De stap naar een nieuw begin



Vergelijkbare documenten
Al gehoord van de 107? Mieke Craeymeersch, directeur Similes

Woon- en Zorgcentrum De Wingerd.

4. Wonen met zorg. 4.1 Woonzorgcentrum

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

INHOUD. Inhoud 5. Inleiding 13. Leeswijzer 15

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

woonzorgcentrum HET GULLE HEEM centrum voor ouderenzorg en thuiszorg HET GULLE HEEM

WOONZORGCENTRUM HET GULLE HEEM

Reglement: Opnamereglement assistentiewoning. Woonzorg

6.1 Wat doet de senior bij een plotse verslechtering van de gezondheid? Meerdere mogelijkheden konden aangekruist worden.

Reglement: Opnamereglement WZC Zonnig Huis Woonzorg

Procedure opname in een woonzorgcentrum

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

standpunt noodhulp 18 augustus 2009

Zorg na een ziekenhuisopname

INFORMATIEBROCHURE POETSDIENST

Federatie Onafhankelijke Seniorenzorg

DKV HOME CARE DE BESTE ZORGEN. LEVENSLANG.

3. Inspraak - Participatie aan het beleid

Klanttevredenheid. Vereenzaming Ouderen Soest VOS

WOONZORGCENTRUM HET GULLE HEEM

K E N N I S M A K I N G S B R O C H U R E A S S I S T E N T I E W O N I N G E N

Voorbeelden compententieprofiel mentor

Senioren ontmoeten elkaar. Verslag van 2 oktober 2010

DE VIJF FUNCTIES BINNEN HET VERNIEUWDE MODEL GEESTELIJKE GEZONDHEID

Ouderen en seksualiteit:

Workshop: Familiegericht werken. SOFA-model

Mantelzorg- en vrijwilligersbeleid

Wij ontnemen u uw zorgen. Kortverblijf

JAARVERSLAG 2013 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE KVC DE WATERDAM KVC SINT-HENRICUS KVC DE ZILVERBERG

EVOLUTIE VAN DE GEZONDHEIDSZORG IN BELGIË

Ontslagboekje Wat na uw verblijf in het UZA? Informatiebrochure patiënten

Bent u op zoek naar een boeiende vorming voor uw vereniging, organisatie, school?

NAASTENPARTICIPATIEBELEID ISZ De Brug

Identificatie van de cliënt :

Vergrijzing. Impact en uitdagingen voor de lokale besturen

Innovatie in de ouderenzorg in België. Prof. Dr. Anja Declercq Lucas, KU Leuven

Ketenzorg dementie. Ketenzorg dementie in Zoetermeer

Aanvraag in het kader van de

CONVENANT BETREFFENDE EEN GEZAMENLIJKE AANPAK VAN OUDERENMIS(BE)HANDELING VOOR HET VLAAMSE GEWEST, DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN DE PROVINCIES

COMMISSIE WELZIJN, WERK EN MILIEU - MONDELINGE VRAAG - ANTWOORD

Samenvatting. april 2006

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden ouder dan 65 jaar

overleggroep gezondheid; agendapunt samenwerking CGG s en verenigingen 02 februari 2010

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

BEREIKBAARHEID WAARVOOR KAN IK BIJ DE SOCIALE DIENST TERECHT?

Dringende Medische Hulpverlening

Ouder. worden met een verstandelijke beperking. Een gids voor cliënten, mantelzorgers en hulpverleners

Zo regelt Den Haag de maatschappelijke ondersteuning

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Geachte Dames en Heren,

woonzorgcentrum HET GULLE HEEM centrum voor ouderenzorg en thuiszorg HET GULLE HEEM

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Service Residentie Vogelzang

Wat betekent het CLB voor u? Hoe kan ons multidisciplinair team VAPH u helpen?

STANDPUNT OVER INTERHOSPITAAL VERVOER HEVERLEE, 10 MEI 2019

Welzijn op maat. Van Algemeen maatschappelijk werk tot Zorgcentra

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Ouderen Informatie Punt

OVERGANG ONLINE NAAR AMBULANT

Thuiszorg informatie punt. Tegemoetkomingen aan hulpbehoevenden. ouder dan 65 jaar

SERVICEFLATS HET KADER

Hoge Raad voor Vrijwilligers over het EYAA 2012 (European Year of Active Ageing 2012)

MEER DOEN MET EVENVEEL. KOMT DE GRENS IN ZICHT?

ZORG VOOR SENIOREN NU EN IN DE TOEKOMST

5/22/2017 Expertisecentrum dementie Memo

JAARVERSLAG 2014 CENTRA VOOR KORTVERBLIJF IN BEHEER VAN OCMW ROESELARE

Feiten en cijfers mantelzorg

Verslag aan de Provincieraad

OVEREENKOMST TUSSEN HET COLLEGE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE EN VZW Home-Info

Omzendbrief Welzijn en Gezondheid 2005/001

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

Clientprofielen maatwerkvoorzieningen Kempengemeenten Reusel-De Mierden, Bergeijk, Bladel en Eersel 19 mei 2014

THUISONDERSTEUNENDE DIENSTEN WOONZORGNET DIJLELAND

Projectoproep. Gericht aan de schuldbemiddelingssector. Innoverende projecten of nieuwe initiatieven inzake preventie van overmatige schuldenlast

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Centrum voor begeleiding van kinderen en volwassenen met een visuele handicap

DOEL De dienst gezinszorg biedt hulp in het huishouden op het ogenblik dat het gezin / de bejaarde hiervoor niet meer kan instaan.

PAKKET WOONONDERSTEUNING GEÏNTEGREERDE ZORG

VERZEKERING: 1. Premiebetaling : 25 euro per jaar* (WIGWE 10 euro) 2. Verzekerd risico : Niet-medische kosten die een zorgbehoevende persoon heeft.

Standpunt: Vlaamse kermis enig reddingsmiddel voor de bijzondere jeugdzorg [1]

Patiëntenprofiel. Algemeen

Noorden veldwerker. Zorg. De Noordenveldwerker Wegwijzer in welzijn, wonen en zorg. Brochure Noorderveldwerker.indd :26

Samen kunnen we nog zoveel doen!

AANVRAAGFORMULIER SUBSIDIES VOOR LOKALE DIENSTENCENTRA 2016

Je eigen gevoelens. Schaamte

Voorbereiden op het keukentafelgesprek?

INTERVIEWVRAGEN Mantelzorgvriendelijk personeelsbeleid

Rapportage Onderzoek Mantelzorg

Inhoudsopgave...2. Voorwoord...3. Inleiding...3. Hoofdstukken Wat is een verpleeghuis? De geschiedenis van het verpleeghuis...

Klachtenregeling informatie voor cliënten

ZORGZWAARTE IN DE OUDERENZORG

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

JONGDEMENTIE. Wat nu?

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

INFORMATIEBROCHURE BINNENLANDSE

Zorg voor mensen. Ze voelt precies aan wat ik nodig heb.

Doel. Inleiding. De mantelzorger als samenwerkingspartner MANTELZORGBELEID VIERSTROOM

MET LIEFDE, ZORG EN DESKUNDIGHEID EEN VISIE OP OUDERENZORG. OPDRACHTVERKLARING vzw Zorg-Saam Zusters Kindsheid Jesu

Transcriptie:

Europese Hogeschool Brussel Projectwerk Campus sociale hogeschool Prinsenstraat 8 1000 Brussel Tel.: 02/227.52.20 Fax: 02/218.57.99 De stap naar een nieuw begin Onderzoek naar het beslissingsproces van ouderen bij verhuis naar rusthuis of serviceflat Korneel Braem Eline Guettard Karolien Mettens Karlien Ringoir Mevr. Lieve De Smet Projectwerk Ann Segers Maarten Vertongen 18/12/2007 Marleen Walckiers

De stap Met de wortels in het verleden Een koffer vol levenservaringen Op de drempel naar een nieuw bestaan Afscheid Bang hart Loslaten Familie, vrienden die achter en naast je staan Opstaan met een glimlach als wekker Toegedekt met een deken van warme liefde Samen Zorg Geborgen Mensen die dwalen, herhalen en kalen Mensen die kiezen, verliezen en wiezen Een huis vol unieke individuen Ontmoetingen Rust Thuis Het projectteam

Voorwoord Een project tot een goed einde brengen, het is niet altijd even gemakkelijk. Er zijn heel wat opdrachten die je moet uitvoeren en competenties die je, misschien voor de eerste keer, moet aanwenden. Wij waren bijzonder opgetogen dat we mochten werken aan het project van Home-Info en zijn hier dan ook met veel enthousiasme aan begonnen. Voor de verwezenlijking van dit project hebben we veel hulp gekregen van anderen, hiervoor verdienen zij een vermelding in dit voorwoord. Eerst en vooral vinden wij het gepast om onze opdrachtgevende organisatie, Home-Info, te bedanken. Zij hebben ons de kans en het vertrouwen gegeven om dit project tot een goed einde te brengen. Wij konden steeds bij hen terecht wanneer we vragen hadden of nood hadden aan verdere toelichtingen. Wij hebben veel gehad aan de steun van onze projectcoach Lieve Desmet. Zij stond steeds voor ons klaar en heeft ons begeleid, niet alleen bij de realisering van dit project maar ook bij ons persoonlijk leerproces. Zonder de hulp van de rusthuizen en serviceflats (zie bijlage 5) hadden we dit project nooit kunnen realiseren. Daarom willen wij hen bedanken voor de gastvrijheid en de medewerking. De directieleden en personeelsleden hebben ons steeds vriendelijk te woord gestaan. Ook de betrokken bewoners en de familieleden van ouderen die de stap gezet hebben, willen wij van harte bedanken. Zij stonden ons graag te woord en antwoordden openhartig op onze vragen. Wij willen hen niet enkel bedanken voor de medewerking bij onze enquêtes maar ook voor de wijze levenslessen die zij ons hierbij meegaven. Zonder hen konden wij dit project niet realiseren. Bij het opstellen van de enquêtes hebben wij veel hulp gekregen van de heer Rudi Van Dam, docent sociaal onderzoek en statistiek. Dankzij hem kunnen we er zeker van zijn dat de vragen van onze enquêtes correct zijn opgesteld en een samenhang vertonen. Hiervoor onze oprechte dank. Tenslotte willen we ook elkaar bedanken. Wij hebben aan dit project als een team gewerkt en zijn er sterker uitgekomen.

Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Inleiding...7 1 Organisatieverslag...8 1.1 Identificatiegegevens...8 1.2 Korte historiek...8 1.3 Doelgroep en algemene werking van Home-Info...9 1.3.1 Algemene functie...9 1.3.2 Belangenverdediging...9 1.3.3 Informatie, advies en oriëntatie...10 1.4 Doel en visie...10 1.4.1 Werkwijze van Home-Info...10 1.4.2 Het verzamelen van informatie...11 1.4.3 Het verstrekken van informatie, advies en begeleiding...11 1.4.4 Preventief werken...12 1.4.5 Belangenverdediging van de rusthuisbewoners...13 1.5 Structuur...15 1.5.1 Raad van bestuur...15 1.5.2 Personeel...15 1.6 Financiële middelen...15 1.7 Samenwerkingsverbanden...16 1.7.1 Samenwerking Brussels Hoofdstedelijk gewest....16 1.7.2 Samenwerking Vlaanderen...16 2 Projectvoorbereiding...17 2.1 Van probleemstelling naar doelstelling...17 2.2 Van vraagstelling naar doelstelling...17 2.3 Rollen en functies binnen de projectgroep...18 3 Omkadering van de problematiek...20 3.1 De bejaarde...20 3.2 Vergrijzing van de bevolking...21 3.2.1 honderd jaar worden is geen voorpaginanieuws meer...21 3.2.2 Evolutie van de ouderen...23 3.3 De keuze om te verhuizen...24 3.4 Verblijfsmogelijkheden...25

3.4.1 Extramurale hulpverlening...25 3.4.2 Residentiële woonvorm...26 3.4.3 Wachtlijsten...27 3.4.4 Pensioen en rusthuisprijs...28 3.5 Dementie...29 3.5.1 Definitie...29 3.5.2 Verloop...29 3.5.3 Beleving bij de dementerende persoon...30 3.5.4 Betekenis voor de familieleden...30 3.5.5 Contact en communicatie met dementerenden...31 3.6 Ouderenmishandeling...31 4 Onderzoek...33 4.1 Voorbereiding...33 4.1.1 Keuze onderzoek...33 4.1.2 Onderzoeksregio...34 4.1.3 Afspraken afnames...34 4.2 Uitvoering...35 4.2.1 Verloop...35 4.2.2 Problemen in het proces...35 4.2.3 Vertekening in onderzoek...36 4.3 Verwerking...36 4.4 Resultaten...37 4.4.1 Resultaten interviews directie...37 4.4.2 Resultaten enquêtes ouderen...39 4.4.3 Resultaten enquêtes familie...55 4.5 Advies...58 4.5.1 Algemeen advies naar de overheid...58 4.5.2 Advies aan Home-Info omtrent promotie...60 Besluit...63 Bijlage...67 Bijlage 1: Samenwerkingscontract...68 Bijlage 2: Plan van aanpak...75 Bijlage 3: Begrotingsoverzicht...81 Bijlage 4: Financieel verslag...84 Bijlage 5: Lijst geënquêteerde rusthuizen en serviceflats...85 Bijlage 6: Afsprakenoverzicht...89 Bijlage 7: Enquête voor bewoners rusthuis/serviceflat...92

Bijlage 8: Enquête voor de familie...99 Bijlage 9: Enquête directie/sociale dienst...105 Bijlage 10: Brief aan directie van studenten...106 Bijlage 11: Brief aan directie uitgaande van Home-Info...107 Bijlage 12: De 10 geboden voor contact en communicatie met een dementerende persoon...108 Bijlage 13: Tabellen vergrijzing...109 Bijlage 14: KATZ-schaal...110

Inleiding Veiligheid die een rusthuis biedt is onbetaalbaar, OCMW bouwt nieuwe rusthuizen en serviceflats, Wachtlijst voor elk rusthuis, dit zijn slechts enkele titels van krantenkoppen die de voorbije weken de kranten haalden. Ouderen en rusthuizen zijn een zeer actueel thema, je hoort of leest er bijna dagelijks iets over. Dit is tevens het thema van ons project. Meer specifiek kan je in dit project te weten komen hoe betrokken de oudere is bij de opname in een rusthuis of serviceflat. Deze probleemstelling kregen wij voorgelegd door de organisatie Home-Info. Wij trachtten hierop een antwoord te formuleren door een enquête af te nemen. Hiervoor zijn we naar verschillende rusthuizen en serviceflats getrokken om ouderen en familieleden te enquêteren. Verder in dit rapport zal u de resultaten hiervan uitvoerig kunnen bekijken. Eerst en vooral willen we in ons organisatieverslag toelichten wat de organisatie Home-Info concreet doet, hoe ze tewerk gaat, wie de doelgroep is,... Dit is belangrijk omdat de lezer dan een goed beeld krijgt van onze opdrachtgever. Vervolgens lichten we de projectvoorbereiding toe. Hier kan u lezen wat de probleemstelling, de vraagstelling en de doelstelling van dit project is. Hierbij vindt u ook de indeling van de functies in onze groep om een optimale samenwerking te garanderen. Ten derde vindt u de omkadering van de problematiek. We hebben enkele thematieken gebundeld met betrekking tot ons onderwerp. Deze toelichting vonden wij belangrijk om een duidelijk beeld te scheppen over ouderen en rusthuizen/serviceflats. Aangezien het onderwerp brandend actueel is, wilden we dit zeker een plaatsje geven in ons rapport. Het volgende hoofdstuk is misschien wel het belangrijkste. Dit bevat ons concreet onderzoek en is tevens de kern van ons project. Hier geven we meer uitleg over de werking van ons onderzoek, hoe we de zaken hebben aangepakt, wat onze resultaten zijn,... Hier zit ook ons advies in verwerkt. We hebben zowel een advies rond promotie als een advies naar de overheid geformuleerd. Tenslotte hebben we een algemeen besluit geschreven met onze bevindingen en een algemene beschouwing van onze enquêteresultaten. 7

1 Organisatieverslag 1.1 Identificatiegegevens Home-Info vzw Groot Eiland 74 1000 Brussel Tel.: 02/511.91.20 Fax: 02/511.77.01 Site: www.home-info.be e-mail: home.info@misc.irisnet.be 1 1.2 Korte historiek In 1979 werd vanuit de Franstalige Télé-Service, een Nederlandstalige werking opgericht namelijk het Sociaal Centrum Teledienst. Binnen Télé-Service was deze Franstalige dienst Infor-Homes reeds actief. Om Nederlandstalige ouderen en hun familie te helpen bij hun zoektocht naar een nieuwe woonplaats, werd binnen het Sociaal Centrum Teledienst gestart met de uitbouw van een Nederlandstalige werking. Omdat er regelmatig vraag was naar rusthuizen buiten Brussel, werd er eveneens gestart met het uitbouwen van een documentatiebestand van de rusthuizen in de regio Halle-Vilvoorde. In 1988 werd de vereniging Home-Info omgebouwd tot een vzw. Op dat moment werd ook de Franstalige afdeling Infor-Homes de Overkoepelende vzw Home-Info/Infor-Homes opgericht. Het is deze overkoepelende vzw die erkend is door de GGC (= Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie) dat een jaarlijkse betoelaging voorziet voor beide diensten. Tot 1996 werkte de vzw Home-Info onder de vleugels van het Sociaal Centrum Teledienst (nu CAW Archipel) en was deze er eveneens gehuisvest. Vanaf 1996 is Home-Info omwille van subsidiëringwijzigingen binnen het CAW volledig autonoom geworden en in 2002 verhuisd naar het huidig adres. 2 1 Home-Info. Internet. 30 november 2007 (http://www.home-info.be/) 2 VANDERMEULEN, J., (home.info@misc.irisnet.be), historiek. E-mail aan SEGERS, A., (ann.segers2@student.ehsal.be) 8

1.3 Doelgroep en algemene werking van Home-Info De doelgroep van Home-Info zijn ouderen en/of hun familie die op zoek zijn naar een andere woonplaats. Deze woonplaats is meestal een rustoord/- huis of een serviceflat. De oudere of familieleden kunnen langsgaan bij Home-Info en voorleggen waar ze juist naar op zoek zijn. De algemene werking van Home-Info situeert zich op 2 niveaus. Deze ziet u in onderstaande figuur. 3 1 Algemeen : preventief, sensibilisering, signaalfunctie 2 Belangenverdediging 3 Informatie, advies en oriëntatie 1.3.1 Algemene functie Home-Info registreert alle vragen, problemen en noden met betrekking tot de residentiële voorzieningen. Knelpunten en leemten worden gesignaleerd aan de bevoegde overheden of betrokken organisaties. Daarnaast wordt er ook preventief en sensibiliserend gewerkt. Dit door het organiseren van vormingsmomenten, infosessies, het uitbrengen van publicaties omtrent ouderenzorg, enzovoort. 1.3.2 Belangenverdediging Ouderen die reeds in een residentiële voorziening verblijven kunnen bij Home-Info terecht met problemen en klachten. Via een gesprek met de betrokkene, de familie of hulpverlener wordt het probleem verkend en naar oplossingen gezocht. 3 HOME-INFO, jaarverslag. 2006, p.1 (interne nota) 9

1.3.3 Informatie, advies en oriëntatie Home-Info informeert, adviseert en oriënteert ouderen, hun familie, mantelzorgers en deskundigen bij het zoeken naar een residentiële ouderenvoorziening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in het arrondissement Halle-Vilvoorde. Onder de term residentiële woonvormen vallen zowel de rusthuizen, rust- en verzorgingsinstellingen, serviceflats als alternatieve formules zoals dagopvang, kortverblijf, weekend- en nachtopvang, en andere. Als autonome organisatie stelt Home-Info zich onafhankelijk op ten aanzien van deze initiatieven. 1.4 Doel en visie 1.4.1 Werkwijze van Home-Info Er bestaan diverse, al dan niet commerciële, gidsen en brochures met adressenlijsten van rusthuizen. Men vindt er een opsomming van een aantal objectieve gegevens zoals adres, telefoon, aantal bedden, uitrusting van de kamers, enzovoort. Door gebruik te maken van dergelijke publicaties wordt het keuzeproces van de betrokkene(n) gestuurd vanuit het aanbod en niet vanuit specifieke noden en behoeften van de oudere. We stellen ook vast dat Home-Info méér in petto heeft, ze streven ernaar een instelling aan te bevelen waarvan de dienst- en zorgverlening overeenstemt met de noden van de oudere. Het uitgangspunt van Home-Info hierbij is dat de vraag van de oudere centraal moet staan in het keuzeproces. Het toekomstige rusthuis wordt zijn/haar leefomgeving en is het milieu die de thuis vervangt. Deze keuze moet uiteraard grondig voorbereid worden. Bij de keuze van een rusthuis moet er rekening gehouden worden met heel wat aspecten. In eerste instantie is uiteraard de fysieke en psychische toestand van de persoon in kwestie van essentieel belang. In welke mate kan hij/zijn zelfstandig functioneren? Welke zijn/haar specifieke behoeften? Op dergelijke vragen bestaan geen universele antwoorden vermits elk individu uniek is. Ook is iedere instelling verschillend, niet alleen qua prijs en comfort, maar ook wat betreft de architectuur en de infrastructuur, de zorgverlening, Het is bijgevolg belangrijk de juiste persoon naar de juiste instelling te verwijzen. Om de methodiek van Home-Info duidelijk te omschrijven, maken we een onderscheid tussen twee belangrijke deelaspecten van de werking, deze worden hieronder uitgebreid besproken: 1. het verzamelen van informatie 2. het verstrekken van informatie, advies en begeleiding 10

1.4.2 Het verzamelen van informatie Om de vragen van cliënten te beantwoorden, moeten de residentiële ouderenvoorzieningen regelmatig bezocht worden om een duidelijk beeld te krijgen van het aanbod. Het inwinnen van informatie over deze instellingen gebeurt via diverse kanalen, waarvan het bezoek aan de instelling het belangrijkste is. Zo een bezoek heeft twee luiken: een gesprek en een rondleiding. Daarnaast zijn er ook nog andere informatiebronnen. 1.4.2.1 Het gesprek Aan de hand van een uitgebreid vragenformulier tracht de afgevaardigde van Home-Info een beeld te krijgen van de betrokken instelling. Zo wil ze enerzijds zicht krijgen op deze objectief vast te stellen feiten, anderzijds brengt ze de visie en de uitgangspunten van de ouderenvoorziening in kaart. 1.4.2.2 De rondleiding Bij de rondleiding wordt de congruentie nagegaan tussen woord en daad. Er wordt met andere woorden getoetst of datgene wat verteld wordt ook weerspiegeld is in de concrete werking. 1.4.2.3 Andere informatiebronnen inlichtingen van sociale diensten getuigenissen van bewoners en/of familieleden getuigenissen van vroegere cliënten Kortom, de gegevens vanuit deze drie invalshoeken worden samengebracht en met elkaar vergeleken. Deze werkwijze laat de organisatie toe een totaalbeeld te krijgen van de voorziening en uitspraken te doen over de geboden kwaliteit. 1.4.3 Het verstrekken van informatie, advies en begeleiding We willen hier een onderscheid maken tussen de informatie die verstrekt wordt aan particuliere hulpvragers en de informatie die gegeven wordt aan externe diensten. 1.4.3.1 Particuliere hulpvragers Particuliere hulpvragers kunnen de oudere zelf zijn, hun familieleden, vrienden of kennissen. In principe worden de betrokkenen steeds uitgenodigd voor een persoonlijk gesprek. Enkel indien zij daar niet toe in staat zijn, worden bepaalde vragen schriftelijk of telefonisch beantwoord. Home-Info vertrekt steeds informatie vanuit de beleving van de cliënt en zijn directe omgeving. 11

Het moeten plaatsen van een familielid is vaak een crisismoment, zowel voor de betrokkene als voor de familie. Ook de confrontatie met een steeds toenemende zorgafhankelijkheid gaat gepaard met tal van emoties. Indien de opname in een rusthuis aangewezen lijkt, wordt er een profiel opgesteld van de kandidaat rusthuisbewoner. Vervolgens selecteren zij een aantal instellingen die beantwoorden aan dat profiel. Hierover krijgen de mensen informatie mee. Verder wordt er ook informatie van algemene aard meegegeven, zoals informatie over de wetgeving, de normen, de rechten en plichten, enz. De zorgvraag en het zorgaanbod worden zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. De informatie over de rusthuizen die doorgegeven wordt, is geselecteerd op basis van de verwachtingen, de wensen en de noden van de oudere. Zo wordt tegemoetgekomen aan de vraag van zorg op maat. Tot slot wordt er ook een denkkader aangereikt waardoor de betrokkenen in staat worden gesteld zelf een verantwoorde keuze te maken voor een bepaalde ouderenvoorziening. Home-Info stelt al te vaak vast dat mensen zich bij hun keuze niet baseren op elementen van primair belang. 1.4.3.2 Externe diensten Externe diensten die vaak een beroep doen op Home-Info zijn: sociale diensten van mutualiteiten, ziekenhuizen, OCMW s, diensten geestelijke gezondheidszorg, Vaak worden de betrokken vanuit deze diensten doorverwezen naar Home-Info. Indien een doorverwijzing niet mogelijk is worden de hulpvragen schriftelijk of telefonisch beantwoord. 1.4.4 Preventief werken Zoals reeds vermeld werd kiezen heel wat mensen voor een residentiële ouderenvoorziening zonder zich vooraf grondig te informeren. Niet zelden is de oudere zelf hiervan het slachtoffer. Om dergelijke situaties te vermijden wil Home-Info ook het brede publiek informeren. Dit gebeurt onder meer door het geven van voordrachten, de uitgave van publicaties en via deelname aan studiedagen, colloquia en seminaries. Voorbeeld: voordrachten Het gaat hier voornamelijk over het geven van infosessies voor een ruim en uiteenlopend publiek zoals: Seniorenverenigingen en socio-culturele verenigingen Studenten maatschappelijk werk, verpleegkundige, gezins- en bejaardenhulp Werkgroepen actief in de sector van de ouderenvoorzieningen 12

1.4.5 Belangenverdediging van de rusthuisbewoners De belangenbehartiging situeert zich voornamelijk op volgende vlakken: Het bieden van juridische informatie omtrent de wetgeving aangaande rusthuizen Individuele klachten Algemeen: actie voeren ter bevordering van het welzijn van de ouderen die zich in een residentiële voorziening bevinden Aantal bevindingen: Wanneer gegronde klachten gesignaleerd worden en men hierover uitdrukkelijk een interventie wenst vanwege Home-Info, wordt er steeds gestreefd naar een minnelijke schikking met de betrokken instelling. De personen die contact opnemen in verband met klachten zijn in hoofdzaak familieleden van de rusthuisbewoner. Zelden zijn het de ouderen die een klacht formuleren. De probleemsituatie, zoals die verwoord wordt door de aanklager, verschilt vaak van de omschrijving van de moeilijkheden door de directie. De betrokkenen beleven het probleem dikwijls gevoelsmatig. Regelmatig doen zich problemen voor die, mits bespreking met de directie of met het personeel, vrijwel onmiddellijk opgelost hadden kunnen worden. Door gebrek aan communicatie tussen directie, bewoner en familie stapelen de moeilijkheden zich op. Het kan ook gebeuren dat de klachten niet ernstig genomen worden door de directie en daarom kan er geen oplossing gevonden worden voor het probleem in kwestie. Een klacht die gesignaleerd wordt kan soms een aantal andere klachten in zich dragen. Voorbeeld: er wordt een financiële klacht gemeld, maar doorheen het gesprek blijkt dat er andere factoren zijn die het zich goed voelen in de instelling in de weg staan. Het financiële probleem is dan slechts de druppel die de emmer doet overlopen. Sommigen geven een klacht door maar vragen geen directe interventie vanwege Home-Info. Zij willen anoniem blijven. 13

Bij verwarde of demente ouderen is het vaak moeilijk om de aard of de omvang van een klacht in te schatten, dit zowel voor de familie, de directie als het personeel. De familieleden zelf hebben vaak een aantal vragen, bedenkingen en/of tegenstrijdige gegevens en weten er geen raad mee. Vaak heeft de directe omgeving ook schuldgevoelens omdat ze hun vader/moeder in een rusthuis hebben laten opnemen. Bepaalde probleemsituaties ontstaan omdat de oudere en zijn familie niet weten welke hun rechten en plichten zijn. 4 4 Ibid. p.5-10 14

1.5 Structuur 1.5.1 Raad van bestuur De Raad van Bestuur is pluralistisch samengesteld 5 : Voorzitter Bestuurders Leden Waarnemende leden 1.5.2 Personeel Het team van Home-Info bestaat uit vier beroepskrachten en drie vrijwilligers: Beroepskrachten: Ariane VANDEN BOSSCHELE Jaklien VANDERMEULEN, directie/coördinatie Relinda VANDERSTRAETEN Vrijwilligers: Annie DESCHUYTTER, Rita FERMON, Anne-Marie DELEYN 1.6 Financiële middelen De inkomsten van Home-Info bestaan voor 99% uit subsidies. Naast deze subsidiesteun vraagt Home- Info een vergoeding voor de uiteenzettingen die men geeft. Home-Info ontvangt subsidies via 2 kanalen: Subsidie overkoepelende vzw Home-Info/Infor-Homes Het verenigde college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC) heeft de overkoepelende vzw Home-Info/Infor-Homes erkend en voorziet een jaarlijkse betoelaging van 100 000 te verdelen onder de twee autonome vzw s, Home-Info en Infor-Homes. Subsidie vzw Home-Info De vzw Home-Info ontving voor zijn werking 2006 een toelage van 38 000 van de Vlaamse gemeenschapscommissie (VGC) en 13 638 bijpassing social profit. 6 5 Ibid. p2 15

1.7 Samenwerkingsverbanden Bij Home-Info zijn de samenwerkingsverbanden erg cruciaal. De samenwerking van Home-Info met allerhande woonvoorzieningen voor ouderen bepaalt het succes van hun werking. Ouderen en hun familieleden komen immers bij hen terecht op basis van de positieve kennis over de organisatie door middel van mond-aan-mondreclame. De samenwerkingsverbanden bevinden zich op 2 vlakken. Zo wordt er samen gewerkt met het Brussels Hoofdstedelijk gewest en Vlaanderen. 1.7.1 Samenwerking Brussels Hoofdstedelijk gewest. VZW Infor-Homes De samenwerking met de Franstalige zusterorganisatie VZWInfor-Homes gebeurt onder de vorm van de overkoepelende vzw Home-Info/Infor-Homes. Administratie van de GGC Zowel Home-Info als Infor-Homes nemen op regelmatige tijdstippen deel aan de vergaderingen met de inspectrices van de bicommunautaire instellingen. Nederlandstalige organisaties in het Brusselse Home-Info is lid van een aantal Brusselse organisaties die actief zijn binnen de ouderenzorg: Brussels Overleg Thuiszorg (BOT), Seniorencentrum, Vereniging van Bezoekers aan Verzorgingsinstellingen (VBV), Brusselse welzijns- en gezondheidsraad, Expertisecentrum Dementie Broes, Adviesraad Welzijn VGC en de Ouderenraad. Sociale diensten Ook de sociale diensten van ziekenhuizen, mutualiteiten, OCMW s, CAW s en dienstencentra worden nauw betrokken bij de samenwerking. 1.7.2 Samenwerking Vlaanderen Het platform Home-Info Dit platform werd in 1996 opgericht en bestaat uit: Home-Info-Brussel, Seniorama Leuven, Home-Service Gent en het thuiszorgcentrum Aalst. De samenwerking binnen dit platform heeft als doel het uitwisselen van informatie omtrent de nieuwe ontwikkelingen in de sector en 6 Ibid. p.4 16

het op mekaar afstemmen van de werkingen van de verschillende informatiediensten in Vlaanderen en Brussel. Vlaams Agentschap voor Zorg en Gezondheid Op regelmatige basis zijn er contacten met de rusthuisinspectie van de Vlaamse Gemeenschap en met de Rusthuis-Infofoon. Deze contacten gebeuren vaak persoonlijk, telefonisch of via vergaderingen. 7 2 Projectvoorbereiding 2.1 Van probleemstelling naar doelstelling Cijfergegevens uit het jaarverslag van Home-Info hebben aangetoond dat het grotendeels de familie van de ouderen of sociale diensten zijn die langskomen om meer informatie te verkrijgen over residentiële woonvormen voor ouderen. Home-Info vroeg zich daardoor af of de mensen die informatie vragen ook diegenen zijn die effectief de beslissing tot opname nemen? En in hoeverre en op welke manier wordt de oudere al dan niet betrokken en heeft hij/zij inspraak in het keuzeproces? Na het opkomen van deze vragen heeft Home-Info beslist om de EHSAL-hogeschool in te schakelen in de hoop dat een groepje studenten hen zou kunnen helpen om een gepast onderzoek op poten te zetten. Nu kunnen we dus stellen dat de vraagstelling van dit project als volgend luidt: In hoeverre zijn ouderen betrokken bij de keuze tot opname in een rusthuis/serviceflat?. 2.2 Van vraagstelling naar doelstelling In de loop van dit project trachten wij dus aan de hand van enquêtes een gepast antwoord te vinden op bovenstaande vraagstelling. Het doel van dit project is te achterhalen naar welke doelgroep onze opdrachtgever zich moet richten. Dit om consequent om promotie te voeren, correct advies te kunnen formuleren naar de overheid toe en om een duidelijk beeld te krijgen van het doelpubliek van Home- Info. Dit doelpubliek zal blijken uit de resultaten van de enquêtes die verwerkt worden in ons rapport. Dit rapport is niet alleen van belang voor Home-Info, het kan namelijk ook door de rusthuizen worden ingekeken. Deze informatie is ook relevant voor hen, niet alleen op het vlak van promotie, maar ook op het vlak van tevredenheid in hun rusthuis/serviceflat. 7 Ibid. p. 3 17

2.3 Rollen en functies binnen de projectgroep Om een duidelijke structuur te verwerven, heeft iedere deelnemer van de projectgroep een functie gekregen: Voorzitter/gespreksleider De voorzitter neemt een leidinggevende en sturende functie op. In geval van conflict of twijfel treedt de voorzitter op als bemiddelaar. Tijdens de vergaderingen zorgt zij ervoor dat iedereen aan het woord kan komen en dat er naar iedereen geluisterd wordt. Tevens is zij verantwoordelijk voor het bundelen van de agendapunten voor de vergadering en het opstellen van de actieagenda voor de projectmomenten. Verantwoordelijke: Eline Guettard. Financieel verantwoordelijke De financieel verantwoordelijke houdt zich bezig met de in en uitgaven van de projectgroep. Hij stelt een boekhouding op waarin de financiële kosten worden bijgehouden. Als financiële expert is hij inhoudelijk eindredacteur van de projectbegroting, het tussentijds financieel verslag en het financieel eindverslag. Verantwoordelijke: Korneel Braem. Eindredacteur De eindredacteur neemt de beslissingen over schriftelijke verslagen, controleert de layout en inhoud. Belangrijk hierbij is dat er steeds rekening gehouden wordt met de bemerkingen van de medestudenten. Verantwoordelijke: Marleen Walckiers. Contactpersoon naar projectcoach De contactpersoon is de schakelpersoon tussen de projectgroep en projectcoach. Zij zal contact opnemen met de coach indien er vragen zijn over het project. Verantwoordelijke: Karlien Ringoir. Contactpersoon naar organisatie De contactpersoon naar de organisatie legt steeds de afspraken vast met de organisatie. Ook alle andere contacten met de organisatie verlopen via deze persoon. Eveneens is zij contactpersoon met organisaties die meewerken aan de bevraging. Verantwoordelijke: Ann Segers Contactpersoon naar onafhankelijke deskundige De contactpersoon is het aanspreekpunt voor de onafhankelijke deskundige. Zij legt contact met de deskundige en bespreekt het advies. Verantwoordelijke: Marleen Walckiers. 18

Contactpersoon naar secretariaat De contactpersoon zorgt voor de kopies, praktische regelingen omtrent lokalen, telefoon, materiaal Verantwoordelijke: Maarten Vertongen. Verslaggever De verslaggever schrijft de besluiten uit die werden genomen en laat het verslag goedkeuren op de volgende vergadering. Verantwoordelijke: Karolien Mettens. Deze functie werd in mindere mate ook door andere teamleden uitgevoerd. Voorgaande functies werden samen opgesteld. We willen echter wel benadrukken dat het bundelen van de informatie, het schrijven van de teksten, het projectrapport en andere verslagen los staan van deze functies. Dit wil zeggen dat iedereen samenwerkt, hetzij in grote groep, hetzij in kleine subgroepen. Het is ook niet onbelangrijk om nog te vermelden dat deze rolverdeling niet enkel te maken heeft met de structuur. Sommige van de projectleden hebben bewust gekozen voor een taak waar ze zelf nog willen in evolueren. Met de leerdoelen in het achterhoofd hebben zij deze keuze gemaakt om deze zaken te oefenen en te verbeteren. Anderen hebben een taak gekozen die ze graag doen en hebben dan andere leerdoelen vooropgesteld die ze tijdens het project zelf wilden ontwikkelen. 19

3 Omkadering van de problematiek De leefwereld van de oudere is een onderwerp dat veel verschillende aspecten met zich meebrengt. Om hier duidelijkheid in te scheppen zullen we hieronder een beeld schetsen van wie wordt beschouwd als oudere, welke uitdagingen de vergrijzing met zich meebrengt, wat hen ertoe brengt om de keuze te maken om naar een rusthuis te gaan en welke mogelijkheden naar woonvormen toe ze dan hebben. Met het oog op de resultaten van ons onderzoek, die u verder kan lezen, zal u met deze omkadering voldoende kennis hebben om deze resultaten te plaatsen in een algemeen beeld. Verder hebben we nog kort de problematiek van dementie en ouderenmishandeling aan bod laten komen, omdat in ons onderzoek dementerende ouderen zijn opgenomen en omdat deze twee problematieken ook bepalen waarom ouderen niet zelfstandig naar organisaties als Home-Info gaan. 3.1 De bejaarde Ouderdom valt moeilijk te definiëren. In het bejaardendecreet worden bejaarden gedefinieerd als personen van zestig jaar en ouder. Bejaarden worden op basis van hun leeftijd ingedeeld in 2 groepen: de jong- en de hoogbejaarden. In de laatste groep zitten de 75-plussers. Het is onmogelijk om mensen te definiëren op basis van leeftijd. Wel wordt er vaak gekeken of ze beantwoorden aan bepaalde karakteristieken. Het leeftijdsgevoel dat iemand heeft, is per definitie persoonsgebonden, maar is eveneens in functie van de levenscontext en van de gezondheidstoestand van het individu. 8 Zorgbehoevende bejaarden hebben behoefte aan: o Zorg die toegankelijk/beschikbaar is (geen wachtlijsten of ingewikkelde intakeprocedures). o Een transparant zorgaanbod. o Flexibele zorg die afgestemd kan worden op de wensen van de bejaarde. o Kwalitatief hoogstaande zorg waarbij deskundigheid, betrouwbaarheid, aandacht voor de mantelzorg mogelijkheid tot 24-uurs zorg, gegarandeerd zijn. 8 VAN VELTHOVEN, J. en BOECKSTAENS, J., Is de ene bejaarde gelijker dan de andere?, Leuven, Garant, 1993, 154 p. 20

Zorgbehoeften ontstaan wanneer ouderen zelf niet langer in staat zijn hun algemeen menselijke behoeften te vervullen. Uit onderzoek blijkt dat ouderen een tekort ervaren en op zoek gaan naar formele hulp, wanneer ze niet meer zelfstandig het huishouden kunnen doen, al dan niet met ondersteuning van de mantelzorg. 3.2 Vergrijzing van de bevolking 3.2.1 honderd jaar worden is geen voorpaginanieuws meer Vergrijzing is reeds lange tijd een hot item en zal dit waarschijnlijk nog enige tijd blijven. Het fenomeen vergrijzing wordt vaak in een negatief daglicht geplaatst en ouderen worden gestigmatiseerd door tal van stereotypen. De leeftijdspiramide 9 (zie bijlage 13) heeft de afgelopen 120 jaar een metamorfose ondergaan. De daling van het geboortecijfer zorgt ervoor dat de basis vernauwt ten voordele van de top. Eind twintigste eeuw werd er een vermindering vastgesteld van het aantal vrouwen op vruchtbare leeftijd. Dit zorgde logischerwijze voor een daling van het vruchtbaarheidscijfer. Ook de rem op de immigratie kan deze daling niet meer compenseren. Samen met de daling van het sterftecijfer leidt dit tot een verouderde bevolking, de zogenaamde vergrijzing. Van de totale bevolking in ons land vertegenwoordigen de 65-plussers ongeveer 17%. Het merendeel van deze 65-plussers zijn vrouwen. De babyboomgeneratie van de tweede W.O. en specifiek hun veroudering roept heel wat vragen op. Die vragen bevinden zich in de categorie financiën waar er een grote bezorgdheid heerst over de financiering van het huidige sociaal zekerheidssysteem door de inkomsten van de actieve en zodus werkende bevolking. De participatiegraad zou sterk moeten stijgen in de categorie 45-plussers, een vaststelling die de vergrijzing alleen maar complexer maakt. Anderzijds roept de kwestie ook sociale vragen op omtrent het welzijn van senioren en de solidariteit tussen de verschillende generaties. We zien dat het steeds minder vaak voor komt dat verschillende generaties binnen éénzelfde woonplaats verblijven. Doordat vrouwen meer buitenshuis zijn gaan werken en de familiebanden afzwakken, nemen minder gezinnen een oudere in huis. In 1991 was dit aandeel al met 1/3 gedaald ten opzichte van 1970. De vraag is of de steeds stijgende kosten voor de opvang van een oudere in een professionele instelling en de verzorging thuis deze trend in de toekomst zou kunnen doen keren. 10 9 FOD Economie, Algemene directie statistiek en economische integratie 2006. (www.ethesis.net/pensioenstelsel/pensioenstelsel_htm) 10 Vergrijzing, Internet (www.lesfamilles.be/ebooks/html_nl) 21

De laatste jaren is er veel tijd en energie besteed aan het ontwikkelen van nieuwe zorgvormen (bijvoorbeeld: kangoeroewonen, duplexwonen, ) die het comfort en het welzijn in grote mate verbeteren. Zo is de extramurale zorg toegenomen; op vele manieren trachten we de oudere in hun eigen omgeving te houden. Deze extramurale zorg maar ook de mantelzorg en thuiszorg zorgen er naast hun maatschappelijk nut ook voor dat niet al het beschikbare geld moet gaan naar nieuwe rusthuizen. Die rusthuissector wint veel aan belang dankzij de vergrijzing. De garantie van voldoende maar vooral betaalbare ouderenzorg is een uitdaging vandaag en zeker ook in de toekomst. Het moeilijkste moment in deze vergrijzingkwestie wordt verwacht in 2030 wanneer de 60-plussers 1/3 van de bevolking in Vlaanderen zullen vertegenwoordigen. Om dan nog de vergrijzing te kunnen dragen zou de structurele werkloosheidsgraad 7,5% moeten bedragen die nu rond de 12% schommelt. Net omdat de ouderen zolang mogelijk thuis willen blijven, stijgt het aandeel zwaar zorgbehoevende ouderen zoals chronisch zieken en dementerenden aan de start van de opname binnen de voorzieningen. Om aan deze stijgende zorggraad en toenemende behoeften aan de zorg te kunnen voldoen, zijn er aanpassingen nodig in het personeelsbeleid. Eén van de voorstellen hieromtrent is een vorming ouderenzorg voor alle beroepen in de gezondheidssector en de maatschappelijke dienstverlening. Andere voorstellen binnen het personeelsbeleid zijn: specifiekere opleidingen, meer arbeidskrachten binnen ouderenvoorzieningen,. Ook aanpassingen van de infrastructuur en voorzieningen zijn nodig. Dit zou kunnen mogelijk gemaakt worden door o.a. optimalisering van de verblijfsduur van hoogbejaarden, besteding van bijzondere aandacht aan dementerenden, verhoging van het aantal geriatrische bedden, verbetering aanbod thuisvoorziening, bevordering van maatregelen die beperkingen helpen voorkomen, investeren in de bouw van nieuwe rustoorden en rust- en verzorgingstehuizen,. In verband met de laatste maatregel worden reeds subsidies aangevraagd bij het VIPA d.i. Vlaams Infrastructuurfonds voor Personeelsgebonden Aangelegenheden voor het bouwen van nieuwe voorzieningen in het zorgaanbod. Er is echter wel een wachtlijst om deze te bouwen die meestal 2 à 3 jaar in beslag neemt. Al bij al mogen we de positieve kant van de vergrijzing niet uit het oog verliezen; mensen leven langer en in betere gezondheid. Eén van de effecten hiervan is dat ze hun familie uit verschillende generaties zien opgroeien. Als gevolg van een grote medische vooruitgang en steeds betere levensstandaard komt men nu tot een hogere levensverwachting. 22

3.2.2 Evolutie van de ouderen Door de jaren heen zien we dat de vergrijzing zich steeds verder doorzet. Mensen worden steeds ouder, dit is te wijten aan de economische, sociale en medische vooruitgang die de kans bieden om langer te leven. Het brengt een enorme uitdaging met zich mee. 11 Een duidelijk verschil met vroeger is de houding van de oudere ten opzichte van rusthuizen. Vroeger werd wel eens gezegd dat rusthuizen bestonden om mensen in weg te steken. Hier is duidelijk verandering in gekomen. De ouderen verkiezen een woonomgeving waar ze hun eigen leven kunnen leiden, ook wanneer ze zorgbehoevend worden. Dit kan ook in het rusthuis! Ze voelen er zich juist vrijer, doordat ze niet afhangen van de kinderen en ze zich eveneens geen zorgen hoeven te maken. Ouderen staan positiever tegenover een rusthuis, ze zien het als een meer verantwoorde keuze. Uit onderzoek is gebleken dat het grotendeel van de rusthuisbewoners zich ook thuis voelen in het rusthuis. Zo beantwoordt 86% van de ondervraagden de vraag of ze zich thuis voelen in het rusthuis positief. 12 Ook zien we een verschil in de duur van de opname. Personen met een zorgbehoefte worden voor kortere duur opgenomen in rusthuizen. 13 Dit houdt in dat de oudere niet meer zoals vroeger 10 tot 15 jaar in een rusthuis verblijft, maar gemiddeld een 3-tal jaar. 14 Hierbij aansluitend zien we dat ouderen steeds langer thuis blijven met behulp van mantelzorgers en thuiszorg (poetsvrouw, maaltijdbezorging aan huis en dergelijke). 15 De keuze om naar een rusthuis te gaan valt pas op hogere leeftijd. Gemiddeld is men nu al ver in de 80. 11 BULCKENS, R., e.a., Families in beweging. Een gezinsbeleid op maat? Brussel, Editions Luc Pire, 2007 12 VAN DEN BOER, L., PAUWELS, K., Thuis in het rusthuis. Internet, 13 september 2005 (http://aps.vlaanderen.be/cbgs/content/172.html) 13 BULCKENS, R., e.a., op.cit. 14 DEPRAETERE, I., Zeven honderplussers in Sint-Antonius. Rusthuisbewoners worden steeds ouder. De Standaard, 23 oktober 2007 15 BULCKENS, R., e.a., op.cit. 23

3.3 De keuze om te verhuizen Verhuizen is een ingrijpende gebeurtenis, zeker voor ouderen die de overstap moeten maken van hun eigen vertrouwde omgeving naar een rusthuis. De beslissing om naar een rusthuis te gaan is dan vaak moeilijk. De oudere kijkt hier zelf meestal niet naar uit. Waardoor de stap pas gezet wordt naar aanleiding van een toenemende zorgbehoevendheid en/of door een verminderde mobiliteit. De overstap naar het rusthuis gebeurt dan vaak in haast en spoed zonder veel voorbereiding. Zo bestaat er bij de verhuizing het risico dat ouderen brutaal worden afgescheiden van hun eigen leefwereld. 16 Een op zes van de ouderen die in een rusthuis terechtkomen, kiest daar uit eigen beweging voor. Ze kiezen bewust voor een rusthuis om de vereenzaming te doorbreken en niet afhankelijk te worden van hun kinderen of andere familieleden. 17 De overige ouderen in een rusthuis zijn ouderen die rechtstreeks van hun eigen woning naar het rusthuis zijn verhuisd. Sommigen worden via het ziekenhuis of revalidatiecentrum naar het rusthuis doorverwezen. Vaak is het zo dat deze personen nooit meer naar huis terugkeren. Dit zijn problematische situaties aangezien er geen keuzemogelijkheid is voor de oudere. 18 De grote boosdoener voor het rusthuis is het taboe dat erop rust. Er hangt een heel negatief beeld vast aan het rusthuis. In de ogen van de mensen is het rusthuis nog steeds een crepeerhok, het gesticht. 19 Het schrikt mensen af. Daarom is het belangrijk dit taboe en de barrières die er zijn te doorbreken. Dit kan door mensen op de hoogte te brengen van de werking in een rusthuis en de wettelijke kaders omtrent de opname. Dit kan gebeuren via ouderverenigingen, maar ook via organisaties als Info- Home. Bij onze noorderburen ontwikkelde de Symfora groep een cursus Goed voorbereid waar ouderen klaargestoomd worden om te verhuizen naar het rusthuis. De deelnemers krijgen er veel praktische informatie en gaan met elkaar in gesprek over de geplande verhuizing. 20 Zo kan men mythes doorbreken waardoor de overgang naar een rusthuis makkelijker wordt. 16 DEBOSSCHERE,A.(red.),Het rusthuis. Leven in, kiezen voor.antwerpen/appeldoorn, Garant,2005 17 PIRE,L., Een op de zes bejaarden kiest zelf voor rusthuis. De morgen, 7 mei 2007 18 DELCOUR,M.P., Kiezen voor het rusthuis:tussen verdriet en een nieuw begin. Families in beweging, april 2007 19 Ibid. 20 VAN T LAND,M., Goed voorbereid naar het rusthuis. Zorginstellingen. Automatisering en domotica. jrg32, nr5, 2007, p33-34 24

3.4 Verblijfsmogelijkheden Deze tekst is gebaseerd op een site. 21 De overheid moet een goed preventief beleid voeren in verband met de vergrijzing. Inge Vervotte, Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, heeft beleidsmatig gekozen om tegemoet te komen aan de wens van de ouderen om zolang mogelijk thuis te blijven. In afwachting dat er een stormloop is naar de voorzieningen wordt er gewerkt aan de variëteit in het zorgaanbod. Mensen moeten namelijk beroep kunnen doen op de zorg die voor hen het meest geschikt is. Omdat senioren zelf ook zo lang mogelijk thuis willen blijven komen ze met een zware zorggraad de residentiële woonvormen binnen. Er moet dus veel en goed opgeleid personeel zijn. Met de overheid is men tot een akkoord gekomen om meer RIZIV 22 -middelen voor Vlaanderen ter beschikking te stellen. Op deze manier zal er goed voor de zorgbehoevende patiënten gezorgd kunnen worden. 3.4.1 Extramurale hulpverlening Er zijn zorgbehoevende ouderen die nog thuis kunnen blijven, maar een zware zorg vragen aan hun mantelzorgers, de mensen die continu voor hen zorgen. Om deze te ontlasten bestaan er allerlei initiatieven die de zorg voor de oudere tijdelijk van hen overnemen. Men noemt ze extramurale initiatieven omdat ze buitenshuis georganiseerd worden ter ondersteuning van de thuiszorg. De opvang is meestal gekoppeld aan een woon- en zorgcentrum of een rust- en verzorgingstehuis. 3.4.1.1 Dagcentra Een dagcentrum is een centrum dat tijdens de dag opvang biedt aan ouderen. Op die manier krijgen mantelzorgers de kans om even op adem te komen en ontlast te worden van hun zware taak. De bejaarde zal begeleid worden door een professioneel team en krijgt een reeks activiteiten aangeboden. Deze dwingen hem om zich te blijven uiten en te blijven communiceren met anderen. Ook probeert men hem te helpen om in zekere mate zelfredzaam te blijven en wil men de plaatsing in een instelling zo lang mogelijk uit te stellen. 21 Wonen en zorg. Internet, 16 december 2007. (www.seniorennet.be) 22 Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. 25

3.4.1.2 Avond- en/of nachtopvangcentra Deze centra werken volgens het zelfde principe als de dagcentra en zijn bedoeld voor demente personen die s nachts actief zijn. Tijdens de nachten is er een professioneel team, waardoor de naasten even kunnen uitblazen en wat kunnen slapen. 3.4.1.3 Kortverblijf Kortverblijf betekent dat er de mogelijk is voor oudere mensen om een bepaalde tijd in een residentiele voorziening te verblijven. Soms kan het gebeuren dat de familie wegens ziekte, werk, verhuis of eventueel vakantie tijdelijk niet in staat is om te zorgen voor de bejaarde. In dat geval bestaan er verschillende mogelijkheden om de zorgbehoevende tijdelijk elders op te vangen. Kortverblijven gebeuren gewoonlijk in een rustoord voor bejaarden, dit echter wel voor een beperkte periode. 3.4.2 Residentiële woonvorm Wanneer de bejaarde echter niet langer thuis kan blijven, moet een plaatsing in een residentiële instelling overwogen worden en is deze noodzakelijk. Dit om veiligheidsredenen van de toekomstige bewoner, maar ook voor de gezondheid van de mantelzorger. Deze beslissing kan voor de patiënt en zijn naasten een kritiek moment zijn. Vooral schuldgevoelens bij de naasten komen de kop op steken. Na de plaatsing van de bejaarden blijft de rol van de familie en de mantelzorger essentieel. 3.4.2.1 Woningen Wanneer bepaalde bejaarden niet meer thuis kunnen blijven omdat ze niet meer van de trappen kunnen of omdat ze niet meer in bad kunnen zijn er speciale woningen voorzien. Deze woningen zijn aangepast aan de noden van een ouderen en beschikken over een lift, een ruime badkamer met douche met stoeltje in, een gemakkelijke keuken, Alles is erg ruim om het gebruik van een rolstoel mogelijk te maken. Deze woningen zijn te huren en hangen meestal samen met een rusthuis. De mensen die hier komen inwonen hebben meestal ook voorrang als ze na een paar jaar geïnteresseerd zijn in een plaats in het rusthuis. 3.4.2.2 Serviceflats Serviceflats bieden een meer aangepaste en comfortabele woonomgeving aan oudere personen die nog vrij zelfstandig kunnen functioneren. Vaak kunnen en/of willen ze niet meer thuis wonen, omdat hun woonomgeving onaangepast is of omdat ze toch behoefte hebben aan een zekere omkadering. De dienstverlening in een serviceflat is echter wel eerder beperkt. Er wordt continue gerekend op de zelfredzaamheid van de oudere, maar er kan wel steeds beroep gedaan worden op de dienstverlening waar de serviceflat mee samenwerkt. Dit betekent dat ouderen slechts hulp krijgen als ze hier expliciet 26

om vragen. Het gaat hier over verpleging, onderhoud flat, maaltijden, Deze diensten worden extra aangerekend naast de huurprijs. 3.4.2.3 Woon- en zorgcentra (ROB s) Rusthuizen, tegenwoordig woon- en zorgcentra genoemd, zijn overheids- of privé-instellingen die personen opvangen boven de 60 jaar, die gezien hun gezondheidstoestand geen intensieve medische zorg nodig hebben. Het rusthuis moet gekozen worden op basis van de volgende criteria: in welke mate kan het specifieke zorg bieden die de bejaarde in kwestie nodig heeft, hen een veilige omgeving bieden en hen blijven opvangen tot aan het einde van hun leven, ongeacht hoe hun ziekte evolueert. Er is 24u/24u personeel aanwezig die instaan voor de bewoners. 3.4.2.4 Rust- en verzorgingstehuizen (RVT s) Wanneer de bejaarde intensievere medische zorg nodig heeft, moet hij opgenomen worden in een RVT. Om hier terecht te kunnen, moet de bejaarde voor zijn dagelijkse bezigheden afhankelijk zijn van de hulp van derde. Om mensen hier toe te laten, moet men een Katz-schaal (zie bijlage 14) invullen. In dit instrument worden punten gegeven op een aantal voorwaarden zoals kleden, eten, wassen, verplaatsen, toiletbezoek en mentale toestand. Aan de hand van dit instrument kan men zien of de bejaarde geschikt is. Hier is ook 24u/24u verplegend personeel aanwezig die klaarstaan als bewoners intensieve zorg nodig hebben. Aangezien deze bewoners meer hulp vragen, is er ook meer personeel en materiaal nodig. Er moet een aangepaste accommodatie en infrastructuur zijn: verplicht kinésitherapeutenlokaal, brede deuren, aangepast bad, stalen verpleegster, Een RVT is net als het rusthuis een collectieve woonvorm. De bewoners hebben een eigen kamer, maar er zijn ook gemeenschappelijke ruimtes zoals het restaurant, het salon, 3.4.3 Wachtlijsten Wachtlijsten binnen de rusthuizensector, het is een probleem waar iedere persoon die te maken heeft met rusthuizen weet van heeft. Over hun bestaan twijfelt niemand, maar over hoe lang deze wachtlijsten (bekeken over heel Vlaanderen en Brussel) juist zijn, bestaan geen precieze cijfers. Er zijn m.a.w. geen tastbare overzichten van hun lengte. De rusthuizen houden wel individueel wachtlijsten bij, maar deze houden geen rekening met dubbeltellingen, de ernst van de opname, enz. 23 De christelijke mutualiteiten verwachten dat er 40 000 extra rusthuisbedden nodig zijn om in de komende decennia de vergrijzing te kunnen opvangen. Sommigen zien de privé-markt hier als de 23 VAN RIET, J., Weliswaar. Wie oud wordt, moet wachten. Internet, z.j. (http://www.weliswaar.be/dyn/pdf/202.pdf) 27

oplossing voor de behoefte aan meer rusthuizen. De Vlaamse regering heeft het afgelopen jaar al een inspanning gedaan. Ze heeft een inhaalbeweging gemaakt door de subsidiëring voor de bouw van rusthuizen te vereenvoudigen. Dit is een stap in de goede richting, maar er zullen nog verdere initiatieven moeten worden genomen. 24 3.4.4 Pensioen en rusthuisprijs Uit cijfergegevens blijkt dat voor vele senioren de huidige kost voor een rusthuis onbetaalbaar is. Een rusthuisbewoner moet gemiddeld 40,82 per dag betalen, maandelijks is dat ongeveer 1208. In deze prijs zitten de supplementen reeds bijgerekend, zoals incontinentiemateriaal, tv, telefoonaansluiting,... Dit alles terwijl het gemiddelde pensioen in Vlaanderen 1029 bedraagt. Voor de gemiddelde oudere is zijn pensioen dus ontoereikend om de rusthuisfactuur te betalen! 25 24 Zorg gebeurt door mensen. De Standaard, 22 november 2007, p. 49 25 CLAES, S., Verdiende rust in het rusthuis te duur? De Standaard, 20 november 2007, p.49 28

3.5 Dementie Ronald Reagan, Mohammed Ali, Koningin Juliana, Rita Hayworth, hebben allemaal één ding gemeen: ze leden aan de ziekte van Alzheimer. Dit is meest voorkomende vorm van dementie. Ongeveer 55% van de dementerenden lijdt aan deze ziekte. Andere vaak voorkomende dementievormen zijn: Multi-infarctdementie en de ziekte van Pick. 26 Dementie komt tegenwoordig steeds vaker voor, al was het maar omdat mensen langer leven. 6% van de 65-plussers zou dementeren. Bij 85-plussers ligt dit percentage rond de 35%. 27 Omdat velen in aanraking komen met deze ziekte, net zoals wij binnen ons project, is het belangrijk te weten wat dement worden is, hoe het beleefd wordt en hoe ermee kan worden omgegaan. 3.5.1 Definitie Dementie is geen toestand, maar iets dat steeds in wording is. Het is een chronische, progressieve en onomkeerbare achteruitgang van het psychische functioneren, met lichamelijke, sociale en maatschappelijke gevolgen. Dementie verstoort de activiteiten van het dagelijkse leven en heeft zowel voor de persoon met dementie als voor zijn omgeving invloed op sociale relaties. 28 3.5.2 Verloop Het proces verloopt snel, langzaam of sprongsgewijs afhankelijk van de oorzaak (dementie kan ook het gevolg zijn van alcohol-of geneesmiddelenmisbruik, als gevolg van de ziekte van Creutfelt-Jajob, aids,ea.) en van de persoon die de ziekte moet doormaken. Men doorloopt de ziekte in verschillende fasen:voorstadium, beginnende dementie, matige dementie, ernstige dementie. 29 26 SEGERS,M.,Dementie: definitie en symptomen.tijdschrift voor verpleegkundig leidinggevenden in de gezondeheidszorg,jrg 26, nr1, 2007,p.9-17 27 Wat iedereen zou moeten weten over Dementie. Turnhout, Vlaamse Alzheimer Liga, 2004,p.1 28 Dementie, als je niet meer weet dat je vergeet. Schaarbeek, christelijke mutualitiet, 2003,p. 4 (brochure) 29 Dementie, als je niet meer weet dat je vergeet. Schaarbeek, christelijke mutualitiet, 2003,p. 6-8 (brochure) 29

3.5.3 Beleving bij de dementerende persoon Elke persoon is uniek en heeft ook zijn eigen manier om zijn ziekte te beleven. Globaal genomen zijn er 4 fasen te onderscheiden 30 : Het bedreigde ik Het verdwaalde ik Het verborgen ik Het verzonken ik 3.5.4 Betekenis voor de familieleden In het begin ziet de familie de ernst van de zaak niet in. Net als de dementerende ontkent men het falen en komt men met excuses om het gedrag te verklaren. Het niet accepteren van de ziekte uit zich vaak in het verbeteren van het gedrag van de dementerende. De ontkenning door de familie zorgt er vaak voor dat de ziekte pas in een later stadium wordt vastgesteld. Wanneer de diagnose is vastgesteld kan dit kwaadheid oproepen: kwaadheid op de situatie, op buitenstaanders, op de patiënt en kwaadheid op zichzelf. 31 De familie moet afscheid nemen van de dementerende persoon, die steeds meer vervreemd van de realiteit. Men doorloopt als het ware een 'rouwproces'(ontkenning, woede, wanhoop/depressie en aanvaarding). Als het om dementering gaat, wordt dit proces bemoeilijkt omdat de dementerende lijfelijk nog steeds aanwezig is. Men komt voor praktische problemen te staan in de verzorging van de dementerende. Vaak draagt één persoon de zorglast. Door de intensieve zorgen, door schaamte omtrent de dementerende zijn gedrag, door schuldgevoelend sluit deze persoon zichzelf af van de buitenwereld en verliest deze persoon contacten met andere familieleden,vrienden van de dementerende oudere, enz. Bij dit alles komt het verdriet om het verlies van de ander en het verlies van de relatie van voordien: een partnerrelatie wordt een zorgrelatie, de dochter moet zelf over haar moeder gaan 'moederen'. 32 30 Dementie, als je niet meer weet dat je vergeet. Schaarbeek, christelijke mutualitiet, 2003,p. 13 (brochure) 31 Vlaamse alzheimer liga, Duidelijkheid over dementie. Internet, 21 November 2007. (http://www.seniorennet.be/pages/gezond_leven/gezondheid_dementie_duidelijkheid.php) 32 Expertise centrum informele zorg,,mantelzorg en dementie. Internet, 21 November 2007. (http://www.eiz.nl/eiz/docs/pdf) 30