begroting 2013 dalen de rijksbijdragen en de totale baten. Enerzijds hebben we te maken met hogere vergoedingen met betrekking tot de inflatiecorrectie en ter compensatie van de gestegen personele lasten o.a. ten gevolge van de invoering van de functiemix en hogere werkgeverslasten door premiestijgingen voor onder andere pensioen. Daar staan tegenover lagere vergoedingen op grond van de daling van het aantal leerlingen (ruim 4%). De daling van het aantal leerlingen heeft per 1 januari 2014 al een negatief effect op de materiële baten en per 1 augustus 2014 op de personele baten. De vergoeding voor de materiële lasten kan gesplitst worden in een groepsafhankelijk en een leerlingafhankelijk deel. Uit de analyse van de jaarrekeningen 2008, 2009, 2010 blijkt dat de totale groepsafhankelijke lasten in 2010 net als in de jaren daarvoor ruim 50% ( 500.000) hoger zijn dan de vergoeding die hier tegenover staat. In 2011 en 2012 waren de lasten zelfs meer dan 55% hoger dan de baten. Bekend is dat landelijk de overschrijding ongeveer 30% is. De hogere overschrijding door Scholengroep OPRON wordt o.a. veroorzaakt door de dislocaties bij een aantal scholen en hoge energiekosten. Door de krimp van het aantal leerlingen hebben meerdere scholen de beschikking over meer lokalen dan waar een vergoeding tegenover staat. Scholen maken zeer begrijpelijk gebruik van deze lokalen. Deze moeten echter dan wel verwarmd en schoongemaakt worden. Door het voornemen tot het sluiten van een viertal dislocaties in 2014 en 2015 wordt er een geschatte besparing gerealiseerd van in totaal ruim 180.000,-. Dit is reeds verwerkt in de cijfers van het meerjarenperspectief. Voor het totaal van de scholen is het resultaat van de materiële baten en lasten voor 2014 begroot op 512.977 negatief. De personele lasten zijn t.o.v. de begroting 2013 met ruim 400.000,- gedaald. Door de inkorting van de salarisschalen, de invoering van de functiemix en een stijging van de werkgeverslasten is de gemiddelde personele last per fte toegenomen waardoor inkrimping van het personeelsbestand deels teniet wordt gedaan door deze prijsstijging. Dit betekent dat door de daling van het aantal leerlingen het aantal fte s steeds sterker moet meedalen om de benodigde bezuiniging in geld te kunnen realiseren. Door deze daling in fte zullen de totale lasten voor lonen en salarissen lager uitvallen, in ieder geval na 1 augustus 2014 wanneer het allocatiemodel 2014-2015 in werking treedt. In de begroting 2013 bedroegen de personele lasten 87,2% van de totale baten. In de begroting 2014 loopt dit terug naar 86,1%. Landelijk gezien ligt het percentage personele lasten op ongeveer 80 tot 82 % van de totale vergoeding. Dat bij OPRON het percentage zo hoog ligt komt mede doordat er een hoge bijdrage van het rijk voor de impulsgebieden wordt ontvangen waarvoor ook extra personeel wordt ingezet om zo meer en gericht aandacht te kunnen besteden aan onze leerlingen. De impulsmiddelen zijn hiervoor immers ook bedoeld. In de begroting 2014 is rekening gehouden met minder personeel op grond van de daling van het aantal leerlingen. Er wordt voor de totale organisatie uitgegaan van gemiddeld ruim 250.000,- minder inzet voor het kalenderjaar 2014 ten opzichte van 2013. Een risico dat nog speelt ten aanzien van het personele deel van de begroting zijn de impulsgelden. Deze regeling wordt in 2014 herzien en momenteel bedraagt deze bate voor OPRON een kleine 11

750.000,-. Het mogelijk afnemen of wegvallen van deze bate vormt een risico voor OPRON in de nabije toekomst. De BAPO lasten worden vanaf 2010 volledig uit de jaarlijkse exploitatie gedekt. De voormalige voorziening BAPO is toegevoegd aan het eigen vermogen en ondergebracht in een bestemmingsreserve. De komende jaren hebben we nog te maken met hogere BAPO lasten als gevolg van een hogere gemiddelde personeelsleeftijd. Deze zijn begroot op 200.000. Zonder wijziging van de voorschriften zouden de meerkosten uit de destijds bestaande voorziening gehaald worden en zouden daarmee de jaarlijkse personeelslasten worden verminderd. Dit bedrag werd daarom in 2013 uit de bestemmingsreserve gehaald en toegevoegd aan de begroting. Vanaf 2014 wordt dit bedrag niet meer toegevoegd aan de begroting, wat zorgt voor een negatief effect van 200.000,- op het resultaat van de begroting. In het volgende hoofdstuk is eerst de verdichte begroting weergegeven. Deze is in paragraaf 3.2 uitgewerkt. Ter vergelijking zijn de cijfers van de jaarrekening 2012 en de begroting 2013 opgenomen. De verschillende posten van de begroting worden toegelicht in paragraaf 3.3. Op basis van de begroting 2014 is een meerjarenbegroting gemaakt. In deze meerjarenbegroting is een aantal maatregelen opgenomen, die samen met de hierboven op hoofdlijnen geschetste beleidsvoornemens voor 2014 in zijn volledigheid doorwerken in 2014. Omdat er gestreefd wordt naar een duurzaam nulresultaat, is de verwachting dat ook in de komende jaren aanvullend beleid noodzakelijk zal zijn. Hiervoor zullen in het meerjarenbeleid aanzetten worden gegeven. Dit beleid zal tevens verwerkt worden in de meerjarenbegroting 2014-2017. De ontwikkelingen binnen Scholengroep OPRON in de afgelopen jaren geven het vertrouwen deze uitdaging aan te kunnen en gezamenlijk te zorgen voor een kwalitatief goed en eigentijds openbaar primair onderwijs. 12

3. EXPLOITATIEBEGROTING 2014 OP BESTUURSNIVEAU 3.1 Exploitatiebegroting 2014 verdicht Baten Werkelijk Begroot Begroot 2012 2013 2014 3.1 Rijksbijdragen 19.119.603 18.297.739 17.964.230 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 788.094 225.900 203.400 3.3 Les- en examengelden 0 0 0 3.4 Baten in opdracht van derden 0 0 0 3.5 Overige baten 757.602 631.000 727.200 Totaal baten 20.665.299 19.154.639 18.894.830 Lasten Werkelijk Begroot Begroot 2012 2013 2014 4.1 Personeelslasten 17.656.657 16.696.503 16.277.810 4.2 Afschrijvingen 383.663 366.800 338.447 4.3 Huisvestingslasten 1.583.404 1.576.100 1.563.400 4.4 Overige lasten 1.312.955 1.114.050 1.147.400 Totaal lasten 20.936.679 19.753.453 19.327.057 Saldo baten en lasten -271.380-598.814-432.227 Werkelijk 2012 Begroot 2013 Begroot 2014 5 Financiële baten en lasten 175.829 138.500 108.500 Resultaat -95.551-460.314-323.727 Posten welke worden bekostigd uit daarvoor gereserveerde bestemmingsreserves Loonkosten BAPO 200.000 Afschrijvingslasten 51.800 51.800 Totaal 0 251.800 51.800 Resultaat exclusief afschrijvingslasten -208.514-271.927 13

3.2 Exploitatiebegroting 2014 onverdicht Baten Werkelijk Begroot Begroot 2012 2013 2014 3.1 Rijksbijdragen 3.1.1 Rijksbijdragen OCW 18.648.584 17.946.059 17.399.230 3.1.2 Overige subsidies OCW 471.019 351.680 565.000 Totaal Rijksbijdragen 19.119.603 18.297.739 17.964.230 3.2 Overige overheidsbijdragen en -subsidies 3.2.1 Gemeentelijke bijdragen en subsidies 617.781 225.900 203.400 3.2.2 Overige overheidsbijdragen 170.313 0 0 Totaal Overige overheidsbijdragen en - subsidies 788.094 225.900 203.400 3.3 Les- en examengelden 3.3.1 Lesgelden 0 0 0 3.3.5 Examengelden 0 0 0 Totaal Les- en examengelden 0 0 0 3.4 Baten in opdracht van derden 3.4.1 Contractonderwijs 0 0 0 3.4.2 Contractonderzoek 0 0 0 Totaal Baten in opdracht van derden 0 0 0 3.5 Overige baten 3.5.1 Verhuur 41.214 23.600 19.300 3.5.2 Detachering personeel 191.586 161.000 180.500 3.5.3 Schenking 0 0 0 3.5.4 Sponsoring 0 0 0 3.5.5 Ouderbijdragen 0 0 0 3.5.6 Overige 524.802 446.400 527.400 Totaal Overige baten 757.602 631.000 727.200 Totaal baten 20.665.299 19.154.639 18.894.830 14

Lasten Werkelijk Begroot Begroot 2012 2013 2014 4.1 Personeelslasten 4.1.1 Lonen en salarissen 17.583.381 16.782.503 16.291.110 4.1.2 Overige personele lasten 1.107.451 814.000 801.700 18.690.832 17.596.503 17.092.810 4.1.3 Uitkeringen -1.034.175-900.000-815.000 Totaal Personeelslasten 17.656.657 16.696.503 16.277.810 4.2 Afschrijvingen 4.2.1 Immateriële vaste activa 0 0 0 4.2.2 Materiële vaste activa 383.663 366.800 338.447 Totaal Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 383.663 366.800 338.447 4.3 Huisvestingslasten 4.3.1 Huur 29.860 31.000 31.000 4.3.2 Verzekeringen 0 0 0 4.3.3 Onderhoud 402.418 441.200 422.500 4.3.4 Energie en water 474.647 468.300 466.600 4.3.5 Schoonmaakkosten 515.111 520.000 526.400 4.3.6 Heffingen 73.360 57.200 58.900 4.3.7 Overige 88.008 58.400 58.000 Totaal Huisvestingslasten 1.583.404 1.576.100 1.563.400 4.4 Overige lasten 4.4.1 Administratie- en beheerslasten 402.478 367.750 382.800 4.4.2 Inventaris, apparatuur en leermiddelen 748.267 610.600 615.800 4.4.3 Dotatie overige voorzieningen 0 0 0 4.4.4 Overige 162.210 135.700 148.800 Totaal Overige lasten 1.312.955 1.114.050 1.147.400 Totaal lasten 20.936.679 19.753.453 19.327.057 Saldo baten en lasten -271.380-598.814-432.227 Werkelijk Begroot Begroot 2012 2013 2014 5 Financiële baten en lasten 5.1 Rentebaten 111.811 140.000 110.000 5.2 Resultaat deelnemingen 0 0 0 5.3 Waardeveranderingen financiele vaste activa en effecten 65.466 0 0 5.4 Overige opbrengsten financiële vaste activa en effecten 0 0 0 5.5 Rentelasten 1.448 1.500 1.500 Totaal financiële baten en lasten 175.829 138.500 108.500 Resultaat -95.551-460.314-323.727 15

3.3 Toelichting op exploitatiebegroting 2014 Rijksbijdragen (3.1) Rijksbijdrage OCW (3.1.1) De post rijksbijdrage OCW bestaat uit de volgende onderdelen: Rijksbijdragen 2014 2013 verschil Personele lumpsum 12.721.182 12.960.334 239.152- Impulsgebieden 745.795 788.487 42.692- Materiële bekostiging 2.340.883 2.392.840 51.957- Personeel- en arbeidsmarktbeleid 1.460.700 1.533.797 73.097- Leerling gebonden financiering 100.900 241.000 140.100- Loonkostensubsidie OOP 29.770 29.600 170 Overige subsidies OCW Visueel gehandicapte leerlingen 21.000 21.350 350- Prestatiebox 327.000 330.330 3.330- Eerste opvang vreemdelingen 50.000-50.000 Aanvullende bek. Jonge leerkrachten 167.000-167.000 Totaal 17.964.230 18.297.738 333.508- Personele lumpsum De personele lumpsum laat een daling zien welke veroorzaakt wordt door daling van de leerlingaantallen. Per 1 oktober 2013 is het aantal leerlingen gedaald met 133, van 3163 naar 3030 leerlingen. Deze daling laat zich ook zien in het aantal gewichtsleerlingen dat zich bevindt in de postcodegebieden waarvoor impulsbekostiging wordt ontvangen (van 450 naar 431 leerlingen). Materiële bekostiging De bekostigingsvariabelen zijn voor het jaar 2014 door het Ministerie verhoogd met 1,42%. De materiële bekostiging over 2014 is gebaseerd op de leerlingentelling per 1 oktober 2013. De materiële instandhouding voor 2014 is lager dan in 2013 door de daling in het aantal leerlingen. Ook het aantal groepen is lager dan vorig jaar. Bij het bepalen van het aantal groepen wordt gekeken naar het aantal leerlingen en het aantal gewichtsleerlingen. Personeel- en arbeidsmarktbeleid De bijdrage voor personeel- en arbeidsmarktbeleid is een onderdeel van de personele baten en is bedoeld voor (overige) personele uitgaven. De totale bate P&A is als volgt verdeeld: 1.322.800 bovenschools 137.900 voor de schoolbegrotingen Leerling gebonden financiering De leerling gebonden financiering is bedoeld om scholen in staat te stellen kinderen met een handicap extra ondersteuning te bieden, zodat deze leerlingen het reguliere onderwijs kunnen volgen. De geraamde baten voor leerling gebonden financiering is gebaseerd op 7/12 e van de beschikkingen voor het schooljaar 2013/2014. De overige 5 maanden zijn opgenomen als bijdrage van het samenwerkingsverband. Loonkostensubsidie OOP De loonkostensubsidie voor onderwijs ondersteunend personeel is verlengd tot 1 augustus 2015 en is daarom ook opgenomen in de begroting 2014. Overige subsidies OCW (3.1.2) De subsidie visueel gehandicapten is gebaseerd op de beschikking voor 2013/2014 en is voor 7 maanden meegenomen. 16

De Regeling prestatiebox primair onderwijs is in het leven geroepen om de kwaliteit van het primair onderwijs te verbeteren. Het betreft de uitvoering van de actieplannen Basis voor Presteren en Leraar 2020 en de verstrekking van subsidie in het kader van het programma Cultuureducatie met Kwaliteit. De subsidie prestatiebox is als volgt verdeeld: 186.100- bovenschools 140.900,- voor de schoolbegrotingen ( 105.800,- voor professionalisering leraren en 35.100,- voor cultuureducatie) Er wordt subsidie ontvangen voor Eerste opvang vreemdelingen. Het is nog niet bekend wat de omvang van deze subsidie zal zijn aangezien deze afhankelijk is van het aantal leerlingen op de school voor anderstaligen op een aantal peildata. Het aantal leerlingen op deze school is niet te prognosticeren. De verwachting is dat er minimaal 50.000,- zal worden toegekend en daarom is dit als stelpost opgenomen in deze begroting. Voor het schooljaar 2013-2014 ontvangt het bevoegd gezag van een basisschool bijzondere bekostiging voor de personeelskosten ten behoeve van de werkgelegenheid van jonge leerkrachten. Het bedrag per leerling is 52,85 en is volledig meegenomen in de begroting 2014. Het gaat hier om een kasschuif. Het bedrag dient in 2016 en 2017 terugbetaald te worden. Daar staat tegenover dat in het onderwijsakkoord en het zgn. herfstakkoord de afspraak is gemaakt dat er de komende jaren geïnvesteerd wordt in het onderwijs. Overige overheidsbijdragen (3.2) Gemeentelijke bijdragen en subsidies (3.2.1) Gemeentelijke bijdragen 2014 2013 verschil Bijdrage gemeenten i.v.m. verrekening loonkosten 187.400 209.900 22.500- Vergoeding gemeente voor buitenspeelattributen 16.000 16.000 - Totaal 203.400 225.900 22.500- De bijdrage van de gemeente in verband met verrekening loonkosten is lager begroot dan in 2013. De loonkosten die hier tegenover staan zijn ook lager waardoor deze post geen invloed heeft op het begrotingsresultaat. Overige baten (3.5) De post overige baten bestaat uit de volgende onderdelen: Overige baten 2014 2013 verschil 3.5.1 Verhuur 19.300 23.600 4.300-3.5.2 Detachering 155.900 140.000 15.900 3.5.2 Declaratie loonkosten derden 24.600 21.000 3.600 3.5.6 Vakbondsfaciliteiten 13.000 13.000-3.5.6 Bijdrage samenwerkingsverbanden 477.400 406.400 71.000 3.5.6 Bijdrage swv WSNS i.v.m. administratievoering 3.000 3.000-3.5.6 Bijdrage i.v.m. penvoerdersschap academische basisscholen 4.000 4.000-3.5.6 Vrijval egalisatierekening 20.000 20.000-3.5.6 Overig 10.000-10.000 Totaal 727.200 631.000 96.200 17

Personeelslasten (4.1) De personeelslasten zijn per saldo 418.693,- lager opgenomen ten opzichte van het kalenderjaar 2013. Door de daling van het aantal leerlingen is scholengroep OPRON genoodzaakt te bezuinigen op het personeelsbestand. Specificatie Loonkosten FTE s Directie/OP/OOP 15.142.027 232 Bestuur/Staf 524.083 6,5 Subtotaal 15.666.110 238,5 Kosten functiemix (miv 1-8-2013) Daling aantal personeelsleden per 1 aug. 2014 als gevolg van krimp 60.000 250.000- Vervanging* 815.000 Totaal 16.291.110 *Deze post is budgettair neutraal opgenomen, wordt gecompenseerd door uitkering VF en UWV De loonkosten voor vervanging zijn geschat op 815.000,- en zijn budgetneutraal opgenomen in de begroting. Per 1 augustus 2012 is de regeling In Mindering Brengen Uitkeringen (IMBU) komen te vervallen. Een gevolg hiervan is dat de vervanging van afwezigheid wegens zwangerschap niet meer gedeclareerd kan worden bij het Vervangingsfonds, maar bekostigd moet worden uit de uitkering die hiervoor ontvangen wordt van het UWV. Van de totale vervangingskosten is 17% ( 140.000,-) toegerekend aan vervangingskosten in verband met zwangerschap. Het effect op de vervangingskosten in verband met zwangerschap is niet te berekenen, maar de verwachting is dat deze neutraal of licht positief zal zijn. De overige loonkosten in verband met vervanging ( 675.000,-) kunnen worden gedeclareerd bij het Vervangingsfonds. Afschrijvingen (4.2) De afschrijvingslasten zijn in 2014 lager begroot dan in 2013. Wel zal er worden geïnvesteerd in de vervanging van de hardware (zie hiervoor paragraaf 2.1.5). Er zijn vanuit het bestemmingsfonds van de gemeente Stadskanaal en de bestemmingsreserve voor het project Innovatie door de scholen diverse lesmethoden en ICT-hardware, waaronder digiborden, aangeschaft. Daarnaast is er geïnvesteerd in Voice over IP; ofwel bellen over een internetverbinding. Deze afschrijvingslasten, totaal ad 51.800,- zullen aan het eind van het jaar bij de resultaatbestemming in de jaarrekening bekostigd worden vanuit het bestemmingsfonds en de bestemmingsreserve. 18

Huisvestingslasten (4.3) De huisvestingslasten zijn ten opzichte van de begroting 2013 per saldo 12.700,- lager opgenomen. Dit voordeel wordt grotendeels veroorzaakt door de sluiting van een drietal dislocaties per 1 augustus 2014. Begroting 2014 Begroting 2013 Verschil Huur stafbureau 31.000 31.000 0 Subtotaal 31.000 31.000 0 Onderhoud Klein onderhoud (jaarlijkse kosten) 214.100 224.500 10.400 Dotatie onderhoudsvoorziening 208.400 216.700 8.300 Subtotaal 422.500 441.200 18.700 Energie Gas 299.000 301.900 2.900 Water 11.100 13.100 2.000 Elektra 150.500 147.200-3.300 Energie 6.000 6.100 100 Subtotaal 466.600 468.300 1.700 Schoonmaakkosten Schoonmaakbedrijf 525.500 519.100-6.400 Overige schoonmaakkosten 900 900 0 Subtotaal 526.400 520.000-6.400 Heffingen 58.900 57.200-1.700 Subtotaal 58.9000 57.200-1.700 Overige huisvestingskosten Tuinonderhoud 32.100 32.300 200 Zandbakkosten 8.500 8.500 0 Beveiliging 17.400 17.600 200 Subtotaal 58.000 58.400 400 Totaal huisvestingslasten 1.563.400 1.576.100 12.700 Overige lasten (4.4) De overige lasten zijn ten opzichte van de begroting 2013 per saldo 33.350,- hoger opgenomen. Met name de post deskundigheidsadvies laat een relatief forse stijging zien. Daarnaast is er een verschuiving tussen Leermiddelen en ICT. 19

4.4.1. Administratie- en beheerslasten begroting begroting verschil 2014 2013 1. Beheer en bestuur 1.000 1.000 0 2. Accountantskosten 20.000 20.000 0 3. OSG 228.300 227.000-1.300 4. Kantoorbenodigdheden 1.800 1.800 0 5. Portikosten 6.800 7.800 1.000 6. Telefoon- en faxkosten 26.400 26.400 0 7. Planmatig onderhoudsbeheer 55.000 55.000 0 8. Vergaderkosten 1.500 1.500 0 10. Juridische ondersteuning 0 0 11. Deskundigenadvies 30.000 20.000-10.000 12. Drukwerk 2.500 2.500 0 13. Onkostenvergoeding RvT/Bestuur 9.500 4.750-4.750 Totaal 382.800 367.750-15.050 4.4.2. Inventaris, apparatuur en olp begroting begroting verschil 2014 2013 1. Overige ICT kosten 3.500-3.500 2. Leermiddelen: 0 a) OLP 253.900 218.500-35.400 b) LGF 22.200-22.200 3. Klein inventaris 2.500 5.200 2.700 4. ICT Hardware 8.300 500-7.800 5. ICT Licenties en software 67.600 125.500 57.900 6. Overige ICT (afdracht Picto) 159.500 155.800-3.700 7. Reproductie 98.300 105.100 6.800 Totaal 615.800 610.600-5.200 4.4.4. Overige begroting begroting verschil 2014 2013 1. Contributies bestuurlijke organisaties 23.300 24.800 1.500 2. Abonnementen 23.700 20.400-3.300 3. Representatie 6.000 6.000 0 4. Verzekeringen 8.000 8.000 0 5. Medezeggenschap 17.500 20.000 2.500 6. Cultuureducatie 35.100 33.100-2.000 7. Kabeltelevisie en overige rechten 8.800 10.200 1.400 Stimuleringsregeling VVE 2008-2009 0 0 8. Testen en toetsen 15.100 10.700-4.400 9. Vervoermiddelen 4.000 2.500-1.500 10.Overige onderwijslasten 7.300 0-7.300 Totaal 148.800 135.700-13.100 Totaal 4.4 1.147.400 1.114.050-33.350 Financiële baten en lasten (5) Het verwachte rendement op uitstaande gelden in deposito s is in 2014 110.000,- en is daarmee 30.000 lager dan de begroting 2013. Er wordt uitgegaan van een gemiddeld rendement ad 1,7%. 20

3.4 Groot onderhoud schoolgebouwen a. Schoolbestuurlijk onderhoud 2014 Voor 2014 worden de volgende onderhoudsuitgaven begroot: - aanrechtblokken 4.500,00 - bestrating 6.600,00 - plafonds 2.500,00 - schilderwerk 138.200,00 - ventilatievoorzieningen 2.000,00 - verwarming 128.000,00 - vloerbedekking 23.700,00 - warmwatervoorziening 1.500,00 - zonwering 500,00 - voeg- en metselwerk 8.700,00 - keuringen installaties 22.900,00 totaal 339.100,00 De kosten voor het schoolbestuurlijk onderhoud worden ten laste gebracht van de onderhoudsvoorziening en komen dus niet ten lasten van de exploitatie. I.v.m. de overgang van het buitenonderhoud van gemeenten naar schoolbesturen dient in 2014 een nieuwe berekening gemaakt te worden over de toereikendheid van deze voorziening. b. Onderstaande voorzieningen zijn door de gemeenten op het huisvestingsprogramma 2014 geplaatst: - Parkwijkschool ventilatie 10.300,00 - De Badde dakafwerking bitumen randen 2.700,00 - De Badde erfafscheiding muur buren door hekwerk 10.000,00 - De Musselhorst dakaansluiting loodstroken 15.500,00 - Marg. Hardenbergschool vloeren toiletgroepen en aanbrengen ventilatie 13.500,00 - Marg.Hardenbergschool dakafwerking bitumen en randen 15.800,00 totaal 67.800,00 Voor 2013 was bij de gemeente Veendam bekostiging gevraagd voor de renovatie van obs De Ommewending. De gemeente is alleen bereid om het meest noodzakelijke onderhoud uit te voeren. Van een technische en onderwijskundige levensduur verlengende renovatie is daarmee geen sprake meer. Dit is wel steeds het uitgangspunt geweest en ook zo opgenomen in het Integraal Huisvestingsplan (onderwijs) welke op 29 juni 2009 door de gemeenteraad van Veendam is vastgesteld. 21