13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C

Vergelijkbare documenten
8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

8273/1/18 REV 1 dui/ass/sv 1 DG E 1C

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

7935/17 rts/van/fb 1 DG E - 1C

13645/1/16 REV 1 ev 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 mei 2017 (OR. en) het secretariaat-generaal van de Raad het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

9635/17 mou/gys/ln 1 DG E 1C

8034/17 rts/pau/ln 1 DG E - 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 22 april 2015 (OR. en)

PUBLIC. Brussel, 21 september 2005 (27.09) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 12470/05 LIMITE JEUN 47 EDUC 134 SOC 355

15312/16 NAF/ev 1 DG D 1B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 april 2014 (OR. en) 9026/14 JEUN 65 SOC 299

NOTA het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties Gezamenlijke conclusies van de Jeugdconferentie van de EU (Dublin, maart 2013)

Alle delegaties gaan thans akkoord met de tekst van bovengenoemde conclusies van de Raad.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15763/04 JEUN 95 EDUC 224 SOC 587

7749/19 voo/pau/sp 1 TREE 1.B

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

7875/17 oms/rts/sl 1 DGG 2B

Brussel, 6 november 2013 (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 15591/13 EDUC 414 AUDIO 106 TELECOM 279 PI 147 RECH 494

8365/16 asd/gra/sl 1 DG E - 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 december 2004 (03.01) (OR. fr) 15762/04 JEUN 94 EDUC 223 SOC 586

8461/17 nes/ons/sl 1 DGG 2B

8096/15 ons/cle/fb 1 DG E - 1 C

6147/16 dau/cle/as 1 DG B 3A

15293/08 cle/gra/jv 1 DG E II

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

ONTWERP- NOTULEN. van de 2185e zitting van de Raad (JEUGDZAKEN) gehouden te Brussel op 27 mei 1999

8760/19 tin/van/ev 1 TREE.1.B

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 oktober 2012 (08.11) (OR. en) 15647/12 JEU 88 SOC 873 EDUC 319 CULT 138 RELEX 986

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0299/59. Amendement. Marco Zanni, André Elissen, Stanisław Żółtek namens de ENF-Fractie

Werkgroep Xenia Münsterse verklaring 2005 Goed wonen goede start spätaussiedlers

12671/17 van/asd/sp 1 DG D 2C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

12071/18 mak/nes/cg 1 ECOMP.3.C.

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

ZITTING OP MAANDAG 22 MEI 2017 (10:00 UUR)

8808/19 van/gar/ev 1 TREE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 mei 2009 (19.05) (OR. en) 9976/09 PROCIV 77 JAI 302 COCON 15 RELEX 473 SAN 126 TELECOM 112 COHAFA 28

EERSTE CONCURRENTIEVERMOGENCHECK-UP IN VOORBEREIDING

Luc Van den Brande Laten we samen aan Europa bouwen

7875/15 nuf/las/as 1 DG E - 1C

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN, I. INLEIDING

Europa voor de Burger Programma EU subsidie lijn EACEA (EC) 7-jarig programma ( ) Jaarlijkse oproep

15349/16 ASS/mt 1 DG D 2A

14434/15 DUI/hw 1 DG E - 1 C

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 oktober 2004 (10.11) (OR. en) 13996/04 LIMITE JEUN 89 EDUC 211 SOC 512

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9916/17 cle/van/oms/sv 1 DG D 2B

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

9146/16 dui/sv 1 DG E - 1C

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2008 (01.12) (OR. en) 16207/08 EDUC 273 SOC 718 CULT 138

PARITAIRE PARLEMENTAIRE VERGADERING ACS- EU

14722/16 eer/rts/sl 1 DG G 2B

EUROPEES LABEL VOOR INNOVATIEF TALENONDERWIJS 2008

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Het Comité van permanente vertegenwoordigers heeft op 27 mei 2009 overeenstemming bereikt over de tekst die in de bijlage gaat.

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2017 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

10368/1/19 REV 1 DAU/cg 1 LIFE.2.B

10329/17 mak/gar/ln 1 DRI

Raad van de Europese Unie Brussel, 21 november 2014 (OR. en)

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

9011/1/15 REV 1 jwe/van/sl 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2017 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij de

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

EuropEEs InstItuut voor onderzoek over de MEdItErranE En Euro-arabIschE samenwerking

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

8338/1/15 REV 1 ass/pw/sm 1 CAB SG

Raad van de Europese Unie Brussel, 3 november 2016 (OR. en)

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

VR DOC.0432/1

12 RICHTLIJNEN VOOR INTERRELIGIEUZE DIALOOG OP LOKAAL NIVEAU

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 november 2015 (OR. en)

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

15/01/2018. Leren in een. in erfgoedcontext. leren van/in/door kunst en cultuur. Programma. 16 januari 2018 Landcommanderij Alden Biesen

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0106/250. Amendement. Jeroen Lenaers namens de PPE-Fractie

Brussel, 29 juli 2002 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN BULGARIJE UE-BG 1909/02

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

8033/17 nuf/adw/sv 1 DG E 1C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2011 (29.04) (OR. en) 8064/11 JEUN 16 SOC 272

14491/18 ons/gra/hh 1 TREE.2.B LIMITE NL

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN EAC/S16/2017. Sport als instrument voor integratie en sociale inclusie van vluchtelingen

NOTA het Comité van permanente vertegenwoordigers (1e deel)

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 5 november 2015 (OR. en) 13640/15 NOTA van: aan: het secretariaat-generaal van de Raad JEUN 98 EDUC 287 CULT 75 SPORT 53 SOC 635 MIGR 59 het Comité van permanente vertegenwoordigers/de Raad nr. vorig doc.: 13169/15 JEUN 88 EDUC 276 CULT 58 SPORT 42 SOC 593 MIGR 54 Betreft: De rol van jeugdbeleid en jeugdwerk met betrekking tot migratie - ondersteuning van het intercultureel bewustzijn en de integratie van migranten - Discussienota van het voorzitterschap Na raadpleging van de Groep jeugdzaken heeft het voorzitterschap de bijgaande discussienota opgesteld, die als basis moet dienen voor het oriënterend debat dat tijdens de zitting van de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport op 23-24 november 2015 zal worden gehouden. Ter voorbereiding van het debat in de Raad heeft het voorzitterschap goede praktijken uit de lidstaten verzameld en wil het geruime tijd vóór de zitting van de Raad onder alle delegaties een compendium van de ontvangen bijdragen verspreiden. Op die manier zullen de lidstaten zich tijdens het debat kunnen concentreren op het vaststellen van synergieën en mogelijkheden voor Europese samenwerking. 13640/15 nes/ass/fb 1 DG E - 1C NL

Naast hun geplande mondelinge bijdrage (er wordt op de gebruikelijke manier een lijst van sprekers opgesteld) zullen de ministers ook over de mogelijkheid beschikken om tijdens het debat te reageren op de opmerkingen van andere deelnemers. Indien een minister van die mogelijkheid gebruik wil maken, volstaat het dat hij zijn naambordje in de lucht steekt om meteen het woord te krijgen. Dergelijke "spontane reacties" mogen niet langer dan 30 seconden in beslag nemen en de totale tijd die elke minister krijgt (hoofdbijdrage én reacties) mag in totaal niet meer dan 3 minuten bedragen. 13640/15 nes/ass/fb 2 DG E - 1C NL

BIJLAGE Discussienota voor het beleidsdebat in de Raad Onderwijs, Jeugdzaken, Cultuur en Sport van 23-24 november 2015 De rol van jeugdbeleid en jeugdwerk met betrekking tot migratie - ondersteuning van het intercultureel bewustzijn en de integratie van migranten Stand van zaken In de afgelopen maanden hebben de migratiestromen naar Europa pieken bereikt die sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer zijn voorgekomen. Volgens Eurostat 1 is 81% van de 689 000 mensen die dit jaar (tot en met augustus) formeel asiel hebben aangevraagd in EU-lidstaten jonger dan 35 jaar. Meer dan de helft van hen (55%) is tussen 18 en 34 jaar oud. De Europese Unie moet de uitdaging aangaan en oplossingen vinden voor deze situatie. De jeugdsector kan hierin een essentiële rol spelen en jonge migranten helpen bij hun integratieproces door de interculturele verstandhouding tussen de lokale bevolking en de migranten te bevorderen. Integratie en interculturele dialoog De culturele diversiteit in de Europese Unie stoelt op essentiële waarden als verdraagzaamheid en persoonlijke vrijheid. Deze culturele diversiteit neemt verder toe met de huidige migratiestromen naar Europa, die bestaan uit burgers met tal van verschillende culturele achtergronden. Teneinde een succesvolle integratie van deze nieuwkomers te verzekeren, moeten de interculturele dialoog en de interculturele verstandhouding worden bevorderd. 1 http://ec.europa.eu/eurostat/web/asylum-and-managed-migration/data/database 13640/15 nes/ass/fb 3

Enerzijds zal deze interactie tussen verschillende culturen er mede voor zorgen dat de verschillende identiteiten van alle betrokken gemeenschappen worden onderkend en versterkt. Hierbij is het belangrijk dat ook de culturele en religieuze overtuigingen en gewoonten in acht worden genomen. Hoewel godsdienst soms een wig lijkt te drijven tussen verschillende gemeenschappen, kan het een fundamenteel onderdeel zijn van de identiteit van mensen. Een onbevooroordeelde gedachtewisseling over godsdienstige overtuigingen is dan ook essentieel. Anderzijds houdt een succesvolle interculturele dialoog niet alleen rekening met de identiteiten van alle betrokken gemeenschappen, maar helpt deze ook bij het identificeren van de bindende elementen van een gemeenschappelijke identiteit die sociale cohesie en integratie kunnen stimuleren. De jeugdsector en het jeugdbeleid zijn goed geplaatst om deze taak te vervullen, omdat zij dicht bij de jongeren staan en doeltreffende acties en initiatieven ontwikkelen die de interculturele dialoog en het interculturele begrip ondersteunen. Jeugdwerk als instrument Jeugdwerk vindt gewoonlijk plaats in de gemeenschappen op lokaal niveau en is een belangrijk instrument voor de integratie en de interculturele dialoog. Door middel van verschillende, aan jongeren aangepaste methoden van niet-formeel leren en leren van gelijken ('peer learning') slaagt jeugdwerk erin bruggen te bouwen tussen jonge autochtonen en jongeren met andere culturele achtergronden. Inclusief jeugdwerk versterkt niet alleen de identiteiten en het bewustzijn van de eigen cultuur, maar helpt ook om competenties op het gebied van conflictpreventie en -oplossing te ontwikkelen en daarbij te bouwen op partnerschappen met lokale gemeenschappen en sleutelpersonen binnen de gemeenschappen. Tegelijkertijd kan jeugdwerk ook bruggen bouwen naar lokale stakeholders, zoals lokale overheden, scholen, jeugd- en sportorganisaties, die belangrijke stakeholders zijn in het sociale leven van jongeren met een migrantenachtergrond. Deze stakeholders dienen niet alleen partners te zijn binnen de interculturele dialoog, maar moeten ook de interculturele openheid van hun structuren, instellingen en bestuur uitdragen. 13640/15 nes/ass/fb 4

Inclusief jeugdwerk Teneinde het interculturele mandaat van de jeugdsector verder te ontwikkelen, moet het jeugdbeleid ervoor zorgen dat jeugdwerk en niet-formele leerinstellingen, methoden en praktijken dusdanig gestructureerd zijn dat een verscheidenheid aan jongeren en leerlingen met verschillende achtergronden wat betreft cultuur, taal, religie en migratie wordt aangesproken. In die zin staat inclusief jeugdwerk open voor nieuwe culturele referenties, benaderingen en (gemengde) interpretaties. Inclusief jeugdwerk vraagt ook om gekwalificeerde jeugdwerkers, die de pluraliteit van identiteit, cultuur en godsdiensten op een doeltreffende manier kunnen onderkennen en communiceren, teneinde een sfeer van wederzijds begrip, aanvaarding en vertrouwen te creëren. Door gebruik te maken van specifieke methoden, onder meer activiteiten waarin verschillende jeugdculturen aan bod komen (bijvoorbeeld breakdance, skateboarden, poetry slams, deejayen, productie van digitale muziek, comics en graffiti, visuele vormgeving), kunnen kunstvoorstellingen en sportactiviteiten een hoog niveau van emotionele betrokkenheid van grote aantallen mensen bewerkstelligen. Door het identificeren en benadrukken van de culturele elementen die het wederzijdse begrip kunnen bevorderen, spelen jeugdwerkers en sleutelpersonen binnen de gemeenschappen een belangrijke rol in het begeleiden van jongeren naar wederzijdse aanvaarding en respect. Voorts kan het integreren van kennis over het lokale culturele erfgoed in de jeugdwerkactiviteiten de migranten ook helpen om de cultuur van de samenleving die hen verwelkomt, te omarmen en hen de gelegenheid bieden om elementen bij te dragen van hun landen van herkomst. Instrumenten voor onlinecommunicatie In de context van het jeugdwerk dient de jeugdsector ook doeltreffende strategieën voor onlinecommunicatie met jongeren te bepalen en te ontwikkelen. Aangezien een erg grote meerderheid van jonge migranten toegang heeft tot sociale media en onlinecommunicatie, kunnen meertalige onlinegemeenschappen mensen snel verbinden en hen helpen om op een vruchtbare manier actief te zijn in de samenleving. Zo kunnen bijvoorbeeld online taaluitwisselingsprojecten de integratie doeltreffend bevorderen door lokale en migrantengemeenschappen te betrekken bij een wederzijds voordelige samenwerking. 13640/15 nes/ass/fb 5

Burgerschapsvorming De integratie van jongeren met een migrantenachtergrond kan worden bevorderd door het versterken van de burgerschapsvorming in het kader van formeel onderwijs en niet-formeel leren, waarbij jongeren worden aangemoedigd om van jongs af aan te reflecteren op gemeenschappelijke waarden. De jeugdsector kan een belangrijke rol spelen bij het ontwikkelen en uitvoeren van programma's voor burgerschapsvorming die jonge autochtonen en jonge migranten op gelijke voet benaderen. Burgerschap moet daarbij worden uitgebreid tot het begrip kosmopolitisch burgerschap, waarbij de aandacht verschuift van een specifieke cultuur of een specifiek historisch standpunt naar een toekomstgericht concept van burgerschap, dat diverse culturen en overtuigingen een plaats geeft en mensen met verschillende culturele achtergronden de kans biedt om deel te nemen aan het politieke leven van een samenleving. Teneinde de integratie van een aanzienlijk aantal migranten in Europa tot een goed einde te brengen, moet migranten tot slot uitzicht op een zinvolle toekomst worden geboden. Deze nota heeft onderstreept dat jeugdbeleid en jeugdwerk in dit opzicht een belangrijke rol kunnen spelen, omdat zij door de interculturele dialoog op verschillende manieren aan te moedigen, de integratie van migranten kunnen bevorderen. Tegelijkertijd kan samenwerking met andere sectoren, waaronder onderwijs, cultuur en sport, van essentieel belang zijn voor een maximale impact van jeugdwerk en voor het creëren van doeltreffende synergieën. 13640/15 nes/ass/fb 6

Ministerieel debat Het voorzitterschap wenst vooruitgang te boeken in de zoektocht naar mogelijke oplossingen en goede praktijken in de jeugdsector met betrekking tot de vraag hoe de uitdagingen van een toenemende migratie kunnen worden aangegaan. In dit verband wordt de ministers verzocht zich over de volgende vragen te buigen: 1. Met inachtneming van de reeds door de lidstaten ingediende goede praktijken, welke rol speelt jeugdwerk op nationaal, regionaal en lokaal niveau voor de integratie van jongeren met een migrantenachtergrond en wat zijn de belangrijkste uitdagingen voor jeugdwerk in dit verband? 2. Met betrekking tot het EU-Werkplan voor jeugdzaken 2016-2018 en de prioriteit voor het jeugdbeleid om de mogelijkheden en uitdagingen die migratie met zich brengt aan te gaan: welke initiatieven moeten worden genomen op EU-niveau? Hoe kan het jeugdbeleid tot een vruchtbare, sectoroverschrijdende samenwerking rond dit thema komen, in het bijzonder met de onderwijs-, cultuur- en sportsectoren? 13640/15 nes/ass/fb 7