LHBTI-ers passen hun gedrag aan om onveilige situaties te voorkomen De resultaten van het buurtveiligheidsonderzoek van het AmsterdamPinkPanel 2016

Vergelijkbare documenten
FACTSHEET. Buurtveiligheidsonderzoek AmsterdamPinkPanel

De resultaten van het buurtveiligheidsonderzoek van het AmsterdamPinkPanel

In Groningen zou ik niet snel met mijn vriend hand in hand lopen. (man, 34 jaar) Peiling van veiligheid van LHBT ers in Groningen en Drenthe

Opvattingen van Amsterdammers over tolerantie jegens homoseksuelen

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

voorwoord 145 deelnemers - 86 mannen - 55 vrouwen - 4 anders

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Hoofdstuk 23 Discriminatie

Straatintimidatie van vrouwen in Amsterdam

31 juli Onderzoek: Homo-acceptatie

Beschrijving resultaten onderzoek biseksualiteit AmsterdamPinkPanel Oktober 2014 Joris Blaauw

4.3 Veiligheidsbeleving

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Veiligheid in Westerpark

Seksuele gezondheid van holebi s

Slachtoffers van woninginbraak

Homoseksuelen in Amsterdam

Monitor Veiligheidsgevoelens Voor homoseksuele en biseksuele inwoners van de gemeenten Delft, Zoetermeer, Leidschendam- Voorburg, Westland

Discriminatieklimaat Groningen

[Geef tekst op] Straatintimidatie in Amsterdam. Factsheet. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Tolerantieklimaat sportverenigingen Noord-Holland Noord Samenvatting I&O Research Art.1 Bureau Discriminatiezaken NHN Maart 2014

Monitor seksuele diversiteit

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

DISCRIMINATIE IN S-HERTOGENBOSCH Maart 2015, afdeling Onderzoek & Statistiek

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

4 augustus Onderzoek: Pride Amsterdam en homo-acceptatie

Burgerpeiling Discriminatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

RESULTATEN PINK PANEL UTRECHT

Evaluatie veilig uitgaan

De Vlaamse overheid b(r)ouwt een diverse werkvloer

GGD Amsterdam Eenzaamheid in Beeld

Monitor seksuele diversiteit De positie van lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in s-hertogenbosch

Seksuele diversiteit in s-hertogenbosch Acceptatie en veiligheid lesbische vrouwen, homoseksuele mannen en biseksuelen in s-hertogenbosch

Onderzoek Agressie in uitgaansleven

Onderzoek Agressie in uitgaansleven

Sociale Veiligheid in Gelderland

Leefsituatie Dordtse jongeren 2009

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Discriminatieklimaat Gelderland-Zuid

LHBT ers in s-hertogenbosch, Oss en omliggende gemeenten

Monitor Sociale Veiligheid Stand van zaken over sociale veiligheid in het mbo

Onderzoek Hoe homotolerant is Holland?

Factsheet Discriminatieklachten op grond van homoseksuele gerichtheid 2012

12 mei De Veiligheidsbarometer 2011 OV gebruikers

Veilig betalen in Nederland

Hulp en informatie om huiselijk geweld te stoppen. Help jezelf. Help de ander cent per minuut.

Notitie Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland

Onderzoek Agressie tijdens uitgaan

GO Jeugd 2008 Mishandeling

Seksuele gezondheid in Nederland 2017

Factsheet Homofobie. Homofobie geeft een druk op jongens en mannen en vertelt ze hoe ze zich wel en niet moeten gedragen

20 april Onderzoek: agressie in het OV

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Inwonerspanel Zuid-Holland Zuid Woonomgeving

Roze ouderen in Utrecht De sociale, zorg- en woonbehoeften van lesbische, homoseksuele, biseksuele en transgenderouderen

TOENAME SPANNINGEN TUSSEN BEVOLKINGSGROEPEN IN AMSTERDAMSE BUURTEN

Relaties op school ontcijfert

LeidenPanel en Regiopanel DZB Leiden. BELEIDSONDERZOEK I I

Fort van de Democratie

Datum 9 mei 2016 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over een mishandeling van een lesbisch stel in Groningen

Welkom. Met het invullen en terugsturen van deze vragenlijst geeft u ons toestemming uw data te gebruiken.

De Bifobietest. Vereniging Bi-kring de Samenkomst. 13 december c T.H.

ONDERZOEK VEILIGHEID. Inwonerpanel Gemeente Dongen Onderzoek 9 Mei GfK 2014 Gemeente Dongen Onderzoek Veiligheid Mei

Onderzoeksverslag Tolerantie voor de LBHT-gemeenschap

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Werkbelevingsonderzoek 2013

Trots op Groningen. Voelen Groningers zich verbonden met de provincie?

Peiling informatie- en ondersteuningsbehoefte bij pesten, buitensluiten en discriminatie Art. 1 Bureau Discriminatiezaken Noord-Holland Noord

Grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van kinderen in de sport in Vlaanderen en Nederland

Burgerpanel gemeente Oisterwijk. Resultaten onderzoek veiligheid en openbare orde in de gemeente Oisterwijk

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c

Meldings- en aangiftebereidheid agressie en geweld

Werkblad Seksuele Diversiteit. KaartjesspeL voorkant

Stadspark. Een stadspanelonderzoek B A S I S V O O R B E L E I D. November Marjolein Kolstein.

Evaluatie Diving Cup. Effecten op Sportparticipatie. Jan van Houthof AJ Amsterdam T

Voorwoord. Deze publicatie geeft een indruk van deze geslaagde middag, in tekst en beeld. COC Haaglanden en JuBi Yourself

Student & Homo. Acceptatie in het Amsterdamse Studentenleven. Dit is een uitgave van het ASVA onderzoeksbureau

24 maart Onderzoek: Veiligheid in uw buurt

Geweld op basis van transgenderisme: eerste beschrijvende resultaten. Dr. Joz Motmans. Prof. dr. Guy T Sjoen. Prof. dr.

Kijken door een roze bril Gewoon homo zijn?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Discriminatie in de Amstelland gemeenten

Korenmarkt D66. Arnhem. Rapportage bezoekersonderzoek

Aangifte- en meldingsbereidheid LHBT s in Groningen >

De vragenlijst is ingevuld door iets meer mannen dan vrouwen (55 : 45 procent). jonger dan tot tot tot tot 70.

Veiligheid en overlast in Oud-West

Integrale veiligheid. resultaten burgerpanelonderzoek maart 2007

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Lokale kwaliteit Maart/april 2015

Resultaten van een enquête onder jongeren. Sexting

Fietsen in Groningen 2016

Het leven in Brussel: wel of wee?

Acceptatie LHBT in Haarlem 2016

Gemeente Breda. Subjectieve onveiligheid. Individuele en buurtkenmerken onderzocht. Juni 2015

Belangrijkste resultaten: toedeling sociale huurwoningen

Rapportage Online onderzoek naar buiten spelen

Discriminatieklimaat Gelderland-Midden April 2012

Dit is een voorlichtingsfolder van Transgender Netwerk Nederland

Transcriptie:

LHBTI-ers passen hun gedrag aan om onveilige situaties te voorkomen De resultaten van het buurtveiligheidsonderzoek van het AmsterdamPinkPanel 2016 FACTSHEET In deze factsheet staan de resultaten van het jaarlijkse buurtveiligheidsonderzoek van het AmsterdamPinkPanel (APP), een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en COC Amsterdam. Ook dit jaar deden weer een groot aantal panelleden (N=528) uit zowel Amsterdam als daarbuiten mee aan het onderzoek, dat in het najaar van 2016 plaatsvond. Belangrijkste bevindingen van het onderzoek: LHBTI-ers in het APP geven hun algemene veiligheidsgevoel in 2016 een 8,0 1 net als in 2015. LHBTI-ers die in 2016 een onveilige situatie hebben meegemaakt scoren lager: 7,1. Oudere LHBTI-ers en zij met een hoger inkomen voelen zich relatief veiliger. Alleenwonenden voelen zich relatief onveiliger. Van de Amsterdamse leden van het APP voelen zij die in Amsterdam-Zuid wonen zich het veiligst in hun eigen stadsdeel en zij die in Nieuw-West wonen het minst veilig. Amsterdammers voelen zich in hun stad minder veilig dan niet-amsterdammers in hun woonplaats. Een kwart van de APP-leden heeft in 2016 een onveilige situatie meegemaakt. Zij zijn bijvoorbeeld uitgescholden of het slachtoffer geworden van fysiek geweld. Homo s, transgenders en biseksuelen maken vaker een onveilige situatie mee dan lesbiennes. In een deel van de situaties waren omstanders aanwezig, maar zij negeerden de situatie meestal. Net als in 2015 doet een minderheid van de APP-leden die een onveilige situatie mee maken hier aangifte van. LHBTI-ers passen hun gedrag aan om zich veiliger te voelen. Het gaat hierbij vooral om het vermijden van bepaalde situaties, plekken en gedrag. Zij die een onveilige situatie meegemaakt hebben passen in grotere mate hun gedrag aan om zich veilig te voelen, dan zij die geen onveilige situatie hebben meegemaakt. Nieuwsgierig geworden? Lees dan de volledige onderzoeksrapportage hieronder! 1 Op een schaal van 0 (zeer onveilig) tot 10 (zeer veilig) 1

Resultaten LHBTI-Veiligheidsmonitor 2016 ONDERZOEKSRAPPORTAGE Inleiding In het najaar van 2016 is het jaarlijkse APP-buurtveiligheidsonderzoek uitgevoerd. In deze korte onderzoeksrapportage worden de belangrijkste resultaten van dit onderzoek gepresenteerd. In het eerste deel van deze rapportage gaan we in op het veiligheidsgevoel van de leden van het APP. In het tweede deel zullen we ons richten op de mate waarin APP-leden verwachten in een onveilige situatie terecht te komen. In het derde en laatste deel focussen we op de daadwerkelijk meegemaakte onveilige situaties en de manier waarop APP-leden hierop reageerden. DEEL 1: VEILIGHEIDSGEVOEL Veiligheidsgevoel LHBTI-ers in 2016 onveranderd Het veiligheidsgevoel van de leden van het APP is tussen 2015 en 2016 onveranderd. In 2016 gaven de leden van het APP hun veiligheidsgevoel gemiddeld een 8,0, net als in 2015. Om deze scores te meten is een schaal van 0 (zeer onveilig) tot 10 (zeer veilig) gebruikt. Anders dan in 2015 zijn er dit jaar geen verschillen gevonden tussen homoseksuele mannen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders wat betreft hun algemene veiligheidsgevoel. Figuur 1: veiligheidsgevoel in het algemeen en onder verschillende leeftijden Veiligheidsgevoel 2016 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 8,0 allen (n=489) 7,7 7,9 8,1 8,3 18-38 jarigen (n=114) 39-50 jarigen (n=122) 51-58 jarigen (n=116) 59-90 jarigen (n=124) Toelichting figuur 1: Respondenten konden op de vraag In het algemeen, hoe veilig voel je je als LHBTI-er in jouw leefomgeving? een cijfer tussen de 0 en 10 als antwoord geven. De getoonde waarden zijn de gemiddeldes voor alle respondenten (algemeen) en per leeftijdsgroep. De 18-38 jarigen zijn als referentiecategorie genomen. Dit betekent dat statistisch getoetst is of de gemiddeldes van de andere leeftijdsgroepen significant afwijken van het gemiddelde van 18-38 jarigen. Dit was bij 59-90 jarigen het geval. 2

Wanneer de andere scores omtrent het veiligheidsgevoel onder LHBTI-ers verder uiteen worden gezet, zijn er met betrekking tot bijvoorbeeld de leeftijd wel verschillen te zien. Zo voelen leden in de leeftijdscategorie 59 90 jaar zich het veiligst (8,3) tegenover de leden in leeftijdscategorie 18 38 (7,7) die zich het minst veilig voelen (zie figuur 1). Ook voelen leden van het APP met een hoog (gezins)inkomen (75.000 euro of meer per jaar) zich veiliger dan leden met een lager inkomen. Daarnaast is ook de woonsituatie van invloed op het veiligheidsgevoel. Alleenwonende leden van het APP voelen zich onveiliger dan leden die niet alleen wonen. Tevens komt naar voren dat leden van het APP die in het verleden slachtoffer zijn geworden van anti-homogeweld (7,8) zich onveiliger voelen dan leden die daar geen ervaring mee hebben gehad (8,1). LHBTI-ers die in de 12 maanden voordat ze de vragenlijst invulden een onveilige situatie meemaakten, voelden zich nog onveiliger (7,1). Amsterdammers voelen zich minder veilig in hun stad dan niet-amsterdammers in hun gemeente We hebben de leden van het APP ook gevraagd naar hun veiligheidsgevoel op verschillende plekken, waaronder hun stad of dorp. Amsterdammers geven hun veiligheidsgevoel in Amsterdam een 7,8, en niet-amsterdammers hun veiligheidsgevoel in hun gemeente een 8,1. Hieruit is af te leiden dat Amsterdammers zich minder veilig voelen in hun stad dan niet-amsterdammers in hun woonplaats. Leden van het APP die in stadsdeel Nieuw-West en stadsdeel Noord wonen, voelen zich in hun eigen stadsdeel minder veilig dan de panelleden uit de andere stadsdelen in Amsterdam (zie figuur 2). Binnen Amsterdam worden de uitgaansgebieden Warmoesstraat (7,0) en de Halvemaansteeg (7,1) als het minst veilig ervaren. Het veiligheidsgevoel in de overige uitgaansgebieden (Zeedijk, Kerkstraat en Amstel en Reguliersdwarsstraat) is ongeveer gelijk (7,4-7,5). De respondenten geven hun veiligheidsgevoel in LHBTI-horecagelegenheden een 8,6 tegenover een 7,7 voor hun veiligheidsgevoel in algemene horecagelegenheden. Figuur 2: veiligheidsgevoel in de eigen woonplaats en in het stadsdeel waar men woont in Amsterdam 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Veiligheidsgevoel in eigen woonplaats en eigen stadsdeel 2016 8,1 7,8 8,6 8,4 8,4 8,3 8,3 7,5 7,2 Toelichting figuur 2: Stadsdeel Zuid is de referentiecategorie. Dit houdt in dat statistisch getoetst is of de gemiddeldes van andere stadsdelen significant afwijken van het gemiddelde van stadsdeel Zuid. Dit is het geval voor de stadsdelen Nieuw-West en Noord, waarbij de het verschil tussen stadsdeel Zuid en stadsdeel Nieuw-West het grootst is. 3

DEEL 2: VERWACHTING IN ONVEILIGE SITUATIE TERECHT TE KOMEN Mannen verwachten eerder in onveilige situaties terecht te komen dan vrouwen De leden van het APP is ook gevraagd naar hoe waarschijnlijk zij het achten in de toekomst in onveilige situaties terecht te komen, omdat zij LHBTI zijn. Op een schaal van 0 (zeer onwaarschijnlijk) tot 10 (zeer waarschijnlijk) geven zij gemiddeld een 3,7 (net als in 2015). We zien hierin weinig verschillen tussen de verschillende subgroepen. Mannen verwachten iets vaker dan vrouwen dat ze in een onveilige situatie terecht komen. Wanneer we corrigeren voor andere achtergrondvariabelen, zien we dat ook leden van het APP die eerder al te maken hebben gehad met anti-homodiscriminatie iets sterker verwachten dat zij in een onveilige situatie terecht zullen komen dan leden die daar niet mee te maken hebben gehad. DEEL 3: MEEGEMAAKTE ONVEILIGE SITUATIES 120 Figuur 3: meegemaakte onveilige situaties in 2016 Meegemaakte onveilige situaties 2016 100 80 60 40 20 0 Toelichting figuur 3: De respondenten die hebben aangegeven dat ze minstens één onveilige situatie hebben meegemaakt het afgelopen jaar (132 respondenten), hebben daarna de vraag gekregen waar de onveilige situaties uit bestonden. Zij hebben zo samen 220 onveilige situaties beschreven. In de grafiek worden de absolute aantallen getoond. 4

Een kwart van de APP-leden maakte onveilige situatie mee We hebben de leden van het APP ook gevraagd naar onveilige situaties die zij het afgelopen jaar daadwerkelijk hebben meegemaakt. Net zoals in 2015 geeft een kwart van de leden in 2016 aan in het afgelopen jaar één of meer onveilige situaties meegemaakt te hebben. Het gaat net als in 2015 meestal om schelden of het terechtkomen in een vijandige sfeer. De leden van het panel zijn in mindere mate persoonlijk bedreigd, geduwd en bespuugd en in de minste mate geslagen of geschopt (zie figuur 3). Transgenders en homo s maken vaker onveilige situatie mee Uit het onderzoek blijkt dat transgenders en homoseksuelen de grootste kans hebben om in een onveilige situatie terecht te komen, en lesbiennes de kleinste kans (zie figuur 4). Daarnaast blijkt uit de resultaten dat respondenten in de leeftijd 39 50 jaar (47%) en 51 58 jaar (46,6%) de grootste kans lopen om een onveilige situatie mee te maken (zie figuur 5). Naarmate de leden van het APP (naar eigen inschatting) meer zichtbaar zijn op straat als LHBTI-er, hebben ze grotere kans op in een onveilige situatie terecht te komen. Figuur 4: minstens één onveilige situatie meegemaakt in het afgelopen jaar per geaardheid 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% Meegemaakte onveilige situatie per geaardheid 50,0% 40,0% 35,1% 41,6% 43,7% 30,0% 25,0% 20,0% 10,0% 10,9% 0,0% allen (n=528) Lesbienne (n=61) Biseksueel (n=104) Homoseksueel (n=252) Transgender (n=23) Toelichting figuur 4: Lesbiennes zijn als referentiecategorie genomen. Dit betekent dat statistisch getoetst is of de gemiddeldes van de andere geaardheden significant afwijken van het gemiddelde van lesbiennes. Dit is het geval voor transgenders, homoseksuelen en biseksuelen. 5

Figuur 5: minstens één onveilige situatie meegemaakt in het afgelopen jaar per leeftijdsgroep 100,0% 90,0% 80,0% 70,0% 60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% Meegemaakte onveilige situatie per leeftijdsgroep 0,0% 18-38 jarigen (n=122) 39-50 jarigen (n= 129) 51-58 jarigen (n= 119) 59-90 jarigen (n=128) Toelichting figuur 5: 18-38 jarigen zijn als referentiecategorie genomen. Dit betekent dat statistisch getoetst is of de gemiddeldes van de andere leeftijdsgroepen significant afwijken van het gemiddelde van 18-38 jarigen. Dit is het geval voor 39-50 jarigen en 51-58 jarigen. Onveilige situatie vindt het vaakst plaats na uitgaan De onveilige situaties vonden met name plaats bij het naar huis gaan na het uitgaan (32 keer). Dit was ook het geval in 2015. In mindere mate worden de eigen straat (11 keer), het werk (9 keer), horeca- en uitgaansgelegenheden in het algemeen (9 keer) en LHBTI horeca- en uitgaansgelegenheden (7 keer) genoemd. Ook vullen veel panelleden een andere plaats in waar de onveilige situatie heeft plaatsgevonden. Het gaat dan vooral om een park (overdag en/of s avonds) (7 keer), op straat (7 keer) of in een andere gemeente of buurt dan waar iemand woont (6 keer). Vooral gevoelens van boosheid, belediging en vernedering na onveilige situatie De mensen die een onveilige situatie hebben meegemaakt, hebben van verschillende emoties aangegeven hoe ze zich voelden na de situatie. Net als in 2015 voelen mensen zich vooral boos, beledigd en vernederd (negatieve emoties), maar daarnaast ook krachtig (positieve emotie), iets wat op weerbaarheid wijst. 6

Vooral verbale reactie tijdens onveilige situatie Net zoals in 2015 reageren mensen in eerste instantie vooral verbaal op onveilige situaties, ze doen alsof er niets gebeurd is of reageren helemaal niet (zie figuur 6). In tweede instantie (bijvoorbeeld de volgende dag) praten veel mensen er met vrienden over en in mindere mate wordt er met niemand over gepraat. Slechts 8% procent doet op een later moment aangifte. Figuur 6. Reactie direct na onveilige situaties (n=124; panelleden die minstens 1 onveilige situatie hebben meegemaakt) 60 Reactie direct na onveilige situatie 2016 50 40 48 42 40 30 20 10 0 9 8 6 5 Toelichting figuur 6: Aan de panelleden die een onveilige situatie hebben meegemaakt (n=132), is de vraag gesteld wat ze hebben gedaan tijdens of meteen na de onveilige situatie. Respondenten konden op deze vraag meer dan één antwoord geven. In de grafiek worden de absolute aantallen getoond. Omstanders negeren onveilige situatie vaak Van de 132 panelleden die minstens één onveilige situatie hebben meegemaakt, geven er 36 aan dat er bij een onveilige situatie geen omstanders aanwezig waren. Bij 70 respondenten waren er tijdens de onveilige situatie bekenden aanwezig en bij 39 van de respondenten waren er onbekenden aanwezig. Wanneer er onbekende omstanders aanwezig waren, werd de situatie in de meeste gevallen genegeerd. In sommige gevallen namen de omstanders het verbaal op voor het slachtoffer, in enkele gevallen deden de omstanders mee met de agressor en in een enkel geval werd de politie gebeld (zie figuur 7). 7

40 35 30 Figuur 7. Rol omstanders (indien aanwezig) bij onveilige situaties Rol (onbekende) omstanders bij onveilige situatie 2016 30 25 20 15 10 5 4 2 1 0 6 0 Toelichting figuur 7: Aan de panelleden bij wie er bij de onveilige situatie onbekenden aanwezig waren (n=39), is de vraag gesteld wat deze omstanders deden. Respondenten konden op deze vraag meer dan één antwoord geven. In de grafiek worden absolute aantallen getoond. Geen aangifte doen na onveilige situatie Van de 132 mensen die een onveilige situatie hebben meegemaakt hebben er 8 direct de politie gebeld (112) en 11 mensen hebben achteraf aangifte gedaan. Elf mensen (van de 132 die een onveilige situatie hebben meegemaakt) geven aan dat ze bewust geen aangifte doen bij de politie. Wat zijn redenen om geen aangifte te doen? Vier mensen vinden de onveilige situatie die ze hebben meegemaakt niet ernstig genoeg, twee mensen zijn bang dat de politie hen niet serieus neemt, één persoon is bang voor de gang van zaken (bijvoorbeeld dat hun naam bekend wordt bij de daders), één persoon schaamt zich en drie mensen geven een andere reden. 8

Gedragsaanpassingen: onveilige plekken mijden en niet opvallen Wat doen mensen om zich veiliger te voelen als LHBTI? De respondenten hanteren verschillende tactieken. De belangrijkste drie zijn vermijden: omlopen bij een onveilige situatie, bepaalde onveilige plekken vermijden, proberen in een veilige buurt te gaan wonen. Daarna volgen tactieken om niet herkenbaar te zijn als LHTBI: geen affectie tonen voor vrienden of de partner, proberen niet op te vallen en zich minder herkenbaar als LHBTI gedragen. Maar ook tactieken die juist wijzen op weerbaarheid worden redelijk veel toegepast: juist zichtbaar zijn als LHBTI of mensen aanspreken bij discriminerende situaties. Een groot deel van de gedragsaanpassingen doen mensen die al eerder een onveilige situatie hebben meegemaakt meer of vaker dan de mensen die geen onveilige situatie hebben meegemaakt (zie figuur 8). Figuur 8: Gedragsaanpassingen om zich veiliger te voelen als LHBTI. Gedragsaanpassingen van mensen die wel/niet eerder een onveilige situatie hebben meegemaakt Omlopen als ik een onveilige situatie zie Onveilige plekken vermijden Proberen in een veilige buurt te wonen Ik zorg dat ik niet opval Geen affectie tonen voor vrienden/partner in openbaar Juist zichtbaarder zijn als LHBTI Minder herkenbaar als LHBTI gedragen Vaker mensen aanspreken als ik een discriminerende Plekken vermijden waar alleen allochtonen komen Minder uit als het donker is Ander vervoer bij uitgaan Niet alleen straat op Ik vermijd niet-lhbti mensen/omgeving Ik zit op een vechtsport Ik draag wapens wel een onveilige situatie meegemaakt (roze) 0,0 2,0 4,0 6,0 8,0 10,0 geen onveilige situatie meegemaakt (blauw) Toelichting figuur 8: Respondenten hebben op de schaal van 1 tot 10 aangegeven in hoeverre ze bepaalde dingen doen om zichzelf veiliger te voelen als LHBTI. Er is statistisch getoetst of er verschillen zijn tussen respondenten die een onveilige situatie hebben meegemaakt en zij die geen onveilige situatie hebben meegemaakt. Dit is bij meerdere gedragsaanpassingen het geval (onveilige plekken vermijden, geen affectie tonen voor vrienden/partner, plekken vermijden waar alleen allochtonen komen, minder uitgaan als het donker is, ander vervoer kiezen bij uitgaan, niet-lhbti mensen/omgeving vermijden, niet alleen de straat op gaan, op een vechtsport gaan en wapens dragen). N=486 (geen situatie meegemaakt N=362, weergegeven in blauw; situatie meegemaakt N=124, weergegeven in roze). 9

Conclusie De resultaten van het buurtveiligheidsonderzoek 2016 laten zien dat het algemene veiligheidsgevoel onder LHBTI-ers net als in 2015 vrij hoog is: een 8,0 op een 10-puntsschaal. Dit betekent echter niet dat er geen werk aan de winkel is. Zo is het veiligheidsgevoel onder LHBTI-ers die een onveilige situatie hebben meegemaakt in het jaar voordat ze de vragenlijst invulden, lager (7,1). Daarnaast blijkt dat veel panelleden weliswaar zeggen zich veilig te voelen, maar tegelijkertijd dat panelleden hun gedrag aanpassen om onveilige situaties te voorkomen. Bijvoorbeeld omlopen bij een vermoeden van onveiligheid, bepaalde plekken mijden, in specifieke buurten willen wonen, proberen niet op te vallen en in het openbaar geen affectie tonen voor vrienden of de partner. Dit duidt niet op een tolerant klimaat, maar op een klimaat waarin men liever voorzorgmaatregelen neemt. Eenzelfde patroon zagen we terug tijdens het symposium over veiligheid van het APP op 29 juli 2016. Tijdens het symposium konden aanwezigen opschrijven hoe veilig zij zich voelen en dit toelichten. Hier rapporteerden de meeste bezoekers dat zij zich veilig of redelijk veilig voelen. Maar van de mensen die zich redelijk veilig voelen, geven velen toch aan situaties te vermijden (zoals groepen jongeren) en niet hand in hand te lopen of affectie voor elkaar te tonen op straat. Ook zijn mensen alert en voelen zich kwetsbaar. De resultaten van het symposium zijn hier te vinden. Ook zien we in het onderzoek, net als in 2015, dat alleenstaande LHBTI-ers zich minder veilig voelen. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt naar eenzaamheid onder LHBTI-ers en hoe dit hun veiligheidsgevoel kan beïnvloeden. Dit jaar zal er daarom met behulp van het AmsterdamPinkPanel een onderzoek naar sociale verbondenheid en eenzaamheid onder LHBTI-ers uitgevoerd worden. Daarnaast blijkt dat Amsterdamse LHBTI-ers zich minder veilig voelen in hun stad dan niet- Amsterdamse LHBTI-ers in hun stad of dorp. Dit geeft aan dat er binnen Amsterdam nog de nodige stappen gezet kunnen worden om het veiligheidsgevoel van LHBTI-ers te verbeteren. In de roze uitvoeringsagenda van de gemeente Amsterdam heeft veiligheid van LHBTI-ers een belangrijke plaats en ook voor COC Amsterdam is het één van de thema s waar de focus op ligt. Het is belangrijk om te blijven monitoren of deze inspanningen effect hebben. De resultaten van dit onderzoek onderstrepen ook opnieuw de impact van het meemaken van een onveilige situatie. Ongeveer een kwart van de APP-leden geeft aan in het afgelopen jaar een onveilige situatie meegemaakt te hebben. Zij die een dergelijke situatie meegemaakt hebben geven vaker aan hun gedrag aan te passen om zich veiliger te voelen. Daarnaast geven APP-leden die in het verleden slachtoffer zijn geweest van anti-homogeweld of discriminatie vaker aan te verwachten in de toekomst opnieuw in een onveilige situatie terecht te komen. Onderzoek onder LHBTI slachtoffers in Nederland (Feddes & Jonas, 2016) heeft laten zien dat betere ondersteuning van LHBTI-ers die dergelijke onveilige situaties hebben meegemaakt helpt bij het verwerken ervan, waardoor de impact op hun dagelijkse leven kan worden beperkt. 10

Methodologische verantwoording Het Amsterdam PinkPanel (APP) is een samenwerking tussen de Universiteit van Amsterdam en het COC Amsterdam. Het telt ruim 1400 leden die regelmatig gevraagd worden om deel te nemen aan onderzoek over verschillende onderwerpen. De leden van het APP zijn relatief hoog opgeleid, hebben relatief hoge inkomens en zijn relatief vaak van Nederlandse afkomst. De resultaten die in dit onderzoeksrapport gepresenteerd zijn, zijn afkomstig uit het buurtveiligheidsonderzoek, dat in het najaar van 2016 uitgevoerd is (N=528 ). Om het algemene veiligheidsgevoel te meten is de volgende vraag gesteld: In het algemeen, hoe veilig voelt u zich als LHBTI-er in uw leefomgeving? (schaal van 0 tot 10). Om te meten in welke mate leden van het APP verwachten in een onveilige situatie terecht te komen, is gevraagd: In het algemeen, hoe waarschijnlijk acht u het dat u in onveilige situaties terecht gaat komen omdat u LHBTI bent, in de komende 12 maanden? (schaal van 0 tot 10). Verder is hen gevraagd hoe veilig zij zich voelen op een aantal plekken, of zij een onveilige situatie hebben meegemaakt en hoe ze daarop gereageerd hebben. Om verschillen tussen groepen te toetsen is gebruik gemaakt van lineaire regressieanalyse en onafhankelijke t-toetsen. Er is gekeken of correctie voor demografische kenmerken, geaardheid, uit de kast zijn en stadsdeel de onderzochte relaties beïnvloedde. Dit was nauwelijks het geval. De getoonde waarden zijn niet gecorrigeerd. Vragen en contact Heeft u naar aanleiding van deze factsheet en onderzoeksrapportage vragen of opmerkingen? Dan kunt u contact opnemen met COC Amsterdam/AmsterdamPinkPanel (amsterdampinkpanel@uva.nl of amsterdampinkpanel@cocamsterdam.nl). Wilt u meer weten over Roze in Blauw of het Meldpunt Discriminatie? Bezoekt u dan eens: https://www.politie.nl/mijn-buurt/lokale-initiatieven/05---amsterdam/roze-in-blauw.html http://www.mdra.nl/ Deze rapportage gebruiken Wilt u (onderdelen van) deze rapportage gebruiken of overnemen? Dat mag! We vragen u dan wel dit rapport te noemen: COC Amsterdam en UvA (2017) LHBTI-ers passen hun gedrag aan om onveilige situaties te voorkomen. De resultaten van het buurtveiligheidsonderzoek van het AmsterdamPinkPanel 2016 Verwijzingen Feddes & Jonas (2016) LGBT Hate Crime, Psychological Well-Being, and Reporting Behaviour: LGBT Community and Police Perspectives. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam 11