Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor



Vergelijkbare documenten
IBR SCRIPTIEPRIJS

IBR SCRIPTIEPRIJS

IBR SCRIPTIEPRIJS

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 5

De hybride vraag van de opdrachtgever

Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... DNR 2011 (2005), SR 1997 en RVOI Verplichtingen van de adviseur...

Praktische toelichting op de UAV 2012

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 6

NEDERLANDSE VERENIGING VAN STRAFRECHTADVOCATEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT 1. TOELATING. Voorwaarden

Beleidsplan Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum

Stichting Future Finance Proffessor Tulpstraat HA AMSTERDAM. KvK-nummer: JAARVERSLAG 2017

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden 2019

1 Inleiding 9. 2 De fundamenten van het zorgstelsel De structuren in de zorg De aanspraak op zorg De financiering van de zorg 47

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

S T A T E N V O O R S T E L

2. Dit reglement geldt voor alle aspirant-leden en gewone leden van de NOB.

J A A R V E R S L A G Landelijke bezwarencommissie functieordenen hbo. Meer informatie op

NIEUWSBRIEF bouw jaargang 2007 nr. 7

Beleidsregels van het ministerie van Financiën omtrent de Grote Financiën Prijs (Reglement Grote Financiën Prijs)

Inhoudsopgave INLEIDING ONDERZOEK COMMUNICATIE ORGANISATIE CONCLUSIES & AANBEVELINGEN BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER

Bouw en projectontwikkeling

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Overzicht van welk bewijs aangeleverd moet worden om aan te tonen dat opleidingspunten behaald zijn

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

MET WOORD EN KAART OVER DETAILLERING EN REIKWIJDTE VAN BESTEMMINGSPLANREGELING

U I T S P R A A K

Dankwoord Stellingen bij het preadvies. 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4

Post-Master Indirecte Belastingen 2017

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

over het normaal maatschappelijk risico zich verder uitgekristalliseerd. Veel gemeenten worstelen nog steeds met de mogelijkheden van kostenverhaal

Reglement voor de Internal Audit Scriptie Award

Procedureoverzicht Promotietraject Faculteit der Geesteswetenschappen (Promotiereglement 2015)

Het bouwteam model. Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk

JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014

Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers) prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2016

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden Succesvol samenwerken door een multidisciplinaire

Ingezonden bijdrage; De kruimelvergunning en het begrip stedelijk ontwikkelingsproject: voorstel tot een praktische toetsingsmaatstaf

ieder heel uur dat hij academisch of postacademisch onderwijs heeft gevolgd dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt, indien:

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2017

Juridisch Post Academisch Onderwijs Universiteit Leiden

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Regeling erkenning opleidingsinstellingen. De Algemene Raad,

Onderzoek het ondernemingsrecht! 2019

Mr. M.A. van Wijngaarden. emeritus hoogleraar bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hoofdstukken BOUWRECHT 8

BIJZONDERE REGELS FILATELISTISCHE LITERATUUR Pag. 1

Inleiding 2. Rubriek A: Vakkennis 3. Rubriek B: Bijdrage Vakontwikkeling 4. Rubriek C: Publicaties 5. Rubriek D: Case Study 6

Doctoraatsreglement van de FPPW

BESTUURSNOTITIE INZAKE BUITENGEWOON LIDMAATSCHAP/AANGESLOTENE EPN

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Frank en Vrij. Thunnissen-bundel. onder redactie van. mr. J.F. de Groot / mr. H.M. Slaghekke

BELEIDSPLAN. Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO

Jaarverslag SBO-Tilburg Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg

Oproep tot het indienen van aanvragen promotieonderzoek voor het Programma Onderzoeken in de Praktijk

MASTERCLASS FINANCIEEL MANAGEMENT & BEDRIJFSVOERING IN DE PUBLIEKE SECTOR

U I T S P R A A K

Leergang Specialisatie strafrecht Vrije Universiteit Amsterdam Reglement

Huishoudelijk Reglement Raad van Toezicht NLPO

De nieuwe Omgevingswet in de praktijk

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

Notitie V4 (maart 2012) Procedure voor evaluaties van sportevenementen volgens WESP richtlijnen

Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

COBc-dag 2012 Peter Hoekstra Bert Winkel

Masterclass arbeidsrecht

U I T S P R A A K

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

1.2 Middelen om deze doelstelling te bewerkstelligen: Een reeks informatievoorzieningen, onder andere. Informatietelefoon.

Stichting Vrienden van Dôme

Reglement van Toelating

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Goudzwaard School of Fair and Green Economics 1

Wijzigingen UAV2012 t.o.v. de UAV1989

Samenwerkingsovereenkomst Ondernemingsdossier

4. Niet de moedertaal maar wel de gekozen taalcategorie bepaalt de taal die zal gebruikt worden doorheen de wedstrijd.

STICHTING DE DAG VAN DE BEDREIGDE ADVOCAAT BELEIDSPLAN WAT IS DE DAG VAN DE BEDREIGDE ADVOCAAT?

PROCEDURES BETREFFENDE DE VERWERVING DOOR HET EUROPEES PARLEMENT VAN PRIVEARCHIEVEN VAN LEDEN EN VOORMALIGE LEDEN

Redactiestatuut Laboratoriumgeneeskunde 1. Algemeen 2. Samenstelling van de redactie.

Bachelorproject (15 EC), BSK. Docent: MSc, Drs. C. Nagtegaal

A. De Stichting Natuurlijk Kind en Paard bestuurlijk I. Algemeen

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Executive onderwijs. Juridisch inzicht is essentieel voor succesvolle samenwerking tussen overheden.

Nederlandse Gedragswetenschappen Grote Kruistraat 2/1, 9712 TS Groningen. 1. Inleiding

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Faculteit Rechten. Universiteit Hasselt. Reglement betreffende de bachelorscriptie (derde bachelor rechten)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Het college van afgevaardigden van de Nederlandse orde van advocaten,

Online enquête Kennisplein Omgevingsvergunning

- Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs

REGLEMENT LANDELIJKE VAKWEDSTRIJD STUDIECLUB SCHILDERS

Transcriptie:

Jaarverslag 2 0 1 2 Instituut voor Bouwrecht

Jaarverslag Instituut voor Bouwrecht

Inhoudsopgave Voorwoord 1 In vogelvlucht 2 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? 2 2. Wat doet het Instituut voor Bouwrecht? 2 3. Strategie 3 4. Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouw rechtelijke wereld? 4 5. Banden van het Instituut 5 B. Activiteiten 7 1. Onderzoek 7 1.1 Bouwteamonderzoek 7 1.2 Evaluatie Wet ruimtelijke ordening 7 1.3 Promotieonderzoek: Versnelling van besluitvorming in de democratische rechtsstaat 7 1.4 Promotieonderzoek: Toezicht en coördinatie in het bouwproces 8 2. Onderwijs 8 2.1. Inleiding 8 2.2. Erkenning door de NOVA 8 2.3. Inhoud van het onderwijs en waardering 9 3. De uitgeeffunctie 9 3.1 Tijdschrift voor Bouwrecht 9 3.2 Boeken 9 3.3 Actualiteiten Bouwrecht 10 3.4 Virtueel Kenniscentrum 10 3.5 Kennisportaal 10 4. Scriptieprijs 11 5. De platform functie 11 5.1 Expertmeeting CO2 emissiehandel impuls voor de bouw- en vastgoedsector 12 5.2 Platform of Experts in Planning Law 12 6. De Europese Vereniging voor Bouwrecht 12 7. Vereniging voor Bouwrecht 13 7.1 Inleiding 13 7.2 VBR-preadvies 14 8. Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten 14 8.1 Inleiding 14 8.2 Bestuur 14 8.3 Lidmaatschap 14 8.4 Vergaderingen 15 iii C. Financiering 16 D. Bijlagen 17 1. Samenstelling Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur 17 2. Medewerkers 17 3. Leerstoelen Bouwrecht 17 4. Inhoud Tijdschrift voor Bouwrecht 20 5. Samenstelling Redactie, Redactieraad en de Redactiecommissie 24 6. Verrichte onderzoeken 24 7. Overzicht bijeenkomsten 27 8. Onderwijsprogrammaraad en Comité van Aanbeveling 48 9. Overige publicaties, voordrachten en activiteiten van medewerkers 48

Voorwoord Het jaar stond in het teken van de verschijning van de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV ), die de voorwaarden van 1989 vervingen. Het onderwerp van deze voorwaarden, de relatie opdrachtgever uitvoerend aannemer betreffend, behoort tot de kern onderwerpen waar het Instituut voor Bouwrecht zich mee zich houdt. In de voorgaande jaren is ten kantore van het Instituut voor Bouwrecht gewerkt aan de herziening zelf van deze algemene voorwaarden en in is door het Instituut voor Bouwrecht op verschillende manieren ruchtbaarheid gegeven aan de verschijning van de herziene voorwaarden. Om te beginnen was daar het massaal bezochte Grote UAV congres, waaraan door 450 personen deel genomen werd. En voorts zagen verschillende publicaties het licht, waaronder de Ontstaansgeschiedenis van de UAV waarin alle stukken, die door de commissie belast met het opstellen van de concept UAV zijn opgesteld, de vergaderverslagen e.d., zijn opgenomen. Mede dankzij dit congres zijn de inkomsten uit onderwijs, zo van belang voor het Instituut voor Bouwrecht, op peil gebleven. Voorts heeft het Instituut voor Bouwrecht op verschillende belangrijke beleidsterreinen (BIM, vervolg plannen naar aanleiding van het rapport van de Commissie Dekker bestrijding planologische overcapaciteit in relatie tot (plan)schade adviezen mogen uitbrengen aan de Rijksoverheid. Het jaar was voor de bouwwereld een zwaar jaar, maar het Instituut voor Bouwrecht heeft zich goed staande kunnen houden. Net als ik kon opmerken aan het eind van het voorwoord van het jaarverslag over 2011, wordt ook dit jaar in tevredenheid afgesloten. Den Haag, 2013 1 Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis (directeur)

2 In vogelvlucht 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Traditiegetrouw wordt in het jaarverslag begonnen met de beantwoording van de vraag: waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Het Instituut voor Bouwrecht, opgericht op 30 december 1968, houdt zich bezig met het bouwrecht in de brede zin van het woord. Het nemen van een initiatief om een bouwwerk te realiseren, de ontwikkeling van een binnenstedelijk gebied, de vorm waarin opdrachten in de markt gezet kunnen worden tot en met de beheerfase en de sloop van gerealiseerde bouwwerken: alles wat juridisch met deze onderwerpen te maken heeft, is onderwerp van juridische studie, onderwijs en gedachtevorming van het Instituut voor Bouwrecht. Daarmee is ook duidelijk dat het Instituut voor Bouwrecht zich bezig houdt met het publiek- en privaatrecht. Een weg kan immers niet gebouwd worden zonder kennis van de publiekrechtelijke regelgeving, maar ook niet zonder kennis van het privaatrecht. En hetzelfde geldt voor alle bouwprojecten. De beoefening van het bouwrecht onder de vlag van het Instituut voor Bouwrecht staat echter voor nog meer. Kenmerkend in de jarenlange praktijk van het onderzoek van het Instituut voor Bouwrecht is de integrale benadering van juridische vraagstukken. Integraal doordat juridische vraagstukken, indien deze zich daartoe lenen, benaderd worden vanuit het publiekrecht én vanuit het privaatrecht. Maar ook integraal doordat juridische vraagstukken benaderd worden vanuit een wetenschappelijke kant én vanuit een praktische kant. Het bouwrecht is een toegepaste wetenschap en dat vereist dat zinvol nadenken over dit onderdeel van het recht altijd dient te geschieden vanuit de gedachte dat de praktijk met de resultaten van het onderzoek iets moet kunnen. Waar trekt het Instituut voor Bouwrecht de grens voor onderzoeksvragen? Die grens wordt bepaald door de statuten: Het doel van de Stichting Instituut voor Bouwrecht is het op onafhankelijke wijze bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht, alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en verdieping van het bouwrecht. De kern van de statuten wordt gevormd door het woord onafhankelijk. Het Instituut voor Bouwrecht verricht zijn werkzaamheden zonder last of ruggespraak van partijen die vanwege hun politieke of economische achtergrond voor bepaalde belangen staan. Uiteraard verricht het Instituut voor Bouwrecht werkzaamheden voor bepaalde partijen zoals brancheverenigingen of overheden, maar aan die werkzaamheden worden altijd voorwaarden verbonden om te waarborgen dat het onderzoek en de uitkomsten in een sfeer van academische vrijheid gerealiseerd worden. Dat neemt soms de vorm aan van een begeleidingscommissie waarin verschillende belangen vertegenwoordigd zijn. Soms is de financiering van een onderzoek afkomstig uit verschillende bronnen. En heel vaak wordt de onafhankelijkheid gewaarborgd door de openbaarheid van de onderzoeksresultaten. Kortom het Instituut voor Bouwrecht is een in Nederland unieke denktank gericht op de maatschappelijk en economisch van groot belang zijnde wereld van bouwen, ontwikkelen en beheersen van de omgeving. Het Instituut voor Bouwrecht wordt bestuurd door een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. De samenstellingen van deze besturen treft u aan in D.1. De samenstelling van de medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht is opgenomen in D.2. 2. Wat doet het Instituut voor Bouwrecht? Het Instituut voor Bouwrecht: doet onderzoek verzorgt onderwijs publiceert fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland. Onderzoek Het Instituut voor Bouwrecht verricht onderzoek op verzoek van derden en op eigen initiatief. Het onderzoek varieert van niveau van enerzijds promotieonderzoek tot anderzijds dat van concrete onderzoeksopdrachten van verschillende omvang.

Onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht verzorgt zeer succesvol verschillende vormen van onderwijs. Een deel van het onderwijs komt ten goede aan de klassieke achterban van het Instituut voor Bouwrecht: de bouwrecht specialisten. Dit zijn juristen werkzaam in de advocatuur, het bedrijfsleven of de overheid die zich geheel of gedeeltelijk toeleggen op het bouwrecht. Daarnaast verzorgt het Instituut voor Bouwrecht in-company bijeenkomsten. Publiceren Tot enkele jaren geleden publiceerde het Instituut voor Bouwrecht tezamen met derden. Daar is sinds het verslagjaar 2008 verandering in gekomen doordat het Instituut voor Bouwrecht aanvankelijk minder omvangrijke, maar allengs grotere publicaties geheel in eigen beheer ging uitgeven. Enerzijds is de uitgeeffunctie voor het Instituut voor Bouwrecht van structureel belang geworden, anderzijds kan geconstateerd worden dat het een belangrijke plaats in de uitgevende wereld heeft verworven. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht benaderd met de vraag of een publicatie zich leent voor uitgeven door het Instituut voor Bouwrecht. Naar verwacht mag worden, zal de uitgeeffunctie in de komende jaren nog belangrijker worden. Deze functie biedt de mogelijkheid om de statutair omschreven onafhankelijkheid te realiseren. Het spreekt voor zich dat de publicaties niet beperkt zijn tot folio (papieren) uitgaven. Het Instituut voor Bouwrecht publiceert uiteraard ook op het internet. Dat gebeurt om te beginnen door middel van het digitale magazine Actualiteiten Bouwrecht. Dit is een (uitsluitend) digitaal magazine, waarin de lezer dagelijks op belangrijke jurisprudentie en ontwikkelingen wordt gewezen; wekelijks wordt het magazine in zijn geheel verzonden. Voorts is er het Virtuele Kenniscentrum. Het Virtuele Kenniscentrum is in 2007 in de lucht gegaan. De bezoeker kan daar tegen betaling verschillende dossiers raadplegen, waarin zich jurisprudentie, regelgeving, literatuur en andere, voor dat onderwerp van belang zijnde, informatie bevindt. De website van het Instituut voor Bouwrecht is ook een belangrijke bron van informatie voor bouwrechtelijk Nederland. Alle bijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht worden daar genoemd en via de website kan men zich opgeven voor het bijwonen van een bijeenkomst. De uitgaven van het Instituut voor Bouwrecht zijn via de website te bestellen. Op de website is een aparte plaats gereserveerd voor het Europese platform. Een uitputtend beeld van de site is hiermee natuurlijk niet gegeven. Platform Het Instituut voor Bouwrecht fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland. Dit is een belangrijke functie van het Instituut voor Bouwrecht, die het Instituut voor Bouwrecht sinds jaar en dag vervult. Het Instituut voor Bouwrecht organiseert met enige regelmaat expertmeetings over onderwerpen, waarvoor het van belang is dat de betrokkenen met elkaar van gedachten kunnen wisselen in een onafhankelijke omgeving. Het kan hier gaan om concrete wetsontwerpen of om ontwikkelingen in een deelgebied van het bouwrecht. Het Instituut voor Bouwrecht verwijst voorts met regelmaat kennis zoekenden door naar de juiste vindplaats. Studenten weten het Instituut voor Bouwrecht te vinden o.a. vanwege de zeer uitgebreide bibliotheek, waarvan de collectie ook online is te raadplegen. 3. Strategie Het Instituut voor Bouwrecht vervult een centrale plaats in bouwrechtelijk Nederland. Zowel voor de praktijk als voor de wetenschap. Opdrachtgevende partijen en opdrachtnemende partijen onderkennen deze centrale rol van het Instituut voor Bouwrecht. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht dan ook benaderd om vanuit een partij overstijgende invalshoek antwoord te geven op vragen waar de praktijk mee worstelt en die een onafhankelijk en wetenschappelijk verantwoord antwoord behoeven. De strategie van het Instituut voor Bouwrecht is er dan ook vanzelfsprekend op gericht deze positie te behouden en te borgen. Dit vereist dat de werkwijze van het Instituut voor Bouwrecht garant staat om deze rol mogelijk te maken. Dat betekent concreet het volgende: Het Instituut voor Bouwrecht ontplooit zoveel mogelijk activiteiten, waaruit onderzoek (mede) gefinancierd kan worden. Het Instituut voor Bouwrecht doet zijn onderzoek op een manier die maakt dat er geen twijfel kan ontstaan aan de onafhankelijkheid. Met het ontplooien van meer activiteiten is sinds enkele jaren begonnen. Het onderwijs is uitgebouwd, waardoor het Instituut voor Bouwrecht thans een van de meest succesvolle aanbieders van bouwrechtelijk onderwijs is. Het gaat er in de komende tijd om deze positie te consolideren en, waar mogelijk, nog verder uit te bouwen. De uitgeeffunctie is uitgebouwd met het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR). De strategie zal er in de ko- 3

4 mende jaren op gericht zijn dat de leidinggevende positie wordt geconsolideerd. Het uitgeven van het tijdschrift dat wetenschappelijk er toe doet en dat tegelijkertijd de praktijk van de bouwrechtjurist weet te bedienen, vereist degelijkheid en onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid is ook een conditio sine qua non voor de kwaliteit en het gezag van het onderzoek dat op het Instituut voor Bouwrecht wordt verricht. Die onafhankelijkheid wordt op een aantal manieren geborgd: onderzoek wordt begeleid door gemengd samengestelde begeleidingscommissies; adviesaanvragen ten behoeve van een bepaald concreet geschil of probleem, waar maar een partij mee te maken heeft en waarbij een partij invalshoek wordt gekozen, worden niet aangenomen; de financiering van onderzoek wordt zo breed mogelijk gezocht. Het laatste punt laat zien dat de beide doelen waarop de strategie van het Instituut voor Bouwrecht zich richt met elkaar verbonden zijn. Meer activiteiten maakt dat het Instituut voor Bouwrecht zijn opdracht, neergelegd in de statuten, beter kan vervullen. Anders gezegd: meer inkomsten uit eigen bronnen maakt dat het Instituut voor Bouwrecht datgene waartoe het Instituut voor Bouwrecht in het leven is geroepen, kan doen op de wijze die eveneens omschreven is in de statuten, namelijk onafhankelijk en ten goede komend aan bouwbreed Nederland. 4. Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouwrechtelijke wereld? De opdrachtgevers Het Instituut voor Bouwrecht krijgt opdrachten uit verschillende hoeken. De overheid, zowel de Rijksoverheid als de lagere overheid, is traditioneel een grote opdrachtgever. De opdrachten zijn van uiteenlopende aard: het meewerken aan verschillende vormen van regelgeving; het evalueren van regelgeving; het schrijven van brochures waarin regelgeving wordt uitgelegd etc.; het verzorgen van cursussen voor overheden. Deze opdrachten worden veelal opgedragen nadat concurrentie heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt beroep gedaan op het Instituut voor Bouwrecht om mee te denken in tal van werkgroepen. Gewezen wordt in dit verband op de formulering van de model inkoopvoorwaarden van de VNG en aan bijvoorbeeld de Richtlijn Proportionaliteit in het kader van het aanbestedingsrecht. Opdrachten worden voorts verleend door brancheorganisaties zoals de Neprom, Bouwend Nederland en de BNA uiteraard met inachtneming van de hiervoor gemaakte opmerkingen inzake de onafhankelijkheid. Met deze organisaties onderhoudt het Instituut voor Bouwrecht goede banden en wordt ook met enige regelmaat verzocht mee te denken over verschillende ontwikkelingen. Samenwerkingsverbanden Het Instituut voor Bouwrecht werkt nauw samen met verschillende universiteiten. Het gaat hier om te beginnen om de universiteiten waaraan een bouwrechtleerstoel verbonden is: Groningen, Leiden, Tilburg en Delft. Het initiatief tot het in het leven roepen van de leerstoelen is in het verleden door het Instituut voor Bouwrecht genomen. De financiering van de leerstoelen kwam aanvankelijk ook ten laste van het Instituut voor Bouwrecht, maar dat is thans niet meer het geval. Wat Groningen betreft, heeft het Instituut voor Bouwrecht nog steeds betrokkenheid bij het Curatorium van de leerstoel. De band met Tilburg is van oudsher innig en het Instituut voor Bouwrecht juicht dan ook toe dat de leerstoel bouwrecht opnieuw bezet is. In Leiden wordt de leerstoel bekleed door een lid van het Algemeen Bestuur. Ook de band met Delft is innig: de leerstoel wordt bekleed door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht. Van de leerstoelen in Groningen, Leiden en Delft is een verslag opgenomen in D.3. Met de Universiteit van Utrecht, Amsterdam, de VU, de Universiteit Maastricht en de Open Universiteit bestaan eveneens goede contacten alsmede met de Technische Universiteiten van Twente en Eindhoven. Deze banden bestaan doordat gastcolleges worden verzorgd en/of door betrokkenheid bij activiteiten van het Instituut voor Bouwrecht van verschillende personen werkzaam bij deze universiteiten. Nieuw in dit rijtje is de Universiteit Utrecht. Aan de Juridische Faculteit is op initiatief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw een Masterclass Bouwrecht ontwikkeld, die in het jaar 2013 van start zal gaan. Het Instituut voor Bouwrecht heeft bij het opstellen van het curriculum een belangrijke rol gespeeld en zal tevens een deel van het onderwijs verzorgen. In dit kader mag vermelding verdienen dat aan de ver-

schillende opleidingen het boek Bouwrecht in kort bestek wordt gebruikt. Met de Universiteit Utrecht is ook op een ander gebied contact tot stand gekomen. Het gaat om de Faculteit Geesteswetenschappen, afdeling Geschiedenis en Kunstgeschiedenis. Aan die Faculteit vindt onderzoek plaats door dr. M. Hurx naar o.a. de ontwikkeling van de architect en de aannemer in de late Middeleeuwen en de Renaissance. De handelseditie van het proefschrift van dr. Hurx (Architect en Aannemer. De opkomst van de bouwmarkt in de Nederlanden 1350-1530) is op 26 oktober publiekelijk aan de directeur van het Instituut voor Bouwrecht aangeboden. De aanstelling van prof. dr. ir. Bregman als hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de Universiteit van Amsterdam per 1 januari 2010 zodat ook daar het Instituut voor Bouwrecht goed aanwezig is. Het Instituut voor Bouwrecht gaat voorts soms ad hoc samenwerkingsverbanden aan met adviesbureaus of brancheorganisaties indien een onderwerp of opdracht daartoe aanleiding geeft. Samenwerking vindt eveneens plaats met de zusterorganisaties, zoals SBR, STABU, CROW, de Betonvereniging, ISSO en de CUR. Niet alleen wordt regelmatig met deze organisaties overlegd, maar ook worden onderzoeken samen uitgevoerd of worden lezingen verzorgd. De ondersteuning van buiten De wereld om het Instituut voor Bouwrecht heen, de praktiserende en de wetenschappelijke wereld, ondersteunt het Instituut voor Bouwrecht op tal van manieren. Om te beginnen zijn daar de Raad van Advies en de Onderwijsprogrammaraad, waarin een groot aantal personen zitting heeft en welke gremia van groot belang zijn voor de keuze van onderwerpen waar het Instituut voor Bouwrecht zich bezig mee houdt en de manier waarop. Daarnaast kan het Instituut voor Bouwrecht altijd een beroep doen op personen om zitting te nemen in begeleidingscommissies. Dit is intensief werk en het Instituut voor Bouwrecht prijst zich dan ook zeer gelukkig dat steeds weer personen gevonden kunnen worden om dit soort werkzaamheden te verrichten. Voorts dient gewezen te worden op de grote groep docenten, op wie steeds weer een beroep gedaan kan worden. Met het dagblad Cobouw heeft het Instituut voor Bouwrecht een bijzondere band. Medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht publiceren in deze krant over interessante uitspraken en/of onderwerpen die actueel zijn. Het Instituut voor Bouwrecht wordt daarmee wekelijks onder de aandacht gebracht van een grote groep in het bouwrecht geïnteresseerden. De bijdragen worden al enkele jaren geleverd en worden bijzonder gewaardeerd door lezers. 5. Banden van het Instituut Om te illustreren hoe nauw het IBR is verbonden met de bouwrechtelijke wereld volgt hier een greep uit die wereld: Organisaties in de bouw Aboma + Keboma BV Arbouw Betonvereniging BOB Opleidingen Bouwcentrum Bouwend Nederland Bouwen met Staal Building Information Raad Centrum Hout Centrum Ondergronds Bouwen (COB) CROW CURNET Deltares Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) ISSO Bond van Nederlandse Architecten (BNA) NEN (voorheen: NNI) Platform 31 NL Ingenieurs PianoO RIONED SBK SBR STABU TNO Bouw en Ondergrond Aantal bedrijven en overheden in IBR databestand: 3.864. Juridische wereld Aantal advocatenkantoren in IBR databestand: 812 Europese Vereniging voor Bouwrecht (EVBR) De Grotius Academie Koninklijk Instituut van Ingenieurs KIVI NIRIA Raad van Arbitrage (RvA) Rechterlijke macht Vereniging voor Bouwrecht (VBR) Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (VBR-A) Overheden Gemeenten Provincies Raad voor de Veiligheid Rijksoverheid (diverse ministeries) Waterschappen 5

Wereld wetenschappelijk onderwijs De Ius Commune Law School Open Universiteit (OU) Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Universiteit Leiden (LEI) Universiteit Utrecht (UU) Universiteit van Amsterdam (UvA) Universiteit van Tilburg (UvT) Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven Technische Universiteit Twente De betrokkenheid van het Instituut voor Bouwrecht bij deze organisaties blijkt uit de regelmatige contacten die er zijn met bijvoorbeeld de uitnodigingen om op verschillende manieren deel te nemen in activiteiten van deze organisaties. Een voorbeeld van dit laatste: de uitnodiging aan de directeur van het Instituut om deel te nemen aan een brainstorm bijeenkomst over de vraag welke richting de BNA in zou kunnen slaan. 6

B. Activiteiten 1. Onderzoek In dit hoofdstuk worden enkele onderzoeken in het bijzonder belicht. Voor een volledig overzicht van het in verrichte onderzoek raadplege men deel D onder 6. 1.1 Bouwteamonderzoek Het grote onderzoek naar het functioneren van het bouwteam en de juridische vormgeving daarvan culmineerde in het verslagjaar in de publicatie hiervan in de serie Bouwrecht monografieën nummer 34. BOUWRECHT MONOGRAFIEËN 1.2 Evaluatie Wet ruimtelijke ordening De Wet ruimtelijke ordening, die op 1 juli 2008 in werking is getreden wordt geëvalueerd middels een zogenaamde ex-durante evaluatie. Voortdurend zal de uitvoering van de Wro worden gevolgd. De uitvoering van het evaluatieonderzoek is opgedragen aan het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Het betreft hier een onderzoek dat meerdere jaren in beslag zal nemen. Het PBL heeft het IBR bij het onderzoek betrokken in verband met de juridische aspecten. In de verslagperiode is een tweede onderzoek gedaan, dat beperkter van opzet is dan de eerste fase die in 2010 leidde tot het verschijnen van de een rapport met eerste resultaten. Bij dit tweede onderzoek zijn daarentegen naast de Wro ook de planologische instrumenten in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en in de Crisis- en herstelwet (Chw) betrokken. Het rapport van deze werkzaamheden is in het verslagjaar verschenen in de uitgave ex-durante evaluatie Wet ruimtelijke ordening: tweede rapportage. 1.3 Promotieonderzoek: Versnelling van besluitvorming in de democratische rechtsstaat 7 Het bouwteam model Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis In 2009 is mr. A.Z.R Koning gestart met het opstellen van een voorstel voor een promotieonderzoek over besluitvorming(sprocedures) in het ontwikkelings- en bouwproces. Het onderzoeksvoorstel voor dit promotieonderzoek is goedgekeurd door de promotor prof. dr. D.A. Lubach. Co-promotor is prof. dr. ir. A.G. Bregman. Dit uitgebreide onderzoek richt zich op de actuele en interessante problematiek van publiekrechtelijke besluitvorming omtrent vereiste toestemmingen (vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen, meldingen etc.) noodzakelijk voor gebiedsontwikkelingen. De roep vanuit de politiek, bedrijven en particulieren om minder en meer eenvoudige regelgeving op dit gebied is groot. STICHTING INSTITUUT VOOR BOUWRECHT In deze uitgebreide studie, van de hand van de directeur van het Instituut, wordt mede gebaseerd op interviews uiteengezet hoe het bouwteam werkt in de praktijk. Daarnaast is in dit boek een gedetailleerd commentaar op de set algemene voorwaarden van VGBouw gemaakt, die in de praktijk in veel gevallen als basis van de samenwerking dient. Het kader voor het commentaar is gevormd door een toetsingskader, houdende criteria waaraan een evenwichtig contract zou dienen te voldoen. Ook de aanbestedingsrechtelijke aspecten zijn bestudeerd. De problematiek is weerbarstig. Dit blijkt niet alleen uit de onderzoeken en publicaties die de afgelopen decennia hierover reeds zijn verschenen, maar ook uit de maatregelen die nu worden genomen of men wil nemen in wetgeving (zoals de Wabo, de Waterwet, de Wet Samenhangende Besluiten, de Wet versnelling besluitvorming wegprojecten, de Crisis- en herstelwet). Het onderzoek bevat een overzicht en analyse van de vele ontwikkelingen op dit gebied. In het kader van het onderzoek is een toetsingskader ontwikkeld vanuit de democratische rechtsstaatbeginselen. Vervolgens wordt er dieper ingaan op de wet- en regelgeving waarin versnellingsmechanismen zijn opgenomen zoals coördinatie- en integratie-instru-

8 menten, en vindt er een toetsing plaats aan het ontwikkelde toetsingskader. De uitkomsten van het onderzoek zullen naar verwachting een belangrijke impuls bevatten in het denken omtrent publiekrechte besluitvorming door de overheid omtrent ontwikkelings- en bouwprojecten (gebiedsontwikkelingen). In het verslagjaar is de Crisis- en herstelwet getoetst aan het toetsingskader en vervolgens gestart met een nader onderzoek en beschrijving van de verschillende versnellingsmaatregelen die in wet- en regelgeving op het gebied van het omgevingsrecht zijn opgenomen. 1.4 Promotieonderzoek: Toezicht en coördinatie in het bouwproces In september 2009 is mr. H.P.C.W. Strang begonnen met een promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. Dit onderzoek vindt plaats onder begeleiding van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, beoogd promotor. Aanleiding voor het onderzoek is de juridische problematiek die het gevolg is van een toenemende complexiteit van bouwprocessen. Coördinatie en toezicht zijn belangrijke thema s in complexe bouwprocessen met veel verschillende participanten. Het privaatrechtelijke onderzoek richt zich op toezicht en coördinatie in brede zin. Wat betreft het toezicht houdt dit in dat zowel het wettelijk bouwtoezicht als het onderling door contractspartijen gehouden toezicht onderwerp van onderzoek zijn. De studie naar coördinatie richt zich op coördinatie in zowel ontwerpfase als uitvoeringsfase. Deze onderwerpen zullen vanuit de invalshoeken van de verschillende participanten in het bouwproces bekeken worden. In het verslagjaar is het onderzoek vooral gericht geweest op het onderdeel toezicht en heeft naast een inhoudelijke uitbreiding ook een verbetering van structuur en methodologie plaatsgevonden. Deze studie zal resulteren in een publicatie die onderdeel uitmaakt van de wetenschappelijke literatuur. Voorts zal de studie ook van nut kunnen zijn voor juristen in de bouwpraktijk. 2. Onderwijs 2.1. Inleiding Het Instituut voor Bouwrecht verzorgde in het verslag jaar wederom een zeer groot aantal onderwijsbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten voorzien in de behoefte aan kennisoverdracht die met name in de bouwrechtadvocatuur bestaat alsmede bij juristen werkzaam bij de overheid of het bedrijfsleven. 2.2. Erkenning door de NOVA In het verslagjaar is het Instituut voor Bouwrecht door de NOvA erkend als officiële onderwijsinstelling, wat voor de advocaten die gebruik maken van het onderwijsaanbod van belang is in verband met de zekerheid die zij aan deze status kunnen ontlenen omtrent het niveau van de cursussen. Het kwaliteitsplan, ingediend door het Instituut, vermeldt o.a. het volgende omtrent de opvattingen van het Instituut over het onderwijsaanbod: Het karakter van het onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht ziet het onderwijs als een mes dat aan twee kanten snijdt. Onderwijs dient om kennis over te dragen van een docent naar de deelnemers, maar net zo belangrijk is dat kennis wordt overgedragen van de deelnemers naar elkaar en naar de docent. Onderwijsbijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht kenmerken zich door interactiviteit tussen alle betrokkenen. Na afloop van een bijeenkomst zijn de deelnemers geestelijk verrijkt maar ook de docent. Inhoudelijk Het onderwijs is op academisch niveau, met uitzondering van het onderwijs dat aan de hiervoor laatstgenoemde doelgroep wordt verzorgd. Op dit aspect wordt hieronder bij d ingegaan. Het onderwijs beoogt de deelnemers te sterken in de van hen, gegeven hun dagelijkse werkzaamheden, verwachte kritische houding en bij te dragen aan de eveneens voor de praktijk van belang zijnde behoefte aan reflectie, waaraan de dagelijkse werkzaamheden wel eens in de weg kunnen staan. Uit de aard der zaak speelt vorming van kennis op zich ook een grote rol. Maar het doel van het onderwijs verzorgd door het Instituut voor Bouwrecht is uitdrukkelijk dus op meer gericht dan alleen kennisoverdracht. Strategie De strategie van het Instituut voor Bouwrecht betreffende het onderwijs is dat onderwijs bijdraagt aan het op een zo hoog mogelijk plan tillen van de beoefening van het bouwrecht in de praktijk, waarmee

beoogd wordt de justitiabelen te voorzien van een zo degelijk mogelijke praktijk van het bouwrecht. Daarnaast beoogt het Instituut voor Bouwrecht met het onderwijsprogramma de wetenschappelijke onderzoeksfunctie van het Instituut voor Bouwrecht te versterken. 2.3. Inhoud van het onderwijs en waardering Het Instituut bood in het verslagjaar 58 bijeenkomsten aan. Een overzicht van deze cursussen is opgenomen in bijlage D7. In het algemeen kan gezegd worden dat de bijeenkomsten zowel inhoudelijk als wat organisatie betreft goed gewaardeerd worden. De inkomsten uit het onderwijs zijn in het verslagjaar op peil gebleven. 3. De uitgeeffunctie 3.1 Tijdschrift voor Bouwrecht In het verslagjaar verscheen voor de vijfde keer het zelfstandig door het Instituut voor Bouwrecht uitgegeven Tijdschrift voor Bouwrecht. Het eerste lustrum is dan ook bereikt en dat zal in het komende verslagjaar gevierd worden. Het Tijdschrift voor Bouwrecht mag met recht en reden het belangrijkste tijdschrift op het brede gebied van het bouwrecht genoemd worden. Het tijdschrift weet inhoudelijk steeds weer de juiste onderwerpen grondig te belichten en volgt daarnaast de technologische ontwikkelingen op de voet. De stijgende lijn qua aantal abonnees en inkomsten is doorgezet. Het Tijdschrift voor Bouwrecht bevat artikelen van gezaghebbende auteurs, waarbij de focus ligt op het publiek- en privaatrechtelijke bouwrecht. De in het Tijdschrift voor Bouwrecht gepubliceerde jurisprudentie omvat de belangrijkste rechterlijke en arbitrale uitspraken, administratieve en disciplinaire beslissingen op het terrein van de bouw in brede zin. Hierbij worden de volgende rubrieken onderscheiden: ruimtelijk ordeningsrecht, Woningwet c.a., milieurecht, overig ruimtelijk bestuursrecht, bestuursrechtelijke schadevergoeding, grondbeleid, aanneming van werk, koop-/aannemingsovereenkomsten, architectenrecht en aanbestedingsrecht. Naast het opnemen van jurisprudentie en artikelen wordt afhankelijk van het actuele aanbod in het Tijdschrift voor Bouwrecht, tevens aandacht besteed aan recente wetgeving en verschenen bouwrechtelijke relevante literatuur alsmede in andere tijdschriften verschenen artikelen. De verslagen en inleidingen van de georganiseerde bijeenkomsten door de Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten in samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht worden, voor zover mogelijk, eveneens in het Tijdschrift voor Bouwrecht gepubliceerd. Een overzicht van de volledige inhoud van de derde jaargang van het Tijdschrift voor Bouwrecht is opgenomen in D.4. De samenstelling van de redactie, redactieraad en redactiecommissie van het Tijdschrift voor Bouwrecht is weergeven in D.5. De redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht fungeert als adviesorgaan met betrekking tot de algemeen redactionele aspecten van het tijdschrift. Naast de redactieraad kent het tijdschrift redacteuren en een redactiecommissie. De redacteuren dragen zorg voor de dagelijkse werkzaamheden betreffende het tijdschrift. De redactiecommissie heeft tot taak het bewaken van de kwaliteit van het tijdschrift door het kritisch beoordelen van ingekomen bijdragen en het geven van adviezen aan auteurs. 3.2 Boeken Naast het Tijdschrift voor Bouwrecht geeft het Instituut voor Bouwrecht nog meer uit. Het fonds boeken breidt zich gestaag uit. In het verslagjaar zijn de volgende boeken verschenen: Bijzonder geschikt voor het werk (H.J.M. van Mierlo bundel) DNR 2011 Toegelicht Praktijkboek contracteren in de bouw (3e druk) The service provider s duty to warn about defects caused by third parties VBR 40 jaar - Verzamelde jaarredes 1972- Privaatrechtelijke Bouwregelgeving - editie Artikelsgewijs commentaar op de afdeling Grondexploitatie in de Wro en het Bro English translation of the Dutch Uniforme Administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en technische installatie werken (UAV ) UAV - teksteditie Ontstaansgeschiedenis UAV Praktische toelichting op de UAV Bouwrecht Monografie nr. 40, Het bouwteam model. Een studie naar de juridische vormgeving en het functioneren in de praktijk van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis VBR Preadvies nr. 40, Naar een nieuw omgevingsrecht van prof. dr. Ch.W. Backes, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick, prof. mr. B.J. Schueler, prof. mr. J. Struiksma en prof mr. R. Uylenburg. 9

Dit overzicht weerspiegelt het beleid van het Instituut voor Bouwrecht om bouwbreed bezig te zijn. Er zijn publicaties die zeer de diepte ingaan, publicaties die een praktische invalshoek hebben en publicaties die het publiek- en het privaatrecht dekken. Het belang van het uitgeven van deze boeken is gelegen in wederom de financiële opbrengsten als het strategisch belang van het Instituut voor Bouwrecht als hét kennisinstituut in de bouw. hebben gesignaleerd, maar soms ook uitspraken die door het Instituut voor Bouwrecht zijn toegestuurd. 3.4 Virtueel Kenniscentrum Omdat steeds meer informatie via het internet Omdat steeds meer informatie via het internet wordt verspreid, is het Instituut voor Bouwrecht in verslagjaar 2007 gestart met het Virtuele Kenniscentrum. 10 Ontstaansgeschiedenis UAV Ontstaansgeschiedenis UAV onder redactie van: prof. mr. dr. M.A.B. Chao Duivis mr. L. de Ruijter mr. H.P.C.W. Strang 3.3 Actualiteiten Bouwrecht Naast boeken wordt het elektronische magazine Actualiteiten Bouwrecht uitgegeven. Deze uitgave mocht zich in het verslagjaar verheugen in een stabiel aantal abonnees. Het elektronische magazine wordt overwegend gevuld door bijdragen geschreven op het Instituut voor Bouwrecht zelf. Daarnaast worden ook wekelijks bijdragen van correspondenten geplaatst. Een aantal correspondenten krijgt wekelijks één of meer uitspraken van arbiters of van de overheidsrechter opgestuurd om deze te bewerken en gereed te maken voor publicatie in Actualiteiten Bouwrecht. Daarnaast worden met enige regelmaat bewerkingen geplaatst van de hand van advocaten. Het betreft dan bewerkingen van uitspraken op hun vakgebied. Soms gaat het om uitspraken die zij zelf Het Virtueel Kenniscentrum is bedoeld voor iedereen die in de dagelijkse praktijk met het bouwrecht te maken heeft: advocaten, notarissen, juristen werkzaam bij de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid, juristen werkzaam bij bouwbedrijven, ingenieursbureaus en projectontwikkelaars. Zij kunnen hun voordeel doen met een abonnement op het Virtueel Kenniscentrum. Het is voor veel bouwrecht geïnteresseerden niet meer mogelijk alles zelf bij te houden en paraat te hebben voor wanneer zich een probleem op een bepaald gebied voordoet. Toch is er wel behoefte aan kennis. In die lacune van kennismanagement voorziet het Virtuele Kenniscentrum. In een groot aantal dossiers is kennis geordend: jurisprudentie, regelgeving, literatuur. Deze dossiers worden dagelijks bijgehouden en uitgebreid. Daarnaast worden regelmatig nieuwe dossiers toegevoegd. Begin 2013 wordt een groot dossier op het gebied van appartementsrecht toegevoegd. Uit de praktijk bleek dat daaraan behoefte bestaat, en het Instituut voor Bouwrecht heeft op deze behoefte ingespeeld. Daarnaast zal het IBR in 2013 een samenwerking aangegaan met de Stichting VvERecht, om partners in kennis te worden. Deze stichting heeft een uitgebreide website op het gebied van appartementsrecht en de informatie van het IBR en van VvErecht zal worden gedeeld, bijvoorbeeld door middel van doorverwijzingen via links. Het is mogelijk een jaarabonnement op dit kenniscentrum te nemen of toegang voor een kortere termijn aan te vragen. Het aantal abonnees op het kenniscentrum vertoont een gestage groei. 3.5 Kennisportaal Eind 2011 is het kennisportaal van het Instituut voor Bouwrecht (www.bouwrechtonline.nl) in een afrondende fase gekomen. Naast het Tijdschrift voor Bouwrecht zijn ook de bijdragen uit Actualiteiten Bouwrecht hier reeds te vinden. Vanaf begin 2013 zal ook het Virtueel kenniscentrum in dit portaal te vinden zijn. Het Instituut voor Bouwrecht biedt zijn kennis op deze manier op een geïntegreerde wijze aan om bezoekers nog beter van dienst te zijn.

4. Scriptieprijs De IBR Scriptieprijs bestaat nu 8 jaar. Deze prijs bestaat uit een Privaatrechtelijke prijs en een Publiekrechtelijke prijs. Het reglement luidt gelijk voor beide scriptieprijzen. Voor beide prijzen is er een eigen jury bestaande uit hoogleraren op het betreffende vakgebied. De onderverdeling is als volgt: Jury IBR Scriptieprijs Privaatrecht: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, prof. mr. J.M. Hebly, prof. mr. D.A. Lubach. Jury IBR Scriptieprijs Publiekrecht: prof. mr. P.J.J. van Buuren, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. J. Struiksma. Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis is voorzitter van beide jury s. De tweede prijs privaatrechtelijk en publiekrechtelijk bouwrecht à 500,- is door Haans Advocaten mogelijk gemaakt. Heijltjes Advocaten maakte wederom de eerste prijs Privaatrecht en de eerste prijs Publiekrecht à 1000,- mogelijk. De prijsuitreiking Voor de IBR scriptieprijzen zijn in het verslagjaar vijf scripties ingezonden, twee scripties voor de IBR Scriptieprijs Privaatrechtelijk bouwrecht en drie scripties voor de IBR Scriptieprijs Publiekrechtelijk bouwrecht. vermelding. Voor de IBR Scriptieprijs Privaatrecht is de jury tot een eerste en tweede prijs gekomen. De prijswinnaars en de scribenten wiens scriptie een eervolle vermelding kregen, hebben - naast het prijzengeld - van het IBR een jaarabonnement aangeboden gekregen op het Tijdschrift voor Bouwrecht en werd de mogelijkheid geboden een bewerking van de scriptie voor te leggen aan de redactie van dit tijdschrift. De prijswinnaars Publiekrecht Eerste prijs: Mr. V.H.M. van Os Titel: Waar een wil is, is een wet? Over kansen en barrières voor duurzaam bouwen in het ruimtelijk bestuursrecht Tweede prijs: Mr. ir. B.W. Hoekstra Titel: Zekerheid geven in ruimtelijke besluitvorming over onvermijdelijke onzekerheden in luchtkwaliteit en stikstofdepositie Eervolle vermelding: Mr. ir. J.G.G.M. van Knippenberg Titel: Het gelijkwaardigheidbeginsel in het bouwrecht Privaatrecht Eerste prijs: Mr. E.M. van Dam Titel: Het prisoner s dilemma in de bouw. Effectiviteit van antikartelwetgeving vanuit rechtseconomisch perspectief Tweede prijs: Mr. C.P. Hageman Titel: Overheidseigendom van onroerende openbare zaken. Privaat of publiek recht? Het reglement kan worden gedownload via de website van het IBR (www.ibr.nl, via Activiteiten en vervolgens IBR scriptieprijs). De juryrapporten kunnen tevens via deze website worden ingezien in 2013 (en daarna worden opgevraagd bij het IBR). De scripties die in de prijzen zijn gevallen kunnen worden ingezien bij het IBR. 11 5. De platform functie Prof. mr. Struiksma met mr. E.M. van Dam (winnaar scriptieprijs) De prijsuitreiking vond plaats tijdens de VBR Jaarvergadering op 12 december. De prijzen werden uitgereikt door prof. mr. J. Struiksma, de Voorzitter prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis was verhinderd. Voor de IBR Scriptieprijs Publiekrecht is de jury tot een eerste en tweede prijs gekomen en een eervolle Het Instituut voor Bouwrecht vormt op verschillende manieren een platform voor bouwrechtelijke problemen. In een neutrale omgeving wordt met regelmaat gediscussieerd over onderwerpen die soms zijn ingegeven door dagelijkse problemen, en soms zijn ingegeven door langere termijn zaken. De belangstelling om mee te doen aan dit soort bijeenkomsten is steeds groot en kan gezien worden als

12 een bevestiging van de rol van het Instituut voor Bouwrecht. 5.1 Expertmeeting CO2 emissiehandel impuls voor de bouw- en vastgoedsector Met de uitbreiding van het toepassingsbereik van de Europese richtlijn omtrent CO2 emissiehandel (behalve ETS tevens DOP s) is de vraag relevant geworden of het mogelijk is om aan duurzame bouwprojecten emissierechten of kredieten te verlenen. De richtlijn lijkt daarvoor ruimte te bieden. Om de mogelijkheden verder te verkennen werd op 15 oktober een expertmeeting georganiseerd. Tijdens deze expertmeeting stond de vraag centraal of CO2 emissiehandel een impuls zou kunnen betekenen voor de bouw- en vastgoedsector. Mr. A.Z.R. Koning organiseerde de meeting vanuit het IBR in samenwerking met Mr. A.R. Klijn van Boekel de Nerée. De problematiek werd in een korte voordracht toegelicht, waarbij ook de ontwikkelingen in het buitenland aan de orde kwamen. Vervolgens werd aan de hand van stellingen met de deelnemende experts op het gebied van milieurecht/bouwrecht (een select gezelschap) gediscussieerd over welke kant het in Nederland op zou moeten gaan met betrekking tot deze vraag. Zijn emissierechten of -kredieten voor duurzame bouwprojecten een goed en haalbaar idee? Welke mogelijkheden zijn er en welke juridische knelpunten kan men verwachten? Door mr. A.R. Klijn en mr. B. Haagen is een artikel geschreven n.a.v. de expertmeeting dat in het januarinummer van TBR 2013 is verschenen. Door mr. A.Z.R. Koning is een verslag opgesteld van de expertmeeting. 5.2 Platform of Experts in Planning Law Op 8 en 9 februari 2007 vond er in Den Haag een internationale conferentie op het gebied van Planning Law plaats. Deze conferentie werd georganiseerd door het Instituut voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Ministerie van VROM. Het thema van deze conferentie was de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Tijdens de conferentie kwam de wens naar voren om een vervolg te geven aan de uitwisseling van kennis, die door de deelnemers als inspirerend en leerzaam werd ervaren. Aan het eind van dag is daarom besloten een Platform of experts in Planning Law op te richten en hebben de deelnemers een Agreement ondertekend. Dit internationale platform geeft de mogelijkheid tot rechtsvergelijking op het gebied van ruimtelijke ordening tussen de verschillende landen. Tevens werd afgesproken dat dit platform een eigen website zou krijgen. Deze website is opgezet door het Instituut voor Bouwrecht in samenwerking met het Ministerie van VROM en sinds eind 2007 in de lucht : www.internationalplanninglaw.com. De redactie ligt bij het Instituut voor Bouwrecht. Op de website wordt zoveel mogelijk beschikbare informatie verzameld over Planning Law van de deelnemende landen. Per land is wetgeving, jurisprudentie, vakliteratuur en beleid te vinden, en de informatie zal steeds verder worden uitgebreid. Eens in de vier maanden wordt een nieuwsbrief verzonden met recente nieuwsberichten en publicaties van de website. Bezoekers aan de website kunnen via een contactformulier ook zelf een bijdrage leveren aan de website. Conferentie Na de succesvolle conferenties in Leuven in 2008, Berlijn in 2009, Espoo (nabij Helsinki) in 2010 en Kopenhagen in 2011 2010 vond de conferentie in het verslagjaar op 12 en 13 oktober in Lissabon. Het onderwerp Privatization of planning powers and urban infrastructures en de daaraan gekoppelde rechtsvergelijkende case die de deelnemers vooraf hadden uitgewerkt gaven wederom aanleiding tot een levendige discussie. De deelnemers gaven aan deze uitwisseling van kennis zeer waardevol te vinden. Hiernaast was ook tijd voor culturele activiteiten. Een bezoek met rondleiding naar het voormalige Expo-terrein werd door de deelnemers als zeer informatief ervaren. Informatie over deze, en over de voorgaande conferentie, is te vinden op de eerdergenoemde website. Op de website zijn ook de uitwerkingen van de case te vinden. De Conferentie van 2013 zal plaatsvinden in Athene. 6. De Europese Vereniging voor Bouwrecht De Europese Vereniging voor Bouwrecht, waarvan de directeur van het Instituut voor Bouwrecht secretaris is, vergaderde in het verslagjaar in Luik. Het thema van het congres was Subcontracting in the European Union. Ter voorbereiding op dit congres is een vragenlijst rond gestuurd over de praktijk van het recht van onderaanneming; met behulp van mr. F. Schaap (advocaat te Den Haag) is deze vragenlijst ingevuld. De directeur van het Instituut voor Bouwrecht heeft tijdens het congres een voordracht gehouden. Tijdens het congres is voor het eerst de European Society of Construction Law Master Thesis Prize uitgereikt. Aan deze wedstrijd kunnen alle studenten deelnemen die tijdens hun masterstudie (of een nationale equivalent daarvan) een scriptie hebben

geschreven. De scriptie is afgerond en beoordeeld in het collegejaar voorafgaand aan het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt. De scriptie dient betrekking te hebben op het bouwrecht. Voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn: bouwcontracten, professionele aansprakelijkheid van architecten of ingenieurs, aanbestedingsrecht, eigendomsrecht, PFI, arbitrage/bemiddeling/geschillenbeslechting. De eerste prijs bestaat uit een geldbedrag van 2500,- en de tweede prijs uit een geldbedrag van 1000,-. Beide prijswinnaars worden uitgenodigd de scriptie te bewerken tot een artikel voor het vaktijdschrift International Construction Law Review. v.l.n.r. prof. B.A.N. Kohl (voorzitter Belgische Verenging voor Bouwrecht), prof. A.P. Lavers (White&Case), prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis (Instituut voor Bouwrecht/TU Delft), Patrick Hehenberger (1e prijs winnaar), mr. M. Schoups (voorzitter Belgische Verenging voor Bouwrecht) De jury van de ESCL Master Thesis Prize wordt gevormd door de voorzitter en twee juryleden. De voorzitter van de ESCL is tevens voorzitter van de jury. De voorzitter stelt elk jaar twee juryleden aan. Er zijn in het eerste jaar van het bestaan van deze prijs maar liefst 11 inzendingen binnengekomen afkomstig van studenten van verschillen Universiteiten, zoals Bocconi University, University of Central Lancashire, Kingston University, The University of Salford, King s College London, National and Kapodistrian University of Athens. De prijsuitreiking was een succes. De prijzen zijn uitgereikt op vrijdag 12 oktober tijdens de ESCL conferentie te Luik. Eerste prijs: Patrick Hehenberger, UK success to be remade in Germany: will adjudication collide with fundamental civil law principles?, submitted as part of the Msc in construction law & dispute resolution, King s College London, September 2011. Tweede prijs: Timothy Leone Ganado, Interface agreements in UK PFI healthcare projects, submitted as part of the Msc in construction law & dispute resolution, King s College London, September 2011. Via de website van ESCL (http://www.escl.org/ node/75 ) is een kort verslag opgenomen en kan het juryrapport worden gedownload. Tijdens het verslagjaar is het boek project niet afgerond. Het streven is in 2013 dit boek, waarin een Europees landenoverzicht wordt gegeven van privaatrechtelijke vraagstukken, te publiceren. 7. Vereniging voor Bouwrecht 7.1 Inleiding Op 27 juni 1972 werd de Vereniging voor Bouwrecht door een aantal bestuursleden van het Instituut voor Bouwrecht en door enkele andere in bouwrecht geïnteresseerden opgericht. Het in haar statuten verwoorde doel van de Vereniging voor Bouwrecht vertoont gelijkenis met dat van het Instituut voor Bouwrecht en luidt als volgt: Het op onafhankelijke wijze bevorderen van de belangstelling voor de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht in de ruimste zin des woords alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en de ontwikkeling van het bouwrecht. Het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht zijn nauw met elkaar verbonden. Het Instituut voor Bouwrecht, mr. R.W.M. Kluitenberg verzorgt het secretariaat alsmede het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht en er zijn personele unies tussen verschillende bestuursleden van beide organisaties. Het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht bestond per 31 december uit de volgende personen: mr. J. Gundelach mr. J. Hoekstra prof. mr. N.C. Oostrom-Streep prof. mr. C.E.C. Jansen (voorzitter) mr. M. Lurks mr. ing. B. Rademaker prof. mr. B.J. Schueler mr. A.M.J. Vos Voor het verzorgen van het secretariaat en het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een jaarlijkse vergoeding; in het verslagjaar bedroeg deze 21.105,-. 13

ISBN 978-90-78066-72-9 NUR 823 2706_omslag_VBR_preadvies40_.indd 1 07-11- 12:34:54 Aan het eind van het verslagjaar stonden er 1508 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht ingeschreven tegenover 1498 aan het einde van 2011. Vereniging voor Bouwrecht worden hierbij eveneens in aanmerking genomen. Een overschot aan opleidingspunten kan een jaar worden behouden. 7.2 VBR-preadvies In het verslagjaar is in de reeks VBR-preadviezen nummer 40: Naar een nieuw omgevingsrecht verschenen van de preadviseurs prof. dr. Ch.W. Backes, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels, prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick, prof. mr. B.J. Schueler, prof. mr. J. Struiksma en prof mr. R. Uylenburg. Dit boek is uitgegeven door het Instituut voor Bouwrecht en besproken op de VBR-jaarvergadering van 12 december te Amersfoort. 8. Vereniging voor Bouwrecht Advocaten Naar een nieuw omgevingsrecht prof. dr. Ch.W. Backes prof. mr. N.S.J. Koeman prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels prof. mr. A.G.A. Nijmeijer prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick prof. mr. B.J. Schueler prof. mr. J. Struiksma prof. mr. R. Uylenburg Naar een nieuw omgevingsrecht Publicatie van de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 40 40 jaar De activiteiten van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten bestaan in hoofdzaak uit het organiseren van studiebijeenkomsten samen met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht, waarbij de meerdaagse verdiepingscursus privaatrechtelijk- en publiekrechtelijk bouwrecht een centrale plaats innemen. Voor een overzicht van de in het jaarverslag gehouden cursussen en studiebijeenkomsten wordt verwezen naar D.7. 8.2 Bestuur 14 8.1 Inleiding Op 10 juni 1997 heeft het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht het initiatief genomen tot de oprichting van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten. De reden hiervoor is dat de Nederlandse Orde van Advocaten een permanente opleiding voor advocatuur heeft geïntroduceerd op grond waarvan elke advocaat verplicht is jaarlijks opleidingspunten te behalen door het volgen van onderwijs aan door de Orde erkende onderwijsinstellingen. De oprichting van een Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten biedt de mogelijkheid om deze erkenning door de Nederlandse Orde van Advocaten te verkrijgen en stelt de advocatuur op de navolgende wijze in staat om de vereiste opleidingspunten te behalen. De samenwerking van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht levert voor advocaat-leden door deelname aan de Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht georganiseerde bijeenkomsten opleidingspunten op. Op de ledenvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten van 6 november werd besloten om de leden te verplichten om jaarlijks ten minste 10 opleidingspunten op het terrein van het bouwrecht te behalen (m.i.v. 2013). Er zal hierbij geen onderscheid worden gemaakt naar publiekdan wel privaatrechtelijke cursussen. Erkende cursussen op het terrein van het bouwrecht, niet georganiseerd door het Instituut voor Bouwrecht en de Het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten bestond per 31 december uit de volgende personen: mr. ing. J.J. van de Vijver (voorzitter) mr. J.H.B. Averdijk mr. W.M.J.M. Heijltjes mr. E.A. Minderhoud prof. mr. drs. B.P.M. van Ravels Voor het verzorgen van het secretariaat en het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een vergoeding van 6.615,-. Het secretariaat en het penningmeesterschap worden vervuld door het Instituut voor Bouwrecht. Secretaris is mr. R.W.M. Kluitenberg. 8.3 Lidmaatschap Tot het lidmaatschap kunnen in principe alleen advocaten worden toegelaten die ten minste zeven jaar als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde van de Advocatenwet en die ten minste een derde van de fulltime werktijd besteden aan het bouw- of het onroerend-goedrecht. Naast de mogelijkheid tot het toelaten van aspirant-leden, bevatten de statuten eveneens (onder bepaalde voorwaarden) een ontheffing van deze toelatingseisen. Aan het eind van het verslagjaar stonden er 551 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten ingeschreven.