2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld."

Transcriptie

1 Oordeel Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens en drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr. J. Jonkman, secretaris. 1 De klacht 1.1 Op 9 september 2009 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie) gevraagd een oordeel uit te spreken over de vraag of de uitslaggevend keuringsarts (hierna: verweerder), bij de aanstellingskeuring ten behoeve van een cluster 1 functie bij het bevoegd gezag heeft gehandeld in strijd met de Wet op de Medische Keuringen (WMK). Haar klacht bestaat uit vier onderdelen: - Klaagster is het niet eens met de eisen aan de medische geschiktheid die gesteld worden voor deze functie. Zij vindt het onterecht dat zij is afgewezen voor de functie op grond van de uitslag van een algemene medische keuring die voor iedere militair hetzelfde is en derhalve niet functiegericht. - Volgens klaagster zou de keuringsuitslag, gelet op Hoofdstuk 2, artikel 5 lid 2 van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR), niet in de weg mogen staan aan een aanstelling, omdat klaagster (op 9 september 2009) trainbaar is bevonden binnen drie maanden voor een voldoende voor een cluster 1-functie. - Klaagster heeft verzocht om een herkeuring, maar heeft deze nooit gehad: zij heeft gevraagd om een onafhankelijke arts de uitslag van de sporttest te laten beoordelen, maar dit is nooit gebeurd. - Klaagster vindt de informatievoorziening voorafgaand aan de keuring onvoldoende; klaagster was niet voldoende duidelijk aan welke eisen zij moest voldoen om de sporttest te kunnen halen. 2 De loop van de procedure 2.1 Op 10 september en op 7 oktober 2009 heeft de Commissie klaagster nadere vragen gesteld. 2.2 Op 2 oktober 2009 heeft klaagster per brief nogmaals haar klacht toegelicht aan de Commissie. Op 7 oktober 2009 heeft klaagster de Commissie aanvullende informatie toegestuurd. 2.3 Op 8 oktober 2009 heeft de Commissie de klacht doorgestuurd naar zowel het Hoofd sectie Aanstelling van het bevoegd gezag (hierna: X.) als naar verweerder. X. heeft de Commissie per brief d.d. 15 oktober 2009 doorverwezen naar de keuringsinstantie. Verweerder heeft middels een brief d.d. 22 oktober 2009 gereageerd. 2.4 Op 19 oktober 2009 heeft klaagster de Commissie gevraagd haar zaak op te schorten omdat op dat moment de interne behandeling van haar klacht bij het bevoegd gezag nog liep. 2.5 Op 29 januari 2010 heeft klaagster de Commissie per laten weten de klacht door te willen zetten, maar nog te wachten op antwoord van het bevoegd gezag op haar bezwaarschriften. Op 9 februari 2010 heeft klaagster bevestigd dat zij de klacht door wilde zetten. 2.6 Op 22 februari 2010 heeft de Commissie klaagster opnieuw enkele aanvullende vragen gesteld, alsmede gevraagd enkele ontbrekende brieven toe te sturen ter completering van het dossier. Klaagster heeft een aantal van de ontbrekende brieven op 10 en 11 maart 2010 aan de Commissie toegestuurd. 2.7 Op 11 maart heeft de Commissie verweerder verzocht de nog ontbrekende brieven aan de Commissie toe te zenden. Verweerder heeft per brief d.d. 18 maart 2010 gereageerd dat

2 2 het aan klaagster was om de ontbrekende brieven toe te sturen en dat, indien zij dit niet zou doen, de Commissie de klacht niet in behandeling zou kunnen nemen op grond van haar regeling van werkzaamheden. 2.8 Verweerder verzoekt in een brief d.d. 1 april 2010 om een omschrijving van de klacht. Hier heeft de Commissie per brief d.d. 7 april 2010 op gereageerd. Verweerder heeft per brief d.d. 14 april 2010 gereageerd op deze brief. Hij stelt daarin dat het klachtonderdeel dat betrekking heeft op de beslissing omtrent de aanstelling buiten beschouwing gelaten zou moeten worden omdat dit buiten zijn bevoegdheid valt. Hij voegt alsnog de ontbrekende brieven ten behoeve van het dossier bij. 2.9 Klaagster heeft de Commissie op 5 en 7 mei 2010 nog aanvullende stukken toegestuurd per , welke de Commissie op 21 mei 2010 heeft doorgezonden aan verweerder Partijen zijn verschenen op de hoorzitting op 4 juni De Commissie heeft tegen het bevoegd gezag een apart oordeel uitgebracht (Oordeel ). 3. De feiten 3.1 Klaagster heeft in 2008 bij het bevoegd gezag gesolliciteerd voor de functie van soldaat Verbindingen (ICT). Klaagster is echter vervolgens ingedeeld als sollicitant voor de functie logistiek/chauffeur en voor deze functie heeft zij op 22 september 2008 een medische keuring ondergaan. Vervolgens is klaagster verwezen naar een cardioloog in het Centraal Militair Hospitaal. Nadat de informatie van de cardioloog binnen was bij het bevoegd gezag, is klaagster opgeroepen voor de VFB: Vaststelling Fysieke Belastbaarheid. Dit is een sporttest. Deze is op 3 november 2008 afgenomen. De uitslag hiervan was: onvoldoende, niet trainbaar. Dit hield in, niet trainbaar binnen zes maanden tot een voldoende uitslag. Hierop is klaagster ongeschikt verklaard voor twaalf maanden. 3.2 Op 23 maart 2009 heeft klaagster opnieuw de sporttest verricht. De uitslag hiervan was: ongeschikt, trainbaar binnen zes maanden tot een voldoende voor een cluster 1 functie. Hoewel het beleid binnen het bevoegd gezag is dat de sporttest slechts één keer opnieuw gedaan mag worden, heeft klaagster op 9 september 2009 voor een derde keer de sporttest gedaan. De uitslag hiervan was: ongeschikt, trainbaar binnen drie maanden tot een voldoende voor een cluster 1 functie. Klaagster scoorde onvoldoende op het onderdeel uithoudingsvermogen (fietstest) en op een deel van de krachttest (het deel marsscore). Klaagster is uitgelegd dat de te behalen scores voor de sporttest samenhangen met het gewicht en lengte van de keurling. Omdat klaagster voor de derde maal de sporttest niet had gehaald, is haar meegedeeld dat zij voor een jaar ongeschikt werd bevonden conform de uitspraak na de eerste maal dat klaagster de sporttest had afgelegd. 3.3 Klaagster is ook uitgelegd dat voor het volgen van de Algemene Militaire Opleiding (A.M.O.) en de Nationale Reserve (Natres) de militaire basiseisen gelden. Klaagster zou derhalve ook voor het kunnen volgen van de A.M.O. en de Natres een voldoende voor de sporttest moeten halen. 3.4 In overleg met verweerder heeft klaagster ervoor gekozen de uitslag te blokkeren. Dit houdt in dat de uitslag niet bekend wordt gemaakt en derhalve onder klaagster en verweerder blijft, tenzij klaagster hier later alsnog verandering in zou willen brengen. Verweerder heeft met klaagsters instemming de stempel maakt gebruik van blokkeringsrecht op haar uitslagenbriefje gezet.

3 3 Doordat klaagster van haar blokkeringsrecht gebruik heeft gemaakt, is voor het bevoegd gezag de uitslag niet bekend geworden en is daardoor niet voldaan aan de gestelde eisen om in aanmerking te komen voor een aanstelling bij het bevoegd gezag. Als gevolg hiervan is de sollicitatieprocedure met klaagster beëindigd. 4. Standpunten klaagster 4.1 Volgens klaagster is zij niet goed geïnformeerd voorafgaand aan de keuring. Op de website van het bevoegd gezag staat informatie over de algemene keuring, maar er wordt niet precies aangegeven aan welke fysieke eisen kandidaten moeten voldoen voor de verschillende functies. Voor klaagster is het onduidelijk hoe zij kon worden afgekeurd voor de betreffende functie enkel op basis van de standaardkeuring. Ook begrijpt klaagster niet hoe de scores voor de sporttest berekend worden en is haar niet uitgelegd hoe zij kon trainen zodat zij de sporttest een tweede keer wel zou halen. 4.2 Verder meent klaagster dat zij ten onrechte ongeschikt is geacht voor de functie. Haar uithoudingsvermogen en kracht zouden onvoldoende zijn. Klaagster stelt dat uit de verschillende tests is gebleken dat haar kracht vooruit is gegaan en dat ze wel binnen drie maanden trainbaar is. Zij stelt voorts dat verweerder ten onrechte rekening heeft gehouden met haar lengte, aangezien zij 1.51 meter is en de minimumlengte op de website voor vrouwen die willen solliciteren 1.50 meter is. Ook meent klaagster dat verweerder haar niet heeft willen aannemen vanwege haar leeftijd (32 jaar). 4.3 Klaagster stelt tevens dat zij op grond van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR), hoofdstuk 2, artikel 5 lid 2 aangesteld zou moeten worden. Klaagster is namelijk trainbaar bevonden binnen drie maanden voor een voldoende voor een cluster 1-functie. In het tweede lid staat dat wanneer aan de aanstelling een proeftijd is verbonden, in bijzondere gevallen kan worden afgeweken van de in het eerste lid onder a, b en d gestelde voorwaarden, indien in redelijkheid mag worden verwacht dat vóór het einde van de proeftijd wel aan de voorwaarden is voldaan. Klaagster is van mening dat zij voor het einde van de proeftijd aan de gestelde voorwaarden kan voldoen. 4.4 Ten slotte wenst klaagster van de Commissie te vernemen of zij recht heeft op een second opinion. Klaagster was het niet eens met de uitslag van de sporttest en heeft verzocht een onafhankelijke arts naar de uitslag te laten kijken. Klaagster had haar twijfels over de betrouwbaarheid van de computer die de uitslagen van de sporttest berekent en wilde hier uitsluitsel over. Haar verzoeken zijn niet gehonoreerd. 5. Standpunten verweerder 5.1 Verweerder stelt zich op het standpunt dat klaagster informatie heeft gekregen over de eisen voor de door haar gewenste functie in de banenwinkel. Klaagster heeft voorafgaand aan de keuring de voorlichtingsbrochure ontvangen. In klaagsters dossier staat dat klaagster deze heeft gezien en dat zij naar aanleiding hiervan geen vragen had. In het dossier stond bij informed consent ja aangekruist. Voor de functie waar klaagster op heeft gesolliciteerd gelden de militaire basiseisen. Hier is klaagster dan ook op beoordeeld. 5.2 Ten aanzien van de klacht dat klaagster gediscrimineerd zou zijn vanwege haar lengte en gewicht stelt verweerder dat deze factoren meetellen bij de sporttest, een test die door deskundige bewegingswetenschappers is gevalideerd. De weerstand tijdens de fietstest is afhankelijk van het gewicht. Voor het meten van het gewicht worden zowel de spier- als de vetmassa meegewogen. De lengte van de keurling speelt mee bij de krachttest. Verder heeft verweerder tijdens de hoorzitting aangegeven dat lengte ook een rol kan spelen bij bepaalde omstandigheden in het veld. Bijvoorbeeld de hoeveelheid bepakking die een militair met zich mee kan dragen. 5.3 Ten aanzien van artikel 5 van het AMAR wijst verweerder erop dat dit klachtonderdeel gericht is tegen de aanstelling van klaagster bij het bevoegd gezag en dat verweerder hier als (uitslaggevend) keuringsarts geen beslissingsbevoegdheid toekomt.

4 4 5.4 Met betrekking tot de second opinion merkt verweerder op dat deze term slechts wordt gebruikt wanneer twijfel bestaat over een medische keuring. Daarvan was in het onderhavige geval geen sprake. Klaagster bedoelde een herkeuring. Deze heeft zij reeds ondergaan op 23 maart en op 9 september Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de computer merkt verweerder op dat de computer jaarlijks wordt geijkt. Bovendien zijn bij de sporttest van klaagster drie verschillende personen betrokken geweest: iemand die de test heeft afgenomen, iemand anders die de gegevens invoert in de computer en vervolgens de bedrijfsarts die de uitslag controleert. De kans dat er dan nog fouten in zitten is bijna ondenkbaar. 6 Overwegingen van de Commissie 6.1 Voorop staat dat, gelet op de tekst en de doelstellingen van de WMK en overige regelgeving, waaronder het Protocol Aanstellingskeuringen van juni 1995, in werking sinds 1 januari 19961, moet worden uitgegaan van een strikte scheiding van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de keuringvrager, het bevoegd gezag, en de (her)keurend artsen. De Commissie geeft daarom afzonderlijk een oordeel over het handelen van het bevoegd gezag (oordeel ). 6.2 De voorliggende klacht betreft de vraag of verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 4, eerste lid, van de WMK door klaagster af te keuren op grond van een algemene medische keuring die geldt voor alle militairen, terwijl klaagster solliciteert op een specifieke functie waarvoor bijzondere functie-eisen gelden. Vraag aan de Commissie is ook of klaagsters afkeuring in strijd is met artikel 5 van het AMAR. Tevens dient de Commissie zich uit te spreken over de vraag of door verweerder is gehandeld in strijd met artikel 8, tweede lid van de WMK door klaagster vooraf niet goed te informeren over de inhoud en het doel van de medische keuring en de rechten van de keurling ten aanzien van deze keuring. Ten slotte verzoekt klaagster om een oordeel ten aanzien van het niet honoreren van haar verzoek om een second opinion. 6.3 De Commissie geeft geen inhoudelijk oordeel over het al dan niet geschikt zijn van individuen voor functies, nu een dergelijk oordeel toekomt aan keurend artsen. Het is de taak van de Commissie een oordeel te geven over de vraag of de uitvoering van aanstellingskeuringen voldoet aan de voorschriften van de WMK en overige relevante wetgeving. Om deze reden kan de Commissie zich niet uitlaten over de vraag of het niet aanstellen van klaagster in strijd is met artikel 5 van het AMAR. De Commissie is ten aanzien van dit onderdeel van de klacht derhalve niet bevoegd. 6.4 De Commissie overweegt voorts dat artikel 1, onderdeel a, van de WMK bepaalt voor zover hier van belang dat onder een keuring wordt verstaan vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van medisch onderzoek in verband met het aangaan of wijzigen van: ( ) 2e een aanstelling in openbare dienst ( ) 6.5 Klaagster solliciteerde in eerste instantie op de functie Soldaat Verbindingen (ICT) maar werd ingedeeld voor de functie van soldaat logistiek/chauffeur. De functie gaat gepaard met een aanstelling in openbare dienst en voor de aanstelling is een keuring verplicht gesteld op grond van de algemene functie-eisen voor militair. Dit betreft een aanstellingskeuring in de zin van artikel 1, onderdeel a, van de WMK. Onderdeel van de aanstellingskeuring is de sporttest; deze vormt het sluitstuk van de medische keuring. 1 Het Protocol Aanstellingskeuringen kan blijkens de nota van toelichting bij het Besluit tot regeling van de aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001, 597, en bij het Besluit tot regeling van de klachtenbehandeling aanstellingskeuringen van 23 november 2001, Stb. 2001, 598, worden beschouwd als een nadere invulling van de WMK en het Besluit Aanstellingskeuringen.

5 5 6.6 Indien geen voldoende voor de sporttest wordt gehaald, volgt afkeuring voor de betreffende functie. Dit was bij klaagster het geval. Klaagster heeft nadien nog twee keer de sporttest over gedaan, maar ook deze uitslagen waren negatief, zij het dat de uitslag van de laatste sporttest luidde: ongeschikt, trainbaar binnen drie maanden tot een voldoende voor een cluster 1 functie. 6.7 Klaagster is van mening dat zij onvoldoende is geïnformeerd over de inhoud en het doel van de keuring en haar rechten daarbij. Klaagster begrijpt niet waarom zij is afgekeurd, waar deze afkeuring op is gebaseerd. Hierdoor wist zij niet hoe zij kon trainen om wel aan de gestelde eisen te kunnen voldoen. 6.8 De keuringsarts heeft een eigen taak onafhankelijk van het bevoegd gezag zich ervan te vergewissen dat de keurling vóórafgaand aan de keuring voldoende is geïnformeerd over doel en inhoud van die keuring conform het vereiste in artikel 8, tweede lid, van de WMK. Indien dit niet het geval is dient de keuringsarts deze informatie zelf te verstrekken. Dit vloeit voort uit het principe van geïnformeerde toestemming (informed consent principe). De Commissie wijst hier ook op de betreffende artikelen van het Burgerlijk Wetboek (BW), Titel 7, afdeling 5, welke afdeling ingevolge artikel 464 BW van overeenkomstige toepassing is op de aanstellingskeuring. 6.9 Verweerder heeft aangegeven dat klaagster in de banenwinkel is ingelicht over de functie en de voorlichtingsbrochure Selectie en Keuring heeft ontvangen. In het dossier staat dat klaagster heeft getekend voor de informed consent : bij het bevoegd gezag houdt dit in dat zij de brochure heeft ontvangen en naar aanleiding daarvan geen vragen had Verweerder heeft tijdens de hoorzitting aangegeven dat hij niet is nagegaan of klaagster op de hoogte was van de specifieke medische eisen voor de sporttest zoals spiermassa en vetmassa. Het is de fysiotherapeut die tijdens de sporttest uitleg geeft over de verschillende onderdelen Volgens de Commissie houdt het principe van de informed consent meer in dan het verifiëren of de voorlichtingsbrochure is ontvangen. De keuringsarts moet zich ervan vergewissen dat kennis is genomen van de folder en nagaan of de keurling alles daaruit heeft begrepen. Verder dient de keuringsarts uitleg te geven over de keuring. De keuringsarts heeft hier derhalve een actieve rol. De Commissie is van oordeel dat verweerder deze actieve rol in casu niet heeft vervuld. Verweerder heeft derhalve in strijd gehandeld met artikel 8, tweede lid, van de WMK en dit klachtonderdeel is dan ook gegrond Artikel 4, eerste lid, van de WMK bepaalt, in samenhang met artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen dat een aanstellingskeuring alleen mag plaatsvinden, indien aan de vervulling van de betreffende functie en de daarbij behorende taken bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid moeten worden gesteld Onder bijzondere eisen op het punt van medische geschiktheid wordt verstaan: - de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de keurling en van derden bij de uitvoering van de desbetreffende arbeid; en - de risico s voor de gezondheid en de veiligheid, die niet met gangbare maatregelen, overeenkomstig de stand der wetenschap en professionele dienstverlening, kunnen worden gereduceerd. De risico s die met de functie samenhangen moeten dus in eerste instantie zoveel mogelijk door de werkgever worden voorkomen door het treffen van preventieve maatregelen Een aanstellingskeuring mag derhalve alleen worden verricht in die situaties, waarbij functie-eisen een bijzonder beroep doen op de medische geschiktheid van de kandidaat.

6 Binnen het bevoegd gezag is er één standaardkeuring als basis voor elke militaire functie in alle krijgsmachtonderdelen. Per militair specialisme zijn aanvullende eisen vastgelegd, waarop moet worden gekeurd. Voor een militaire functie kunnen geen specifieke functie-eisen worden vastgesteld vanwege de eis van algemene inzetbaarheid. Gelet op de noodzaak van algemene inzetbaarheid wordt de militaire ambtenaar niet aangesteld in een functie, maar als militair. In die hoedanigheid is hij gehouden om alle hem in het belang van de taakuitoefening van de krijgsmacht opgedragen werkzaamheden en diensten te verrichten. Daarbij kan de militair overal ter wereld onder allerlei omstandigheden worden ingezet, hetgeen zware fysieke en geestelijke eisen aan hem stelt. Voor een militaire keuring mag dus op basis van ruimere eisen worden gekeurd dan die voor de dagelijkse functie noodzakelijk zijn (Kamerstukken II 1997/1998, , voorstel van wet tot wijziging van de WMK in verband met het van toepassing verklaren van de WMK op aanstellingen in openbare dienst, Memorie van Toelichting nr. 3, p. 1-2) Klaagster zal dus moeten voldoen aan de eisen die gesteld worden volgens deze standaardkeuring. Als klaagster niet aan deze eisen voldoet is zij ongeschikt voor elke militaire functie. Het onderdeel van de klacht dat zich richt tegen het bestaan van een algemene keuring voor alle militaire functies is derhalve ongegrond Klaagster heeft verweerder verzocht om een second opinion naar aanleiding van de uitslag van de sporttest op 9 september In haar brief d.d. 12 september 2009 aan verweerder verzoekt zij om opheldering over de uitslag van de sporttest die op 9 september 2009 had plaatsgevonden. In haar brief d.d. 18 september 2009 gebruikt klaagster de term second opinion. Verweerder begreep dat klaagster met deze term eigenlijk een herkeuring bedoelde, getuige de brief van verweerder d.d. 22 oktober Klaagster wilde dat een onafhankelijke arts naar de uitslag van de sporttest zou kijken. Dit is wel gebeurd naar aanleiding van de sporttest op 3 november 2008, maar niet na de sporttesten op 23 maart en 9 september Tijdens de hoorzitting is gebleken dat verweerder deze sporttesten zag als herkeuringen. Dit waren echter herkansingen: de sporttesten mochten twee maal opnieuw worden gedaan, maar er werd niet gekeken naar de (totstandkoming van) de eerdere keuringsuitslag Op grond van artikel 12, eerste lid, van de WMK heeft de keurling recht op een herkeuring indien hij zijn wens daartoe met redenen omkleed kenbaar maakt binnen een week nadat de genoemde gevolgtrekking aan hem is medegedeeld. De keurling moet op de mogelijkheid van een herkeuring worden gewezen. Klaagster heeft de sporttest voor de derde keer gedaan op 9 september Zij heeft toen meteen de uitslag gekregen. Verweerder heeft klaagster vervolgens niet gewezen op de mogelijkheid van een herkeuring. Wel heeft hij haar, toen klaagster aangaf het niet eens te zijn met de uitslag, uitgenodigd om te praten over de uitslag van de sporttest. Dit gesprek zou dan echter met verweerder hebben plaatsgevonden en niet met een onafhankelijke arts Tijdens de hoorzitting is duidelijk geworden dat verweerder het opnieuw doen van de sporttest zag als een herkeuring. In zijn ogen had klaagster derhalve al twee keer een herkeuring ondergaan. Een derde keer zat er volgens verweerder niet meer in. Er waren reeds drie verschillende artsen betrokken geweest bij de sporttesten van klaagster Een herkansing kan naar het oordeel van de Commissie niet worden gelijkgesteld met een herkeuring. De herkansing was in het onderhavige geval bedoeld om te beoordelen of de fysieke toestand van klaagster inmiddels zodanig was verbeterd ten opzichte van de situatie tijdens de eerdere keuring dat zij alsnog kon worden toegelaten tot een militaire functie. Een herkeuring heeft daarentegen ten doel om te beoordelen of de eerdere keuring terecht tot de gegeven uitslag heeft geleid. Omdat klaagster ten aanzien van de keuringen op 23 maart en 9 september 2009 geen herkeuring heeft gekregen, mede doordat

7 7 verweerder klaagster hier in strijd met artikel 8, tweede lid, van de WMK niet op heeft gewezen, acht de Commissie artikel 12, eerste lid van de WMK overtreden. Dit onderdeel van de klacht is derhalve gegrond. 7. Oordeel van de Commissie Op grond van vorenstaande overwegingen komt de Commissie tot het volgende oordeel: - Ten aanzien van het onderdeel van de klacht dat zich richtte tegen het niet aanstellen van klaagster op grond van artikel 5 van het AMAR verklaart de Commissie zich onbevoegd. - Ten aanzien van het onderdeel van de klacht dat zich richtte tegen de informatievoorziening voorafgaand aan de keuring acht de Commissie artikel 8, tweede lid van de WMK geschonden en dit onderdeel derhalve gegrond. - Ten aanzien van het onderdeel van de klacht dat zich richtte tegen het bestaan van een algemene keuring voor alle militaire functies stelt de Commissie vast dat verweerder niet in strijd heeft gehandeld met artikel 4, eerste lid, van de WMK juncto artikel 3, eerste lid, van het Besluit aanstellingskeuringen en acht dit klachtonderdeel derhalve ongegrond. - Ten aanzien van het klachtonderdeel dat zich richtte tegen de afwijzing van het verzoek om een herkeuring verklaart de Commissie dat verweerder heeft gehandeld in strijd met artikel 12, eerste lid, van de WMK en acht dit onderdeel van de klacht derhalve gegrond. De voorzitter: de secretaris: mw. mr. E. Cremers - Hartman mw. mr. J. Jonkman Den Haag, 14 juli 2010

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-02 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het in opdracht

Nadere informatie

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken.

1.2 Op 26 juli 2004 heeft verzoeker om hem moverende redenen zijn verzoek ingetrokken. 2005-01 Utrecht, 9 februari 2005 1. Het signaal 1.1 Op 27 mei 2004 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) een verzoek om advies ontvangen over de vraag of het

Nadere informatie

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-02 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag).

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de Koninklijke Luchtmacht (hierna: het bevoegd gezag). Oordeel 2009-05 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

Oordeel De klacht

Oordeel De klacht Oordeel 2012-01 Commissie: mevrouw mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mevrouw mr. C.W.G. Rayer en de heer mr. drs. E.P. Harderwijk, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen,

Nadere informatie

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen:

De klacht richting verweerder als keuringsvrager bestaat uit de volgende klachtonderdelen: Oordeel 2011-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, drs. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005.

2.2 Partijen zijn in de gelegenheid gesteld hun standpunten nader toe te lichten tijdens de hoorzitting op 21 juni 2005. Oordeel 2005-10 Utrecht, 5 augustus 2005 1 De klacht 1.1 Op 12 april 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever.

De klacht gaat over de procedure, gevolgd bij de sollicitatie van klaagster naar de functie van receptioniste bij aspirant werkgever. Oordeel 2018-02 klaagster / aspirant werkgever Op 21 december 2017 is klaagster, als onderdeel van de sollicitatieprocedure, gevraagd een sollicitatieformulier in te vullen. De klacht richt zich tegen

Nadere informatie

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie.

2.3 De Commissie heeft de klacht op 11 april 2011 doorgestuurd naar verweerder met het verzoek om een reactie. Oordeel 2011-05 Commissie: prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn, en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen, in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts.

De klacht betreft zowel het handelen van verweerder als het handelen van de uitslaggevend keuringsarts. Oordeel 2009-03 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-13 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst.

2.1 De Commissie heeft in het kader van haar onderzoek schriftelijke informatie gevraagd bij de werkgever en de Arbo-dienst. 2004-08 Utrecht, 8 juni 2004 1. Het signaal 1.1 Op 31 oktober 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een signaal ontvangen dat in opdracht van de

Nadere informatie

Oordeel Klaagster / Defensie

Oordeel Klaagster / Defensie Oordeel 2018-03 Klaagster / Defensie Klaagster heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klaagster heeft, als onderdeel van haar sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 Oordeel 2003-02 16 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster.

2.4 De Commissie heeft de klacht op 18 januari 2011 doorgestuurd naar verweerster. Oordeel 2011-04 Commissie: mr. drs. C.M.F. van Roessel, voorzitter, mr. E.P. Harderwijk, bedrijfsarts en mr. M.A.C. Vijn, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht.

2.1 De Commissie heeft zich beraad over de ontvankelijkheid van de klacht. Oordeel 2004-12 Utrecht, 12 november 2004 1 De klacht Op 30 april 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

Oordeel klager / aspirant werkgever

Oordeel klager / aspirant werkgever Oordeel 2015-02 klager / aspirant werkgever Klager heeft gesolliciteerd naar de functie van reservist bij de Koninklijke Landmacht (ministerie van Defensie). Uit de aanstellingskeuring bleek dat klager

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht

Oordeel Utrecht, 28 april De klacht Oordeel 2005-08 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure

1 Het signaal. 2. De schriftelijke procedure Aanbeveling 2010-01 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en drs. W.M. van de Fliert, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van

Nadere informatie

Utrecht, 12 februari 2007

Utrecht, 12 februari 2007 Oordeel 2007-01 Utrecht, 12 februari 2007 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, mr. E. Cremers - Hartman en mr. M.J. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen

Nadere informatie

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld.

2.1 De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek ingesteld. Oordeel 2005-07 Utrecht, 28 april 2005 1 De klacht 1.1 Op 27 januari 2005 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen.

2.1 Op 18 augustus 2006 heeft de Commissie verweerder schriftelijk in kennis gesteld van de klacht met bijlagen. Oordeel 2006-14 Utrecht, 31 oktober 2006 Commissie: Th.M.G. van Berkestijn, arts, voorzitter, prof. mr. A.C. Hendriks en mevrouw mr. M.J.M. Kelder, bedrijfsarts, leden van de Commissie Klachtenbehandeling

Nadere informatie

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast.

3. DE FEITEN Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet weersproken staat - voorzover van belang het navolgende vast. 2002-03 Utrecht, 4 juni 2003 1 DE KLACHT 1.1 Op 5 maart 2002 heeft de vertegenwoordiger van klaagster de Commissie Klachtbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-06 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast.

Uit de overlegde bescheiden en uit hetgeen is gesteld en niet is weersproken staat voor zover van belang het navolgende vast. 1 2003-03 Utrecht, 18 juli 2003 1 De klacht Op 5 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen verzocht haar oordeel uit te spreken over de vraag of de keuring in het

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-04 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009.

2.4 Op 14 oktober 2009 zijn partijen uitgenodigd voor een hoorzitting op 11 november 2009. Oordeel 2009-06 Commissie: mr. E. Cremers - Hartman, voorzitter, mr. M.A.C. Vijn en mr. C.M.F. van Roessel, leden van de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen in tegenwoordigheid van mr.

Nadere informatie

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen. Oordeel 2017-07 klager / Defensie Klager heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klager heeft, als onderdeel van zijn sollicitatieprocedure, een Psychologisch

Nadere informatie

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts

De Wet op de medische keuringen. Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts De Wet op de medische keuringen Ken uw rechten en plichten als sollicitant, werkgever of bedrijfsarts Nieuwe baan? Zomaar keuren mag niet! De Wet op de medische keuringen en het Besluit aanstellingskeuringen

Nadere informatie

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat?

Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Medische keuring bij een sollicitatie, mag dat? Een medische keuring of aanstellingskeuring kan soms onderdeel zijn van een sollicitatieprocedure. Dit mag alleen als het voor de functie noodzakelijk is

Nadere informatie

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht

Oordeel Utrecht, 15 december De klacht Oordeel 2004-14 Utrecht, 15 december 2004 1 De klacht 1.1 Op 30 augustus 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-0 7 4 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen de Raad van Bestuur

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het volgende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550

ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 ECLI:NL:RBARN:2009:BJ1550 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 15-06-2009 Datum publicatie 06-07-2009 Zaaknummer AWB 08/5874 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2014/016 14 mei 2014 Klacht over onvolledig leerlingdossier Klaagster wenst een kopie van het leerlingendossier en stelt dat het door school aangeleverde

Nadere informatie

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast.

Uit de overgelegde bescheiden en uit hetgeen ter zitting is gebleken staat voorzover hier van belang het navolgende vast. Oordeel 2003-05 16 juli 2003 1 De klacht Op 20 maart 2003 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen.

De klacht is ontvankelijk. De CKA acht zich bevoegd en verklaart de klacht gegrond. De CKA heeft kort samengevat het volgende overwogen. Oordeel 2017-04 klager / aspirant werkgever Klager heeft bij het ministerie van Defensie (Defensie) gesolliciteerd naar een militaire functie. Klager heeft, als onderdeel van zijn sollicitatieprocedure,

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/196 Klacht over niet bevorderen naar Havo 4 ondanks het volgen van zomerschool. Klacht is ongegrond. De Commissie adviseert partijen

Nadere informatie

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag),

Advies aan: Het bestuur van Stichting X, Stichting voor Speciaal Onderwijs (verder: het bevoegd gezag), LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Schooladvies en deelname aan Citotoets. De Commissie stelt vast dat er geen aanknopingspunten zijn om de oordeelsvorming van verweerder in twijfel te trekken.

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 1 6 3 van het College van beroep van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie van de opleiding Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Oordeel 2013-04 (klager / aspirant werkgever) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;

Nadere informatie

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401

Rapport. Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 Rapport Datum: 13 oktober 2004 Rapportnummer: 2004/401 2 Klacht Het niet opnemen van een rechtsmiddelenclausule conform artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht in de beslissing van 17 december 2003

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag),

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS. Klachtnummer 2017/145. Advies aan: het bestuur van de Stichting x te P1 (verder: het bevoegd gezag), LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE KATHOLIEK ONDERWIJS Klacht over schooladvies. Klagers zijn van mening dat het schooladvies onjuist is. Ook zijn zonder toestemming van klagers privé/medische gegevens toegevoegd

Nadere informatie

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond.

Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET CHRISTELIJK ONDERWIJS ADVIES 2015/054 Klacht over verlengde kleuterperiode. School heeft verkeerde informatie doorgegeven aan andere school. Klachten ongegrond. Advies

Nadere informatie

CBE-1142 (030)

CBE-1142 (030) CBE-1142 (030) 253 1745 6 april 2004 beroep A. UITSPRAAK Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van: A.,

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET ALGEMEEN BIJZONDER ONDERWIJS ADVIES 2012-35 15 maart 2013 Het is de commissie niet gebleken van omstandigheden die voor de school reden hadden moeten zijn om te twijfelen

Nadere informatie

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd.

2.2 Bij brief van 10 september 2004 heeft klager aanvullende bescheiden gestuurd. Oordeel 2005-05 Utrecht, 14 maart 2005 1 De klacht 1.1 Op 7 september 2004 heeft klager de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken over

Nadere informatie

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie).

1.1 Klager heeft medio 2013 een klacht ingediend bij de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna: de Commissie). Oordeel 2013-04 (klager / keurend arts) De Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen: - mevrouw mr. M.A.C. Vijn, voorzitter; - de heer prof. dr. J.R. Anema; - de heer mr. drs. D.W.M. Weesie;

Nadere informatie

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College, UITSPRAAK Betreft klacht met registratienummer 16.01 ingediend door de heer A tegen de heer B. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Nadere informatie

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM Optie en bod. Onderhandelen met meerdere gegadigden. Onafhankelijkheid. Belangenverstrengeling. Klagers waren met het makelaarskantoor van de verkoper in onderhandeling over de aankoop van twee percelen

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS Advies nummer 2014-Z-02 datum 16 mei 2014 Klacht betreffende het niet correct toepassen van de vakantieregeling en andere wetgeving ten opzichte

Nadere informatie

ECLI:NL:TADRARL:2014:402 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van:

ECLI:NL:TADRARL:2014:402 RAAD VAN DISCIPLINE. Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-188 ECLI:NL:TADRARL:2014:402 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 14-188 Beslissing van 17 december 2014 in de zaak 14-188 naar aanleiding van de klacht van: Mevrouw [naam] [adres]

Nadere informatie

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht.

1.2 De Commissie heeft de klacht niet in behandeling genomen, omdat klager geen belang (meer) had bij zijn klacht. Oordeel 2003-07 2 december 2003 1 Het signaal 1.1 Op 26 juni 2003 heeft de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) een klacht ontvangen over de verstrekking van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 0 3 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit der Sociale Wetenschappen,

Nadere informatie

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. 108179 - Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft. ADVIES inzake de klacht van: [klager] te [woonplaats], ouder van [de leerling],

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 6-1 3 6 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Raad van Bestuur LUMC, verweerder

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van belanghebbende tegen De Toetsingscommissie van de sportbond De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen commissie,

Nadere informatie

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd.

2.2 Partijen hebben hun standpunten schriftelijk toegelicht en daarbij bescheiden gevoegd. Oordeel 2004-06 Utrecht, 23 juni 2004 1. De klacht Op 16 januari 2004 heeft klaagster de Commissie Klachtenbehandeling Aanstellingskeuringen (hierna te noemen: Commissie) verzocht haar oordeel uit te spreken

Nadere informatie

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

BEZWARENCOMMISSIE FUNCTIEWAARDERING VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS FUWA RK 06/03, 23 januari 2006 Samenvatting FUWA RK 06/03 Docent VO LC-functie: bezwaar gegrond Aan bezwaarde is geen LC-functie aangeboden. Bezwaarde stelt dat de beoordeling van hem als kandidaat niet

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5-2 3 0 Rapenburg 70 Postbus 9500 2300 RA Leiden T 071 527 81 18 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen,

Nadere informatie

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE CHRISTELIJK ONDERWIJS Informatieverstrekking gescheiden ouders met terugwerkende kracht tijdens het hervatten van het gezag, inschrijving zonder toestemming ex-partner en informatieverstrekking

Nadere informatie

WMK en algemene gezondheidsvragen

WMK en algemene gezondheidsvragen WMK en algemene gezondheidsvragen Carel Hulshof 1 Casus (CKA Aanbeveling 2010-01) Dhr A solliciteert naar de functie van treinverkeersleider. Hij wordt hiervoor gekeurd Aanstellingskeuring algemene vragenlijst,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2004:BL5739

ECLI:NL:RBSGR:2004:BL5739 ECLI:NL:RBSGR:2004:BL5739 Instantie Datum uitspraak 21-12-2004 Datum publicatie 26-02-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage AWB 03/1477 MAWKLA Bestuursrecht

Nadere informatie

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit

BESLUIT. Openbaar. Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 3758-32 Betreft zaak: Tariefstructuur Arbodiensten Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot nietontvankelijkheidsverklaring

Nadere informatie

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK

COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING UITSPRAAK COMMISSIE VAN BEROEP VOOR TOETSING Kenmerk: Inzake: UITSPRAAK Het beroepschrift van (belanghebbende) contra De Toetsingscommissie van sportbond) De Commissie van Beroep voor Toetsing, hierna te noemen

Nadere informatie

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend.

Verweerder heeft op 7 november 1995 een verweerschrift ingediend. Zaaknummer: 1995/147 Rechter(s): mrs. Loeb, Martens, dr Brommer Datum uitspraak: 4 maart 1996 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen Trefwoorden: Fatale datum, bekendmaking

Nadere informatie

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016

16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 16.046T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 29 december 2016 Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank.

de besloten vennootschap ELQ Portefeuille 1 B.V., gevestigd te Amsterdam Zuidoost, hierna te noemen de Bank. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2015-132 d.d. 29 april 2015 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.H.G.A. Filott mpf en mr. J.W.M. Lenting, leden en mr. E.C. Aarts, secretaris)

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene.

de besloten vennootschap Van de Burgwal Financieel Adviesbureau B.V., gevestigd te Amersfoort, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-252 d.d. 30 juni 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter en mevrouw M.M.C. Oyen, secretaris) Samenvatting De Commissie stelt vast dat de verzekering

Nadere informatie

Samenvatting. Consument, tegen. ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop

Samenvatting. Consument, tegen. ARAG SE, gevestigd te Leusden, hierna te noemen Aangeslotene. 1. Procesverloop Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-295 d.d. 1 augustus 2014 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. B.F. Keulen en mr. P.A. Offers, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1

Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing ten aanzien van klacht over het LOWI 2015, nr. 1 Beslissing van het LOWI van 24 november 2015 ten aanzien van de klacht van A, bij het LOWI ingediend op 22 april 2015 betreffende de verzoekschriftenprocedure

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2833

ECLI:NL:CRVB:2017:2833 ECLI:NL:CRVB:2017:2833 Instantie Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 15/8007 ZVW Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60004 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

SAMENVATTING. 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO SAMENVATTING 105795 - Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO Een ouder klaagt erover dat de school haar onvoldoende heeft geïnformeerd over

Nadere informatie

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK] Autoriteit Persoonsgegevens AANGETEKEND Datum Contactpersoon Onderwerp Besluit tot invordering en voornemen tot publicatie Geachte, Bij besluit van 11 mei 2017 met kenmerk heeft de Autoriteit Persoonsgegevens

Nadere informatie

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: 101987/ 25 Betreft: Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. I. Verloop van de procedure 1. Bij brief

Nadere informatie

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie

BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL. Inzake: tegen: 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie BINDEND ADVIES VASTE COMMISSIE CAO VOOR HET OMROEPPERSONEEL Inzake: (WERKNEMER) Verzoeker tegen: (OMROEPWERKGEVER) Verweerster 1. Taak en samenstelling van de Vaste Comissie 1.1. Krachtens artikel 49 lid

Nadere informatie

1.2 [beklaagde] heeft zich bij van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd.

1.2 [beklaagde] heeft zich bij  van 25 oktober 2018 tegen de klacht verweerd. Klachtenadviescommissie Wsnp Adviesnummer: 2019-02 In de zaak van: Schuldenaar/bewindvoerder [klagers]: [klagers], [adres] [woonplaats], vertegenwoordigd door mevrouw mr [rechtsbijstandverlener], werkzaam

Nadere informatie

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Onjuiste taxatiewaarde. Echtscheiding. Teruggave opdracht. Beklaagde heeft op verzoek van klager en zijn ex-echtgenote een woning getaxeerd en heeft zijn opdrachtgevers een concept-taxatierapport toegezonden.

Nadere informatie

Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING

Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING Prof. mr. W.H.A.C.M. Bouwens (VU) WMK EN LEKENKEURING (leken)keuring Keuring = alle vragen over de gezondheidstoestand van de keurling en het verrichten van geneeskundig onderzoek (art. 1 WMK) Bij andere

Nadere informatie

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 4 april 2011, is op 5 april 2011 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 4 april 2011, is op 5 april 2011 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 2010 100 Oordeel Verzoeker De heer J. B te Zwolle Datum verzoekschrift Het ondertekende verzoek tot onderzoek van 4 april 2011, is op 5 april 2011 binnengekomen bij het secretariaat van de

Nadere informatie

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND 60005 DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND heeft het volgende overwogen en beslist omtrent het op 21 februari 2013 binnengekomen verzoek van de besloten vennootschap SCHIJF BOUW B.V., gevestigd te

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 5 0 4 3 van (de voorzitter van) het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 3 0 2 van (de voorzitter van) het van de Universiteit Leiden inzake het beroep en het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening van [naam] appellant tegen de Examencommissie

Nadere informatie

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister).

een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). KlRz 041/2013 RAPPORT inzake de klacht van [Verzoeker ] tegen een gedraging van de Douane van Curaçao, welke gedraging toe te schrijven is aan de Minister van Financiën, (hierna de Minister). - 2-1. Inleiding

Nadere informatie

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax

RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk telefoon fax RAAD VAN TOEZICHT VOOR DE OCTROOIGEMACHTIGDEN Postbus 3219, 2280 GE telefoon 070-3905578 fax 070-3905171 BESCHIKKING A. - B. 1. Bij brief van 13 augustus 1999 heeft de heer A. bij de Raad van Toezicht

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster 107827 - klacht over onprofessioneel handelen leerkracht. ADVIES inzake de klacht van: mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster tegen - mevrouw E, leerkracht groep 7/8

Nadere informatie

Raad voor Rechtsbijstand

Raad voor Rechtsbijstand Internet Www.rvr.org Postbus 24080 3502 MB Utrecht Crocsckan 35 3521 BJ Utrocht Centraal kantoor Utrecht Raad voor Rechtsbijstand TeL 068-7871000. Fax088-787 10 8 Doorkiesnr. : 088-7871020 Datum : 30 juli

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067

Rapport. Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 Rapport Rapport over een klacht over de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. Datum: 24 maart 2015 Rapportnummer: 2015/067 2 Klacht Verzoeker klaagt er over dat de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst

Nadere informatie

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115

Rapport. Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 Rapport Datum: 23 maart 2000 Rapportnummer: 2000/115 2 Klacht Op 8 oktober 1999 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw K. te Sri Lanka, ingediend door mevrouw mr. I. Gerrand, advocaat

Nadere informatie

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K

Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD. Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Landelijk Register van Gerechtelijke Deskundigen, LRGD Raad voor de Tuchtrechtspraak U I T S P R A A K Inzake de klacht van [Klaagster BV], gevestigd te [gemeente] aan de [adres], hierna te noemen klaagster,

Nadere informatie

Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011

Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011 Aanstellingskeuringen volgens de Wet op de Medisch Keuringen: wat te doen? Dr Judith K Sluiter & Dr Carel TJ Hulshof voorjaar 2011 Inhoud presentatie KMKA Wet op de Medische Keuringen (WMK) Wat te keuren

Nadere informatie

College van Beroep. Van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW)

College van Beroep. Van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) College van Beroep Van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) Uitspraak ex. Artikel 32 van het Reglement voor de Tuchtrechtspraak Beslissing in de zaak onder registratienummer 15.02B

Nadere informatie

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus 279 1400 AG BUSSUM T: 035-6994210 F: 035-6945045 Uitspraak van de Raad van Toezicht van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van:

RAAD VAN DISCIPLINE. De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 10 januari 2011 binnengekomen klacht van: 11-005A ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2002 RAAD VAN DISCIPLINE Beslissing in de zaak onder nummer van: 11-005A RAAD VAN DISCIPLINE in het ressort Amsterdam BESLISSING d.d. 13 september 2011 in de zaak 11-005A

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 8-0 9 2 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam] te Den Haag, appellante tegen de Facultaire Examencommissie Rechtsgeleerdheid, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie