BESLUIT. Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V.

Transcriptie

1 Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer: / 25 Betreft: Besluit inzake geschil als bedoeld in artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998; Metrax N.V. I. Verloop van de procedure 1. Bij brief van 12 januari 2005 (met kenmerk CW) heeft Metrax N.V. (hierna: Metrax) de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: NMa) verzocht uitspraak te doen in een geschil met Essent Netwerk Zuid B.V. (hierna: Essent). 2. Bij brief van 17 februari 2005 (met kenmerk CW) is door de Juridische Dienst van de NMa aan Essent medegedeeld dat uit de brief van 12 januari 2005 moet worden afgeleid dat zij een verzoek om geschilbeslechting op basis van artikel 51 van de Elektriciteitswet 1998 (hierna: E-wet) aan de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (hierna: directeur DTe) heeft willen doen. Gewezen is op het feit dat het invullen van het voorgeschreven aanvraagformulier noodzakelijk is om een zodanig verzoek in behandeling te kunnen nemen. 3. Bij brief van 17 maart 2005 (met kenmerk /7.B373) is Metrax wederom gewezen op het feit dat zij met betrekking tot de klacht ter zake van het handelen van Essent het voorgeschreven aanvraagformulier dient in te vullen. 4. Op 23 maart 2005 is dit aanvraagformulier van Metrax ontvangen. Op deze datum heeft Metrax derhalve een aanvraag tot geschilbeslechting als bedoeld in artikel 51 van de E-wet gedaan. Uit deze aanvraag blijkt dat Metrax is gemachtigd om namens Holland Straal & Conservering & Reparatiebedrijf B.V. onderscheidenlijk Brokx-Schalken B.V. (hierna gezamenlijk aan te duiden als: de opdrachtgevers van Metrax) de onderhavige klacht in te dienen. 5. Bij brief van 8 april 2005 (met kenmerk /9.B370) is Essent in de gelegenheid gesteld te reageren op de ingediende aanvraag en de daarbij ingediende bijlagen. 6. Bij brief van 20 april 2005 heeft Essent gereageerd op de klacht van Metrax. 7. Op 23 mei 2005 heeft een hoorzitting plaatsgevonden waarin namens Metrax zijn verschenen de heer Spruyt en de heer Van der Wiel. Namens Essent zijn verschenen de heer mr. drs. P.G.G. Cabbolet en de heer Meijers. Pagina 1 van 5

2 8. Metrax is een meetbedrijf dat voor haar klanten die als afnemers zijn aangesloten op het netwerk van een netbeheerder de opgegeven meetwaarden van de netbeheerders controleert. In deze hoedanigheid heeft Metrax voor haar opdrachtgevers de onderhavige klacht ingediend naar aanleiding van de door Metrax vastgestelde meetwaarden. Metrax treedt in deze procedure derhalve als gemachtigde van haar opdrachtgevers op. 9. Tussen Metrax en Essent is een geschil gerezen over het door Essent in rekening brengen aan de opdrachtgevers van Metrax van een correctiefactor van 1.02% op de gemeten hoeveelheid afgenomen elektriciteit bij een MS/LS-transportcontract ( trafoverliezen ). 10. Metrax stelt zich op het standpunt dat Essent ten onrechte trafoverliezen aan haar opdrachtgevers in rekening heeft gebracht. Daarbij wijst Metrax erop dat haar opdrachtgevers een technische aansluiting op MS-niveau hebben en een transportcontract (gecontracteerd transportvermogen) op MS/LS-niveau. Volgens Metrax is het zo dat deze groep afnemers ten onrechte trafoverliezen in rekening wordt gebracht omdat in de tarieven voor de transportcontracten op MS/LS-niveau al rekening is gehouden met de kosten voor de trafoverliezen. Metrax stelt derhalve dat haar opdrachtgevers in feite twee keer betalen voor de trafoverliezen. 11. Essent is daarentegen van mening dat zij voor de berekening van trafoverliezen op grond van de Meetcode dient uit te gaan van de technische situatie. Dit impliceert volgens Essent dat zij trafoverliezen in rekening dient te brengen indien het overdrachtspunt en het meetpunt niet met elkaar samenvallen. Deze situatie doet zich voor bij de opdrachtgevers van Metrax, reden waarom Essent concludeert dat aan de opdrachtgevers van Metrax terecht trafoverliezen in rekening zijn gebracht. 12. Metrax heeft de directeur DTe verzocht om ervoor te zorgen dat de regelgeving juist wordt toegepast. Dit verzoek wordt zo begrepen dat Metrax aan de directeur DTe vraagt een verklaring voor recht af te geven dat Essent ten onrechte trafoverliezen aan de opdrachtgevers van Metrax in rekening heeft gebracht. 13. Op 1 juli 2005 is in werking getreden de Wet van 9 december 2004, houdende wijziging van de Mededingingswet in verband met het omvormen van het bestuursorgaan van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot zelfstandig bestuursorgaan, Stb. 2005, In artikel II van deze wet is bepaald dat in verband met deze omvorming de E-wet wordt gewijzigd, in die zin dat de taken en bevoegdheden die op grond van de E-wet waren toebedeeld aan de directeur DTe, thans toekomen aan de Raad van Bestuur van de Pagina 2 van 5

3 Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna te noemen: de Raad) als bedoeld in artikel 2 van de Mededingingswet. 15. Gelet op het voorgaande wordt de onderhavige klacht van Metrax aangemerkt als een klacht als bedoeld in artikel 51 van de E-wet, met dien verstande dat thans de Raad bevoegd is om op deze klacht te beslissen. 16. Voor de beantwoording van de vraag of Essent terecht trafoverliezen in rekening heeft gebracht aan de opdrachtgevers van Metrax, zijn de volgende wettelijke bepalingen van belang In artikel 29, eerste lid, van de E-wet is bepaald dat het tarief waarvoor transport van elektriciteit zal worden uitgevoerd ten behoeve van afnemers, betrekking heeft op de ontvangst van elektriciteit door een afnemer, ongeacht de plaats van opwekking van de elektriciteit en van de aansluiting waar de elektriciteit op het Nederlandse net is gebracht, of op het invoeden van elektriciteit door een afnemer, ongeacht de plaats van ontvangst van de elektriciteit. 18. In artikel 29, tweede lid, is bepaald dat het tarief, bedoeld in het eerste lid, in wordt rekening gebracht bij iedere afnemer die een aansluiting heeft op een net dat wordt beheerd door een netbeheerder. De tarieven voor de ontvangst van elektriciteit kunnen verschillen voor verschillende afnemers, afhankelijk van het spanningsniveau van het net waarop de elektriciteit wordt ontvangen, en de tarieven voor het invoeden van elektriciteit kunnen verschillen voor verschillende afnemers, afhankelijk van het spanningsniveau van het net waarop de elektriciteit wordt ingevoed. 19. Op grond van artikel 27, eerste lid, geldt dat de gezamenlijke netbeheerders met inachtneming van de in artikel 26b bedoelde regels aan de Raad een voorstel zenden met betrekking tot de door hen jegens afnemers te hanteren tariefstructuren dat de elementen en wijze van berekening beschrijft van het tarief waarvoor afnemers zullen worden aangesloten op een net, van het tarief waarvoor transport van elektriciteit, met inbegrip van de invoer, uitvoer en doorvoer van elektriciteit, ten behoeve van afnemers zal worden uitgevoerd, het tarief waarvoor de systeemdiensten worden verricht en de energiebalans wordt gehandhaafd en het tarief voor meting van elektriciteit bij afnemers als bedoeld in artikel 95a, eerste lid. 20. Krachtens artikel 36, eerste lid, stelt de Raad de tariefstructuren en voorwaarden vast met inachtneming van: a. het voorstel van de gezamenlijke netbeheerders als bedoeld in artikel 27, 31 of 32 en de resultaten van het overleg, bedoeld in artikel 33, eerste lid, 1 Daarbij wordt uitgegaan van de tekst van de E-wet zoals deze geldt sedert 1 juli 2005; zie de randnummers 13 en 14. Pagina 3 van 5

4 b. het belang van het betrouwbaar, duurzaam, doelmatig en milieuhygiënisch verantwoord functioneren van de elektriciteitsvoorziening, c. het belang van de bevordering van de ontwikkeling van het handelsverkeer op de elektriciteitsmarkt, d. het belang van de bevordering van het doelmatig handelen van afnemers, en e. het belang van een goede kwaliteit van de dienstverlening van netbeheerders, en f. het belang van een objectieve, transparante en niet discriminatoire handhaving van de energiebalans op een wijze die de kosten weerspiegelt, en g. de in artikel 26b bedoelde regels. 21. Op grond van artikel van de Tarievencode dient het transporttarief ter dekking van de kosten van de door de netbeheerder beheerde infrastructuur voor zover deze kosten geen deel uitmaken van de aansluitkosten. 22. In artikel is bepaald dat deze kosten, welke worden bepaald conform de normen en eisen van de DTe, worden ingedeeld in de transportafhankelijke kosten onderscheidenlijk de transportonafhankelijke kosten. 23. Uit artikel volgt dat het transportafhankelijke tarief nader wordt beschreven in de paragrafen van de Tarievencode. 24. Tot slot geldt op grond van artikel dat de kostentoerekening en de vaststelling van de waarden van de tariefdragers plaats vinden op basis van gemeten waarden, waarbij de eisen die in de Meetcode zijn neergelegd, in acht worden genomen. 25. De Raad stelt voorop dat de onderhavige klacht van Metrax ziet op de berekening van het transportafhankelijke tarief dat de opdrachtgevers van Metrax aan Essent zijn verschuldigd. De hoogte van dit tarief is afhankelijk van de op grond van de Tarievencode toe te rekenen kosten onderscheidenlijk de gemeten afgenomen hoeveelheid elektriciteit. 26. Tussen partijen is niet in geschil dat hoewel de opdrachtgevers van Metrax in technische zin zijn aangesloten op MS-niveau, voor de berekening van het transportafhankelijke tarief moet worden uitgegaan van een transportcontract op MS/LS-niveau. Ook wordt door geen van beide partijen betwist dat het overdrachtspunt en het meetpunt voor de opdrachtgevers van Metrax niet met elkaar samenvallen. Wat partijen verdeeld houdt, is de vraag of de hoeveelheid elektriciteit die op basis van een meting conform het meetpunt is afgenomen, moet worden gecorrigeerd zodat rekening wordt gehouden met trafoverliezen tussen het aansluitpunt en het meetpunt. 27. De Raad stelt vast dat op grond van artikel van de Tarievencode heeft te gelden dat de vaststelling van de hoeveelheid afgenomen elektriciteit moet worden bepaald met inachtneming van de eisen, zoals neergelegd in de Meetcode. Daarbij volgt uit de artikelen 2.1.6, J en van de Meetcode dat Essent zich terecht op het standpunt Pagina 4 van 5

5 heeft gesteld dat voor de berekening van trafoverliezen dient te worden uitgegaan van de technische situatie, die - onbetwist - erop neerkomt dat het overdrachtspunt en het meetpunt in casu niet met elkaar samenvallen. Het vorenstaande impliceert dat Essent op goede gronden de trafoverliezen die tussen beide punten zijn opgetreden, aan de opdrachtgevers van Metrax in rekening heeft gebracht. 28. Verder merkt de Raad op dat de klacht van Metrax dat in de opbouw van het verschuldigde transporttarief al rekening zou zijn gehouden met trafoverliezen, zodat de opdrachtgevers van Metrax ten onrechte twee keer betalen voor de trafoverliezen, in de onderhavige procedure niet tot een andere uitkomst leidt. Immers, op grond van artikel 51, eerste lid, van de E-wet heeft te gelden dat de Raad alleen bevoegd is om een klacht in behandeling te nemen, indien een partij een geschil heeft met een netbeheerder over de wijze waarop deze zijn taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefent, dan wel voldoet aan zijn verplichtingen op grond van deze wet. Het klachtrecht kan derhalve geen betrekking hebben op de verbindendheid van één of meerdere bepalingen van de Tarievencode, een code die wordt vastgesteld door de Raad. Reeds om deze reden moet het betoog van Metrax ter zake van de opbouw van het verschuldigde transporttarief die de verbindendheid van artikel van de Tarievencode ter discussie stelt, wat verder overigens ook zij van de juistheid daarvan, worden gepasseerd. De klacht van Metrax faalt derhalve. 29. De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit verklaart de klacht van Metrax met betrekking tot het door Essent Netwerk Zuid B.V. in rekening brengen van trafoverliezen aan Holland Straal & Conservering & Reparatiebedrijf B.V. onderscheidenlijk Brokx-Schalken B.V. ongegrond. Datum: 25 augustus 2005 De Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit namens deze: W.g. G.J.L. Zijl Lid Raad van Bestuur Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, Juridische Dienst, Postbus 16326, 2500 BH Den Haag Pagina 5 van 5