Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Vergelijkbare documenten
1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

Utrecht, 12 februari 2007

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Bekijk hier de uitspraak van de Commissie van Beroep GCHB

Wet op de medische keuringen

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

Utrecht, 12 februari 2007

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Wet van 5 juli 1997, houdende regels tot versterking van de rechtspositie van hen die een medische keuring ondergaan (Wet op de medische keuringen)

Oordeel Klaagster / Defensie

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN. Uit de stukken is, voor zover voor de beoordeling van de klacht van belang, het navolgende gebleken.

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

ECLI:NL:CRVB:2006:AY8235

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Beoordeling Bevindingen

Oordeel Utrecht, 7 februari 2006

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ADVIES. basisschool F te B, vertegenwoordigd door mevrouw C, directeur, verweerster

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

J a a r v e r s l a g

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

Commissie van Beroep BVE

Raad voor Rechtsbijstand

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

Zaaknummer: 2000/026 en 2000/026.1 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 22 mei 2000 X tegen het college van bestuur van de Universiteit Leiden

Regeling Geschillen- en Bezwarencommissie Orionis Walcheren WSW

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:

SAMENVATTING klacht over beslissing directeur om geen verlof te verlenen aan leerling; PO

ECLI:NL:CRVB:2006:AY4086

Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts.

Zaaknummer : 2013/129

Klachtencommissie Governance en Beloning MBO

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Commissie van beroep vo

RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

ANONIEM BINDEND ADVIES

K l a c h t e n r e g e l i n g e x t e r n e b e l a n g h e b b e n d e n

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

ANONIEM BINDEND ADVIES

Beweerdelijke instructies bij verkoop niet opgevolgd. Declaratie zonder overleg bij notaris ingediend? Nodeloze kosten veroorzaakt?

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: de heer A te B, vader van C, D, E en F A, klager. tegen

Commissie van Beroep PO

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Regeling commissie bezwaarschriften rechtspositie gemeente Den Helder

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

ANONIEM BINDEND ADVIES

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

Een school of schoolbestuur mag stukken die persoonsgegevens bevatten niet zomaar delen met derden. ADVIES inzake de klacht van:

Klachtenreglement. Documenteigenaar : Nicoline Hendriks Versie : 3.2 Datum : 2 juli 2012 Revisiedatum : 2 juli 2015

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

Transcriptie:

Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of verweerster in strijd heeft gehandeld met de Wet op de medische keuringen (WMK) door tijdens de sollicitatieprocedure naar de functie van cabine personeel inlichtingen in te winnen over klaagsters gezondheidstoestand en over haar ziekteverzuim in het verleden bij haar huidige werkgever. 2 De loop van de procedure 2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. 2.2 Verweerster heeft schriftelijke informatie verstrekt en een verweerschrift overgelegd. 2.3 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 29 oktober 2004. Voorafgaand de hoorzitting zijn zowel door klaagster als door verweerster nadere stukken geproduceerd. 3 De feiten Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gesteld en niet is weersproken, is voorzover voor de beoordeling van de klacht van belang het navolgende komen vast te staan. 3.1 Klaagster is sinds 1999 werkzaam bij KLM Cityhopper B.V. (KLC) op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Zij vervult de functie van stewardess (cabinepersoneel, Cabin Attendant (CA). Vóór indiensttreding bij KLC heeft zij een aanstellingskeuring ondergaan. 3.2 KLC, een luchtvaartmaatschappij, is een besloten vennootschap en een 100%- dochtervennootschap van verweerster, eveneens een luchtvaartmaatschappij. 3.3 Tussen KLC en het Bestuur van de Vereniging voor KLM Cabinepersoneel VKC zijn bij brief van 30 december 1994, naast de bestaande CAO voor KLC-cabinepersoneel in Algemene Dienst, nog een aantal afspraken gemaakt onder meer wat betreft de doorstroming naar verweerster. 3.4 Klaagster meldt zich bij KLC aan voor doorstroming naar verweerster in de functie van stewardess. Blijkens de lijst overgang naar de KLM in het boekjaar 2003-2004 (peildatum 1 november 2002) staat de naam van klaagster op de 25 ste plaats en kunnen de daarop genoemde CA s doorstromen naar KLM, onder voorbehoud van de volgende voorwaarden: vacatures bij de KLM medische goedkeuring goede staat van dienst 3.5 De informatie gevoegd bij het invulformulier van 12 februari 2004 dat aan de 14 voor doorstroming in aanmerking komende CA s wordt gestuurd betreft de overgangsregeling KLC cabinepersoneel naar de KLM en de daarbij behorende procedure. Klaagster behoort aanvankelijk niet tot deze groep. Later wordt verzoekster telefonisch gemeld dat zij alsnog in aanmerking komt voor de functie van cabinepersoneel bij verweerster. 3.6 De procedure luidt voorzover van belang - : Ongeveer 10 weken voor doorstroom Op het moment dat alle antwoordstrookjes binnen zijn, geeft de DCC de 14 namen van de jazeggers door aan KLM personeelszaken. KLM-PZ deelt de groep onder in één van de 8 clusters van KLM Dienst Cabinepersoneel. File-check door KLM De personeelsfunctionaris van dat cluster maakt een afspraak met KLC en de ARBO om de staat van dienst van de kandidaten te bespreken. KLM zal, bij twijfel of onduidelijkheid, een functioneringsgesprek of een medische keuring met de kandidaat aanvragen. ( ) 3.7 Volgens bovenomschreven procedure heeft KLM inzicht in de files van klaagster.

3.8 Na bestudering van de files nodigt verweerster klaagster uit voor een gesprek, dat plaats vindt op 15 april 2004 met de Unit Coach en de HR manager. Tijdens dit gesprek komt het ziekte verzuim van klaagster bij KLC aan de orde. 3.9 Bij brief van dezelfde datum ontvangt klaagster de gespreksbevestiging. De inhoud van deze brief luidt voor zover van belang als volgt: (..) Uit uw dossier bleek dat u gedurende de periode dat u in dienst bent bij KLM Cityhopper een hoog ziekteverzuim heeft. In de afgelopen 3 jaren bent u 16 keer voor korte duur (tot 5 dagen) ziek geweest. De frequentie van uw ziekteverzuim is naar KLM maatstaven zeer hoog te noemen en riep bij ons de vraag op over de belastbaarheid in uw functie en of dit van invloed kan zijn op uw functioneren bij KLM. U heeft aangegeven dat u zich realiseert dat u een hoge verzuim historie heeft en dat u hierop door uw huidige leidinggevende ook tweemaal bent aangesproken. U heeft ons kenbaar gemaakt dat uw verzuim zoals hiervoor vermeld niet werk gerelateerd is (..) U heeft derhalve de verwachting uitgesproken dat in de toekomst uw verzuim in frequentie zal afnemen. Tot op heden heeft uw verwachting echter nog niet geleid tot zichtbare vermindering van uw verzuim. Gelet op het hiervoor gestelde hebben wij niet het volste vertrouwen dat in de toekomst een wijziging in het patroon van verzuim en daaraan gekoppeld uw belastbaarheid in de functie van stewardess zal plaatsvinden. Derhalve hebben wij bezwaren tegen uw doorstroom van KLM Cityhopper naar de KLM. Wij hebben KLM Cityhopper kenbaar gemaakt dat u niet zult instromen bij de KLM. 3.10 KLC biedt klaagster vervolgens een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan. 3.11 Bij brief van 16 juni 2004 wordt door KLC aan het cabinepersoneel nadere schriftelijke informatie verstrekt. 3.12 Deze informatie luidt voorzover van belang -: ( ) KLM is een nieuwe werkgever met eigen regels en voorschriften. KLC CA s kunnen binnen hun 5-jaars contract bij KLC doorstromen naar KLM in een contract voor onbepaalde tijd, met behoud van senioriteit en zonder sollicitatieprocedure. Voorwaarden hiervoor zijn dat er vacatures zijn bij KLM en de staat van dienst en het verzuim geen bezwaren opleveren. Om deze beoordeling te kunnen maken heeft KLM inzage in de persoonlijke files en het verzuim tijdens dienstverband bij KLC. Het is uiteraard altijd aan de CA in kwestie of hij/zij gebruik wil maken van deze regeling. Geen van de andere dochterbedrijven binnen de KLM groep kent een vergelijkbare regeling. Het gevoel van veel CA s momenteel is dat KLM DCP (Dienst Cabine Personeel) veel strenger is geworden in haar toelatingsbeleid voor wat betreft doorstroom van KLC CA s naar KLM. KLM heeft van meet af aan met zorgvuldigheid de files en daarmee het functioneren van aspirant doorstromers bestudeerd. De spelregels voor doorstroom zijn dan ook niet gewijzigd. ( ) Kort gezegd kijkt KLM bij doorstroom, zoals de meeste werkgevers bij aanname, naar gedrag en verzuim in het verleden. Dit om in te schatten hoe het dienstverband bij hen eventueel ingevuld zal gaan worden. Gedrag ( ) Verzuim (.) Waar KLM, en ook KLC, naar kijkt is de belastbaarheid. Hoe hoger het verzuim binnen een bedrijf, hoe meer medewerkers er nodig zijn. Dat kost geld omdat er dan meer mensen in dienst moeten zijn om hetzelfde werk te doen. Wanneer iemand zich consistent ziek meldt boven het gemiddelde (bij DCC ongeveer 3 x per jaar) of voor langere perioden dan gemiddeld (10 à 14 dagen per jaar) dan kan dat een bepaalde voorspelling geven voor de toekomst. ( ) Doorstroomgesprek Wanneer KLM twijfels heeft en/of behoefte heeft aan een nadere toelichting op het file van een aspirant doorstromer kan zij de betrokkene uitnodigen voor een verklarend gesprek. ( ) KLM wil als nieuwe werkgever uiteraard wel graag weten wat voor vlees zij in de kuip krijgt en zal haar beoordeling van een gesprek kunnen laten afhangen. Mocht na een toelichtend gesprek bij KLM toch nog steeds twijfel bestaan over een goed functioneren of belastbaarheid in de toekomst, dan heeft KLM het recht om doorstroom te weigeren. KLC faciliteert KLM alleen in het geven van de namen en inzage in de files. Indien KLM DCP een 2

3 gesprek wenst met een CA, geeft KLC het telefoonnummer van de betreffende CA. KLC adviseert verder niet en KLM neemt zelf de beslissing over doorstroom. 4 Standpunten van klaagster 4.1 Verweerster heeft gehandeld in strijd met de WMK door zonder toestemming uit haar file bij KLC informatie te vergaren over haar ziekteverzuim in het verleden en haar daarover vervolgens in een gesprek vragen te stellen. 4.2 Zij is telefonisch uitgenodigd om deel te nemen aan de doorstromingsprocedure en heeft geen invulformulier ontvangen met de bijgevoegde beschrijving van de procedure en zij is ook niet op een andere wijze op de hoogte gesteld van de procedure. 4.3 Tevens heeft verweerster gehandeld in strijd met de WMK door zich op grond van de informatie over de frequentie van het ziekteverzuim in het verleden een oordeel te vormen over de belastbaarheid van klaagster voor de functie, welk oordeel afwijzing voor de functie tot gevolg had. 4.4 Verzoekster is ten onrechte niet in aanmerking gekomen voor de functie van cabine personeel bij verweerster. Zij is nog steeds zeer gemotiveerd voor deze functie. 5 Standpunten van verweerster 5.1 Desgevraagd wordt verklaard dat een file bestaat uit het personeelsdossier en een overzicht van de beoordelingen en disciplinaire maatregelen. Daarnaast wordt door KLC conform de afspraken een uitdraai uit het verzuimsysteem verstrekt. 5.2 Voor het verstrekken van deze informatie wordt geen expliciete toestemming gegeven door betrokkene zelf, maar wordt uitgegaan van de afspraken in het kader van het doorstroombeleid zijn gemaakt in een driehoeksoverleg tussen verweerster, KLC en de vakbond. Bij cabinepersoneel is het zo, dat iedereen is aangesloten bij de vakbond. Dit betekent dat voor de inzage in de file geen toestemming meer nodig is van betrokkene zelf. 5.3 De personeelsmanager krijgt het gehele dossier te zien en bespreekt dat met de lijnmanager. In het geval van klaagster viel op dat zij een negatief verzuim had. Volgens de procedure is klaagster daarom uitgenodigd voor een gesprek. Klaagster heeft in dat gesprek zelf informatie verstrekt over haar ziekteverzuim. Aan de hand van de informatie van klaagster zijn daarover aan haar meer vragen gesteld. In het gesprek wordt geprobeerd te achterhalen of iemand zich bij elk wissewasje ziek meldt of dat er iets anders aan de hand is. Desgevraagd verklaart verweerster dat er (in)direct wordt gevraagd naar gezondheid en ziekteverzuim. 5.4 Desgevraagd verklaart verweerster dat bij het gesprek geen bedrijfsarts van haar Arbo-dienst aanwezig is geweest. 5.5 Eerst wanneer wordt besloten iemand aan te nemen volgt de medische keuring door de Arbodienst. 6 Overwegingen van de Commissie 6.1 De voorliggende kwestie betreft de vraag of de handelwijze van verweerster, inhoudende een beoordeling in het kader van de doorstroomprocedure betreffende de functie van cabinepersoneel, omtrent de geschiktheid van klaagster wat betreft haar belastbaarheid in relatie tot de belasting van de functie op grond van verzuimgegevens verstrekt door KLC en desgevraagd aangevuld door klaagster valt onder het regime van de Wet op de medische keuringen (WMK) en, zo ja, of verweerster aldus heeft gehandeld in strijd met de WMK. 6.2 Artikel 1, onderdeel a, van de WMK bepaalt voorzover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: 1 e. een burgerrechtelijke arbeidsverhouding die bij of krachtens de Ziektewet of de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering als dienstbetrekking wordt aangemerkt. ( ) 6.3 Uitgaande van hetgeen partijen hierover naar voren hebben gebracht, kan ervan worden uitgegaan dat KLC een 100%-dochtervennootschap is van verweerster, die als zelfstandige onderneming opereert. KLC en verweerster sluiten ook aparte arbeidsovereenkomsten met medewerkers. Bij de overgang van KLC naar verweerster is derhalve sprake van het aangaan van een (nieuwe) burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst in de zin van de WMK. 6.4 Vaststaat dat verweerster klaagster tijdens de sollicitatieprocedure heeft uitgenodigd voor een gesprek om uitleg te geven over haar verzuim. Bij dat gesprek zijn, blijkens de hierboven onder 3.10 geciteerde brief aan klaagster en de verklaringen van partijen ter zitting, vragen gesteld

omtrent de gezondheidstoestand en het ziekteverzuim in het verleden. Op grond van de door klaagster verstrekte gegevens heeft verweerster vervolgens een oordeel gegeven over de belastbaarheid van klaagster ten opzichte van de belasting behorende bij de functie van cabinepersoneel. 6.5 In dit verband wijst de Commissie erop dat de term keuring in de zin van de WMK ruim wordt uitgelegd en, blijkens artikel 4, mede omvat het vragen naar of het anderszins inwinnen van inlichtingen over de gezondheidstoestand en over ziekteverzuim in het verleden. De Commissie wijst hier (ook) op hetgeen is bepaald in hoofdstuk 2, onder 2.2.1 van het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari 1996 1, : het doel van een aanstellingskeuring is de beoordeling van de huidige belastbaarheid van de keurling ten opzichte van de belasting door de betreffende functie. 6.6 Op grond van vorenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel dat de handelwijze van verweerster bij het doorstromen van KLC-medewerkers valt onder de reikwijdte van de WMK en daaraan kan worden getoetst. 6.7 Thans moet worden beoordeeld of verweerster heeft gehandeld in strijd met de WMK. 6.8 Het stellen van vragen tijdens de sollicitatieprocedure over de gezondheidstoestand en over het ziekteverzuim in het verleden vallen, zoals hierboven is overwogen, onder het begrip keuring in de zin van de WMK. Deze vragen mogen ingevolge artikel 1, onderdeel d, van de WMK, juncto artikel 1, onderdeel a, van het Besluit aanstellingskeuringen, alleen worden gesteld door de keurend arts, werkzaam bij een gecertificeerde Arbo-dienst, in het kader van een aanstellingskeuring. Bij andere beoordelingen dan de medische keuring mogen ingevolge artikel 4, tweede lid, van de WMK geen vragen worden gesteld noch inlichtingen worden ingewonnen over de gezondheidstoestand van de keurling (sollicitant) en over diens ziekteverzuim in het verleden. 6.9 Voorts heeft verweerster zich een oordeel gevormd over de medische geschiktheid van Klaagster voor de functie, terwijl verweerster daarbij een risico-inschatting heeft gemaakt voor toekomstig ziekteverzuim, hetgeen een ongeoorloofd doel is in de zin van de WMK, en zich ook overigens niet verdraagt met de geest en de letter van de WMK. 6.10 Nu er geen aanstellingskeuring heeft plaatsgevonden door een arts werkzaam bij of voor de Arbo-dienst van verweerster, ziet de Commissie geen aanleiding zich over de procedure en de inhoud van de keuring uit te laten. Wèl tekent de Commissie aan dat ook artsen werkzaam bij of voor de Arbo-dienst van verweerster, indien zij meewerkt aan de hierboven onder 3.6 weergegeven doorstroomprocedure (aanwezigheid tijdens het sollicitatiegesprek, waarbij de gezondheidstoestand en het ziekteverzuim van sollicitanten door verweerster aan de orde worden gesteld), handelt in strijd met de WMK. Immers, gelet op de uitgangspunten van de wetgever bij de totstandkoming van de WMK, heeft de keurend arts van de Arbo dienst een eigen verantwoordelijkheid in relatie tot de keurling en in relatie tot de keuringvrager. Ook de artikelen van het Burgerlijk Wetboek betreffende de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO), alsmede het Protocol Aanstellingskeuringen, gaan uit van de eigen verantwoordelijkheid van de keurend arts. Ingevolge artikel 10 WMK oefent de keurend arts zijn taak uit met behoud van zijn zelfstandig oordeel op het gebied van zijn deskundigheid en van zijn onafhankelijkheid ten opzichte van de keuringvrager en is hij verplicht tot geheimhouding. De procedure, zoals beschreven onder 3.8, is daarmee in strijd. Oordeel van de Commissie Gelet op vorenstaande overwegingen is de Commissie van oordeel dat verweerster wat betreft de doorstroomprocedure van cabine personeel van KLC naar verweerster handelt in strijd met de Wet op de medische keuringen. Aanbevelingen Met inachtneming van de overwegingen onder 6.1 tot en met 6.10 en het oordeel doet de Commissie de volgende aanbevelingen. 4 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de Nota van Toelichting bij het Besluit klachtenbehandeling aanstellingskeuringen van 23 november 2001 en bij het Besluit aanstellingskeuringen van 23 november 2001 worden beschouwd als een nadere invulling van de WMK en van het Besluit aanstellingskeuringen.

1. De procedure van doorstroming in overeenstemming brengen met de voorschriften van de WMK. 2. Klaagster de gelegenheid geven alsnog te solliciteren naar de functie van cabine personeel bij verweerster. Aldus gegeven te Utrecht op 15 december 2004 door dr. C.T.J. Hulshof, bedrijfsarts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr. A.D. van Zeben, secretaris. 5