In & Out! voor scholieren. Docentenhandleiding



Vergelijkbare documenten
[zelf op te maken en in te vullen > denk hierbij aan het tonen van een foto en/of logo van de bank, je naam etc.

6,2. Werkstuk door een scholier 1803 woorden 11 april keer beoordeeld. Inleiding

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Spaarpot van de Toekomst lesbrief en prijsvraag

Welkom en voorstellen

Financiële opvoeding. September 2007

Beschrijving Sparen en lenen zijn, naast het betalingsverkeer, de diensten van de bank waar de meeste mensen gebruik van maken.

Vroeg wijs met geld. gemeente Informatie over hoe u uw kind helpt slim en verstandig om te gaan met geld

Leren omgaan met geld. Nibud-leerdoelen & -competenties voor kinderen en jongeren

'IK & Geld' De leerlinggegevens ontvangen wij graag uiterlijk één week voordat je met de lessen wilt beginnen.

Maak je eigen jaarbegroting

Utrecht, Het financiële gedrag van kinderen tussen 12 en 18 & de rol van hun ouders

Maak je eigen jaarbegroting

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Utrecht, 2011 Nibud Scholierenonderzoek

Sparen & lenen. Docentenhandleiding bij de interactieve les in LessonUp voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs

Lesbrief Meneer Beer

Consumenteninformatie van de AFM en het Nibud. Loop geen onnodig risico. Verstandig Lenen

Loop geen onnodig risico. Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Verstandig Lenen

door: R-Newt jongerenwerk de Twern Werkboek Omgaan met Geld

Hoe ga ik met geld om?

Zó maak je sparen makkelijker! Goed omgaan met Geld, 2017

Omgaan met geld. Budgetteren

Loop geen onnodig risico. Verstandig Lenen

Rapport Kinderen en Geld Enquête (NIBUD en het Jeugdjournaal)

welkom bij De De Thema s Hoe te gebruiken Over ABN AMRO en NIBUD

Mei 2013, Nibud Nibud Scholierenonderzoek

Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Loop geen onnodig risico. Verstandig Lenen

Loop geen onnodig risico Consumenteninformatie van de Autoriteit Financiële Markten. Verstandig Lenen

Praktische opdracht Economie Schulden en jongeren

Nibud Scholierenonderzoek

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Bewindvoering: hoe werkt het?

ECONOMIE VOOR VMBO BOVENBOUW. 3 vmbo - (k)gt ANTWOORDENBOEK

Ga naar klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een

(1 m.) Klassikale aftrap Docent stelt jou als gastdocent voor

Het Nibud Spaarbiggetje lesbrief en prijsvraag

Studeren in Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten.

Bijlage 1: Vragenlijst voormeting Kidzwise...2 Bijlage 2: Aanvullingen vragenlijst eindmeting Kidzwise...6 Bijlage 3: Project geldgenoeg voormeting,

Gezond met geld. Zo doe je dat. Uitkomen met je inkomen in duidelijke stappen

Lenen vmbo12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

ECONOMIE. Begrippenlijst H1 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Gewoon zo! Geld: Wat moet je weten als je gaat winkelen? MAKKELIJKLEZENGIDS OVER GELD

Loen Educatie & Schrijfwerk (N)iets op de bank? Lesbrief over sparen en lenen

Weet jij wat je uitgeeft en wat er binnen komt? Samen slimmer met geld

Uw kind wordt 18. Wat verandert er?

Kim Dalessi.

Aan de slag met budgetbeheer

Nibud Scholierenonderzoek 2016

WIJ en jij Wet investeren in jongeren

(1 m.) Klassikale aftrap De docent stelt jou als gastdocent voor.

Publiekstekst Wet investeren in jongeren

Opmaak pilot Geld :44 Pagina 1. Geld

(N)iets op de bank? Lesbrief over sparen, beleggen en lenen

Goed bezig Burgerschapskeren-2 Hoofdstuk 4 Geldzaken

Wat doe je met je geld? vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Inhoud. Mijn leven. ik regel mijn geldzaken

OP KAMERS Opdrachtenblad Categorie:

Nibud Scholierenonderzoek

Rondkomen met uw inkomen

Samenvatting Economie hoofdstuk 1

6,5. Praktische-opdracht door een scholier 1949 woorden 22 juni keer beoordeeld. Inleiding

Veelgestelde vragen Wet WIJ

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Persoonlijke financiën: Inzicht en overzicht. Resultaten onderzoek Waar blijft mijn geld TNS NIPO

NIBUD Nationaal Scholierenonderzoek 2004/2005

ZAKGELD Breng het in kaart

Meldpunt Budgetadvies & Schuldhulpverlening. Budgetadvies, Budgetbeheer, Budgetbegeleiding, Minnelijke schuldregeling

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Rondkomen met je inkomen

gebruikt. Hierdoor is het mogelijk om de resultaten van de gemeente Heusden te vergelijken met de landelijke cijfers.

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

SBB STICHTING BEHEER BEWONERSGELDEN ZORGINSTELLINGEN

Studeren in Check je geld! Wat je moet weten over studiekosten.

Voorblad Wat is geld?

Houd rekening met rentestijgingen

Nederlands in Uitvoering

Geldzaken in de praktijk

Hoofdstuk 2: Kom je ermee uit?

Uitgebreide versie. Mijn geld in vertrouwde handen. Stichting Beheer Bewonersgelden Pluryn

Budgetteren vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Expeditie M&M. ontdek avontuurlijk leren. lesbrief. Bijbanen. Foto: Marcel van den Bergh / Hollandse Hoogte

KIEZEN OF DELEN? Opdrachtenblad Niveau:

Door: Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud), Mei 2012

LESHANDLEIDING. NIVEAU vmbo 2 e en 3 e leerjaar. VAKGEBIEDEN burgerschap/maatschappijleer, Nederlands.

Aan de slag met BudgetZeker

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

VEILIG OP DE BANK Opdrachtenblad Niveau:

Schulden? Pak ze snel aan

Antwoord: Koning Willem-Alexander maar er zijn ook nog munten met het portret van prinses Beatrix in omloop.

Vakantiegeldenquete 2010

Je geldzaken goed geregeld: een rustig gevoel!

MONEYWISE. Docentenhandleiding. Oktober Spirit4You

Je geldzaken goed geregeld: een rustig gevoel!

Wet investeren in jongeren (WIJ)

Transcriptie:

In & Out! voor scholieren Docentenhandleiding

In & Out voor scholieren Docentenhandleiding Nibud Het Nibud (Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting) is een onafhankelijke stichting die consumenten adviseert over hun inkomsten en uitgaven. Het doel is consumenten inzicht te geven in hun bestedingspatroon, en vaardigheid te laten opdoen in het planmatig omgaan met geld. Het Nibud geeft rechtstreeks voorlichting, zowel via de pers als via eigen publicaties over diverse onderwerpen, zoals gebruik maken van inkomensondersteunende maatregelen, begroten, en verstandig lenen. De benodigde kennis en vaardigheden ontleent het Nibud aan feitelijke informatie, ervaringskennis en eigen wetenschappelijk onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van iedere denkbare groep in de samenleving. Colofon In & Out! Omgaan met geld voor scholieren is samengesteld door het Nibud, Postbus 19250, 3501 DG Utrecht. De regelingen, bedragen en cijfers in het docentenmateriaal zijn gebaseerd op gegevens zoals die op 1 januari 2011 bekend waren. Er kunnen zich sindsdien veranderingen hebben voorgedaan. Het Nibud kan geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele gevolgen van verkeerd gebruik of van opgetreden veranderingen, noch voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden. NIBUD, 2011 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Nibud.

Inhoud 1. Aanleiding voor het lesmateriaal... 4 2. Aansluiting lesmateriaal bij het onderwijs... 5 Aansluiting bij de eindtermen onderbouw... 5 Aansluiting bij de eindtermen bovenbouw... 5 Extra opdrachten... 5 3. Nibud-leerdoelen... 6 Hoofddoel van het Nibud... 6 Nibud-leerdoelen en -competenties per leeftijdscategorie... 6 4. Geldgedrag van scholieren... 10 Wat zeggen de cijfers?... 10 Sparen en Lenen... 12 Bijbaantjes... 13 Reclame... 15 5. Werken met In&Out!... 17 5.1 In&Out! in de onderbouw... 17 5.2 In&Out! in de bovenbouw... 23

1. Aanleiding voor het lesmateriaal Jong geleerd, is oud gedaan. Dat geldt zeker voor omgaan met geld, zo blijkt uit Nibud-onderzoek. Het Nibud ziet het als één van zijn belangrijkste taken om ouders te helpen bij de financiële opvoeding van hun kinderen. Het financiële leven van particuliere huishoudens is er in de loop van de jaren niet gemakkelijker op geworden. Als volwassene moet je steeds meer keuzes maken die financiële consequenties hebben, waarvoor je over steeds meer financiële kennis moet beschikken. Je kinderen die kennis bijbrengen, is geen eenvoudige opdracht. Ouders kunnen daarbij wel wat hulp gebruiken, bijvoorbeeld van het onderwijs. Volgens het Nibud is het feit dat scholieren zo makkelijk geld lenen, één van de oorzaken voor de alsmaar groeiende groep jongeren die bij de schuldhulpverleningsbureaus aankloppen. In & Out! Omgaan met geld voor het scholieren is in 2003 ontwikkeld door het Nibud. Aanleiding was destijds dat veel jongeren gemakkelijk geld uitgeven; ze staan niet of nauwelijks stil bij de gevolgen daarvan. Ruim de helft van alle scholieren leent wel eens geld, zo blijkt uit het meest recente Nibud Scholierenonderzoek (2010-2011). Scholieren geven zelf ook aan behoefte te hebben aan informatie. Slechts een kwart van de scholieren zegt dat ze niets lastig vinden als het gaat over omgaan met geld. Een vijfde van de jongeren zegt zelf moeite te hebben met overzicht houden. In 2011 is In & Out! in een volledig herziene editie verschenen. De eerste editie was destijds één van de eerste (na de Zakgeldkrant) lesmaterialen die het Nibud heeft ontwikkeld. Sinds die tijd zijn de inzichten over het ontwikkelen van lesmaterialen veranderd. Zo zijn er competenties en leerdoelen geformuleerd voor goed omgaan met geld. Ook is er nu meer behoefte aan digitale leermiddelen. Dit zijn dan ook de belangrijkste aanpassingen in het materiaal. De inhoud van In & Out! is gebaseerd op de Nibud-leerdoelen voor 12- tot 17-jarigen en het materiaal is uitgebreid met digitale werkbladen. Die laatste zijn bedoeld om het materiaal actueel te houden en om de leerlingen verdieping van de lesstof aan te kunnen bieden. Andere aanpassingen zijn dat het taalgebruik beter is afgestemd op de leesvaardigheid van scholieren en dat de vormgeving is opgefrist. Het materiaal bestaat uit twee magazines: één voor de onderbouw en één voor de bovenbouw. 4

2. Aansluiting lesmateriaal bij het onderwijs Dit lespakket heeft als doel scholieren te stimuleren een gezonde financiële huishouding te voeren. De scholieren krijgen inzicht in hun inkomsten- en uitgavenpatroon en leren de verleidingen van de commercie te doorzien. De scholieren kunnen individueel en in groepjes aan de slag met het materiaal. U kunt een aantal lessen besteden aan de verschillende thema s uit het materiaal; u kunt ook een complete themaweek organiseren over geld. Aansluiting bij de eindtermen onderbouw Het materiaal voor de onderbouw sluit aan bij het vak Verzorging. Daarnaast kan het gebruikt worden tijdens de mentoruren, omdat geld voor veel leerlingen een belangrijk onderwerp is. In het onderbouwmagazine worden de volgende thema s behandeld: Papierwerk, Wat doe je met post? (magazine pagina 3) Jouw geld, Over geld en hoe je eraan komt (magazine pagina 4-7) Wat kost het?, Prijsbewust zijn (magazine pagina 8-9) Reclame, De invloed van merken (magazine pagina 10-11) De bank, Je rekeningen betalen (magazine pagina 12-13) Sparen of lenen, Over uitstellen of meteen kopen (magazine pagina 14-15) In de problemen, Over schulden en oplossingen (magazine pagina 16-17) Je mobiel, Hoe houd je de kosten in de hand? (magazine pagina 17) Dromen over later, Je toekomst en je geld (magazine pagina 18-19) Aansluiting bij de eindtermen bovenbouw Het materiaal voor de bovenbouw sluit aan bij de vakken Economie (K/4/ consumptief) en Maatschappijleer. Daarnaast kan het materiaal ook in de bovenbouw gebruikt worden tijdens de mentoruren. In het bovenbouwmagazine worden de volgende thema s behandeld: Baantjes, Over zelf geld verdienen (magazine pagina 3-5) Alles op een rijtje, Jouw inkomsten en uitgaven (magazine pagina 6-9) Alles kost geld, Het leven is duur (magazine pagina 10-11) Dure smaak, Over reclame en geld (magazine pagina 12-13) Je eigen bankrekening, Manieren om te betalen (magazine pagina 14-15) Sparen en lenen, Meteen kopen? (magazine pagina 16-19) Schulden, Tekorten en terugbetalen (magazine pagina 20-22) Webshoppen, Let op veiligheid (magazine pagina 23) Op zeker, Over risico's en verzekeringen (magazine pagina 24-26) Later!, Je financiële toekomst (magazine pagina 27) Extra opdrachten Op www.nibud.nl/scholieren vindt u een aantal pdf's met extra opdrachten. Deze opdrachten kunt u gebruiken in plaats van of naast de opdrachten in het magazine. Het Nibud ontwikkelt regelmatig nieuwe extra opdrachten. 5

3. Nibud-leerdoelen In & Out! is net als andere voorlichtingsproducten en -methodieken gebaseerd op de leerdoelen en competenties die het Nibud heeft geformuleerd. Door de jaren heen zijn deze steeds aangepast aan de maatschappelijke ontwikkelingen, ook op basis van feedback van het onderwijs. Hoofddoel van het Nibud Kinderen en jongeren leren omgaan met geld, zodat zij als volwassene zelfstandig kunnen leven en wonen, waarbij zij op korte en lange termijn alle betalingsverplichtingen nakomen, de huishoudfinanciën in balans houden en beschikken over een positief eigen vermogen zonder problematische schulden. Leren omgaan met geld betreft de volgende onderwerpen: Kennismaken met financiële begrippen Leren keuzes maken Reclame de baas blijven Geldzaken op orde hebben Zelf geld verdienen Sparen Lenen Verzekeren Bankzaken regelen Nibud-leerdoelen en -competenties per leeftijdscategorie Per leeftijdscategorie verschillen de doeleinden, omdat kinderen van verschillende leeftijden andere vaardigheden hebben. Bovendien houden kinderen zich op 6-jarige leeftijd met andere dingen bezig dan 16-jarigen. De Nibud-leerdoelen houden met deze verschillen rekening. De onderwerpen zijn voor alle leeftijdscategorieën vergelijkbaar. De leerdoelen die gelden voor de diverse leeftijden, sluiten dan ook op elkaar aan. Bovendien hebben de leerdoelen een doorgaande lijn: de leerdoelen en competenties voor de oudere leeftijden zijn een uitbreiding en/of een verdieping van de leerdoelen die voor de jongere leeftijden gelden. We onderscheiden de volgende leeftijdscategorieën: 6-9 jaar: middenbouw primair onderwijs 10-12 jaar: bovenbouw primair onderwijs 12-15 jaar: onderbouw voortgezet onderwijs 16-18 jaar: bovenbouw voortgezet onderwijs 19-23 jaar: jongvolwassenen In deze handleiding geven we slechts de leerdoelen voor scholieren in de onderbouw en die in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs. Een volledig overzicht van de leerdoelen vindt u op www.nibud.nl. Bij de bespreking van de lesonderdelen vermelden we steeds welke leerdoelen erin behandeld worden. Zie verder hoofdstuk 5. 6

Nibud-leerdoelen onderbouw (13 t/m 15 jaar) Leren keuzes maken De scholieren geven niet meer geld uit dan ze hebben. De scholieren besteden hun kleedgeld aan het doel waarvoor het bestemd is. De scholieren besteden hun belgeld aan het doel waarvoor het bestemd is. De scholieren kunnen met een steeds groter budget omgaan. De scholieren weten wat het verschil is tussen uitgaven die moeten en uitgaven die mogen. Reclame de baas blijven De scholieren herkennen reclame, commercie en sociale druk. De scholieren maken onderscheid tussen hun eigen wensen en wensen die hun door reclame zijn ingegeven. Geldzaken op orde hebben De scholieren betalen hun rekeningen op tijd. De scholieren bewaren hun belangrijke papieren. De scholieren weten dat je bij sommige aankopen nog bijkomende kosten hebt. De scholieren vergelijken verschillende producten voordat ze iets kopen. De scholieren kunnen een inschatting maken van de prijs van een product en kunnen inschatten of een bepaalde aanbieding echt een voordeel oplevert. Zelf geld verdienen De scholieren weten dat zij en de werkgever zich moeten houden aan bepaalde regels als ze werken. De scholieren weten wat wit en wat zwart werk is en wat belasting is. De scholieren weten dat zij belasting terug kunnen vragen als ze werken. Sparen De scholieren kunnen langere tijd geld opzij zetten voor een bepaald doel. Lenen De scholieren weten wat de voor- en nadelen zijn van lenen en sparen, en nemen die mee bij hun keuzes en beslissingen. De scholieren betalen geleend geld terug. Bankzaken regelen De scholieren weten wat een bank is en voor welke zaken ze daar terecht kunnen. De scholieren pinnen op een veilige manier. De scholieren weten wat internetbankieren is. Achtergrond Vanaf ongeveer 12 jaar zijn scholieren in staat met een groter budget om te gaan. Ze kunnen meer verantwoordelijkheden dragen. Daarom is 12 of 13 jaar ook een goede leeftijd om met kleedgeld en belgeld te beginnen. 7

Middelbare scholieren zijn ook beter in staat om abstract te denken. Daardoor kunnen ze ook voor een langere termijn sparen. Ook zijn ze dan in staat om te gaan met geld op een bankrekening. Vanaf de middelbare school krijgen jongeren meer belangstelling voor kleding, sportartikelen en muziek. Scholieren zijn daardoor een interessante doelgroep voor reclamemakers, ook omdat zij invloed hebben op het bestedingsgedrag van hun ouders. Zij proberen scholieren te binden aan hun merk. Ook de mening van leeftijdgenoten is voor pubers belangrijk. Pubers zijn bezig met het ontwikkelen van een eigen persoonlijkheid. Ze trekken zich erg aan wat anderen van hen vinden en ze willen er graag bij horen. Vanaf 13 jaar mogen scholieren in loondienst werken. Er gelden bepaalde regels voor arbeidstijden en voor het werk dat scholieren mogen doen. Elke werkgever is verplicht zich hieraan te houden. Nibud-leerdoelen bovenbouw (16 t/m 18 jaar) Leren keuzes maken De scholieren geven niet meer geld uit dan ze hebben. De scholieren voldoen aan hun verplichte uitgaven. Reclame de baas blijven De scholieren maken onderscheid tussen hun eigen wensen en wensen die hun door reclame, commercie of onder sociale druk zijn ingegeven. Geldzaken op orde hebben De scholieren zijn in staat al hun geldzaken zelfstandig te beheren. De scholieren houden bij hun keuzes rekening met de bijkomende kosten van een aankoop. De scholieren vergelijken prijzen voordat ze een aankoop doen en letten daarbij zowel op prijs als kwaliteit. De scholieren hebben hun administratie op orde en betalen rekeningen op tijd. De scholieren bewaren belangrijke papieren overzichtelijk. De scholieren hebben een overzicht van hun inkomsten en uitgaven. Zelf geld verdienen De scholieren controleren of ze minimaal het minimumjeugdloon krijgen als ze werken. De scholieren die werken, weten wanneer ze mogen werken en welk werk ze mogen doen. De scholieren vragen belasting terug als zij hebben gewerkt. Sparen De scholieren houden bij hun huidige uitgaven rekening met toekomstige uitgaven. Lenen De scholieren die rood staan, weten wat dat betekent en welke rente ze betalen over de roodstand. 8

De scholieren nemen de alternatieven voor lenen mee in hun overweging, voordat ze gaan lenen. De scholieren zijn op de hoogte van de rente, het bedrag aan aflossing en de aflosperiode voordat zij gaan lenen. De scholieren sluiten alleen een lening af als dit past binnen hun toekomstige budget. De scholieren beoordelen de verschillende kredietvormen aan de hand van hun eigen situatie. Verzekeren De scholieren sluiten een bepaalde verzekering af als de situatie daar om vraagt. Bankzaken regelen De scholieren beheren hun eigen bankzaken. De scholieren doen overboekingen via het internetbankieren. Via het internetbankieren houden ze hun transacties bij en doen ze, indien nodig, automatisch overboekingen. Achtergrond Veel scholieren van 16 tot 18 jaar hebben een (bij-)baantje. Daardoor hebben ze vrij veel geld te besteden, terwijl ze relatief weinig verplichte uitgaven hebben. Vaak wonen zij immers nog bij hun ouders. Vanaf 15 jaar geldt het minimumjeugdloon. Dit is het loon dat werkgevers minimaal moeten betalen. Met de leeftijd nemen zowel het aantal uitgaven en de hoogte daarvan, toe. Jongeren van deze leeftijd nemen uitgaven voor zichzelf steeds vaker over van hun ouders, zoals hun eigen vakantie, een nieuwe computer of een brommer. Hoewel deze jongeren ook meer te besteden hebben, wordt de kans dat ze gaan lenen en een schuld krijgen wel groter. Dan gaat het vaak om grotere bedragen dan het geld dat zij in de eerste klassen van de middelbare school lenen. Bij sommige banken kunnen jongeren vanaf 16 jaar al rood staan. Hiervoor moeten ouders wel toestemming geven. Ouders zijn aansprakelijk voor de schulden van kinderen tot 18 jaar. Veel jongeren gaan op deze leeftijd niet meer met hun ouders op vakantie. Dit betekent dat zij meer zelf moeten regelen, bijvoorbeeld ook een reisverzekering. Bovendien krijgen ze bij een vakantie met meer en grotere uitgaven te maken. 9

4. Geldgedrag van scholieren Het Nibud publiceert iedere twee jaar het Nibud Scholierenonderzoek: de resultaten van een onderzoek naar de inkomsten en uitgaven van scholieren. Het meest recente rapport dateert van april 2011. Hieronder vindt u enkele resultaten uit het rapport. Het volledige rapport is te downloaden op www.nibud.nl. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk inhoudelijke informatie die u kan helpen bij het voorbereiden van de les. De teksten sluiten qua inhoud en vorm aan op de belevingswereld van scholieren. De drie basisregels voor jongeren voor goed geldgedrag zijn: Weet wat je hebt Zorg dat je weet hoeveel geld je hebt, zet daarom je inkomsten en uitgaven op een rij. Je weet dan precies wat je nog kunt uit geven zonder in de problemen te komen Blijf reclame de baas Laat reclame niet bepalen wat je koopt, bepaal zelf wat je echt nodig hebt. Reclame is overal en heeft op alle mensen invloed. Bedenk voor jezelf waardoor jij je wilt laten verleiden, en wanneer niet. Dan ben je de reclame de baas. OP=OP Weet dat je je geld maar één keer kunt uitgeven, er zitten grenzen aan je budget. Wat zeggen de cijfers? Scholieren op het voortgezet onderwijs hebben veel geld te besteden. Ze krijgen geld van hun ouders en verdienen geld met een bijbaantje. Vmbo-ers en scholieren op de havo hebben meer te besteden in vergelijking met hun leeftijdsgenoten op het vwo. Zo heeft een vmbo-er tussen de 15 en 16 jaar 155 per maand te besteden, een scholier op de havo 165 en een vwo-er 138 per maand. Vmboers in deze leeftijd komen al eerder in aanraking met het volwassen leven dan hun leeftijdsgenoten op de havo en het vwo. Ze moeten al op jonge leeftijd kiezen welke vervolgstudie ze gaan doen, ze verlaten school eerder en stappen eerder het volwassen leven binnen. In de volgende tabel staan de inkomsten naar leeftijd. Gemiddeld inkomsten per maand, naar leeftijd (inclusief 0) jongens ( ) meisjes ( ) totaal ( ) 12 jaar 46 46 46 13 jaar 57 66 61 14 jaar 76 76 76 15 jaar 124 120 122 16 jaar 173 179 176 17 jaar 203 209 206 18 jaar 226 227 226 totaal 99 108 103 Bron: Nibud 2011 10

In de volgende tabel zien we de gemiddelde uitgaven per maand naar geslacht en leeftijd. Er zijn ook verschillen naar schooltype. Gemiddeld geven jongens iets meer geld uit dan meisjes. Dit verschil neemt toe met de leeftijd. Jongens van 14 jaar geven gemiddeld 20 euro per maand meer uit dan meisjes van 14 jaar. Op 17-jarige leeftijd geven jongens 50 euro per maand meer uit dan meisjes. Leerlingenop het vwo geven duidelijk minder geld uit dan vmbo ers van dezelfde leeftijd. Gemiddelde uitgaven per maand, naar leeftijd (inclusief 0) Gemiddelde ( ) Leeftijd 12 jaar 93 13 jaar 80 14 jaar 92 15 jaar 112 16 jaar 151 17 jaar 172 18 jaar 268 Geslacht Jongens 125 Meisjes 101 Totaal 113 Bron: Nibud 2011 Scholieren hebben nog nauwelijks vast lasten; zij kunnen hun geld voornamelijk uitgeven aan leuke dingen. Snoep en snacks, cadeaus, uitgaan, kleding en schoenen zijn bij jongeren favoriete uitgavenposten. Top 10 uitgavenposten van scholieren Scholieren die hier geld aan uitgeven (%) Snoep en snacks 79 16 Cadeaus 64 9 Persoonlijke verzorging 50 10 Uitgaan, bioscoop, café 50 18 Kleding en schoenen 48 43 Prepaid mobiel 48 10 Sieraden en accessoires 44 7 Frisdrank 43 13 Kleine gadgets en accessoires 42 7 Dagje weg 35 9 Gemiddelde uitgaven per maand (excl. 0) ( ) Bron: Nibud 2011 11

Sparen en Lenen Sparen Veel jongeren sparen. Zo n 88 procent van de jongeren spaart. Leren sparen kan je kinderen al vroeg aanleren. Kinderen op de basisschool zijn vaak spaarzaam, als kinderen wat ouder worden wordt geld uitgeven steeds belangrijker. Om jongeren ook in deze fase bewust te maken van sparen, volgen hier enkele tips: Spaartips voor jongeren Zet extra inkomsten direct op een spaarrekening. Dan geef je het niet te snel uit. Houd je elke maand wat geld over, spaar dan automatisch. Laat de bank elke maand geld naar je spaarrekening storten. Open een spaarrekening speciaal voor het artikel dat je wilt kopen. Dan weet je waarvoor je spaart, en hoeveel je al hebt. Over geld op een spaarrekening ontvang je rente. Maak een spaarplan Als je wilt gaan sparen voor iets, dan kun je het beste een spaarplan maken. Hoeveel geld heb je nodig om het product te kunnen kopen. Hoeveel geld heb je per week te besteden? En hoeveel geld kun je daarvan opzij leggen? Als je weet hoeveel geld je per week kunt missen, dan kun je uitrekenen hoelang het duurt voor je het geld hebt gespaard. Lenen Uit het Nibud-Scholierenonderzoek 2010-2011 blijkt dat 52 procent van de scholieren soms geld leent. 44 procent leent nooit geld van anderen. Leen je wel eens geld van anderen?, naar geslacht Jongens (%) Meisjes (%) Totaal (%) Vaak 4 4 4 Soms 47 56 52 Nooit 49 40 44 Bron: Nibud 2011 Veel scholieren lenen geld, maar het gaat vaak om kleine bedragen voor eten, drinken en uitgaan. Scholieren mogen nog niet bij formele instellingen geld lenen. Bij sommige banken mogen scholieren onder de 18 jaar een lening afsluiten met toestemming van de ouders. Scholieren lenen voornamelijk bij vrienden en ouders. We zien dat problematische schulden steeds vaker voorkomen bij jong-volwassenen. Problematische schulden ontstaan onder andere doordat jongeren niet weten dat het leven kost. Ook kunnen zij de risico s van hun financiële gedrag niet goed inschatten. Scholieren moeten juist in deze fase leren wat de risico s zijn van lenen. Een lening is een schuld. Lenen hoeft geen probleem te zijn, maar de lening moet wel terugbetaald worden. 12

Lenen kan heel handig zijn. Maar als je gaat lenen, zijn er wel een paar regels waar je je aan moet houden. De belangrijkste is, dat je uitrekent of je geld hebt om iedere maand de aflossing te betalen. Je betaalt iedere maand een deel van het geleende geld terug en betaalt ook rente. Een lening moet je immers ook kunnen afbetalen. Als je de lening niet afbetaalt, kun je in de problemen komen. Schulden zijn vaak moeilijk op te lossen en je bent dan lang bezig met afbetalen. Dat betekent dat je een groot deel van je inkomen meteen moet inleveren. Andere nadelen van schulden: Geen huis kunnen kopen met zoveel leningen krijg je geen hypotheek Je krijgt loonbeslag en het gaat direct naar je schulden Je salaris is net gestort.maar je hebt geen geld om de rest van de maand door te komen Je kunt geen leuke dingen doen met je geld je moet afbetalen Het lukt niet meer om een rekening te krijgen bij de bank ze vertrouwen je niet meer Je kunt niet meer op vakantie je moet je vakantiegeld gebruiken voor de rekeningen Je kunt niet zelfstandig gaan wonen te duur met al die afbetalingen Je moet altijd fulltime werken als je minder werkt kun je niet rondkomen. Dus als je gaat lenen, zorg dan dat je weet waar je mee bezig bent. Lenen van je ouders Een lening van je ouders kan makkelijk zijn. Je betaalt hen dan elke week of maand een bedrag terug. In plaats van lenen, kun je een voorschot op je zak- of kleedgeld vragen. Houd er rekening dan mee dat je een tijd lang geen zak- of kleedgeld hebt. Spreek altijd met je ouders af wanneer en hoe je het geld gaat terugbetalen Schrijf je afspraken op, dan weet je waar je aan toe bent Als je vaak moet lenen, geef je te veel geld uit. Je moet dan gaan bezuinigen. Lenen van vrienden Veel scholieren lenen van elkaar. Kleine bedragen voor een blikje fris, maar ook grotere bedragen. Spreek af wanneer je het geld terugbetaalt en houd je aan die afspraak Heb je geld uitgeleend maar niet teruggekregen? Vraag er om en maak duidelijk dat je je geld terug wilt. Lenen van de bank of financieringsmaatschappij Je moet de lening kunnen afbetalen aan de bank of de financieringsmaatschappij. Je betaalt veel rente. Kijk dus eerst of je genoeg geld hebt om de lening elke maand te kunnen betalen. Anders kun je je aankoop beter uitstellen Let ook op hoe lang je bezig bent met afbetalen. Leen je geld voor een artikel dat je maar twee jaar kunt gebruiken? Zorg dan dat je de lening binnen die twee jaar hebt afbetaald. Bijbaantjes Tijdens de schoolweken heeft bijna de helft van de scholieren een bijbaantje (42%), 49 procent heeft een vakantiebaantje, zo blijkt uit het Nibud Scholierenonderzoek. Voor jongeren is het belangrijk om te weten wat belasting is, wat het verschil is tussen wit en zwart werken en dat de werkgever zich aan bepaalde regels moet houden. 13

Scholieren met een bijbaan naar leeftijd 14 Baantje (%) Vakantiewerk (%) Leeftijd 12 jaar 15 31 13-14 jaar 32 41 15-16 jaar 60 60 17-18 jaar 73 75 Totaal 42 49 Bron: Nibud 2011 Als je werkt betaal je belasting en sociale premies. Deze worden ingehouden op je bruto loon. Wat overblijft, is je netto loon. Dit is het bedrag dat op je bankrekening wordt gestort. Op je loonstrookje kun je zien wat je bruto loon is, hoeveel belasting er is ingehouden en hoeveel je netto overhoudt. Betaal je belasting en sociale premies, dan werk je wit. Je hebt dan ook recht op betaling bij vakantie en ziekte, als je een vast aantal uren werkt. Zwart werken betekent dat je geen belasting en sociale premies betaalt. Meestal ontvang je je geld dan cash. Als je zwart werkt, ben je niet verzekerd voor de sociale zekerheidswetten. Je krijgt bij ziekte en vakantie dan niet betaald. Zwart werken is verboden. Als je zwart werkt en een ongeluk krijgt op je werk, dan hoeft je baas niks voor je te doen. Als je zwart werkt, krijg je geen loon als je ziek bent en ook geen vakantiegeld! Loonstrook en jaaropgaaf Als je een bijbaan hebt of al werkt krijg je een loonstrookje. Een hele hoop cijfers waar je niet direct iets mee moet. Toch is het de moeite waard er eens naar te kijken. Bijvoorbeeld of je uren wel kloppen. En welk bedrag krijg je aan vakantiegeld? Bij ieder bedrijf ziet een loonstrookje er weer anders uit. Elk bedrijf heeft namelijk andere arbeidsvoorwaarden. In sommige functies krijg je bijvoorbeeld onregelmatigheidstoeslag omdat je in de avond of het weekend werkt. Ook verschilt de lay-out van een loonstrookje per bedrijf, en worden andere termen gebruikt. In het eerste deel van je loonstrook staan gegevens over jezelf en je werkgever zoals adressen en je sofinummer. Daarnaast staan er gegevens over hoeveel uren je werkt, het fulltime brutosalaris, de maand waarvoor het loonstrookje geldt en de gebruikte belastingtabel (zie loonstrookje: witte tabel). De betalingen beginnen met het brutoloon. Daarbij komen dan eventuele extra toeslagen en vergoedingen die er worden afgetrokken of erbij worden geteld. Het bedrag dat dan overblijft is het SVW-loon (zie loonstrookje: Bruto SVW). SVW staat voor Sociale Verzekerings Wetten. Over dat bedrag betaal je werknemersverzekeringen, inkomensafhankelijke ziektekostenpremie en WW-premie. Naast de premie voor de basisverzekering, betaal je een nog een premie die afhankelijk is van je inkomen. Deze premie bedraagt 6,9 procent van je bruto inkomen. Je werkgever is verplicht deze premie aan je te vergoeden. Je kunt in aanmerking komen voor de zorgtoeslag, als je ouder dan 18 bent. Deze toeslag is afhankelijk van je belastbaar loon.

Brutoloon omrekenen naar netto? Dat kan op www.jeugdloonwijzer.nl. Minimumlonen per maand per 1 januari 2011 (netto globale bedragen) inkomen vakantiegeld totaal per maand bruto netto bruto netto netto vanaf 23 jaar* 1.424,40 1.190,- 1.13,95 79,- 1.269,- 22 jaar 1.210,75 1.024,- 96,86 75,- 1.099,- 21 jaar 1.032,70 886,- 82,62 64,- 950,- 20 jaar 876,00 765,- 70,08 54,- 819,- 19 jaar 747,80 665,- 59,82 47,- 712,- 18 jaar 648,10 595,- 51,85 35,- 630,- 17 jaar 562,65 539,- 45,01 29,- 568,- 16 jaar** 491,40 491,- 39,31 26,- 517,- 15 jaar** 427,30 427,- 34,18 34,- 461,- Reclame Vanaf de middelbare school krijgen jongeren steeds meer belangstelling voor kleding, muziek, sportartikelen, etc. Dit is voornamelijk omdat ze er graag 'bij willen horen'. De meningen van vrienden zijn tijdens deze periode over het algemeen het belangrijkst. Overal reclame! Een advertentie in je tijdschrift, reclame op tv, die leuke game op een site: reclame is overal. De invloed van reclame is groot. Reclamemakers vertellen ons wie we kunnen zijn en hoe we ons kunnen voelen. We moeten dan natuurlijk wel hun product kopen. Reclame haalt je over om te kopen. Bedrijven geven veel geld uit aan reclame. Slimme koppen bedenken hoe ze een product het best kunnen verkopen. Zo verdient het bedrijf zijn geld. Veel reclame wordt speciaal gemaakt voor jongeren. De reclame vertelt jou welke kleding je moet dragen en met welk mobieltje je moet bellen. Of je dat doet is natuurlijk jouw keuze. Waarom richt reclame zich op jongeren? Waarom richten bedrijven hun reclame op jongeren? Jongeren zijn beïnvloedbaar en hebben aardig wat geld te besteden. Jongeren denken na over wie zij zijn en wat zij belangrijk vinden. Dat laten zij zien door bepaalde merken wel of juist niet te kopen. Veel jongeren vinden dat een merk iets toevoegt aan hun persoonlijkheid. En daar maken reclamemakers gebruik van. Blijf reclame de baas! Reclame is dus vooral uit op jouw geld. Misschien handig om te onthouden als je volgende keer in de stad loopt. Je kunt best kiezen voor een spijkerbroek van een bepaald merk. Maar bedenk wel dat reclame een trucje is om jou iets te laten kopen. De reclame belooft jou dat je er helemaal bijhoort als je dat speciale product koopt. Maar de reclame noemt meestal alleen de voordelen van een 15

product. Wat ze niet vertellen, zijn de nadelen. Bijvoorbeeld dat een computerspel in werkelijkheid lang niet zo spannend is als het in de reclame lijkt. Of dat je na de aanschafprijs ook nog elke maand abonnementsgeld moet betalen. Ga zelf ook eens op zoek naar de minpunten van een product. Koop alleen een product als je het kunt betalen en als dat product voor jou de beste keuze is. Zo blijf je reclame de baas. Tips om reclame de baas te blijven - Vergelijk producten. Wat is precies het verschil tussen die merkspijkerbroek en die goedkopere? - Bedenk voor je een product koopt wat de nadelen zijn. - Probeer te bedenken waarom je het product graag wil hebben. Heb je het echt nodig? 16

5. Werken met In&Out! 5.1 In&Out! in de onderbouw Het onderbouwmagazine bestaat uit de volgende lesonderdelen: Papierwerk Wat doe je met post? magazine pagina 3 In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod: Geldzaken op orde hebben Benodigde tijd voor dit lesonderdeel: ± 15 minuten Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel: Op deze bladzijde staan foto's van allerlei soorten post en belangrijke papieren. Welke herken je? Noem er vijf. Rekeningafschriften/bankafschriften. Rekening/factuur. Aanslag van de gemeentelijke belastingen. Loonstrook. Folders/reclame. Brief van de Belastingdienst over je aangifte. Welke soorten post krijg je zelf? Noem er drie. Sommige post kun je meteen weggooien, met andere post moet je iets doen. Rekeningen moet je betalen en belangrijke papieren opruimen. Hoe pak jij dat aan? Vertel je klas wat jij met jouw post doet vanaf het moment dat het bij jou bezorgd wordt. Misschien krijg je sommige rekeningen per mail. Vertel ook wat je hiermee doet. Jouw geld Over geld en hoe je eraan komt magazine pagina 4-7 In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod: Leren keuzes maken Zelf geld verdienen Benodigde tijd voor dit lesonderdeel: ± 30 minuten 17

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel: Welke soorten inkomsten heb jij? En wat betaal je ervan? Wat heb jij het liefst: één bedrag voor zakgeld, kleedgeld en belgeld? Of toch liever drie aparte bedragen? Waarom? Het voordeel van één bedrag is dat je zelf kunt kiezen waar je het geld aan uitgeeft. Heb je bijvoorbeeld een jas nodig, dan kun je die als je je totale budget als één bedrag krijgt misschien wel kopen; krijg je je kleedgeld apart, dan is dat een lager bedrag en moet je langer sparen. Nadeel van één bedrag is dat je je uitgaven veel beter moet plannen en dat je minder overzicht hebt. Het is vaak moeilijk om te achterhalen hoe je je geld hebt besteed. Tot slot loop je het risico dat je je totale budget verbruikt voor bijvoorbeeld bellen en je vervolgens geen geld meer hebt voor kleding. Welke afspraken heb jij met je ouders gemaakt over kleedgeld? Welke afspraken wil je na vandaag nog maken? Wat zijn de voordelen van een baantje? En de nadelen? Mogelijke voordelen: geld, ervaring, sociale contacten. Mogelijke nadelen: het kost tijd, je verdient relatief weinig geld: je moet veel werken om een redelijk bedrag te verdienen, je gaat een verplichting aan: je moet het werk ook echt doen. Wat vind jij het leukste bijbaantje? Wat kost het? Prijsbewust zijn magazine pagina 8-9 In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod: Leren keuzes maken Benodigde tijd voor dit lesonderdeel: ± 50 minuten (incl. een bezoek aan een winkel) 18

Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel: Wat kosten de dingen die hieronder staan? Zoek de prijzen niet op, schrijf ze uit je hoofd op. 1 SMS-je versturen sim-only minimaal 0,02, prepaid. Minimaal 8 cent maar bij de grotere providers ook wel 23 cent 10 minuten bellen met de vaste telefoon 1,40 een bioscoopkaartje 8,80 een jaarabonnement op een tijdschrift 100 (weekblad) 35 (maandblad) 10 minuten bellen met de mobiele telefoon 0,26 sim-only, 4,10 prepaid een dvd 9,00 de spijkerbroek die jij wilt hebben 30 tot 120 de gymschoenen die jij wilt hebben 30 tot 100 Reclame De invloed van merken magazine pagina 10-11 In dit lesonderdeel komen de volgende competenties aan bod: Leren keuzes maken Reclame de baas blijven Benodigde tijd voor dit lesonderdeel: ± 30 minuten Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel: Voor welk product wordt reclame gemaakt op dit reclamebord? Kleding (G-Star Raw). Zou jij dit product kopen? Waarom wel of waarom niet? Welke reclamefilmpjes heb jij vandaag gezien? Vertel van één reclamefilmpje wat de bedoeling ervan was. Mogelijke antwoorden: bewustwording (bijvoorbeeld bij een spotje van Postbus 51), proberen iets te verkopen. Ben je het eens met de inhoud van dat filmpje? Waarom wel of waarom niet? Welke groepen zijn er op jullie school? Noem er drie. 19

Welke merken horen bij die groepen? Ben jij gevoelig voor merken? Waarom wel of niet? Van welke merken draag je vandaag kleding? En van welke andere merken heb je spullen bij je? Denk aan je mobieltje, mp3-speler, je tas, agenda, iets lekkers voor in de pauze, etc.? De bank Je rekeningen betalen magazine pagina 12-13 In dit lesonderdeel komt de volgende competentie aan bod: Bankzaken regelen Benodigde tijd voor dit lesonderdeel: ± 15 minuten Uitwerkingen van een aantal opdrachten in dit lesonderdeel: Bij een bankrekening krijg je een pinpas. Met een pinpas kun je overal betalen. Schrijf hieronder twee voordelen en twee nadelen op van betalen met een pinpas. Mogelijke voordelen: je pinpas is gemakkelijk mee te nemen, je hoeft vooraf niet te bedenken hoeveel geld je gaat uitgeven, je kan je geld niet verliezen, je hebt minder kleingeld in je portemonnee, je kan op je rekening precies zien waar je geld hebt uitgegeven Mogelijke nadelen: je geeft geld gemakkelijker uit omdat je niet ziet dat je geld uitgeeft (i.t.t. contant geld, dan zie je dat je portemonnee leeg raakt), je moet oppassen voor skimmen. Welke inkomsten had Jim? van Bizz Folders 40, geld van zijn opa 40 en zakgeld 20 Wat heeft Jim allemaal uitgegeven? Bij de Compumarkt 49, totaal 40 gepind en bij de NS 10. Hoe duur was het computerspel van Jim? 49. Welk bedrag heeft hij op 20 november gepind bij de geldautomaat? 20. Hoeveel geld staat er op Jims rekening? 26. 20