Uw brief van. 22 september 2005

Vergelijkbare documenten
REMUNERATIE RAPPORT 2012 RAAD VAN TOEZICHT HU. Auteur SELECTIE- & REMUNERATIECOMMISSIE RAAD VAN TOEZICHT. Inlichtingen E

Rapport van bevindingen WNT Stichting Regionale Omroep West

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Auteur Inlichtingen REMUNERATIE Datum RAPPORT 2011 RAAD VAN TOEZICHT HU

Voordracht tot benoeming lid raad van bestuur TNO en antwoorden op de vragen van de leden Kalma en

Auteur Inlichtingen REMUNERATIE Datum RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU

Rapport van bevindingen WNT RTV NH

Rapport van bevindingen WNT RTV Rijnmond

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Datum 16 november 2010 Betreft antwoorden op de vragen van de leden Ferrier (CDA), Van Dijk (SP) en Jadnanansing (PvdA)

Met de publicatie van dit rapport voldoet de Raad van Toezicht aan de hierboven geformuleerde verplichting.

Rapport van bevindingen WNT Omroep Flevoland

Niveau en ontwikkeling van de inkomens van topfunctionarissen in de (semi-)publieke sector

Met vriendelijke groet, Directeur Rekenschap & Juridische Zaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Herzien rapport van bevindingen WNT RTV Noord

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van. 10 februari 2006

VERVOLG VAN HET ONDERZOEK NAAR DE NALEVING VAN DE DECLARATIEVOORSCHRIFTEN DOOR BESTUURDERS IN HET HOGER ONDERWIJS VERTROUWEN OP ZELFREINIGEND VERMOGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG..

Rapport van bevindingen WNT Omroepbedrijf Limburg (L1)

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De WNT Het antwoord op veel gestelde vragen

Topinkomens in het onderwijs

Groningen : 18 september 2013 Betreft : Notitie inzake WNT. Geachte lezer,

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapportage inkomensgegevens van bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen Inleiding

Alleen ter besluitvorming door het College. X Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Openbaar

30 januari Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid Leijten van uw Kamer over hoge studiekosten.

drs. Jaap Bergman RA vestigingsdirecteur - partner Diverse actualiteiten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Aflossing studieschuld bij sociaal leenstelsel Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De uitwerking in de GCW van het hiervoor vermelde principe kan als volgt worden weergegeven.

Motie Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Inzake Inhuur

Uw brief van. 11 juli 2005

Datum 1 maart 2016 Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) over scholen die geld oppotten.

Rapportage inkomensgegevens van bestuurders van zorginstellingen uit de jaarverslagen-2010

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Notitie over de Beloningscode voor Bestuurders in de Zorg en de juridische onhoudbaarheid van de Wet Normering Topinkomens

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire toepassen Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2017

Uw brief van. 2 en 5 april 2004

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zwolse zorgbaronnen. Resultaten van een inventarisatie naar de topsalarissen in de zorgsector in Zwolle

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

circulaire Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

circulaire Stuknummer: AI Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Wet normering topinkomens

Uw brief van. 29 januari 2007

De gemeenschap op kosten

2 Aflossing studieschuld bij leenstelsel

Circulaire. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

circulaire T Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties De burgemeester, het college van burgemeester en DGBK/Directle

Gelet op de voordracht van gedeputeerde staten van 21 oktober 2014, nr /395767; Gelet op artikel 143, eerste lid, van de Provinciewet;

RAPPORTAGE SPECIFIEK ONDERZOEK WNT BIJ STICHTING OSG HENGELO

Circulaire. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Raadsvoorstel Vaststellen aanpassing weigeringsgrond Algemene Subsidieverordening Haarlemmermeer 2011

3 0 DEC. 20» Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Handleiding bij de opgave van uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL e Reg.nr. "RSV^O I Xl&Ä M 2 2 MRT Routing

Bezoldigingscode. Bestuurders Hogescholen. Maart 2013

De voorzitter van de Raad van Toezicht/het Stichtingsbestuur van. MEVA/ABA/ Aloys Kersten Verantwoording inkomen bestuurder

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

DEFINITIEF RAPPORT ONDERZOEK NALEVING WNT

DGBW/ Directie Democratie en Burgerschap Afdeling Politieke Ambtsdragers van de Salarisadministratie Turfmarkt 147

Inleiding. Voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

GEWOPT EN GEWOGEN. Evaluatie van de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt) Samenvatting.

Categorie-indeling WNT2

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

opbrengsten Toelichting op de winst- en verliesrekening

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 14 september 2009 Betreft Stand van zaken rond gedragscode media

circulaire .~-_J1lmlll/l1l1111l11l /111111/11111//111 Ministerie van Binnenlandse Zaken en V1 ' Koninkrijksrelaties

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Meer informatie In de bijlage bij deze brief en op de website kunt u meer informatie vinden over de WNT.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 januari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Richtlijn is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari Eerdere toepassing van de Richtlijn wordt aanbevolen.

Voordracht voor de raadsvergadering van woensdag 30 en donderdag 31 maart 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK NAAR DIVERSE RECHTMATIGHEIDSASPECTEN. bij Stichting OSG Hengelo

RAPPORT VAN EEN SPECIFIEK ONDERZOEK

ci rcu 1a i re

van de salarisbedragen van de voorzitter en dagelijks bestuurder alsmede de tegemoetkoming ziektekostenverzekering van de Algemeen bestuursleden

REMUNERATIE RAPPORT RAAD VAN TOEZICHT HU. Auteur REMUNERATIECOMMISSIE RAAD VAN TOEZICHT HU. Inlichtingen E

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bezoldiging directeur/bestuurder en raad van toezicht bij Tiwos.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Kamervragen van de leden Karabulut en Jansen

Transcriptie:

logoocw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk 17 november 2005 AP/FBB/2005/47873 Uw brief van 22 september 2005 Uw kenmerk 05-OCW-B-078 Onderwerp Reactie AOb-onderzoek inzake inkomens topbestuurders HBO In bovenaangehaalde brief vraagt u mij te reageren op het onderzoek van de Algemene Onderwijsbond naar de beloning van topbestuurders in het WO, HBO en de BVE. In deze brief voldoe ik aan uw verzoek en geef een korte schets van de praktijk in de afgelopen jaren en de maatregelen die mij, in lijn met het kabinetsbeleid, voor ogen staan. Het beeld dat de AOb schetst stemt in grote lijnen overeen met wat mij bekend was uit eerder onderzoek, namelijk het onderzoek dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties jaarlijks laat uitvoeren naar topinkomens in de collectieve sector. In het licht van de maatschappelijke discussie zoals deze is ontstaan m.b.t. de beloning van topfunctionarissen in de marktsector en bij de overheid, acht ik de ontwikkeling in beloning van topbestuurders zoals die ook uit dit AOb-onderzoek blijkt, ongewenst. Vooraf wil ik een aantal kanttekeningen plaatsen bij de bevindingen van de AOb over de ontwikkeling en het niveau van de topsalarissen. Ontwikkeling en niveau van de inkomens - In het onderzoek vergelijkt de AOb de loonontwikkeling van topbestuurders met de ontwikkeling van de lonen volgens de CAO. Deze twee ontwikkelingen zijn echter niet te vergelijken. De ontwikkeling van de lonen volgens de CAO raakt alleen het kale brutoloon. De loonontwikkeling van topbestuurders, die zowel BZK als AOb hanteren, gaat om meer. Die ontwikkeling gaat ook om vaste en variabele bijzondere beloningen zoals periodiekontwikkeling, promoties en andere incidentele looninvloeden. In het AOb-onderzoek zijn ook nog de pensioen- en werkgeverslasten meegenomen. - De AOb grijpt voor de ontwikkeling van de lonen terug naar de loonontwikkeling van 2002 op 2003, deze was 7,8 procent. De loonontwikkeling van 2003 op 2004 was volgens het BZKonderzoek 5,2%. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/5 - De AOb gaat voor de bepaling van de gemiddelde beloning van collegebestuurders uit van de totale loonkosten (bestuurskosten), dus inclusief pensioen- en werkgeverslasten, zoals opgenomen in de jaarrekeningen. Dit is een hoger bedrag dan het salaris dat een bestuurder op zijn loonstrook terugziet. Grofweg kan worden gesteld dat het bruto salaris ongeveer 35% lager is dan de loonkosten en dat het netto salaris weer ca. 35% lager is. Een vergelijking met het gemiddelde loon van een minister van 130.000 (exclusief pensioen- en werkgeverslasten) gaat hierom mank. - Verder zijn de gemiddelden door de AOb vastgesteld op basis van de loonkosten van een aantal bestuurders. Het door BZK vastgestelde gemiddelde bruto functieloon (inclusief vaste en variabele bijzondere beloning) wordt gemeten op basis van een groter aantal topfunctionarissen (functionarissen met een jaarloon van ten minste 60.000). - Inmiddels is een aantal bestuurskosten in het AOb-onderzoek aangepast. Hierdoor komen de gemiddelde bestuurskosten in het HBO iets hoger uit ( 130.645) en dalen de gemiddelde bestuurskosten in de BVE-sector naar 120.439 Informatie over (eerdere) onderzoeken BZK naar topinkomens in de collectieve sector Sedert 2001 doet BZK onderzoek naar de beloningen in de collectieve sector. Het gaat tot dusverre om vier onderzoeken die alle vier aan de Tweede Kamer zijn aangeboden 1. Uit deze onderzoeken blijkt het volgende. In tabel 1 is het gemiddelde jaarinkomen van de deelnemers aan de enquête opgenomen. Als wordt gekeken naar de grens van het gemiddelde ministersalaris blijkt dat alleen het gemiddelde inkomen bij de universiteiten daarboven uitkomt. Dit neemt niet weg dat in de huidige situatie in álle sectoren er inkomens voorkomen die boven de grens van het gemiddelde ministersalaris uitkomen (zie tabel 2). In 2004 is er een daling van het gemiddeld jaarinkomen te zien in alle sectoren behalve de sector universiteiten. Dit laatste kan wellicht worden verklaard uit de forse daling van het aantal deelnemers binnen die sector aan de gehouden enquête (van 138 in 2003 naar 44 in 2004). Tabel 1, gemiddeld jaarinkomen topfunctionarissen 2000 2002 2003 2004 Universiteiten & onderzoeksinstellingen 113.000 125.200 121.944 134.968 HBO 96.000 107.100 110.043 107.243 BVE 80.000 94.100 102.686 96.077 Omroeporganisatie 114.712 112.085 Totaal 110.600 110.683 116.508 Publieke sector totaal 86.000 90.400 89.012 88.076 1 De onderzoeksresultaten zijn gebaseerd op vrijwillige schriftelijke enquêtes onder topfunctionarissen (jaarloon van ten minste 60.000,=). De enquête wordt elk jaar opnieuw gehouden en kan elk jaar opnieuw door een anders samengestelde groep worden beantwoord.. De omroeporganisaties zijn voor het eerst in het onderzoek over 2003 meegenomen.

blad 3/5 Gemiddeld inkomen minister 110.000 120.000 130.000 130.000 In tabel 2 is het aandeel topfunctionarissen opgenomen met een inkomen boven het gemiddelde inkomen van een minister. In 2000 is in het onderzoek dit percentage niet naar sector uitgesplitst. In 2002 ging het binnen de OCW-sectoren om 35% van het totale aantal topfunctionarissen. In 2004 is dit teruggelopen tot 23%. Ook hier vallen de universiteiten en onderzoeksinstellingen op, al kan de sterke wisseling in de respons in die sector het beeld verstoren. Het gemiddelde inkomen van de minister is zowel in 2003 als in 2004 uitgekomen op 130.000. Tabel 2, aandeel topfunctionarissen met inkomen > gemiddeld inkomen minister 2000 2002 2003 2004 > 110.000 > 120.000 > 130.000 > 130.000 Universiteiten & onderzoeksinstellingen 54% 43% 59% HBO 34% 32% 27% BVE 7% 10% 7% Omroeporganisatie 35% 28% Totaal 35% 26% 23% Publieke sector totaal 15% 13% 7% 6% Al eerder, namelijk op 27 juni 2002, zijn naar aanleiding van een artikel vragen gesteld door het kamerlid Vergeer over de salarissen van de universiteitstop. Deze vragen en beantwoording daarvan door mijn voorganger gaan volledigheidshalve hierbij. Handhaving bestaande regelgeving beloning topbestuurders Onderwijs- en onderzoeksinstellingen De vaststelling van de inkomens in het WO is belegd bij de raden van toezicht. In het HBO stelt het bevoegd gezag de rechtspositie vast en in de BVE-sector gebeurt dit door het instellingsbestuur of het college van bestuur. De regels voor de rechtspositie van de bestuurders, waaronder het toekennen van het salaris, zijn per sector neergelegd in: - WO: Artikel 3 Besluit rechtspositie leden van colleges van bestuur van openbare universiteiten (zie Stb. 1998, 518), - HBO: artikel 3 Besluit rechtspositie leden van centrale directies en van colleges van bestuur van hogescholen (zie St. 2001, 308) - BVE: artikel 5a.4 Uitvoeringsbesluit WEB (zie Stb. 2004, 272). Hierin is opgenomen dat aan een lid van de centrale directie/het college van bestuur een salaris kan worden toegekend van max. schaal 18 BBRA 1984. Daarnaast kan een toelage worden toegekend; hiervoor is geen maximum aangegeven. In het HBO geldt daar bovenop dat alleen een toelage mag worden toegekend als er sprake is van een aanstelling van maximaal vier jaar. Salariskosten van personeel en bestuurders zijn onderdeel van de totale uitgaven van een instelling waarvoor OCW jaarlijks een rijksbijdrage (in de vorm van een lumpsum) aan de instellingen beschikbaar stelt.

blad 4/5 Toezicht op een rechtmatige en doelmatige besteding van de rijksbijdrage vindt plaats door de externe accountants op basis van een door OCW jaarlijks vastgesteld controleprotocol, mede gebaseerd op vigerende wet- en regelgeving. De auditdienst beoordeelt jaarlijks steekproefsgewijze de kwaliteit van de controles door de externe accountants. De jaarrekeningen en -verslagen worden door mijn ministerie beoordeeld en als blijkt dat er uitgaven zijn gedaan in strijd met de wet en/of er is sprake van ondoelmatige uitgaven, kan ik de daarmee gemoeide bedragen in mindering brengen op de rijksbijdrage of (in de BVE-sector) de rijksbijdrage opschorten. Op basis van de huidige regelgeving is het mogelijk om door middel van toelagen een hoger inkomen dan het ministersalaris te realiseren. Er zijn geen aanwijzingen dat de regels ten aanzien van de salariëring van bestuurders worden overschreden. Evenmin zijn er aanwijzingen dat de externe accountants deze regels onvoldoende controleren. Zoals eerder genoemd geldt in de sector HBO de voorwaarde dat toelagen alleen mogen worden toegekend als er sprake is van een aanstelling van maximaal vier jaar. Deze voorwaarde is opgenomen in het controleprotocol voor deze instellingen. Gezien de aandacht en discussies op dit onderwerp heb ik tóch besloten de HBO-raad te vragen om de naleving van deze specifieke voorwaarde te evalueren en mij daarover te rapporteren (zie bijgevoegde brief aan de HBO-raad). Organisaties vallende onder de Mediawet De bezoldiging van het Commissariaat voor de media en het bedrijfsfonds voor de pers is wettelijk geregeld en het bestaande bezoldigingskader voorkomt dat de salarissen boven een ministerssalaris uitkomen. De raad van bestuur van de NOS heeft onlangs voor de landelijke publieke omroep een gedragscode ter bevordering van goed bestuur en integriteit vastgesteld (conform artikel 16, vijfde lid van de Mediawet) waarin o.a. aanbevelingen worden gedaan inzake beloningen en toezicht. Hierbij wordt het principe van pas toe of leg uit, toegepast. De gedragscode bevat geen bepaling over een normbedrag. Kabinetsbeleid t.a.v. topinkomens in de collectieve sector Het kabinet deelt de toenemende maatschappelijke zorg ten aanzien van de beloning van topfunctionarissen in de publieke en semi-publieke sector. De mede hierdoor ontstane behoefte om op individueel niveau inzicht te krijgen in de inkomensniveau s en ontwikkeling van deze topfunctionarissen, heeft geresulteerd in het wetsvoorstel openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Zodra deze wet wordt aangenomen zal ik alle onder mijn ministerie ressorterende organisaties hiervan op de hoogte brengen. Daarnaast zal ik, in overleg met deze organisaties, een bezoldigingskader ontwikkelen in lijn met het kabinetsbeleid ten aanzien van de bezoldiging van topfunctionarissen. In dit kader zal worden opgenomen dat het ministerssalaris de top van het salarisgebouw vormt waarvan, indien daarvoor aantoonbare redenen zijn, kan worden afgeweken (pas toe of leg uit). Criteria hiervoor zal ik in overleg met het veld én met de minister van BZK vaststellen.

blad 5/5 Conclusie Concluderend stel ik vast dat het beeld dat de AOb schetst overeen komt met wat mij bekend was uit eerder onderzoek van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het licht van de maatschappelijke discussie zoals deze is ontstaan m.b.t. de beloning van topfunctionarissen in de marktsector en bij de overheid, acht ik de ontwikkeling in beloning van topbestuurders zoals die ook uit dit AOb-onderzoek blijkt, ongewenst. Zoals in de vorige paragraaf geschetst zal ik, in lijn met het kabinetsbeleid: - zorgen voor openbaarheid van de topinkomens op individueel niveau conform het wetsvoorstel openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens - een bezoldigingskader ontwikkelen ten aanzien van de bezoldiging van topfunctionarissen. In aanvulling daarop heb ik, gezien de aandacht en discussies op dit onderwerp, de HBO-raad gevraagd om de naleving van de voorwaarde dat toelagen alleen mogen worden toegekend als er sprake is van een aanstelling van maximaal vier jaar, te evalueren en mij daarover te rapporteren (zie bijgevoegde brief aan de HBO-raad). De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mede namens De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Maria J.A. van der Hoeven