Verplantbaarheidsonderzoek

Vergelijkbare documenten
Verplantbaarheidsonderzoek

Verplantbaarheidsonderzoek Gouwakker, Hedel

BOMEN EFFECT ANALYSE LORENTZLAAN 14 ZEIST ADVISEUR HENK JANSEN I VERSIE Gemeente Zeist

Projectteam Groen. Ontwikkeling Park Quatre Bras Verplantbaarheidonderzoek Ing. P. Siegersma

Verplantbaarheidsonderzoek 46 platanen nabij Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Bomen Effect Analyse bij 7 kastanjes aan het Euterpeplein in Amersfoort

BOMEN EFFECT ANALYSE AM. EIK; SCHWEER BEY DER BECKEHOF TE DIEREN

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

Onderzoek bomen middenplantsoen Catsheuvel

BOMEN EFFECT ANALYSE CHRISTOFFELSTRAAT ALMELO

Bomen Effect Rapportage nieuwbouw Homoetstraat Doornenburg

Gemeente Amsterdam Ingenieursbureau. Openbare Ruimte

Tilia x europaea Toekomstverwachting

T.a.v. De heer W. te Hofsté Postbus AA Gouda. European Tree Worker Dhr. A. C. van Polen European Tree Technician. Boom Effect Analyse

Projectnummer : P16258 Datum : 17 januari Auteur : J.K. de Leeuw Controle : P.M.A. van der Wielen Paraaf :

Bomen Effect Analyse Rij zomereiken Het Hopveld Haaren

Inpasbaarheidsonderzoek drie bomen buurthuis Boschveld s-hertogenbosch

BOOM INVENTARISATIE W.A. SCHOLTENLAAN DOORWERTH IN OPDRACHT VAN: RVG DEVELOPMENT BV

Onderzoeksrapportage

Boomeffectanalyse Paardekastanje,Terrein Manders,Dorpsstraat Stiphout. Helmond, januari 2012

ONDERZOEK. Boomtechnisch onderzoek bij 136 bomen in het gebied Heezerweg, Tovolilaan, St. Wirostraat en de Rector Baptistlaan te Eindhoven

BOOMONDEZOEK ZUIDELIJKE WANDELWEG

Bomen Effect Analyse 4 lindes, Thomas van Diessenstraat Woonstichting Leystromen

Onderzoeksrapportage. In opdracht van: Econsultancy b.v., Doetinchem. Onderwerp: Boom Effect Analyse Zutphensestraatweg te Ellecom

TAXATIE COLOFON. Taxatie van 23 bomen aan het Willem Royaardsplein en omgeving in Den Haag. De heer D.P. van Kuik. Terra Nostra 340.

Waardebepaling bomen Vliegend Hertlaan 1-11 te Utrecht

G E M E E N T E L E I D E N

DELTALOCATIE DEN DOLDER Projectnummer Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. Postbus AD HARDERWIJK

ONDERZOEK. VTA-inspectie bij 78 stuks diverse bomen aan de Doolhoflaan op landgoed Kernhem te Ede

Boomeffectanalyse twee witte paardenkastanjes Doezastraat 35 te Leiden

Boomtechnisch onderzoek 157 bomen Bochtafsnijding Delftse Schie Gebied Overschie Rotterdam

Status: definitief

Onderzoeksrapportage. Gemeente Leiderdorp. In opdracht van: Onderwerp: Onderzoek bomen Rosarium te Leiderdorp

Kwaliteitsbeoordeling. 8 bomen Projectlocatie Markt van Matena, Papendrecht

Hoofdstuk 51 Groenvoorzieningen. Wijziging Technische Bepalingen. Gewijzigde bepalingen zijn grijs gemarkeerd. Niet gemarkeerde bepalingen zijn nieuw

Bomen Effect Analyse bij een 62-tal bomen aan de Sportlaan te Udenhout.

Visuele boomveiligheidscontrole en beheerinventarisatie bomen Beheergebied Hoeksche Waard

ADVIES BOMEN MOLENSCHOT SOEST

Inventarisatie van de bomen; project: VERHULSTPLEIN

dendrologic Groenekanseweg AJ Groenekan Tel:

Taxatierapport NVTB Vaststellen boomwaarde Noodkap bomen Fred. Roeskestraat Amsterdam 10 november 2016 / Projectnummer TW

Boomtechnisch onderzoek 21 bomen Witte Kerkje Noordwijkerhout

Bomeneffectanalyse. Beukenrij Weegbreestraat Soest

Bomen Effect Analyse 4 bomen Aanleg taxi-opstelstrook en fietspad Leidsebosje Oost, Stadhouderskade Amsterdam

Veldwerkgegevens Landgoed Heijbroeck Bureau van Nierop

Bomen Effect Analyse St. Jozefkerk te Kaatsheuvel NieuweVaert Ontwikkeling BV

Boomtechnische inventarisatie 124 bomen 2e Moordrechtse Tiendeweg (tuin huisnummer 13 en rand bosperceel) Gouda

G E M E E N T E IJS S E L S T E I N K A S T E E L L A A N. BOOMTOTAALZORG N a d e r o n d e r z o e k 1 3 A 1 5 1

Daalseweg - Nijmegen

Boomtechnisch onderzoek 26 bomen Museumstraat Dordrecht

VTA-PLUS SECOND OPINION APELDOORNSEWEG GEMEENTE BRUMMEN. BTL Bomendienst. : Dorien Nooitgedagt : Arnold Meulenbelt

Aanvullende boomeffectanalyse uitbreiding Bos en Vaartschool te Haarlem

Bomen Effect Analyse Maliskampsestraat 84 te Maliskamp. In opdracht van: Familie Van Gerven. 18 november 2013 J.P.M. Hovens.

Richtlijnen boombescherming Bomentoets Groenconcept op bomenmaat Boomcontrole

Touch Trees. Touch Trees RAPPORTAGE. BEA, Oude Benteloseweg te Delden. Postadres Diepenheimseweg MN MARKELO. Telefoon +31(0)

BOOMINVENTARISATIE DFS SPORTPARK

Boomtechnisch onderzoek De Ruyterkade, Amsterdam

Boomcontrole Louise de Colignylaan 1

Boomtechnisch onderzoek 104 bomen Zuidelijk stationsgebied Gemeente Gouda

Bomen Effect Analyse Zuidzorg, locatie Rijt 2 Gemeente Valkenswaard

Bomenonderzoek Project HOV-2 lijn Gemeente Eindhoven

Kwaliteitsbeoordeling

STRATEGIE VOOR DE BOOMBEPLANTING

Bomeneffectanalyse. Zes bomen Zandwijksingel Woerden

BOMEN EFFECT ANALYSE STATIONSSTRAAT AMERSFOORT

Wisselspoor Utrecht. Pius Floris Boomverzorging Veenendaal. Inventarisatie en VTA. Newtonstraat 19A 3902 HP Veenendaal

RAPPORTAGE BOOMVEILIGHEID

O.B.T.A. De Linde. Boom Effect Analyse. Client: Gemeente Etten-Leur Roosendaalseweg AA Etten Leur. Locatie:

Werkorganisatie HLTsamen Nader onderzoek ca 23 bomen Postbus 149 VOORHOUT Boomonderzoek

Bomen Effect Analyse Nulmeting

BOMEN EFFECT ANALYSE diverse bomen, plan Meierijlaan, Eindhoven

Bomenonderzoek Roskamp / Bloemaartsbeemd Gemeente Gilze en Rijen

Onderzoeksrapportage. In opdracht van: Econsultancy bv. Onderwerp: Bomen effect analyse twee bomen Villa Mol te Gilze en Rijen

Bomen Effect Analyse Roskamp / Bloemaartsbeemd Gemeente Gilze en Rijen

: Boominventarisatie Het Beekdal

NOTITIE AANVULLING BEA DE WEGWIJZER

Verplanten van grote bomen

Verplanten van grote bomen

Gemeente s-hertogenbosch t.a.v. de heer J. Winter Postbus GZ s-hertogenbosch. Betreft: Beoordeling bomen fietspad Vliertjeshoeven Rosmalen

BOOMTECHNISCHE BEOORDELING VAN EEN

Pius Floris Boomverzorging Veenendaal

RAPPORTAGE BOOMTECHNISCH ONDERZOEK

Bomen Effect Rapportage Beiroetdreef 5, Utrecht

Den Haag. Dienst Stadsbeheer Groenbedrijf Den Haag

Bomentoets 3 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel

Bomen Effect Analyse Nulmeting en projectinvloed

Gemeente Woerden. Inventarisatie 'Defensie Eiland

Pius Floris Boomverzorging Veenendaal

Bomen Effect Analyse 28 bomen Dorpsstraat Capelle aan den IJssel

Verplanten door BSI. Sym biose

Bomen Effect Analyse 272 bomen Elisabeth Locatie Amersfoort

Onderzoeksrapportage. In opdracht van: Gemeente Bloemendaal. Onderwerp: Plantadvies Brughoofden Bijweglaan te Bennebroek

BOOMONDERZOEK SCHEEPSBOUWWEG. Inpasbaarheid en verplantbaarheid bomen

Bomeneffectanalyse. 55 bomen en heesters Orthen-Links, Fase-0 s-hertogenbosch

Bomen Effect Analyse Nieuwbouw Stedekestraat 27 Marokkaanse Vereniging Masjid El-Feth

Notitie kosten en aanpak kastanjebloedingsziekte gemeente Hilversum

Verplantbaarheidonderzoek 35 platanen op de Markt en Rozemarijnstraat te Boxtel

Onderzoeksrapportage

Beoordeling van een aantal monumentale bomen in het projectgebied de entree te Haarlem

Bewonersavond Vervangen kastanjebomen Aesculus hippocastanum Baumanii. 23 april 2019

Transcriptie:

Verplantbaarheidsonderzoek Eiken Kanaalweg Vught Opdrachtgever: De Bomenmakelaar Dhr. A. Zoontjens Hogestraat 2 4744 RM Bosschenhoofd Opdrachtnemer: De Boomingenieur Sir Winston Churchillstraat 5 2631 AK Nootdorp Auteur: ing. J. Eichholtz Datum: 31 augustus 2017 Versie: 1.0

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Huidige situatie... 4 2.1 Fietspad Kanaalweg... 4 2.2 Boominventarisatie... 4 2.2.1 Conditie... 5 2.2.2 Kwaliteit... 5 2.2.3 Toekomstverwachting... 5 2.2.4 Monetaire boomwaarde... 5 3 Beoordelingsfactoren... 6 3.1 Boomtechnische geschiktheid... 6 3.2 Boven- en ondergrondse obstakels... 6 3.2.1 Bovengrondse obstakels... 6 3.2.2 Ondergrondse obstakels... 6 3.2.3 Beschikbare werkruimte... 6 3.3 Transportroute... 7 4.1 Toekomstige (nieuwe) groei- en standplaats... 8 4.2 Onderzoek wortelkluit... 8 4.2.1 Kluitgrootte... 8 4.2.2 Wortelintensiteit kluit... 9 4.2.3 Stabiliteit wortelkluit... 12 4.2.4 Voorbereiding wortelkluit... 12 5 Conclusie en advies... 13 5.1 Verplantbaarheid... 13 5.2 Conclusie en advies... 13 5.3 Nazorg en garantie... 13 Bronvermelding... 15 Bijlage 1... 16 Bijlage 2... 17 2

1 Inleiding In opdracht van De Bomenmakelaar is een verplantbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Het verplantbaarheidsonderzoek richt zich op een groot aantal eiken (Quercus robur) langs het fietspad van de Kanaalweg en de Drongelens kanaal te Vught. De aanleiding voor het verplantbaarheidsonderzoek is dat het Waterschap Aa en Maas de opgave heeft gekregen de dijk langs het kanaal waar het fietspad op gesitueerd is te verbeteren. In het talud van deze dijk staan vele meerstammige eiken (bomen met karakter) waarvan het Waterschap er aantallen uit wil halen om defecten in de dijk te voorkomen. De Bomenmakelaar heeft De Boomingenieur gevraagd te onderzoeken welke eiken in de dijk verplantbaar zijn. Het verplantbaarheidsonderzoek, dat aan De Boomingenieur is voorgelegd, bevat de volgende onderzoeksvraag: Is het mogelijk om enkele bomen duurzaam te verplanten in hun huidige verschijningsvorm? Het veldwerk voor dit onderzoek is uitgevoerd op 30 augustus 2017 door J. Eichholtz, boomtechnisch adviseur bij De Boomingenieur. Dit rapport bevat een uitwerking van de onderzoeksresultaten en de daaropvolgende conclusies en aanbevelingen. Hoofdstuk 2 bevat een beschrijving van de onderzoekslocatie en een boominventarisatie. Het derde hoofdstuk omschrijft de beoordelingsfactoren zoals technische geschiktheid, boven- en ondergrondse obstakels etc. Hoofdstuk 4 bevat aanvullend onderzoek waarin onder andere de wortelkluit onderzocht en voorbereid dient te worden. In het laatste hoofdstuk zal een verplantbaarheidsadvies worden opgesteld met de benodigde aanbevelingen. 3

2 Huidige situatie Dit hoofdstuk omschrijft de huidige situatie van de locatie, fietspad Kanaalweg, en middels een boominventarisatie wordt de huidige toestand van de te verplanten bomen weergegeven. 2.1 Fietspad Kanaalweg Het fietspad aan de Kanaalweg, gelegen in Vught, ligt boven op de dijk langs het Drongelens Kanaal, welke in beheer is bij Waterschap Aa en Maas. In het talud van de dijk tussen het kanaal en het fietspad staan vele meerstammige eiken en enkele andere boomsoorten. Meerstammige eiken zijn veelal ontstaan doordat deze gebruikt werden als hakhout. Bij het terugzetten van een eik ontstonden er twee of drie nieuwe stammen. Deze eiken zijn nu grillig van vorm en worden ook wel karakterbomen genoemd. 2.2 Boominventarisatie Het aantal eiken in het talud is te groot om ze allemaal in een inventarisatie op te nemen. Er is besloten een kleine selectie te maken van de meest geschikte bomen voor verplanting. Uiteindelijk zijn er drie eiken over gebleven. Het onderzoek zal dan ook alleen over deze drie eiken gaan. In onderstaande afbeelding zijn de bomen in kaart gebracht en voorzien van een boomnummer. Afbeelding 1: Locatie en onderzoeksbomen met nummer De drie te verplanten eiken zijn opgenomen in een bomeninventarisatie. In deze inventarisatie zijn niet alleen de boomhoogten, diameters en andere maatvoeringen opgenomen, maar ook aspecten zoals, conditie, kwaliteit, toekomstverwachting, boomwaarde et cetera. In de hierop volgende paragrafen volgt een korte toelichting op een aantal inventarisatieaspecten. De volledige lijst met inventarisatiegegevens is terug te vinden in bijlage 1 van dit rapport. In bijlage 2 bevinden zich foto s van de bomen. 4

2.2.1 Conditie De bomen in dit onderzoek hebben een redelijke tot goede conditie. Bij onderzoek naar de conditie van de boom wordt onder meer gekeken naar kroonvulling, scheutlengte en knopzetting, de aanwezigheid van afstervende takuiteinden en regelmatige (dikte)groei. Daarnaast wordt gekeken naar de aanwezigheid van schimmels en hun specifieke uitwerking op de boom. 2.2.2 Kwaliteit De kwaliteit van de onderzoeksbomen is over het algemeen redelijk. Bij het bepalen van de kwaliteit wordt in de eerste plaats gelet wordt op fysieke gebreken zoals bijvoorbeeld scheuren en holtes. Daarnaast wordt gelet op specifieke signalen, afkomstig uit de VTA-methode (Visual Tree Assessment), waaruit de mechanische kwaliteit van een boom kan worden afgeleid, bijvoorbeeld verstoorde (dikte)groei en foutieve takaanhechtingen. 2.2.3 Toekomstverwachting De toekomstverwachting van de eiken is goed. Op de huidige standplaats kunnen de bomen nog minimaal 15 jaar verder groeien in goede omstandigheden. De toekomstverwachting is gebaseerd op de boomsoort, standplaats, de conditie van de boom en de aanwezigheid van schimmels en aantastingen en de mechanische kwaliteit. Het betreft een momentopname en geldt bij gelijkblijvende (groeiplaats) omstandigheden. Uit het bovenstaande kan geen maximale restlevensduur worden afgeleid, omdat diverse processen van invloed kunnen zijn op het verdere levensverloop van de boom. De gebruikte onderverdeling is daarom als volgt: Slechte toekomstverwachting < 5 jaar Matige toekomstverwachting 5-10 jaar Redelijke toekomstverwachting 10-15 jaar Goede toekomstverwachting > 15 jaar 2.2.4 Monetaire boomwaarde De monetaire boomwaarde van de onderzoeksbomen bedraagt tussen de m 4.000,- en de 8.000,- per boom. Dit bedrag is gebaseerd op de standaard uitgangspunten van het Rekenmodel Boomwaarde volgens de richtlijnen NVTB 2013. Bepalende factoren voor deze waarde zijn leeftijd, beleidsstatus en sortimentsklasse. Voor een feitelijke waardering dient een officieel geregistreerd boomtaxateur een berekening te maken. 5

3 Beoordelingsfactoren Om bomen een succesvolle verplanting te laten ondervinden dient er rekening te worden gehouden met een aantal beoordelingsfactoren. De boom dient technisch geschikt te zijn, boven- en ondergrondse obstakels dienen in beeld te worden gebracht evenals de beschikbare werkruimte om de boom heen. Als laatste dient ook de transportroute in kaart te worden gebracht. 3.1 Boomtechnische geschiktheid Uitgangspunten voor bij de beoordeling (boomtechnische geschiktheid) of bomen duurzaam te verplanten zijn, zijn: Boomsoort; Groeifase; Conditie Toekomstverwachting op beoogde nieuwe locatie; Noemenswaardige bijzonderheden. In de boominventarisatie zijn deze uitgangspunten opgenomen. In onderstaande tabel een weergave gebaseerd op de boomtechnische geschiktheid. Tabel 1: Uitgangspunten boomtechnische geschiktheid Nr. Boomsoort (latijnse naam) Groeifase Conditie Levensverwachting in jaren Bijzonderheden 1 Quercus robur Volwassen Goed > 15 2 Quercus robur Volwassen Redelijk > 15 2-stammig 3 Quercus robur Volwassen Redelijk > 15 Oude karakterboom 3.2 Boven- en ondergrondse obstakels Bij de beoordeling van de verplantbaarheid van een boom dienen de boven- en ondergrondse obstakels in beeld te worden gebracht. Evenals de werkruimte om de boom heen. 3.2.1 Bovengrondse obstakels Bovengrondse obstakels zoals lichtmasten, bovengrondse leidingen, buurbomen, bestaande gevels, straatmeubilair et cetera zijn tijdens het veldonderzoek onderzocht op afstanden tot de te verplanten bomen. De onderzoeksbomen staan alle drie op een geruime afstand van andere bomen of lichtmasten. 3.2.2 Ondergrondse obstakels Ondergrondse obstakels zoals funderingen, riolen en kabels en leidingen zijn tijdens het veldonderzoek niet aangetroffen. 3.2.3 Beschikbare werkruimte De beschikbare werkruimte wordt bepaald door de vrije ruimte om de te verplanten bomen heen. De onderzoeksbomen staan in een vrij stijl talud (1:1) en langs een fietspad met een breedte van circa 3 meter. Hier dient vooraf goed rekening mee te worden gehouden. 6

3.3 Transportroute De transportroute wordt bepaald door de huidige en toekomstige standplaats bereikbaar te houden of te maken. Dit geldt ook voor de transportroute ertussen. Het fietspad van de Kanaalweg is circa 3 meter breed. Over het fietspad hangen veel takken van overige bomen op gemiddeld 4 meter hoogte. Klein materieel is noodzakelijk bij het vervoer van deze bomen. Voor deze verplanting is de toekomstige locatie nog niet bekend. De transportroute is vooralsnog verder niet te beoordelen. 7

4 Aanvullend onderzoek De bomen binnen het verplantbaarheidsonderzoek dienen aanvullend nader te worden onderzocht zodat de feitelijke verplanting nader beoordeeld, gemotiveerd en onderbouwd kan worden. Dit hoofdstuk beschrijft de bevindingen vanuit dit onderzoek. 4.1 Toekomstige (nieuwe) groei- en standplaats De te verplanten bomen hebben op het moment van de opdracht nog geen nieuwe locatie aangewezen gekregen. Dit onderdeel van het onderzoek is dus vooralsnog niet te beoordelen. 4.2 Onderzoek wortelkluit Onderzoek naar de wortelkluit bestaat uit drie verschillende onderzoeken. De grootte van de kluit die benodigd is voor de verplanting dient te worden bepaald. Daarnaast wordt onderzoek verricht naar de huidige wortelintensiteit en de kluitstabiliteit die benodigd is bij de verplanting. 4.2.1 Kluitgrootte De kluitgrootte dient als maatvoering voor het rondsteken c.q. rondgraven van de kluit en moet bij de verplanting als geheel en intact worden verplant. De kluitdiameter die voor de eiken wordt gehanteerd gaat via de volgende formule: Kluitgrootte = 8 x stamdiameter. Onderstaande tabel geeft de resultaten hiervan weer. Bij de berekening van het gewicht is uitgegaan van een kluithoogte van 1,00 meter. Tabel 2: Kluitgrootte Nr. Boomsoort (latijnse naam) Stamdiam. in cm Kluitgrootte in m Gewichtsindicatie in tonnen 1 Quercus robur 50 4,0 32,0 2 Quercus robur 50 4,0 32,0 3 Quercus robur 80 6,4 81,9 8

4.2.2 Wortelintensiteit kluit De mate van wortelintensiteit is belangrijk voor de verplantbaarheid van de boom en de noodzaak en mogelijkheden van een kluitvoorbereiding en eventuele kluitverbetering van de beoogde kluit. In dit onderzoek zijn diverse profielsleuven gegraven bij de onderzoeksbomen. Boomnummer 01 Bij boomnummer 01 zijn een tweetal profielsleuven gegraven. De eerste aan de op 1,80 meter vanuit de stam aan de lage zijde van het talud, de tweede profielsleuf op 1,0 meter vanuit de stam haaks aan het fietspad. De sleuven dienen ervoor om de bepalen of de boom voldoende wortels heeft om een goede kluit te maken. Tabel 3: Profielsleuf 1 op 1,80 meter vanuit de stam van boomnummer 1 Diepte cm-/-mv Bodemprofiel Humusgehalte Grondfractie (volgens NEN 5104) Beworteling Vochtigheid 0-30 Donkergrijs Humeus Matig grof zand Intensief Droog 30-60 Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Matig intensief Droog 60-90 Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Geen Droog Tabel 4: Profielsleuf 2 op 1,0 meter vanuit de stam van boomnummer 1 Diepte cm-/-mv Bodemprofiel Humusgehalte Grondfractie (volgens NEN 5104) Beworteling 0-35 Donkergrijs Humeus Matig grof zand Matig intensief Droog 35-50 Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Matig extensief Droog 50 > Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Geen Droog 20 Vochtigheid Bovenstaande twee tabellen geven de onderzoeksgegevens van boomnummer 01 weer. Gemiddeld bestaat het profiel uit een toplaag van humeus matig grof zand. Deze laag zit tot circa 30 centimeter onder het maaiveld, daarna komt een laag humusarm zeer fijn geelzand. De dijk is voornamelijk uit deze laatste laag opgebouwd. De beworteling is in de bovenste laag intensief, daarna neemt de intensiteit af in de laag geelzand en stop op gemiddeld 55 centimeter onder maaiveld. Afbeelding 3: Beworteling profielsleuf 1 Afbeelding 2: Beworteling profielsleuf 2 9

Boomnummer 02 Net als bij boomnummer 01 zijn ook bij boomnummer 02 een tweetal profielsleuven gegraven. De eerste profielsleuf is op 1,50 meter vanuit de stam van de boom gegraven aan de lage zijde van het talud. De twee profielsleuf is op 0,80 meter vanuit de stam gegraven haaks aan het fietspad. Tabel 5: Profielsleuf 3 op 1,50 meter vanuit de stam van boomnummer 2 Diepte cm-/-mv Bodemprofiel Humusgehalte Grondfractie (volgens NEN 5104) Beworteling Vochtigheid 0-40 Donkergrijs Humeus Matig grofzand Intensief Droog 40 > Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Geen Droog Tabel 6: Profielsleuf 4 op 0,80 meter vanuit de stam van boomnummer 2 Diepte cm-/-mv Bodemprofiel Humusgehalte Grondfractie (volgens NEN 5104) Beworteling Vochtigheid 0-20 Donkergrijs Humeus Matig grofzand Intensief Droog 20-40 Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Matig extensief Droog 40-70 Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Intensief Droog 70 > Geelzand Humusarm Zeer fijn zand Intensief Droog Uit bovenstaande tabellen 5 en 6 blijkt dat het profiel bestaat uit een toplaag van humeus matig grof zand. Deze laag zit tot circa 30 centimeter onder het maaiveld, daarna komt een laag humusarm zeer fijn geelzand. De beworteling is in de bovenste humeuze laag intensief. In het lage gedeel van de dijk richting het kanaal is de kluit slechts 40 centimeter dik. Aan de bovenzijde naast de boom loopt de beworteling door tot voorbij de 70 centimeter onder maaiveld. Afbeelding 5: Beworteling profielsleuf 3 Afbeelding 4: Beworteling profielsleuf 4 10

Boomnummer 03 Bij boomnummer 03 is één profielsleuf gegraven. De profielsleuf bevindt zich op 1,80 meter vanuit de stam van de boom. De profielsleuf is aan de lage zijde van het talud gegraven. Ten opzichte van boomnummers 1 en 2 staat deze boom iets hoger in het talud, en loopt het talud minder stijl (circa 1:2). Tabel 7: Profielsleuf 5 op 1,80 meter vanuit de stam van boomnummer 3 Diepte cm-/-mv Bodemprofiel Humusgehalte Grondfractie (volgens NEN 5104) Beworteling 0-40 Donkergrijs Humeus Matig grofzand Matig extensief Droog 40-60 Roodbruinzand Matig humeus Matig grofzand Intensief Droog 20 Vochtigheid Boomnummer 3 staat ten opzichte van de boomnummers 1 en 2 verder weg in het tracé. In de profielsleuf is te zien dat de dijk hier ook uit ander zand is opgebouwd. De toplaag bestaat net zoals bij de andere profielen uit humeus matig grof zand. Daarna gaat het profiel over is matig humeus matig grof zand met een roodbruine kleur. De beworteling neemt vanaf 40 centimeter onder maaiveld toe. Afbeelding 6: Beworteling profielsleuf 5 bij boomnummer 03 11

4.2.3 Stabiliteit wortelkluit De stabiliteit van de wortelkluit is een belangrijk onderdeel voor de verplantbaarheid van de boom. Een stabiele kluit draagt veel (haar)wortels met zich mee, maar zorgt ook voor de stabiliteit van de kluit tijdens het verplanten. Hoe stabieler de kluit, hoe makkelijker hij te verplanten is. Hiermee wordt onder andere de verplantmethode bepaald. Naar verwachting zullen de bomen over enige afstand vervoerd worden om zo bij een nader te bepalen toekomstige locatie verplant te worden. De bomen zullen het best met een flink stabiele kluit gekanteld op een dieplader op transport moeten. Onderzoek vanuit de voorgaande paragraaf geeft aan dat de wortelintensiteit bij boomnummer 01 en 02 vanaf 50 centimeter onder maaiveld niet altijd optimaal is. De wortelintensiteit zal vanaf 0,50 en 1,0 meter onder maaiveld middels interne kluitverbetering verhoogd moeten worden. 4.2.4 Voorbereiding wortelkluit De te verplanten bomen verkeren inredelijke tot goede conditie. Om de kluit geschikt te maken voor verplanting zal er middels voortijdig rondsteken en interne kluitverbetering te werk moeten gaan. Voor het einde van het huidige groeiseizoen dient er rond de kluit te worden gegraven zodat de afmetingen van de te vormen kluit zichtbaar worden. Rondom de kluit wordt antiwortelfolie geplaats voor het stimuleren van nieuwe wortelactiviteit aan de buitenrand van de kluit. De interne kluitverbetering is bedoeld voor het verbeteren en intensiveren van de interne wortelstructuur en wortelactiviteit van de kluit en dient gerealiseerd te worden middels het in de kluit injecteren of via verspreide boorgaten inbrengen van een wortelstimulerend groeimedium. De genoemde werkzaamheden zouden in september 2017 kunnen aanvangen, waarna de boom tot en met het einde van groeiseizoen 2018 de tijd krijgt een stabiele kluit te vormen. 12

5 Conclusie en advies Vanwege de nog onbekende toekomstige locatie wordt de verplantbaarheid van de drie eiken alleen beoordeeld op de huidige locatie. Bij een aangewezen nieuwe locatie zal er middels een klein onderzoek bepaald kunnen worden of deze bomen daar duurzaam verplant kunnen worden. 5.1 Verplantbaarheid De verplantbaarheid van de 3 eiken is positief. Dat wil zeggen dat de beoordeelde factoren (verplantbaarheid) niet direct een belemmering vormen voor de beoogde verplanting. Gerichte specifieke maatregelen alsmede voorbereiding en nazorg zijn in het kader van de beoogde verplanting noodzakelijk. 5.2 Conclusie en advies Een conclusie op een verplantbaarheidsonderzoek geeft antwoord op de primaire vraag of een duurzame verplanting (toekomstverwachting na het verplanten van tenminste 15 jaar) met behoud van de bestaande verschijningsvorm mogelijk is in het perspectief van het voorgenomen verplantingsplan. Antwoord op deze vraag luidt: Ja, mits er een deugdelijke voorbereiding aan de verplanting te pas komt. Om het verplanten succesvol te laten verlopen, dient er aan de volgende punten gehouden te worden: De kluit dient uiterlijk in september 2017 rond gestoken/gegraven te worden. Let erop dat per boom de grootte van de kluit kan wisselen. Voor de kluitmaten wordt verwezen naar tabel 2 in hoofdstuk 4 van dit rapport; Na het rondsteken de kluit aan de zijkanten met antiwortelfolie inpakken om wortelgroei in de buitenste rand te stimuleren; De kluit dient intern verbeterd te worden middels het injecteren van voedingsstoffen in de kluit, of via verspreide boorgaten een groeimedium toevoegen; De kluit dient 2 groeiseizoenen de kans te krijgen om zich tot een stabiele kluit te ontwikkelen. Dit houdt in dat de bomen op zijn snelst al aan het einde van groeiseizoen 2018 een voldoende stabiele kluit hebben gevormd. Door in september 2017 al te starten win je extra tijd doordat de boom tot november in dit groeiseizoen nog investeert in nieuwe wortels in de afgezette kluit; De kronen van de bomen dienen intact te blijven. Bij een warme nazomer kan ervoor gekozen worden om jonge twijgen van dit jaar in te korten om eventuele verdamping te verminderen. Zorg er voor dat de huidige vorm van de bomen in stand blijft; De bomen staan in een talud. De kluit heeft dus een hoge en lage kant. Hier dient rekening mee te worden gehouden op de nieuwe locatie. 5.3 Nazorg en garantie De verplanten bomen hebben na de verplanting nazorg nog over een periode van 3 jaar. Onder nazorg zitten de volgende werkzaamheden: Watergeven. Het watergeven dient te zijn afgestemd op de kluitgrootte en het vochtgehalte van de bodem. Te weinig water zorgt voor verdroging, maar teveel water zorgt voor het dichtslaan van de bodem, waardoor zuurstof niet meer kan doordringen in de bodem; 13

Snoeiwerkzaamheden. Het onderhouden van het gewenste boombeeld. Eventuele probleemtakken verwijderen; Verankering. Het zo vaak als nodig controleren en bijstellen van de verankering. Momenteel is er geen toekomstige locatie, dus het type verankering is vooralsnog niet bepaald; Onderhoud voorzieningen. Het onderhouden van voorzieningen zoals beluchtingssystemen, watergeefranden, boompalen et cetera; Logboek. De aannemer dient een logboek van de nazorg bij te houden en te overleggen met de opdrachtgever. Gedurende de nazorg periode geldt een plantgarantie. Alle bomen die onder de nazorg vallen, de drie te verplanten eiken, hebben een plantgarantie voor deze periode. Aan het einde van de nazorg dienen de bomen een goede conditie te hebben. Voldoet één of meerdere bomen niet aan deze eis, dan zal de boom kosteloos door een vergelijkbare boom (en ter goedkeuring van de directie) worden vervangen. 14

Bronvermelding Prooijen, G.J. (2011) Stadsbomen Vademecum 2B Groei en aanplant. Arnhem: IPC Groene Ruimte. Prooijen, G.J. (2008) Stadsbomen Vademecum 3A Boomcontrole en onderzoek. Arnhem: IPC Groene Ruimte. Prooijen, G.J. (2007) Stadsbomen Vademecum 3 C Ziekten en aantastingen. Arnhem: IPC Groene Ruimte. Norminstituut bomen (2014) Handboek Bomen 2014. Capelle aan den IJssel. 15

16 Nr. Boomsoort (latijnse naam) Boomsoort (Nederlandse naam) Standplaats Stamdia m. in cm Boomhoogte in m Kroondiamete r in m Takhoogte Conditie Kwaliteit in m Levensverwachtin g in jaren Aanplantjaar Groeifase Onderhoudsstaat Boomveiligheid (BVC-gerelateerd) Monetaire boomwaarde Opmerkingen 1 Quercus robur Zomereik Ruiggras/Talud 50 12-15 10 2 Goed Redelijk > 15 Onbekend Volwassen Achterstallig Goed 4.000 2 Quercus robur Zomereik Ruiggras/Talud 50 12-15 10 6 Redelijk Redelijk > 15 Onbekend Volwassen Achterstallig Goed 4.000 2-stammig 3 Quercus robur Zomereik Ruiggras/Talud 80 12-15 12 2,5 Redelijk Redelijk > 15 Onbekend Volwassen Achterstallig Goed 8.000 Oude karakterboom Bijlage 1

Bijlage 2 Boomnummer 01 17

Boomnummer 02 18

Boomnummer 03 19