Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid



Vergelijkbare documenten
MEER WETEN OVER BELASTINGEN

Freelancers en zzp ers

Freelancers en zzp'ers

Economie Pincode klas 4 VMBO-GT 5 e editie Samenvatting Hoofdstuk 7 De overheid en ons inkomen Exameneenheid: Overheid en bestuur

WHITE PAPER AANGIFTE INKOMSTENBELASTING

Een eigen onderneming starten?

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Als u 65 jaar of ouder bent

17 januari VPT-seminar CUE 2012 ZZP-er worden: do s en dont s

Hoofdstuk 9. Rechtsvormen. Voorbeelden: Eenmanszaak Vennootschap Onder Firma Besloten vennootschap Naamloze vennootschap Vereniging Stichting

De winkelier ontvangt dus meer btw dan dat hij betaald. Het verschil van 29,40 21,- = 8,40 draagt de winkelier af aan de belastingdienst.

ECLI:NL:GHDHA:2017:1341

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Administratieve valkuilen startende ondernemers

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2016

Leuker kunnen we het niet maken

Brochure Gastouderopvang & Belasting

belastingen en heffingen belastingen inkomstenbelasting

Boek 4 Hoofdstuk 7: De overheid en ons inkomen

Op het bovenstaande geldt een aantal uitzonderingen. Niet verzekerd zijn de volgende categorieën ingezetenen:

Aanvullende toelichting Belasting berekenen bij emigratie of immigratie in 2015

Afdeling Samenleving Richtlijn 330 Ingangsdatum:

Belasting besparen met Deelstra Jansen

ECLI:NL:RBDHA:2015:7800

6,6. Samenvatting door Wietske 791 woorden 27 maart keer beoordeeld. 6.1 Eenmanszaak. Minimale voorwaarde van continuïteit

Belastingen en de boekhouding

Als u gaat samenwonen

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

Economie Elementaire economie 3 VWO

Inhoud. 5.1 Als u particulier verzekerd bent Als u ziekenfondsverzekerd bent Als u meeverzekerd bent bij uw partner 16

Kort Nieuws. Met name uit Nederland. Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013

Wijzigingen in de loonheffingskorting 2019 voor niet-inwoners van Nederland

Overzicht Fiscale Cijfers 2013 en 2014 (per januari 2014)

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z81FD (2126)

De commanditaire vennootschap (CV) is te beschouwen als een bijzondere. vorm van de vennootschap onder firma (VOF). Het verschil met de VOF is dat

Als u gaat samenwonen

Fiscaal optimaal van start. P.M. (Marijn) Bremmer LL.M.

Aangifte inkomstenbelasting 2017 PIET

ECONOMIE. Begrippenlijst H6 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Advieswijzer. Werken als zzp er Denk ondernemend. Denk Bol.

Een Goede Start met de Belastingdienst

"Ervaring krijg je wanneer je niet krijgt wat je wilt."

Als u gaat werken in Duitsland

Als u gaat scheiden. Let op! PA 960-1Z71FD (1019)

MINDER BELASTING VOOR CREATIEVEN VISIE ADMINISTRATIE & TIPS MINDER BELASTING & TIPS

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.

Advieswijzer: Werken als zzp'er in 2016

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

Een Goede Start met de Belastingdienst

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

RECHTSVORMEN EN BELASTING

Belangrijke informatie

Type belastingen in het systeem van nationale rekeningen Curaçao, 2013

This slide contains a slide transition, please do not remove.

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

De Verklaring arbeidsrelatie

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE IB-ONDERNEMER

Fiscaal rapport aangifte inkomstenbelasting 2017

Tentoo ZZP-Support. Btw-administratie. Uitbetalingen. Zakelijke kosten. Fiscale voordelen

OEFENEXAMEN BELASTINGPRAKTIJK VOOR DE BV EN DE DGA

RECHTSVORMEN.

Toelichting loonbelastingpakket 2014/2015. voor inhoudingsplichtigen 1. Departamento di Impuesto. Aruba, 1 januari 2015

Vraag 1. Antwoord: Codering antwoord: Gewenst (09): 1, 2 en 3 Acceptabel (06): 1 Onacceptabel (01):

Als u gaat trouwen. Sommige inkomsten en aftrekposten kunt u verdelen. Let op! PA 940-1Z71FD

Toelichting loonbelastingpakket 2011/2012 voor inhoudingsplichtigen

Wijzigingen op privégebied

Vragen van prostituees over belasting, beantwoord door de Belastingdienst. 1. Hoe vertrouwelijk zijn mijn gegevens bij de Belastingdienst?

Heffingskortingen 2016

Welkom bij Tentoo TENTOO

Advieswijzer Werken als zzp'er

Particuliere sector: Bedrijven en gezinnen. Deze sector streeft naar winst, bijvoorbeeld supermarkten, bakkers en kledingwinkels.

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Informatie over de eigen bijdrage

4.1 Klaar met de opleiding

Het hoe en waarom van de belastingheffing

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

PARTICULIEREN: LETOP

Iedereen betaalt btw. Daarnaast betaalt iedereen die werkt ook loon- of inkomstenbelasting.

ACTIEPUNTEN. EIND 2018 voor de DGA TARIEVEN WONING BTWVERHOGING EIGEN KLAAR VOOR

De Verklaring arbeidsrelatie

Praktische opdracht Management & Organisatie Rechtsvormen

U krijgt te maken met: inkomstenbelasting onroerendezaakbelasting. En mogelijk ook met: overdrachtsbelasting omzetbelasting forensenbelasting

Checklist Wij verzorgen uw aangifte inkomstenbelasting Onze werkwijze is als volgt:

1 Inleiding belastingrecht

Tips voor de BV/IB-ondernemer

INFORMATIEBROCHURE JOOST HEIJMANS ADMINISTRATIEKANTOOR

Practicumopdracht B FFEBLR0111

Prinsjesdag 2018 (JVC Businessclub 2 oktober 2018) Prinsjesdag

Vragenformulier wet BIBOB Model Natuurlijk persoon.

Proces inkomstenbelasting. Inhoud

Kamer van Koophandel Belastingdienst Noord

Een eigen bedrijf en dan?

ALGEMENE ECONOMIE /04

Eigen bijdrage Verblijf in een zorginstelling Persoonsgebonden budget Wlz Volledig of modulair pakket thuis Beschermd wonen

Bedrijf starten Handleiding MKBusinessplan.nl Versie 1.0 Juli 2013

Transcriptie:

Elobase Detailhandel Ondernemingsbeleid/Organisatiebeleid Hoofdstuk 6 Belastingen ondernemer Theorieboek voor het theorie-examen kerntaak 1 Recht Ondernemer Belastingen voor de ondernemer 1

Theorieboek voor het theorie-examen: Kerntaak 1 Recht Verzekeringen, Consumentenrecht, Overeenkomsten, Ondernemingsvormen, Faillissement, surseance van betaling en Belastingen voor de ondernemer - Hoofdstuk 6 Wat ga je doen? Je bestudeert de verschillende ondernemingsbelastingen en heffingen Aan bod komen achtereenvolgens: Ondernemingen fiscaal (alleen Ondernemer) blz. 96 (paginanummers corresponderen met het gehele boek) Inkomstenbelasting Voorlopige aanslag Boxenstelsel Aftrekposten Fiscale regelingen ondernemers Belasting rechtspersonen Vennootschapsbelasting Dividendbelasting Rijksoverheid, heffingen en belastingen Verschillende belastingen Belastingaanslagen Heffingen Advies en bezwaar Lagere overheden Bedrijfschapheffingen Kamer van Koophandel 2

Kwalificatie, werkprocessen en competenties Opleiding 90290 Ondernemer Detailhandel Werkproces 1.2 Geeft de onderneming vorm (Ondernemingsvormen) 1.5 Bewaakt de financiële positie van de onderneming (Overeenkomsten algemeen) 1.9 Bepaalt de personeelsbehoefte (arbeidsovereenkomsten) 3.6 Handelt klachten af (Consumentenrecht) Beroepscompetentie A Beslissen en activiteiten initiëren M Analyseren Q Plannen en organiseren R Op de behoeften en verwachtingen van de klant richten S Kwaliteit leveren X Ondernemend en commercieel handelen Y Bedrijfsmatig handelen Trefwoorden Ondernemingen fiscaal Aftrekpost Algemene heffingskorting Afvalstoffenheffing Belasting / Belastingdienst Bezwaarprocedure gemeentelijke belasting Bezwaarschrift bij Belastingdienst Boxenstelsel Centraal Registratiekantoor / CRK Definitieve aanslag Directe belasting / Indirecte belasting Gemeente / Overheid / Provincie Dividendbelasting Heffingskorting Heffing waterschap Hoofdbedrijfschap Ambachten / HBA Hoofdbedrijfschap Detailhandel / HBD Ingezetenenomslag Inkomstenbelasting Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf / IMK Lagere overheden Leges Loonbelasting / Loonheffing Onroerendezaakbelasting / OZB Persoonsgebonden aftrekpost Precariorecht Productschap Publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie Reinigingsrecht / Rioolrecht Retributie Sociaal-Economische Raad / SER Startersaftrek Stichting Ondernemersklankbord Verontreinigingsheffing Vennootschapsbelasting Voorlopige aanslag Waterschap Zelfstandigenaftrek 3

Theorie-examen Kerntaak 1 Recht Verzekeringen, Consumentenrecht, Overeenkomsten, Ondernemingsvormen, Faillissement, surseance van betaling en Belastingen voor de ondernemer Ondernemingen fiscaal Welke ondernemingsvorm een bedrijf ook heeft, altijd wil de Belastingdienst een kijkje in de keuken komen nemen; vooral natuurlijk als er winst is gemaakt. De winst van de kleinere bedrijven, zoals eenpersoonszaak en vof, is privé-inkomen. Daarom wordt de winst ook als inkomsten belast. Bij grotere bedrijven is eigendom en winst anders verdeeld. Daar gelden dan ook andere belastingen. Belastingen zijn betalingen die je verplicht aan de rijksoverheid moet doen. De overheid gebruikt dit geld voor de zorg van het algemeen belang. De Belastingdienst behandelt namens de overheid alle belastingzaken. Een kantoor van de Belastingdienst heet eenheid. De Belastingdienst heeft vier soorten eenheden: 1. eenheden Particulieren 2. eenheden Ondernemingen 3. eenheden Grote ondernemingen 4. eenheden Douane. Als je startende ondernemer bent, meld je je tijdens je inschrijving bij de Kamer van Koophandel automatisch aan bij een eenheid Ondernemingen. De Belastingdienst bepaalt vervolgens voor welke belastingen je in de administratie wordt opgenomen. Daarvoor gebruikt de Belastingdienst natuurlijk in de eerste plaats de gegevens op het bij de KvK ingevulde formulier. Voorbeelden van belastingen die voor een startende ondernemer gelden: inkomstenbelasting omzetbelasting (BTW) loonbelasting, als je meteen al personeel in dienst neemt. Als ondernemer krijg je het hele jaar door op verschillende manieren te maken met de Belastingdienst. Met ondernemingen werkt de Belastingdienst uitsluitend digitaal. Je krijgt automatisch meldingen toegestuurd om aangifte te doen. Deze moet je invullen en dan beoordeelt de Belastingdienst welke belastingen je moet betalen en hoeveel. Welke belastingen je moet betalen, hangt onder andere af van de ondernemingsvorm die je kiest. Dat geldt voor de volgende belastingen: inkomstenbelasting vennootschapsbelasting dividendbelasting vermogensbelasting. 4

Inkomstenbelasting Inkomstenbelasting is belasting over je inkomen. Alleen natuurlijke personen betalen inkomstenbelasting. Als je in loondienst bent of een uitkering ontvangt, wordt hierop belasting ingehouden. Dat doet je werkgever of de instantie die je uitkering betaalt. Deze ingehouden belasting heet loonbelasting. Tegelijk met de loonbelasting wordt ook premie volksverzekeringen en premie werknemersverzekeringen ingehouden. Samen noemt men dit loonheffing. Ook wordt het inkomensafhankelijk deel van de premie voor de zorgverzekering (zorgpremie) ingehouden. Als je eigenaar bent van een eenpersoonszaak of vennoot in een vof of cv, moet je ook inkomstenbelasting betalen. Je betaalt inkomstenbelasting over de winst. Bij een eenpersoonszaak is het duidelijk: als jouw bedrijf winst maakt, is de hele winst voor jou. Bij een vof en een cv staat in het firmacontract hoe de verdeling van de winst tussen de firmanten is bepaald. Als de firmanten evenveel geld hebben ingebracht, zal de winstverdeling waarschijnlijk ook in gelijke porties plaatsvinden. Iedere firmant betaalt zelf inkomstenbelasting over de uitgekeerde winst. Voorlopige aanslag Hoeveel belasting je betaalt, bepaalt de Belastingdienst achteraf. Vaak zal de Belastingdienst wel een voorlopige aanslag opleggen. Een voorlopige aanslag is een berekening vooraf, op basis van geschatte inkomsten en kosten. De ondernemer of vennoot moet dan elke maand een voorschot aan de Belastingdienst betalen. Na afloop van een jaar wordt berekend hoeveel inkomstenbelasting je definitief moet betalen. De belasting over het inkomen dat je in een bepaald jaar hebt ontvangen, wordt vastgesteld in een volgend jaar. Voor een werknemer of uitkeringsontvanger wordt de ingehouden loonheffing verrekend met de inkomstenbelasting. Bij een eigenaar van een eenpersoonszaak of een vennoot wordt het betaalde voorschot verrekend met de inkomstenbelasting. Boxenstelsel De Belastingdienst heeft inkomsten verdeeld in het boxenstelsel. Voor de inkomstenbelasting zijn er drie soorten belastbaar inkomen. Deze inkomens zijn verdeeld over drie boxen: 1. box 1: belastbaar inkomen uit werk en woning; 2. box 2: belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang; 3. box 3: belastbaar inkomen uit sparen en beleggen. 5

Je kunt drie belastbare inkomens hebben: één in elke box. Bij elke box hoort een bepaald belastingtarief. De tarieven in box 1 variëren op inkomen en zijn verschillend voor mensen met en zonder AOW. Voor box 2 is het tarief 25% en voor box 3 is het 30%. Aftrekposten Je hoeft niet over het hele bedrag van je inkomsten belasting te betalen. Er zijn verschillende kortingen die je mag aftrekken: Persoongebonden aftrekposten. Voorbeelden zijn hypotheekrente, ziektekosten en betaalde alimentatie. De berekening van deze aftrek is lastig en zullen we hier niet behandelen. Heffingskortingen. Eerst bepaal je dus over hoeveel inkomen je in elke box belasting moet betalen. Wanneer je digitaal aangifte doet, helpt het programma je automatisch met het berekenen van je inkomen en de aftrekposten. Alles wat de Belastingdienst al van je weet, staat al in jouw persoonlijke deel van het aangifteprogramma. Dan kun je kijken of hierop een korting bij jou van toepassing is: de heffingskorting. Voorbeeld Wanneer je werkt, betaal je minder belasting dan wanneer je niet werkt. Om dat in de berekening van de te betalen belasting zichtbaar te krijgen geef je dat aan (of de Belastingdienst wist dat al van je werkgever). Het aangifteprogramma berekent dan de arbeidskorting die je op de te betalen belasting krijgt. Daarna kun je uitrekenen verder hoeveel belasting je moet betalen. De heffingskortingen bestaan uit verschillende delen: een deel voor de inkomstenbelasting een aantal delen voor de verschillende premies volksverzekeringen. Afhankelijk van je persoonlijke situatie kun je recht hebben op verschillende heffingskortingen. Zo is de algemene heffingskorting is een algemene korting waarop iedere belastingplichtige recht heeft, ongeacht of je wel of niet werkt. Je hebt recht op de arbeidskorting als je een van de volgende soorten inkomsten hebt: loon of salaris winst uit onderneming resultaat uit overige werkzaamheden (bijvoorbeeld als freelancer) De hoogte van de arbeidskorting hangt af van je inkomen en leeftijd. Fiscale regelingen ondernemers De overheid heeft voor ondernemers een aantal maatregelen ingevoerd om de werkgelegenheid en het ondernemerschap te bevorderen. Als je door de Belastingdienst als ondernemer wordt aangemerkt, geniet je bepaalde fiscale voordelen. Iemand met een eenpersoonszaak die winst heeft gemaakt, moet over die winst een bepaald percentage aan inkomstenbelasting betalen, maar hij kan in aanmerking komen voor de volgende fiscale faciliteiten: zelfstandigenaftrek startersaftrek investeringsaftrek aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk meewerkaftrek stakingsaftrek. 6

De zelfstandigenaftrek is een aftrek voor zelfstandig ondernemers die aan de volgende voorwaarden voldoen: Je drijft de onderneming zelf. Je bent op 1 januari nog niet met AOW. Je besteedt ten minste 1.225 uren per jaar aan je bedrijf en je besteedt meer dan 50% van de tijd die je werkt aan je onderneming. Zelfstandigenaftrek trek je af van de winst bij de berekening op de aangifte inkomstenbelasting. Beginnende ondernemers mogen het bedrag van de zelfstandigenaftrek verhogen; dat is de startersaftrek. Dit mag als je voldoet aan de volgende voorwaarden: Je had recht op zelfstandigenaftrek. Je hebt in de vijf voorgaande jaren niet vaker dan tweemaal de zelfstandigenaftrek toegepast. Je hebt in de vijf voorgaande jaren ten minste één jaar geen onderneming gehad Investeringsaftrek Kleine investeringen, in bijzonder als het gaat om milieu en energie, komen in aanmerking voor investeringsaftrek. Belasting rechtspersonen Voor ondernemingen met rechtspersoonlijkheid (bijvoorbeeld een bv of nv) zijn er twee belangrijke belastingen: de vennootschapsbelasting en de dividendbelasting. Vennootschapsbelasting De vennootschapsbelasting is een belasting over de behaalde winst. De vennootschapsbelasting wordt geheven van alle ondernemingen: 1. die het maken van winst als doel hebben en 2. die een privaatrechtelijk rechtspersoon zijn, zoals bv s, nv s, coöperatieve verenigingen en onderlinge verzekeringsmaatschappijen. Een voordeel van ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid is dat de aansprakelijkheid van de vennoten niet veel verder gaat dan het bedrag dat zij in het bedrijf hebben geïnvesteerd. Een ander voordeel is dat de vennoten over de winst die in deze ondernemingsvormen gemaakt wordt, geen inkomstenbelasting hoeven te betalen, maar (een lagere) vennootschapsbelasting. Daarnaast zijn het salaris en de pensioenpremie van de directeur(en) al verrekend. Dit betekent dat daarover geen vennootschapsbelasting betaald hoeft te worden. Een hoog salaris verlaagt dus de winst van een bv en daardoor de te betalen vennootschapsbelasting. Dividendbelasting De eigendom van vennootschappen, zoals nv s en bv s, is verdeeld in aandelen. Een aandeel is een bewijs van eigendom in de onderneming. Een bedrijf dat winst maakt, kan hier het volgende mee doen: investeren, bijvoorbeeld een nieuwe bedrijfsinrichting kopen; uitkeren aan de eigenaren. Het deel van de winst dat aan aandeelhouders wordt uitgekeerd, heet dividend. Een vennootschap (bv of nv) moet van het uit te keren dividend dividendbelasting inhouden. De ingehouden dividendbelasting is een voorheffing op de inkomstenbelasting. Zij wordt later door de Belastingdienst verrekend met de verschuldigde inkomstenbelasting. 7

Rijksoverheid, heffingen en belastingen Nederland kent vier soorten overheid: 1. het Rijk 2. de provincie 3. de gemeente 4. waterschappen. Het Rijk noemt men ook wel de centrale overheid en de andere drie de lagere overheden. Al deze overheden hebben geld nodig om hun taken te kunnen uitvoeren. De inwoners en bedrijven in Nederland moeten daarom geld betalen in de vorm van belastingen of heffingen. De overheid heeft heel veel geld nodig om Nederland draaiende te houden. De overheid moet bijvoorbeeld zorgen voor de aanleg van wegen en voor het functioneren van ziekenhuizen, er is politie en een leger nodig. En mensen die niet kunnen werken, moeten wel geld hebben om te leven. Al dat geld moet natuurlijk ergens vandaan komen. De inwoners van Nederland betalen geld aan de overheid in de vorm van belastingen en heffingen. 8

Belastingen en heffingen Belastingen zijn algemene betalingen van de inwoners van een land aan de overheid. Dit geld wordt gebruikt voor algemene behoeften van de gemeenschap. Heffingen zijn specifieke betalingen van de inwoners van een land aan de overheid. Bij een heffing staat de geleverde dienst vast. Je hebt gebruikgemaakt van die dienst (bijvoorbeeld een nieuw paspoort) en daar moet je dan voor betalen. Vaak wordt hiervoor het woord retributies gebruikt. De rijksoverheid publiceert één keer per jaar, op Prinsjesdag (derde dinsdag van september), de rijksbegroting. Je kunt dan zien hoe de overheid met haar geld uitkomt en hoeveel ze eventueel tekort komt. Verschillende belastingen In Nederland heft de rijksoverheid verschillende belastingen. Persoonlijke en zakelijke belastingen Belastingen kun je op allerlei manieren onderverdelen. Bijvoorbeeld zo: persoonlijke belastingen zakelijke belastingen. Persoonlijke belastingen moet je betalen omdat je als privépersoon inkomsten of bezittingen hebt. Voorbeelden zijn inkomsten- en vermogensbelasting. Zakelijke belastingen zijn belastingen die bedrijven moeten betalen. Voorbeelden zijn omzetbelasting en vennootschapsbelasting bij de bv. Directe en indirecte belastingen Er is ook een andere indeling mogelijk: directe belastingen indirecte belastingen. Directe belastingen moet je zelf betalen en kun je niet doorberekenen aan iemand anders. Voorbeelden zijn vermogensbelasting en loonbelasting. Indirecte belastingen verhogen de kostprijs. Voorbeelden zijn omzetbelasting en accijns. Een voorbeeld van indirecte belastingen is de Regulerende Energiebelasting (REB) die bedrijven moeten betalen. Deze energiebelasting staat - net als de kosten voor het energieverbruik - op de rekening van het energiebedrijf. De onderneming draagt de belasting dus af aan het energiebedrijf dat het geld vervolgens aan de Belastingdienst overmaakt. Met deze maatregel hoopt de overheid bedrijven te stimuleren minder energie te verbruiken. De ondernemer ontvangt twee belastingaanslagen: De definitieve aanslag; hierin staat hoeveel belasting hij over het afgelopen jaar moet betalen. De voorlopige aanslag; hierin staat hoeveel belasting hij over het lopende jaar als voorschot moet betalen. 9

Belastingaanslagen De Belastingdienst bepaalt hoeveel inkomsten- en vennootschapsbelasting de ondernemer moet betalen. Eén keer per jaar (voor 1 april) moet elke ondernemer een aangiftebiljet invullen over het afgelopen jaar. Hierop geeft hij aan welke inkomsten, welke kosten en hoeveel winst hij in dat jaar heeft gehad. Reserveren Vooral een startende ondernemer moet echt rekening houden met nog te betalen belastingen. Het is dus mogelijk dat je aan het begin van een jaar aan de Belastingdienst moet betalen: het bedrag van de definitieve aanslag over het hele vorige jaar; het bedrag van de voorlopige aanslag over het lopende jaar (vaak in maandelijkse termijnen). Het is daarom goed om elke maand dat je ondernemer bent, een bepaald gedeelte van de omzet apart te zetten (te reserveren) voor de belastingen. Verrekening De Belastingdienst beoordeelt het aangiftebiljet. Als er in het voorgaande jaar winst is gemaakt, gaat de Belastingdienst ervan uit dat dit het lopende jaar weer zo zal zijn. Achteraf vindt de verrekening plaats: het bedrag van de definitieve aanslag min het bedrag van de voorlopige aanslag = eventueel bijbetalen of terugontvangen. Officieel kan er tegen een voorlopige aanslag geen bezwaar of beroep aangetekend worden. Toch is het mogelijk dat tijdens een gesprek met de belastinginspecteur wel een wijziging of betalingsregeling kan worden getroffen. Heffingen Een ondernemer moet ook heffingen betalen. Heffingen zijn betalingen aan de overheid voor een duidelijk aanwijsbare geleverde dienst. Hierin verschillen heffingen van belastingen. Soorten heffingen Er bestaan twee soorten heffingen: 1. heffingen door de lagere overheid; 2. heffingen door bedrijfschappen en Kamers van Koophandel. 10

Advies en bezwaar Een ondernemer, vooral een startende ondernemer, heeft met veel soorten belastingen en heffingen te maken. Vooral als bij het bedrijf personeel in dienst is, gelden er veel regels. Adviseurs De Belastingdienst is ondernemers op verzoek behulpzaam bij belastingzaken. Maar de dienst accepteert niet dat bedrijven zich niet aan de regels houden. Advies en hulp bij belastingzaken is daarom vaak belangrijk voor een ondernemer. Adviseurs bij belastingzaken kunnen zijn: de administrateur van de onderneming de Belastingdienst de Kamer van Koophandel een accountant de bank belastingdeskundigen of -consulenten het IMK (Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf) de Stichting Ondernemersklankbord. Het IMK is een onafhankelijke advies- en begeleidingsorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf. Ook helpt het instanties bij de uitvoering van regelingen. De Stichting Ondernemersklankbord is een landelijke adviesorganisatie (opgericht in 1979) die de succeskansen van ondernemers in het midden- en kleinbedrijf wil vergroten. De consulenten van Ondernemersklankbord spreken de taal van de ondernemer omdat ze zelf ondernemer zijn geweest. Het is altijd slim om dergelijke instanties tijdig om advies te vragen. Bezwaar maken Als je het niet eens bent met een belastingaanslag, kun je een bezwaarschrift indienen. Deze brief, waarin je jouw bezwaren kenbaar maakt, moet binnen zes weken na dagtekening van het aanslagbiljet bij de inspecteur van de Belastingdienst zijn ontvangen. Houd zelf altijd een kopie van het bezwaarschrift. Het is raadzaam om ook direct uitstel van betaling te vragen met een verwijzing naar je bezwaarschrift. De belastingontvanger verleend je uitstel. De belastinginspecteur reageert vervolgens binnen drie maanden met een uitspraak op het bezwaarschrift. Misschien ben je het niet eens met de uitspraak op het bezwaarschrift. Dan kun je binnen zes weken een beroepschrift indienen bij de Belastingkamer van het gerechtshof. Een advocaat is hierbij niet verplicht, maar een belastingadviseur is wel raadzaam. Zo iemand - die kennis heeft van de gang van zaken en de verdere procedures - is onmisbaar bij het in beroep gaan bij het gerechtshof. Tegen de uitspraak van het gerechtshof kun je in cassatie gaan bij de Hoge Raad (het hoogste rechtsorgaan in Nederland). Ook dit moet weer binnen zes weken gebeuren. Dit is het allerlaatste station. Hoger kun je niet en deze uitspraak is dus bindend. Lagere overheden Burgers en bedrijven moeten niet alleen belastingen en heffingen aan de rijksoverheid betalen. Ook de lagere overheden innen belastingen en heffingen. Gemeenten, provincies en waterschappen zijn lagere overheden. Deze lagere overheden bieden bepaalde diensten aan, waarover zij (meestal kleine) bedragen heffen. Zij kunnen op grond van de provinciewet, de gemeentewet en de waterschapswet verschillende heffingen opleggen. 11

De gemeente kent verschillende belastingen en heffingen. Enkele voorbeelden zijn: Onroerendezaakbelasting (OZB). Dit is een belasting voor iedereen die een gebouw bezit. Bedrijven betalen voor het gebruik ook een aandeel in de OZB. Particuliere bewoners doen dat niet. Het OZB-bedrag hangt af van de waarde van het pand en het tarief dat de gemeente hanteert. Reinigingsrechten. Bedrijven die hun afval aan de gemeentelijke milieudienst aanbieden, moeten hiervoor ook belasting betalen. Het bedrag hangt af van de hoeveelheid aangeboden afval. Afvalstoffenheffing. Alle huishoudens en bedrijven betalen voor het ophalen en verwerken van afval een bepaald bedrag per pand. Daarnaast betaalt men een bedrag dat afhankelijk is van de hoeveelheid aangeboden afval en de wijze waarop dat wordt afgevoerd. Rioolrechten. Eigenaren van woningen en bedrijfspanden die zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering, moeten deze belasting betalen. Precariorechten. Dit betaalt een bedrijf voor het hebben of houden van voorwerpen in, op of boven gemeentegrond die bestemd is voor de openbare dienst. Als een winkelier bijvoorbeeld reclame wil maken op de stoep van de gemeente, dan betaalt hij daarvoor. Leges Als vergoeding voor een verleende administratieve dienst kan de gemeente vergoedingen heffen. Deze verleende diensten zijn bijvoorbeeld de verstrekking van paspoorten, rijbewijzen, uittreksels uit het bevolkingsregister, bouwvergunningen of huwelijksvoltrekkingen. Vaak is het zo dat de instelling die de dienst levert, het gebruik registreert. Vervolgens krijgt de gebruiker een verzoek tot betaling. Iedere detaillist wordt voor een bepaalde heffing aangeslagen. Gemeentelijke belastingen Bezwaar maken Een ondernemer die het niet eens is met een aanslag, kan bezwaar aantekenen bij de gemeente. Dit moet binnen twee maanden na dagtekening van de aanslag gebeuren, of binnen twee maanden nadat betaald is. De gemeente neemt de aanslag dan in heroverweging en doet vervolgens een uitspraak. Ben je het met deze uitspraak niet eens, dan kun je tegen deze uitspraak in beroep gaan. Dit doe je bij de Belastingkamer van het gerechtshof. In het zeldzame geval dat een compromis niet mogelijk blijkt, kun je als laatste redmiddel tegen deze uitspraak in cassatie gaan bij de Hoge Raad. Maar daarna houdt het ook op en moet de uitspraak van deze raad opgevolgd worden. Een waterschap int verschillende heffingen: de ingezetenenomslag en de verontreinigingsheffing bijvoorbeeld. 12

Heffingen door waterschap Waterschappen kennen de volgende heffingen: Verontreinigingsheffing De overheid hanteert het principe de vervuiler betaalt. De verontreinigingsheffing is een vergoeding die particulieren en bedrijven betalen voor de zuivering van het afvalwater. Afvalwater wordt gezuiverd in rioolwaterinstallaties. Ingezetenenomslag De ingezetenenomslag is een vergoeding voor het op peil houden van het oppervlaktewater door het waterschap. In Nederland is dit van levensbelang. Er zijn ontelbare kanalen, sloten, dijken, gemalen en technische installaties nodig om Nederland droog te houden. In een droog Nederland is landbouw en recreatie mogelijk en is er ruimte voor natuur en stedelijk gebied. Het waterschap draagt de inning van deze bedragen vaak op aan het waterleidingbedrijf. Waterschapsomslag Het waterschap kan ook nog de waterschapsomslag heffen; de eigenaren van gebouwen en gronden ontvangen ook nog een aanslag voor hun gebouwde en/of ongebouwde eigendommen. Dit bedrag moet wel rechtstreeks aan het waterschap worden betaald. Bedrijfschap en KvK De bedrijfschappen zijn bezig zichzelf op te heffen. De gevolgen zijn nog niet geheel duidelijk. Hieronder wordt verteld over de bedrijfschappen zoals deze functioneren tot de definitieve opheffing zal zijn gerealiseerd. Voor het midden- en kleinbedrijf zijn (waren) er: het Hoofdbedrijfschap voor de Detailhandel (HBD) het Hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA). De belangrijkste taak van deze hoofdbedrijfschappen is het opkomen voor de belangen van de bedrijfstak. Beide hoofdbedrijfschappen hebben een Registratiekantoor dat bijhoudt welke ondernemingen aangesloten zijn bij de hoofdbedrijfschappen (verplicht). Het hoofdbedrijfschap zorgt ook voor het opleggen en innen van de heffingen. Hiervan betalen ze de activiteiten van belangenorganisaties en de werkzaamheden van de bedrijfschappen. Vaak verstrekken ze ook een bewijs van registratie, zoals bijvoorbeeld een Marktpas, welke je, als je ambulant werkt, nodig hebt om een plekje op de markt te verkrijgen. Bedrijfschapheffingen zijn dus de heffingen die aan een hoofdbedrijfschap betaald moeten worden voor zijn werkzaamheden in het belang van de sector. Aansluiting bij het bedrijfschap is wettelijk verplicht. Iedere ondernemer die iets verkoopt, hoort automatisch tot het HBD, iemand die kleinschalig produceert tot het HBA, enzovoort. De Sociaaleconomische Raad (SER) controleert of de spelregels en begrotingen van de bedrijfschappen voldoen aan de regels van de wet. Andere taken van de SER zijn: informatie geven over alle bestaande bedrijfschappen; advies geven aan de regering over de hoofdlijnen van het te voeren sociaaleconomisch beleid; uitvoeren bestuurlijke en toezichthoudende taken; de SER houdt bijvoorbeeld toezicht op bedrijfschappen. Het HBD ondersteunt de detailhandelsbranche met allerlei werkzaamheden die van gemeenschappelijk belang zijn. 13

De werkzaamheden bestaan bijvoorbeeld uit: het voeren van overleg met landelijke organisaties en overheid; het voorbereiden van beleid met betrekking tot de detailhandel; het adviseren van landelijke organisaties en overheid; het laten verrichten van onderzoek; het opzetten en uitvoeren van projecten op het gebied van onder andere criminaliteit, milieu en het stimuleren van het werken in de winkel; het informeren van de detaillisten door middel van folders, magazines enzovoort; het financieel ondersteunen van instellingen die van belang zijn voor de detailhandel. Het HBD heeft voor zijn werkzaamheden heffingsaanslagen vastgesteld. Naast de basisheffing die voor iedere detaillist hetzelfde is, bestaat de algemene heffing, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen algemene en ambulante handel. Op de heffingsaanslag die een ondernemer krijgt kunnen verder nog bijkomen: de filiaalheffing, de bestemmingsheffing (waarvan de hoogte afhankelijk is van de branche) en de heffing werkzame personen (waarvan de hoogte afhankelijk is van het aantal werkzame personen in de onderneming). Het hoofdbedrijfschap Ambachten (HBA) is een organisatie voor ondernemers en werknemers die in het ambacht werken. Het HBA ondersteunt met zijn werkzaamheden de ambachtelijke ondernemer en staat voor de ontwikkeling van de aangesloten ambachten. Ook draagt het HBA zorg voor de maatschappelijke functie van het ambacht. Tot deze ambachtelijke bedrijfstak behoren ruim dertig branches, zoals het banketbakkersbedrijf, het dakdekkerbedrijf, het kappersbedrijf, het optiekbedrijf en het slagersbedrijf. Het HBA richt zich op algemene, collectieve belangen van werkgevers en werknemers. Het gaat hier dus niet om individuele belangen. Het HBA ondersteunt de ambachtelijke werkgevers en werknemers met allerlei werkzaamheden die van gemeenschappelijk belang zijn. De werkzaamheden zijn de volgende: het behartigen van de collectieve belangen van de bedrijfstak; het organiseren en financieren van activiteiten op het gebied van onder andere kwaliteits- en milieuzorg, beroepsopleiding, arbeidsomstandigheden en arbeidsmarktproblematiek; het laten uitvoeren van sociaalwetenschappelijk onderzoek; het subsidiëren van advisering met betrekking tot de bedrijfsvoering; het uitvoeren van vestigingsregelingen; het financieel ondersteunen van instellingen die van belang zijn voor de ambachtelijke bedrijfstak; het promoten van en het geven van voorlichting over het ambacht. Ook het HBA heeft voor zijn werkzaamheden heffingsaanslagen vastgesteld. De bedragen die daarvoor gelden, verschillen enigszins ten opzichte van de aanslagen van de HBD. Net als bij het HBD krijg je naast de basisheffing en de algemene heffing in sommige gevallen ook te maken met een bestemmingsheffing en een heffing voor werkzame personen. Alhoewel er de laatste jaren veel zijn opgeheven, zijn er nog meer product- en bedrijfschappen, vooral wanneer er een direct contact is tussen consument en ondernemer. Informatie hierover via de KvK. Zowel HBD als HBA Een onderneming kan in sommige gevallen tot zowel het Hoofdbedrijfschap Detailhandel als het Hoofdbedrijfschap Ambachten behoren. Denk bijvoorbeeld aan een rijwielhandel die ook reparaties verricht. Naast de heffing aan het HBD is de rijwielhandelaar dan ook heffing verschuldigd aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten. Deze heffingen verdwijnen. 14

Bedrijfschapheffingen Bedrijfschappen en productschappen zijn bijzondere organisaties die op economisch en sociaal gebied bepaalde zaken voor een branche regelen. Het stelsel van product- en bedrijfschappen heet ook wel de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (PBO). Bezwaar Het kan natuurlijk gebeuren dat je het niet eens bent met een heffingsaanslag van de bedrijfschappen. Het bedrijfschap baseert zijn gegevens namelijk mede op informatie uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Wanneer tussentijds bijvoorbeeld wijzigingen hebben plaatsgevonden die door beide instanties nog niet zijn verwerkt, dan krijg je een verkeerd bedrag als heffing opgelegd. Voordat je een bezwaarschrift indient, kun je het beste contact opnemen met het bedrijfschap en om uitleg vragen. Vaak kan daar al het bezwaar weggenomen worden, zodat het indienen van een bezwaarschrift overbodig is. De bezwaarprocedure bij bedrijfschappen is als volgt: Zes weken na ontvangst van de heffingsaanslag kun je bezwaar maken bij de Hoorcommissie Heffingsaangelegenheden van het (Hoofd)bedrijfschap. Dien het bezwaarschrift op tijd in, ook wanneer je het op dat moment erg druk hebt. Het beste kun je bij tijdgebrek onmiddellijk een brief of een fax sturen en zeggen dat je de heffingsaanslag hebt ontvangen, maar dat je het met de hoogte van de aanslag niet eens bent en daar zo spoedig mogelijk op zult reageren. De Hoorcommissie Heffingsaangelegenheden van het (Hoofd)bedrijfschap neemt jouw bezwaar in behandeling en nodigt je uit voor een mondelinge toelichting van het bezwaar. Ben je het dan nog niet eens, dan is het mogelijk tegen deze beslissing in hoger beroep te gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Het is niet zo dat je met het indienen van bezwaar en/of beroep uitstel van betaling krijgt. Een betalingsverplichting blijft altijd van kracht binnen de gestelde termijn en wordt dus niet opgeschort. Let wel, deze heffingen gaan verdwijnen. Oude vorderingen vervallen daarmee niet. Kamer van Koophandel Ieder bedrijf moet staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken. Vroeger kreeg je jaarlijks voor je bedrijf een factuur toegestuurd. Deze heffing is ter stimulering van eigen ondernemingschap per 1 januari 2013 afgeschaft.. 15