abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG 04/32/VW DGP/MDV/u Geachte voorzitter,

Vergelijkbare documenten
abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG DGP/MDV/U Geachte voorzitter,

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Achtergrond invoering vakbekwaamheidseis taxichauffeurs

[In het kader hieronder vindt u voor welke diploma's vrijstelling kan worden verkregen.]

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Toetsmatrijs LZV. Opgesteld door:

Toetsmatrijs. Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel. Chauffeur LZV Mondeling (theoriegedeelte) en Praktijk. Examenvorm

Toetsmatrijs Medegebruik van verharde lijnbusbanen en lijnbusstroken gemeente Amsterdam

Regeling taxibestuurders 2005

Toetsmatrijs LZV. In deze toetsmatrijs staat wat u moet kunnen en kennen. De toetsmatrijs vormt daarom de basis van de opleiding en het examen.

Toetsmatrijs TVP. Opgesteld door: CCV Examenhuis. Examenonderdeel. Praktijkexamen Taxi Volledig

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

ECLI:NL:CBB:2007:BB8654

Wijziging Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

Omgaan met klachten in het Taxivervoer

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid praktijk beperkt

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid praktijk volledig

Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze brief schetsen wij u de achtergronden, de uitkomsten van het onderzoek en de conclusies die we daaruit getrokken hebben.

Toelichting bij de Taxiverordening 2018

Toetsmatrijs Taxi Amsterdam Praktijk

Vraag en antwoord Regeling diverse wijzigingen taxiwetgeving

Tax = Taxonomiecode F = Feitelijke kennis B = Begripsmatige kennis R = Reproductieve vaardigheid P = Productieve vaardigheid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Taxiboekje. De belangrijkste regels voor taxiondernemers en taxichauffeurs

Toetsmatrijs Taxi Doelgroepenvervoer

Onderwerp Beantwoording vragen met betrekking tot het Binnenvaartbesluit

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Eindtermen toetsen HTx

Concept-wijzigingsbesluit ter vereenvoudiging van de taxiregelgeving (algemene maatregel van bestuur)

NIEUW Invoering vakbekwaamheid voor de categorie D vanaf 10 september 2008

Kerntaak 1: Voert personenvervoer uit over de weg

Toetsmatrijs Taxi theorie

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

1. Wenselijkheid van het afzien van een akoestisch onderzoek

GEMEENTEBLAD. Nr Regeling taxivervoer Gouda

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

BELEIDSREGEL SANCTIEPROTOCOL TAXIVERORDENING DEN HAAG 2014 VOOR AFHANDELING AANVRAGEN TTO-VERGUNNING

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

1. Kent u het bericht Amsterdam klaagt over geluidsoverlast Schiphol?

BESLUIT. I. Juridisch kader

Toetsmatrijs Taxi theorie - Extern

BESLUIT. Juridisch kader

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. DELTA Comfort B.V.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Achtergrond, inhoud en consequenties

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 2 november 2009 Onderwerp Verkeersveiligheid landbouwverkeer

Memo. aan onderwerp. Gemeenteraad Regeling taxi Gouda. van. College datum 6 december Memo

Stichting Eindhovense Kwaliteitstaxi. Eindtermen toetsen ETx

Omscholing Taxichauffeur

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

BESLUIT. I. Juridisch kader. Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan. Essent Retail Energie b.v.

Regeling chauffeurspas taxivervoer VW

Wijziging Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

Examenprocedure TAP. Taxi Amsterdam Praktijk

Taxiopleiding De ZuidHollandse Woonkreek GT Spijkenisse Mob: Antwoorden Ex 1 1. A.

In deze brief licht ik achtereenvolgens de uitgangspunten, de maatregelen en het vervolgtraject nader toe.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fact sheet. Taxi s in Amsterdam. Taxibedrijven. nummer 4 mei 2006

Examenprocedure TAP. Taxi Amsterdam Praktijk

Toetsmatrijs Taxi vakbekwaamheid theorie

Besluit van. Hebben goedgevonden en verstaan: ARTIKEL I. Het Besluit personenvervoer 2000 wordt als volgt gewijzigd:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Zwanenburg, LH Hulsman

In de Regeling vakbekwaamheid beroepspersonenvervoer wordt na artikel 8 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Hierbij ontvangt u het antwoord op de vragen van het lid Gerkens over de rijvaardigheidstoetsen en het CBR.

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

1 Juridisch kader BESLUIT

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van IenM/BSK-, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken;

Zundertse Regelgeving

In het Besluit personenvervoer 2000 wordt In paragraaf 1 van hoofdstuk 6 vóór artikel 72a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Rapport. Datum: 9 juni 2006 Rapportnummer: 2006/199

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toetsmatrijs Sociale vaardigheden voor de Taxichauffeur

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Rapport. Datum: 18 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/286

6. Tijdens de behandeling van de aanvraag heeft EnergyZero op verzoek van de ACM ook overige gegevens verstrekt over zijn kwaliteiten 4.

abcdefgh De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Geachte voorzitter,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidskader intrekken erkenning als Jobcoachorganisatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Autoriteit Consument & Markt

Autoriteit Consument & Markt

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG DGP/SPO/U Geachte voorzitter,

Transcriptie:

abcdefgh Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Contactpersoon Doorkiesnummer Datum 10 juni 2004 Ons kenmerk DGP/MDV/u.04.01903 Onderwerp Stand van zaken taxibeleid Bijlage(n) 1 Uw kenmerk 04/32/VW Geachte voorzitter, Op 27 april 2004 ontving ik het verzoek van de voorzitter van de Vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat om een brief met de stand van zaken met betrekking tot het taxibeleid. Bij deze voldoe ik aan dat verzoek. In deze brief komen zowel de door de branche als mijzelf geïnitieerde acties aan de orde. De branche heeft inmiddels een keurmerk geïntroduceerd en de invoering van elektronisch betalen in de taxi komt steeds meer van de grond. Hantering van een garantie voor maximumritprijzen zoals in Utrecht lijkt tot flinke groei van het aantal reizigers te leiden. Maatregelen die ik heb getrokken of voornemens ben in te voeren betreffen de AMvB s voor de vakbekwaamheid taxichauffeurs (ter kennisname is de beoogde Ministeriële regeling bijgevoegd)en die voor de verbeterde tariefkaart en een uniform traceerbaarheidskenmerk in het kader van de klachtenafhandeling. Ook komt het lopende tariefstructuuronderzoek aan de orde. Daarnaast meld ik de voortgang bij de gesprekken met de grote steden vooral over de standplaatsenproblematiek. Uw commissie heeft aangegeven de brief aan de orde te willen stellen, waarmee ik het concept van de wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 (Bp2000) in verband met de kenbaarheid van de klachtenregeling en tarieven taxivervoer bij uw Kamer heb voorgehangen (brief van 8 april 2004, Kamerstuk 29 200 XII, nr. 126). Dit betreft alleen de tariefkaart en een traceerbaarheidskenmerk. Alle voorbereidingen waren erop gericht om de maatregelen op 1 juli aanstaande in te laten gaan. Graag verneem ik binnenkort of uw Kamer met het concept kan instemmen, zodat ik het concept voor advies naar de Raad van State kan sturen en het proces afgerond kan worden en de maatregelen zo spoedig mogelijk in kunnen gaan. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag Bezoekadres Plesmanweg 1-6, 2597 JG Den Haag Telefoon 070-351 6171 Fax 070-351 7895 bereikbaar met tram 9 (station hs en cs) en bus 22 (station cs)

Daarnaast is ook de brief aan de taxibranche van 22 december 2003 (VW-03-1009) geagendeerd, waarin de aankondiging aan de branche van het voorgenomen verplichte examen voor taxichauffeurs, en mijn besluit om het maximumtarief niet per 1 januari 2004 te indexeren en dus feitelijk te bevriezen. Voor beide in die brief genoemde onderwerpen meld ik u in deze brief de voortgang tot op heden. Vanwege de actualiteit wijs ik u op mijn brief van 1 juni 2004 (kenmerk DGP/MDV/U.04.01904) met de beantwoording van de Kamervragen naar aanleiding van berichten over fraude bij de examens voor taxiondernemers. Voorts meld ik u dat de resultaten van de evaluatie van de dereguleringsbeleid over de afgelopen 4 jaar nog voor de zomer door het Kabinet aan uw Kamer zal worden aangeboden. 1 Ontwikkelingen en initiatieven door de branche Graag schets ik hier enkele relevante, actuele ontwikkelingen en acties, die passen binnen het streven om het totaalpakket aan maatregelen af te ronden. Deze acties dienen om meer zekerheid en transparantie voor de consument te bieden, de keuzemogelijkheden voor de consument te vergroten en een basiskwaliteit in het taxiaanbod te waarborgen. Het betreft initiatieven en acties die door de taxibranche zelf zijn opgepakt of door mij in gang zijn gezet. Een aantal is inmiddels afgerond, enkele andere lopen nog. De hierna beschreven initiatieven van en door de taxibranche, illustreren dat ook de taximarkt zelf inmiddels in positieve zin beweegt. Hierna volgt een korte beschrijving van de belangrijkste initiatieven. 1.1 Keurmerk taxibranche De brancheorganisatie KNV Taxi heeft de afgelopen maanden de ontwikkeling van het keurmerk voortvarend ingezet; op 14 april 2004 heb ik dan ook het genoegen gehad om het eerste certificaat voor het keurmerk taxi uit te reiken. Bij het keurmerk is nadrukkelijk rekening gehouden met consumentenaspecten. Het keurmerk wordt uitgegeven door een onafhankelijke organisatie, die wordt bijgestaan door een college van deskundigen dat breed is samengesteld uit vertegenwoordigers uit de taxibranche en consumentenorganisaties. De overheid heeft hierbij verder geen betrokkenheid; het is een verantwoordelijkheid van de partijen uit de taxibranche. Het keurmerk kan naar mijn mening een belangrijke bijdrage leveren aan het imago van de gehele taxibranche, niet in de laatste plaats omdat alle soorten taxibedrijven ervoor in aanmerking kunnen komen, ongeacht of deze actief zijn in het straattaxivervoer of in het contractvervoer. Ook taxicentrales komen in aanmerking, mits voldoende van de aangesloten bedrijven aan de gestelde eisen voldoen. Óf aan de eisen wordt voldaan, wordt periodiek getoetst door auditors van erkende certificeringsinstellingen. De houders van het keurmerk maken dit kenbaar door het voeren van een duidelijk herkenbaar logo op de auto. Dienstverlening aan de klant en stratenkennis zijn belangrijke criteria, evenals sociaal en verkeersgedrag. Deze eisen komen bovenop de binnenkort in te voeren vakbekwaamheidseis aan de verstrekking van een chauffeurspas. Een keurmerktaxi is duidelijk herkenbaar: zowel de naam van het bedrijf en de chauffeur, als de gehanteerde tarieven en de wijze waarop klachten en geschillen kunnen worden ingediend, worden duidelijk aan de reiziger kenbaar gemaakt. 2

1.2 Garantie maximumritprijs De klant krijgt door één van de taxicentrales in Utrecht maar inmiddels ook in enkele ander steden voor ritten in en rond de stad een garantie voor de maximumritprijs geboden. Naast de maximale duidelijkheid betekent dit voor de meeste ritten ook een lagere ritprijs. In de komende evaluatie komen de eventuele belemmeringen voor ondernemingen of taxicentrales aan de orde. 1.3 Sociale veiligheid: camera s in de taxi De veiligheid in en rond de taxi wordt in toenemende mate als een probleem gezien. Inmiddels hebben enkele bedrijven en zelfs gehele centrales het initiatief genomen om digitale camera s in de taxi te monteren. Gezien de (ook internationaal gebleken) goede resultaten blijkt dat een goede keus met ook een positieve uitstraling voor het product taxi. 1.4 Elektronisch betalen in de taxi Steeds meer bedrijven gaan daartoe over. Ook deze ontwikkeling kan mede gezien worden in het licht van verbetering van de veiligheid in de taxi doordat er zo minder contant geld in de taxi aanwezig is. Daarnaast is het een extra service voor de klant. 1.5 Proef naar aanleiding van het overleg met de vier grote steden Met de vier grote steden vindt al geruime tijd periodiek overleg plaats over goede samenwerking tussen het Rijk en de gemeenten. Behalve dat in kaart is gebracht wat een ieders rol en verantwoordelijkheid is, worden ook mogelijkheden tot verbetering van de situatie op de taximarkt verkend. Op deze wijze kunnen partijen elkaar inspireren en zullen ont wikkelingen worden versneld. Ook wordt daarbij nadrukkelijk de rol dat het hiervoor beschreven keurmerk kan vervullen, betrokken. Zo heeft Amsterdam al een toelatingsbeleid voor de taxi op de trambaan in werking gesteld, en wordt in Rotterdam een proef voorbereid om via lokale maatregelen meer grip te krijgen op onder meer de standplaatsenproblematiek. Ook andere (kleinere) steden kunnen te zijner tijd de opgedane ervaringen benutten. Daarnaast worden met steeds meer steden door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) afspraken over de handhaving gemaakt. Resumerend kan worden gesteld dat, nu na 4 jaar en hoewel voorgaande opsomming niet uitputtend is, het wel een illustratie geeft van enkele belangrijke, positieve ontwikkelingen. 2 Beleidsontwikkelingen: maatregelen en acties Gelijktijdig met de initiatieven uit de markt, heb ik beleidsmatig een aantal acties ondernemen, eveneens gericht op kwaliteitsverbetering en borging. Hierna volgt daarvan een korte beschrijving. 2.1 Klachten en geschillen Zoals bekend is de Geschillencommissie taxivervoer op 11 maart 2003 van start gegaan. Het is in het kader van eventuele klachten en/of geschillen van belang dat de consument op eenvoudige wijze kan nagaan wie de ondernemer is en of deze bij een geschillencommissie is aangesloten. 3

Inmiddels is de stand van zaken dat: o de consument schriftelijk, telefonisch en sinds eind februari 2004 via Internet ( www.taxiklacht.nl) kan melden dat hij een klacht wil indienen. Dit loopt via het bij de IVW ondergebrachte Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi (LKT). Het LKT zal de klacht dan doorsturen aan de ondernemer met het verzoek de klacht te behandelen en de klager daarvan op de hoogte te stellen. o ook besloten is om de voor de consument relevante gegevens over de verstrekte taxivergunningen door de IVW via Internet opvraagbaar te maken (zoals naam en adres van de vervoerder). Die internettoegang heeft als belangrijk voordeel dat deze gedurende 7 dagen per week en 24 uur per dag te raadplegen is, hetgeen ook voor de handhaving voordelen oplevert. Naar verwachting zal deze Internetsite binnen enkele weken operationeel zijn. o het voor de traceerbaarheid van de ondernemer de wijze waarop deze zich kenbaar maakt belangrijk is. Daarom is nu de hiervoor genoemde, bij uw Kamer voorgehangen wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 in procedure, op basis waarvan nadere regels kunnen worden gesteld over een verplichte uniforme aanduiding van de ondernemer. Die aanduiding dient voor de straattaxi goed leesbaar op de tariefkaart te worden vermeld (zie hierna). De wijziging gaat nog voor advies naar de Raad van State en de beoogde invoeringsdatum is 1 juli 2004. 2.2 Regeling maximumtarief: bijstellen hoogte maximumtarief Vanaf de instelling van het maximumtarief was het gebruikelijk om jaarlijks via indexering een bijstelling op basis van de berekende kostenstijgingen in de taxibranche toe te passen. Vanwege de constatering dat de taxitarieven al relatief hoog zijn, de tarieven sterker bleken te stijgen dan de kostprijs en mede naar aanleiding van het Algemeen Overleg met de Vaste Kamercommissie Verkeer en Waterstaat van de Tweede Kamer op 10 september 2003, is voor het jaar 2004 geen indexering van de tariefcomponenten (instap-, uur- en kilometertarief) toegepast. Dit betekent dat de hoogte van het maximumtarief, dat vanaf 1 januari 2003 gold, ook per 1 januari 2004 blijft gehandhaafd en vooralsnog dus feitelijk is bevroren. 2.3 Vereenvoudiging tariefstructuur Na een aantal overleggen tussen belanghebbende partijen en mijn ministerie en een afsluitende expert meeting zijn enkele eerste conclusies te trekken over de vereenvoudiging van de tariefstructuur. Alle partijen zijn het erover eens dat vanwege de beoogde eenvoud, transparantie en onderlinge vergelijkbaarheid van de tarieven, er sprake dient te zijn van één door alle taxibedrijven te hanteren tariefstructuur. Ook acht men de vrijheid om het tariefniveau zelf te kunnen bepalen, essentieel. Inmiddels werkt mijn ministerie samen met branchepartijen aan een vervolgonderzoek waaruit ook de te verwachten effecten helder moeten worden. Omdat de belangen groot zijn, is het belangrijk dat alle betrokkenen de resultaten kunnen onderschrijven. Voor de branche is van groot belang dat de toepassing omzetneutraal kan zijn (het mag uiteindelijk niet leiden tot lagere totaalomzet) en dat bijvoorbeeld de structuur ook goed toepasbaar is in zowel de steden als op het platteland. Helaas bleek een door KNV Taxi uit te voeren onderzoek naar de instelling van een vereenvoudigde tariefstructuur eind maart niet, zoals beoogd, tot resultaten en conclusies te leiden. Daarom heb ik zelf een onderzoek ingang gezet waarbij ik KNV Taxi maximaal 4

betrek. Een en ander heeft er wel toe geleid dat ik de eerder toegezegde eindconclusies niet meer voor de zomer aan uw Kamer kan melden. Ik streef ernaar om in mijn beleidsbrief over de brede beleidsevaluatie, die ik u zo als snel mogelijk na behandeling in de Ministerraad van 18 juni aanstaande zal toezenden, u meer informatie op hoofdlijn te verstrekken. Ik kan u voor het einde van het Kamerreces de eindconclusies van het gezamenlijke onderzoek presenteren. 2.4 Tariefkaart De hiervoor genoemde, bij uw Kamer voorgehangen wijziging van het Besluit personenvervoer 2000 biedt de grondslag om nadere regels over de wijze van het vermelden van de tarieven te kunnen stellen. Die nadere regels zijn/worden in een ministeriële regeling nader uitgewerkt en hebben enerzijds tot doel de uniformiteit te vergroten en de leesbaarheid te verbeteren. Beoogde invoeringsdatum van die maatregelen is ook 1 juli 2004. Voorts is het voornemen om, ter facilitering van de ondernemers, een modeltariefkaart ook vanaf die datum opnieuw aan de branche aan te bieden. Indien juist gehanteerd, biedt hantering van dat model de ondernemer de zekerheid dat aan de gestelde eisen wordt voldaan. 2.5 Keurmerk taxi: vervolgtraject en relatie tot overleg met grote steden Met de grote steden is in het kader van wat al in punt 1.4 is aangegeven, ook gesproken over de belangrijkste aandachtspunten bij de uitwerking en wordt de mogelijkheid onderzocht om privileges te koppelen aan het keurmerk. Gedacht kan hierbij worden aan speciale standplaatsen, de toegang tot busbanen en voetgangersgebieden. De gemeente Rotterdam werkt aan een proef die als voorbeeld kan dienen voor andere steden. Ik ben overigens zelf voornemens om voor mijn departement, zodra er voldoende keurmerktaxi s op de weg zijn, als goed voorbeeld bij voorkeur gebruik te maken van keurmerktaxi s en dit ook bij mijn collega-ministers en alle overige overheden te bepleiten. 2.6 Vakbekwaamheid chauffeur Zoals ook uw commissie al op 10 september 2003 aangaf, blijkt de ervaring van de consument met de taxi(chauffeur) nog niet altijd even goed en soms zelfs onder de maat. Om ervoor te zorgen dat de consument meer zekerheid over een betere service krijgt en de taxichauffeur (meer) klantgericht gaat werken wordt voor hen een vakbekwaamheidseis in de vorm van een verplicht examen ingevoerd. Het zo snel als mogelijk verplicht stellen van een examen is één van de maatregelen, gericht op het verbeteren van de basiskwaliteit van het taxivervoer. De juridische grondslag voor het verplicht stellen van (landelijk uniforme) exameneisen is vastgelegd in een wijzigingsbesluit Personenvervoer 2000 dat binnenkort wordt geplaatst in het Staatsblad. Een ministeriele regeling omvat de nadere uitwerking van dit wijzigingsbesluit. De beoogde regeling gaat bij deze brief. De inhoud van het examen richt zich op die onderdelen die voor een goede uitoefening van het beroep van taxichauffeur relevant zijn. Hierbij gaat het om: rijvaardigheid (inclusief stratenkennis), handelen bij calamiteiten, kennis van het voertuig en kennis van relevante weten regelgeving. Het examen wordt in het Nederlands afgenomen. De vakbekwaamheidseis wordt toegevoegd aan de al bestaande eisen voor het verkrijgen van een chauffeurspas taxi (geldig rijbewijs, Verklaring omtrent het gedrag, gezondheids verklaring). Hierdoor zullen in ieder geval alle nieuwe taxichauffeurs aan deze verplichting moeten voldoen. 5

Uitgangspunt is dat de vakbekwaamheidseis zowel voor alle chauffeurs in de straattaxi als in het contractvervoer gaat gelden. Een kwaliteitsgarantie is immers voor alle taxigebruikers van belang. De opdrachtgevers voor contractvervoer stellen overigens vaak verdergaande eisen dan die van de vakbekwaamheidseis. Afgezien van de onwenselijkheid is het binnen het huidige wettelijke kader niet goed mogelijk om onderscheid te maken tussen deze categorieën taxivervoer en/of het dienstverband van de chauffeur. Om onderscheid te kunnen maken tussen straattaxi en contractvervoer zou een wijziging van het Besluitpersonenvervoer 2000 nodig zijn omdat nu een grondslag daarvoor in het huidige Besluit ontbreekt. Er is voor enig onderscheid ook geen rekening houden met het dienstverband (bijvoorbeeld het aantal arbeidsuren per dag/week) omdat, los van de wenselijkheid op zich, dit zeer fraudegevoelig zou zijn en bovendien onevenredig veel toezicht vereist. Bij de invoering is rekening gehouden met de belangen van bestaande chauffeurs. Vrijstelling van het examen is mogelijk op basis van eerder behaalde diploma s en/of het al werkzaam zijn als taxichauffeur gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 3 jaar, teruggerekend vanaf de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2004. Het CBR zal de examens afnemen. Voor bestaande chauffeurs die niet onder genoemde vrijstelling vallen, geldt een overgangsregeling tot 1 januari 2006, waardoor zij voldoende tijd hebben om het examen te halen. Tot die datum geldt ook een zogenaamde instroomregeling, bedoeld om de bedrijven die geheel nieuwe chauffeurs moeten aantrekken daarvoor de gelegenheid te bieden om deze chauffeurs snel op de taxi in te zetten. Indien nieuwe chauffeurs voldoen aan de overige eisen voor het verkrijgen van een chauffeurspas, mogen zij gedurende 1 maand voordat zij het examen hebben gehaald, als taxichauffeur aan het werk. Genoemde instroomregeling is na ampel beraad met KNV Taxi opgesteld. Zij zijn daarmee dan ook akkoord. Met de branche verwacht ik dat na 1 januari 2006 voldoende gediplomeerde chauffeurs beschikbaar zullen zijn. 2.7 Vakbekwaamheid taxiondernemer: duidelijkheid door beleidsregel De eis van vakbekwaamheid voor de taxiondernemer is door de introductie van de Wet personenvervoer 2000 niet gewijzigd. Degene die permanent en daadwerkelijk leiding geeft aan de onderneming dient in het bezit te zijn van een erkend diploma. Toetredende ondernemers beschikken niet altijd zelf over het vereiste vakdiploma. Met name in de grote steden hebben toetreders getracht vergunning te verkrijgen op basis van de papieren van een zogenaamde procuratiehouder. De feitelijke inbreng van de vakbekwaam bestuurder van de onderneming bleek in de praktijk echter niet altijd voldoende gewaarborgd te zijn. Dit doet afbreuk aan de doelstelling om te komen tot kwalitatief sterke bedrijven. Door de IVW is daarom in januari 2003 een beleidsregel gepubliceerd, waarbij voor met name kleine ondernemingen is geregeld dat de ondernemer zelf vakbekwaam dient te zijn. De beleidsregel is van toepassing op alle taxiondernemingen, maar kent een overgangsmaatregel voor bestaande bedrijven. Zij dienen per 1 januari 2005 te voldoen aan de uitgangspunten van de beleidsregel. De beleidsregel heeft inmiddels een positief effect gehad. Het aantal toetredende bedrijven waarbij de ondernemer zelf vakbekwaam is, is sinds de publicatie van de beleidsregel aanzienlijk gestegen. IVW zal de werking en toepasbaarheid van de beleidsregel de komende tijd nader evalueren. 6

2.8 Wetswijziging om handel in vergunningbewijzen tegen te gaan Medio 2003 is een voorstel van wet tot wijziging van de Wet personenvervoer 2000 ingediend in verband met een verbod op het ter beschikking stellen van vergunningbewijzen aan derden. Mijn nota naar aanleiding van het verslag is begin februari 2004 aan de TK aangeboden. Streven is om de wijziging in dit najaar 2004 in te laten gaan. Het voorgaande overziende concludeer ik dat sinds het vorige Algemeen Overleg op 10 september 2003 de gewenste acties direct zijn opgepakt en enkele daarvan nog in procedure zijn. In het Kabinetsstandpunt, dat medio juni aanstaande aan uw Kamer wordt aangeboden, geeft het Kabinet een oordeel over de evaluatieresultaten na vier jaar deregulering. Ook zal daarin de voortgang van de op dit moment nog lopende acties worden gemeld. Hoogachtend, DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Karla Peijs 7

Datum Nummer HDJZ/S&W/2004- Onderwerp Regeling vakbekwaamheid taxichauffeur CONCEPT INWERKING VOORZIEN PER 1 juli 2004 HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, Gelet op artikel 76, eerste en vierde lid, van het Besluit personenvervoer 2000; ( ) BESLUIT: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder CCV: Contactcommissie Chauffeurs Vakbekwaamheid. Artikel 2 Als getuigschrift, bedoeld in artikel 76, eerste lid, onder d, van het besluit, wordt erkend het door de divisie CCV van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen afgegeven Chauffeursdiploma CCV Taxi. Artikel 3 Bij het examen vakbekwaamheid voor het besturen van een taxi wordt ten minste de kennis vastgesteld van de in de bijlage genoemde onderwerpen. Het examen bestaat uit een theorie-examen en een praktijkexamen. Artikel 4 1. De bestuurder is vrijgesteld van het theorie-examen, indien de bestuurder in het bezit is van het diploma CCV Taxivervoer, dat is afgegeven vóór 1 juli 2004. 2. De bestuurder is vrijgesteld van het praktijkexamen, indien de bestuurder in het bezit is van een vóór 1 juli 2004 afgegeven: a. CCV certificaat medegebruik vrije tram- en busbanen gemeente Amsterdam; b. praktijkdiploma CCV Taxivervoer Plus. 3. De bestuurder is vrijgesteld van zowel het theorie-examen als het praktijkexamen indien de bestuurder in het bezit is van: a. het CCV vakdiploma taxichauffeur, dat is afgegeven vóór 1 juli 2004; b. het certificaat directiechauffeur (CCV-D1); c. het CCV diploma ambulancevervoer. 8

Artikel 5 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2004. Artikel 6 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vakbekwaamheid taxichauffeur. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, 9

Bijlage bij artikel 2 van de Regeling vakbekwaamheid taxichauffeur Bij het examen vakbekwaamheid voor het besturen van een taxi wordt ten minste de kennis en vaardigheden vastgesteld van de hiernavolgende onderwerpen. Theorie-examen: administratie en documenten kennis hebben van het doel, de functie en de inhoud van voor de beroepsuitoefening relevante documenten met betrekking tot het voertuig en het vervoer (chauffeurspas, Europees schadeformulier, dagrittenstaat, werkmap enz.). wet- en regelgeving kennis hebben van de bepalingen van de voor een veilige en verantwoorde verkeersdeelname relevante wet- en regelgeving alsmede van de wijze waarop deze bepalingen in de praktijk worden toegepast; kennis hebben van de relevante aspecten van de Algemene Vervoervoorwaarden voor Taxivervoer (betalingen, beperkingen in het vervoer, handelingen voor, tijden en na de rit, aansprakelijkheid enz.); kennis hebben van de bepalingen inzake de arbeidstijden in het vervoer, alsmede van de wijze waarop deze bepalingen in de praktijk worden toegepast en door welke instanties deze bepalingen worden gecontroleerd. ritvoorbereiding kennis hebben van het onderscheid tussen de verschillende soorten taxivervoer, openbaar vervoer en andere vormen van collectief vervoer; afhankelijk van het soort vervoer het voertuig daarvoor kunnen kiezen; kennis hebben van het belang van een goed onderhouden voertuig; kennis hebben van de onderdelen bij het rijklaar maken van het voertuig, alsmede de wijze waarop deze onderdelen in de praktijk worden toegepast (vloeistofpeil, oliepeil motor, controle remvoering, werking verlichting in- en exterieur enz); kennis hebben van het belang van een efficiënte routekeuze en van een juiste inschatting van de rijtijd; kennis hebben van de wijze waarop de ritprijs is opgebouwd. verantwoorde en veilige verkeersdeelname kennis hebben van de verkeersveiligheidsrisico s en invloedsfactoren die van invloed kunnen zijn op de bestuurder van een taxivoertuig (gebruik van alcohol, drugs en medicijnen, afleiding, ziekte, gebreken, vermoeidheid enz.) en die betrekking hebben op andere verkeersdeelnemers (kwetsbaarheid van bepaalde groepen verkeersdeelnemers, regelovertredend gedrag, ziekte, gebreken, vermoeidheid enz.); in staat zijn om deze verkeersveiligheidsrisico s en invloedsfactoren in de praktijk te herkennen; 10

in staat zijn om de nodige maatregelen te nemen tegen deze verkeersveiligheidsrisico s en invloedsfactoren; kennis hebben van het belang van veilig, comfortabel, vlot en energiezuinig rijden (voor de bestuurder, de passagier(s) en voor medeweggebruikers) alsmede van de wijze waarop conform deze principes in de praktijk kan worden gereden (wijze van accelereren en schakelen, anticiperen, rijden met gelijkmatige snelheid, vergroten reactietijd en ruimte enz.); kennis hebben van het belang van het voorkomen van onnodige slijtage en onnodig brandstofverbruik. optreden bij verkeersongevallen, verstoringen en calamiteiten kennis hebben van de te nemen maatregelen na een ongeval of aanrijding met betrekking tot de passagier(s), het voertuig, en het andere verkeer, afhankelijk van de aard van de aanrijding of het ongeval; kennis hebben van de meldingsprocedure van ongevallen, verstoringen en calamiteiten aan professionele hulpdiensten; kennis hebben van de te nemen maatregelen in geval van verstoringen in het verkeer of verkeersstremmingen (vroegtijdig signaleren en voorkomen, alternatieve route kiezen, bij vertraging klant informeren enz.). communicatie kennis hebben van het belang van een goede communicatie (passagier(s) juist geïnformeerd, communicatie richting hulpdiensten enz.); kennis hebben van de in het voertuig aanwezige boord- en communicatieapparatuur, alsmede de wijze waarop deze apparatuur in de praktijk worden toegepast. klantgerichtheid en beroepshouding kennis hebben van de onderdelen die voor een goede beroepshouding van een taxichauffeur relevant zijn (behulpzame en vriendelijke opstelling, representatief, beleefd taalgebruik, veilig en verantwoord rijgedrag enz.); op de hoogte zijn van de verschillende soorten passagiers (culturele achtergrond, geslacht, leeftijd, handicaps en functiebeperking, gemoedstoestand enz.); kennis hebben van de te nemen handelingen bij het vervoer van passagiers met een functiebeperking, verstandelijke handicap of ziekte (rijden met aangepaste snelheid, ondersteunen bij in-/uitstappen, tillen en dragen van eigendommen passagier aanpassen wijze van accelereren en afremmen enz.); kennis hebben van mogelijke wensen, behoeften en gedragingen van verschillende soorten passagiers alsmede de wijze waarop hier in de praktijk mee om kan worden gegaan; kennis hebben van het belang van het tevreden stellen van de passagier(s) zonder de grenzen van veiligheid te overschrijden. conflictsituaties en eigen gedrag 11

kennis hebben van het belang van een goede communicatie met de passagier(s) (luisteren, meedenken, oplossingsgericht, aandacht enz.); kennis hebben van de mogelijkheden waarmee conflictsituaties kunnen worden voorkomen (beroepshouding, representatie, inschatting en afweging risico s, communicatie enz.); kennis hebben van het verschil tussen aandachtgevend en weerstand oproepend gedrag; kennis hebben van de karakteristieke conflictsituaties welke zich in het taxivervoer kunnen voordoen, alsmede van de wijze waarop hiermee kan worden omgegaan. handelen bij agressie kennis hebben van de verschillende vormen van agressie (verbaal, non-verbaal, fysiek); in staat zijn om deze verschillende vormen van agressie in de praktijk te herkennen; kennis hebben van de wijze waarop met de verschillende vormen van agressie in de praktijk kan worden omgegaan. klachtenprocedures kennis hebben van de wijze tot afhandeling van klachten (klachtenregeling, klachtenformulier, Landelijk Klachtenmeldpunt Taxi, Geschillencommissie enz.); kennis hebben van de wijze waarop de afhandeling van klachten in de praktijk wordt toegepast. topografische kennis van Nederland kennis hebben van de te rijden hoofdroute tussen Nederlandse steden met gebruikmaking van belangrijke verbindingswegen. Praktijkexamen verantwoorde en veilige verkeersdeelname blijk geven van een adequate toepassing van relevante wet- en regelgeving met betrekking tot de deelname in het verkeer; in staat zijn om enkele onderdelen van de rijklaarcontrole zelfstandig uit te voeren; in staat zijn om adequaat en tijdig mogelijke verkeersveiligheidsrisico s te herkennen en tijdig de juiste corrigerende maatregelen te treffen; blijk geven hoe conform de voorschriften en richtlijnen van veilig, comfortabel, vlot en energiezuinig gereden moet worden in een taxivoertuig. optreden bij verkeersongevallen, verstoringen en calamiteiten in staat zijn om de meest voorkomende storingen in de praktijk te constateren; blijk geven om deze meest voorkomende storingen op een adequate wijze op te lossen; in staat zijn om op adequate wijze in geval van een aanrijding of een ongeval een Europees schadeformulier in te vullen. 12

communicatie blijk geven van het juiste gebruik van de in het taxivoertuig aanwezige communicatiemiddelen. rituitvoering in staat zijn om de benodigde rijtijd van een rit op basis van een opgegeven bestemming adequaat in te schatten; in staat zijn om de meest wenselijke route op te zoeken, daarbij eventueel gebruik makend van parate kennis, navigatieapparatuur en stadsplattegronden; blijk geven van het op een juiste wijze rijden van de meest efficiënte route, zonder onnodig gevaar of onnodige hinder voor het overige verkeer. klantgerichtheid en beroepshouding blijk geven dat hij over de juiste en gewenste beroepshouding beschikt; in staat zijn om adequaat te reageren op specifieke wensen, behoeften en gedragingen van passagiers; in staat zijn om passagiers op een adequate wijze te informeren over de ritvoorwaarden en de vervoersprijzen. (PM 13

Toelichting De onderhavige regeling strekt tot het vaststellen van regels met betrekking tot de vakbekwaamheid voor taxichauffeurs. Om als taxichauffeur werkzaam te kunnen zijn dient men te beschikken over een door de Minister van Verkeer en Waterstaat verstrekte chauffeurspas. De chauffeurpas is geregeld in artikel 76, eerste lid, van het Besluit personenvervoer 2000 (Bp2000). Aan het verkrijgen van een chauffeurspas taxi worden voorwaarden gesteld, waaronder die van de vakbekwaamheid. Deze eis is per 1 juli 2004 toegevoegd aan de reeds bestaande eisen voor het verkrijgen van een chauffeurspas taxi (PM). In artikel 76, eerste lid, onder d, van het Bp2000, is bepaald dat de bestuurder van een voertuig waarmee taxivervoer wordt verricht aan de eis van vakbekwaamheid voldoet indien een door Onze Minister erkend getuigschrift wordt overlegd van met goed gevolg afgelegde examens waarbij ten minste de kennis is vastgesteld van de door Onze Minister vastgestelde onderwerpen. In artikel 2 van de onderhavige regeling is het door de divisie CCV van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) afgegeven getuigschrift Chauffeursdiploma CCV Taxi erkend. In artikel 3 is bepaald dat bij het examen vakbekwaamheid voor het besturen van een taxi, ten minste de kennis en vaardigheden worden vastgesteld van de in de bijlage genoemde onderwerpen. Hierbij is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de onderwerpen van (vrijwillige) taxi-examens die reeds vanuit de taxibranche zelf zijn ontplooid. De vaststelling van de onderwerpen uit het examen is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met partijen uit de branche. De opneming van deze bijlage bij de onderhavige regeling leidt tot grotere inzichtelijkheid in de examenonderwerpen. Voorts wordt het op deze wijze eenvoudiger om wijzigingen aan te brengen in de examenstof. 14

In artikel 4 is geregeld in welke gevallen vrijstelling wordt verleend voor onderdelen van het vakbekwaamheidsexamen. Dit is een nadere uitwerking van artikel 76, vierde lid, van het Bp2000. De in artikel 4 van onderhavige regeling opgenomen diploma s en certificaten geven recht op vrijstelling van het examen of van een deelexamen (theoriedeel of praktijkdeel), omdat de onderwerpen die in deze examens behandeld worden grotendeels overeenkomen met die voor het onderhavige vakbekwaamheidsexamen taxichauffeur en zelfs verder gaan. Hierbij is er ook voor gekozen om gekwalificeerde bestuurders die werkzaam zijn in het ambulance- respectievelijk directievervoer vrijstelling te verlenen van het examen (derde lid, onder b en c). In de praktijk blijkt er immers een grote wisselwerking te zijn tussen bestuurders die werkzaam zijn in deze marktsegmenten. Voorts omvatten de examens voor bestuurders uit het ambulance- en directievervoer meer onderwerpen dan het examen waarin onderhavige regeling voorziet, en is voor bestuurders in het directievervoer zelfs een verplichte nascholing (vijfjaarlijks) van kracht. Opgemerkt wordt dat de in artikel 4 genoemde diploma s en certificaten, met uitzondering van lid 3, onderdelen b en c, moeten zijn behaald vóór 1 juli 2004. Immers, de examens van deze diploma s en certificaten worden afgenomen op basis van vrijwilligheid. Vanaf 1 juli 2004 (de datum van inwerkingtreding van onderhavige regeling) wordt het hierin opgenomen examen verplicht gesteld voor bestuurders van een voertuig waarmee taxivervoer kan worden verricht. Het Overlegorgaan Personenvervoer 2000 (PM) De onderhavige regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2004. (PM DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT, 15