REMUNERATIE RAPPORT RAAD VAN TOEZICHT HU. Auteur REMUNERATIECOMMISSIE RAAD VAN TOEZICHT HU. Inlichtingen E

Transcriptie

1 Auteur REMUNERATIECOMMISSIE RAAD VAN TOEZICHT HU Inlichtingen E marije.vanleeuwen@hu.nl Datum 15 oktober 2007 Versie Goedgekeurd RvT Hogeschool Utrecht, Raad van Toezicht Utrecht, 2007 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan. REMUNERATIE RAPPORT RAAD VAN TOEZICHT HU

2 1. REMUNERATIEBELEID COLLEGE VAN BESTUUR 1.1. Inleiding De Raad van Toezicht van HU stelt het remuneratiebeleid vast voor het College van Bestuur op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie van de Raad. Binnen het goedgekeurde Remuneratiebeleid stelt de Raad van Toezicht, eveneens op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, de bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur vast. 1.2 Grondslagen voor het remuneratiebeleid: de uitwerking van de branchecode Good Governance Uitgangspunt van de Raad van Toezicht is om het remuneratiebeleid af te stemmen op hetgeen in de branche gebruikelijk is. Binnen het HBO is in 1998 de Adviesregeling Totaal Vast Inkomen door HAY Group ontworpen en opgesteld. Deze Adviesregeling is onderdeel geworden van de AMvB waarin de rechtspositie van de leden van het college van bestuur nader wordt geregeld 1. In het najaar van 2006 is de Adviesregeling herzien in opdracht van de Raden van Toezicht van de hogescholen. Het uitgangspunt daarbij was dat de zwaarte van de hogeschool bepalend werd, en dat de differentiërende factoren vereenvoudigd werden. De herziening heeft niet tot een opdrijvende maar juist tot een matigende werking geleid. In februari 2006 is door middel van een bindingsbesluit van de leden van de HBO-raad de Branchecode Governance vastgesteld. In hoofdstuk II, principe II.2 en uitwerking II..2.2 van de code werd verwezen naar de Adviesregeling. De herziene Adviesregeling is dan ook een onderdeel van de Branchecode, en wordt daarom aangeduid als uitwerking. De HU heeft zich geconformeerd aan de Branchecode, en conformeert zich ook aan de Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen Positionering HU In de uitwerking zijn 3 criteria omschreven, aan de hand daarvan wordt bepaald in welke salarisgroep Hogeschool Utrecht moet worden ingedeeld. Het betreft de totale baten, de maatschappelijke geldstroom en het aantal HBO-sectoren. De Raad van Toezicht constateert dat HU zich op de grens van salarisgroepen E en F beweegt. Het criterium maatschappelijke geldstroom is daarvoor bepalend. De score van HU varieert van 771 tot 814 punten. Salarisgroep F is van toepassing indien een hogeschool tussen 791 en 920 punten scoort. De Raad van Toezicht stelt vast dat ingeval van HU sprake is van een grote en complexe organisatie, met meerdere locaties en een volwaardige Faculteit Communicatie en Journalistiek 3, en acht het dan ook reëel dat HU binnen salarisgroep F valt. De Raad van Toezicht plaatst daarbij de kanttekening dat zolang HU zich op de grens van E en F beweegt, de (totale) bezoldiging ook in dat grensvlak ligt, en er niet van het absolute maximum van F wordt uitgegaan. Bij groep F hoort een salarisbandbreedte van ,- tot ,- 4 bruto op jaarbasis. Deze 1 Algemene Maatregel van Bestuur houdende regelen betreffende de rechtspositie van de leden van de centrale directies en de colleges van bestuur van de hogescholen, Koninklijk Besluit dd. 26 juni HAY Group, dd november Volgens de uitwerking niet gedefinieerd als een afzonderlijke HBO-sector, maar binnen HU wel als zodanig gepositioneerd 4 Per juli /5

3 norminkomens omvatten 12 x het maandsalaris, 8% vakantietoeslag en de eindejaarsuitkering. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt 85 tot 100% van het maximum, dat van de leden 75 tot 90%. Bij variabele beloning is een verhoging tot 115% van het norminkomen mogelijk. Omdat de Raad van Toezicht het niet passend vindt de bestuurders van HU het volledig maximum van groep F toe te kennen, wordt het op termijn te verwerven maximum vastgesteld op 110% van het norminkomen. 1.4 Variabele beloning De oude Adviesregeling voorzag niet in de mogelijkheid een variabele beloning toe te kennen. De Raad van Toezicht beschouwt het als een grote verworvenheid van de nieuwe Uitwerking dat deze mogelijkheid wel is opgenomen. Het geeft een extra middel om op bepaalde speerpunten te sturen, en voorziet op transparante wijze in een beloning voor bijzonder goed functioneren. Binnen de uitwerking bestaat de mogelijkheid een variabel inkomen toe te kennen. In dat geval kan het vaste deel maximaal 90% van de norm bedragen, en kan de beloning inclusief het variabele deel oplopen tot 115% van het hiervoor genoemde maximum voor voorzitter respectievelijk leden van het College van Bestuur. Bij de bepaling van de hoogte van het variabele deel wordt rekening gehouden met de verhoging van het vaste deel van het inkomen, en de adviezen die de Uitwerking geeft ten aanzien van het doorgroeiperspectief op termijn. De Raad van Toezicht is van mening dat variabele beloning alleen kan worden ingevoerd als een beperkte set transparante ijkpunten wordt ontwikkeld. Gekozen is voor een aantal ijkpunten, waarbij helder is wat de norm is. Om de collegialiteit van het bestuur te benadrukken en te bevorderen gelden de meeste ijkpunten voor het voltallig college, en worden er per lid één of meer individuele ijkpunten aan toegevoegd. Hierover zijn heldere afspraken gemaakt. Het voldoen aan de prestatiecriteria zal mede worden getoetst door de externe accountant. 1.5 Remuneratiepakket College van Bestuur De voorzitter en leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De totale bezoldiging van het College van Bestuur bestaat vanaf 2007 uit: - het vaste deel: maandsalaris en 8% vakantietoeslag. Dit bedraagt in beginsel maximaal 90% van het toepasselijke norminkomen voor respectievelijk voorzitter en leden. - het variabele deel: afhankelijk van het presteren kan het inkomen tot maximaal 110% van het norminkomen verhoogd worden. - de verhouding tussen de totaal haalbare bezoldiging van voorzitter en leden bedraagt 100%-90%. - pensioen: de bijdrage van HU in de pensioenpremie bedraagt 70% en is gelijk aan de regeling voor personeelsleden. Er wordt ook pensioen opgebouwd over een eventueel variabel deel van het inkomen conform de ABP-regeling. - opzegtermijn: 6 maanden voor de werkgever en 3 maanden voor de voorzitter en leden van het College. - afvloeiingsregeling: bij de aanstelling van voorzitter en leden van het College van Bestuur is een afvloeiingsregeling overeengekomen. Ingeval van een ontslag dat niet zijn voornaamste reden vindt in aan de persoon toe te rekenen verwijtbare omstandigheden bedraagt de vergoeding voor de voorzitter 1,5 bruto jaarsalaris, en voor de leden bij een dienstverband van 4 jaar één bruto jaarsalaris, en bij een dienstverband van 8 jaar 1,5 bruto jaarsalaris. 3/5

4 2. INVULLING VAN HET BELEID IN Aanpassing bezoldiging 2006 De Selectie- en Remuneratiecommissie heeft onafhankelijk advies ingewonnen bij de HAY Group terzake een passende salarisverhoging binnen de toen geldende Adviesregeling. HAY Group heeft een gemotiveerd advies gegeven over concrete salarisverhogingen, hetgeen door de Raad van Toezicht is overgenomen. Voor de bedragen wordt verwezen naar de het jaarverslag Er is niet afgeweken van de voor de branche geldende Adviesregeling. De Selectie en Remuneratiecommissie heeft geconstateerd dat er in 2006 sprake was van een bijzondere situatie. Als gevolg van de arbeidsongeschiktheid en aansluitend terugtreden van de heer drs. R. Gerritsen, hebben mevrouw drs. G.T.C. Bonhof en de heer drs. F.C. Gronsveld gedurende 8 maanden de portefeuilles van de heer Gerritsen waargenomen. Desalniettemin is er de nodige voortgang geboekt op velerlei terreinen. Op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie oordeelt de Raad van Toezicht dat er sprake is van bijzondere prestaties onder moeilijke omstandigheden, en kent aan beiden als bonus over 2006 een extra maandsalaris toe. Voor de heer Gronsveld wordt dit bedrag afgerond op ,-. Conform het verzoek van mevrouw Bonhof zal haar bonus worden aangewend voor een nog nader vast te stellen sabbatical leave. 2.2 Informatie op grond van uitwerking II.2.4. Per 1 maart 2006 heeft de heer drs. R. Gerritsen zijn functie als lid van het college van bestuur wegens gezondheidsredenen neergelegd. Sindsdien heeft hij zich, in het belang van de continuïteit van de hogeschool ingezet als adviseur voor het college van bestuur, in het bijzonder op het terrein van de huisvestingsportefeuille. Hij zal per 1 juli 2007 gebruik maken van de FPU-regeling. De heer Gerritsen is dan bijna 40 jaar in dienst geweest, en heeft zich enorm ingezet voor de hogeschool. De Raad van Toezicht is hem hiervoor zeer dankbaar. Per 1 december 2007 zou de heer Gerritsen het 40-jarig jubileum hebben gehaald. Gezien zijn verdiensten acht de Raad het redelijk en billijk indien hij in financieel vergelijkbare omstandigheden zou zijn gebracht als had hij dit jubileum behaald, en is hem een vergoeding toegezegd waarvan de netto-waarde gelijk is aan het drie maal het laatstgenoten bruto maandsalaris inclusief pro rata vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. 3. AANPASSING VAN HET BELEID IN Aanpassing bezoldiging 2007 De Raad van Toezicht heeft op advies van de Remuneratiecommissie besloten het remuneratiebeleid aan te passen, en een variabel deel van de beloning toe te kennen. Dit heeft gevolgen voor de verhoging van het vaste deel van het inkomen. Het vaste inkomen van de voorzitter bedroeg 100% van de norm van salarisgroep E, en ligt daarbij iets boven de 90%-norm van salarisgroep F. Het vaste deel van het inkomen van de voorzitter wordt dan ook tijdelijk bevroren. Het vaste deel van de bezoldiging van de leden is verhoogd tot 90% van het norminkomen voor de leden (zijnde 90% van het norminkomen voor de voorzitter). Over de ijkpunten voor het variabele deel zijn heldere afspraken gemaakt, binnen de in paragraaf 1.4 van dit rapport beschreven kaders. Conform de uitwerking kan het totaal inkomen maximaal 115% van de norm bedragen, en kan het variabele deel van de voorzitter maximaal ,- bedragen. 4/5

5 De Raad van Toezicht heeft hiervoor aangegeven dat, zolang HU zich op het grensvlak van E en F beweegt, de bezoldiging hiervan een afspiegeling dient te zijn. Voor het eerste jaar wordt het maximum haalbare gesteld op 100% van het norminkomen. De Raad van Toezicht acht het billijk voor de langere termijn 110% als uitgangspunt te nemen, hetgeen leidt tot een maximum variabel deel van ,- voor de voorzitter, en 90% hiervan ( ,-) voor de leden van het college. Voor de inzichtelijkheid is dit hieronder in een schema weergegeven 5 : Per Max. vast Max. incl.variabel over 2007 Voorzitter , ,- ( ,-) Leden , ,- (90% ( ,-, ,-) 100% norm) Max. incl. variabel op langere termijn ,-,- ( ,-) ,- ( ,- 90% van voorzitter/ 110%*norm) Max. norm F *115% , ,- (115% * 90% norm) De Raad van Toezicht stelt vast dat haar beleid past binnen de kaders die in de Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen van de branchecode Good Governance zijn aangegeven. 5 Bedragen zijn afgerond op 5,00. 5/5