INLEVEREN OP HET SECRETARIAAT VAN DE OPLEIDING EDUCATIEVE BEOORDELING AIOS IN TE VULLEN DOOR OPLEIDER IN MAAND: OMCIRKELEN Naam aios : Geboren : Naam opleider : Invuldatum : Handtekeningen: Aios gezien/ akkoord Opleider Toelichting: 1. Geef voor ieder item de volgens u meest passende score door een kruisje in de betreffende kolom te zetten. Voor eventuele toelichting is er ruimte. 2. Geef in geval van twijfel toch een score met een vraagteken in plaats van een kruisje en geef een toelichting. 3. De opleider tekent na invulling voor akkoord. De aios tekent na bespreking voor gezien en/of akkoord. 4. Maak een kopie voor eigen gebruik en zend het formulier ter attentie van de groepsbegeleiders naar de AVG-opleiding. Betekenis scores: Meer aandacht aan besteden Ligt op schema Nog niet aan de orde geweest Voortgang en beheersing op dit gebied lopen duidelijk achter op de fase van de opleiding. Voortgang en beheersing zijn in overeenstemming met de fase van de opleiding Onderwerp of thema komt aan bod in een latere periode van de opleiding, of niet realiseerbaar binnen deze instelling.
BEOORDELINGSFORMULIER ARTS VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN (educatieve toetsing), JAAR 3 Onderwerp Opmerkingen, toelichting Maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest 1. Geneeskundige kennis en vaardigheden 1.a De Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) beschikt over kennis op het gebied van alg. geneeskundig diagnostisch en therapeutisch handelen. 1.b De Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) beschikt over vaardigheden op het gebied van alg. geneeskundig diagnostisch en therapeutisch handelen. 2.a De AVG beschikt over kennis betreffende veel voorkomende klachten en ziekten bij verstandelijk gehandicapten 2.b De AVG beschikt over de vaardigheden betreffende veel voorkomende klachten en ziekten bij verstandelijk gehandicapten 3.a De AVG is in staat een anamnese af te nemen bij verstandelijk gehandicapten. 3.b De AVG is in staat een heteroanamnese bij begeleiders c.q. vertegenwoordigers van verstandelijk gehandicapten 4. De AVG is in staat de vaak atypische presentatie van klachten door verstandelijk gehandicapten te interpreteren 5. De AVG is in staat een zorgvuldig lichamelijk onderzoek te verrichten, ook bij minder coöperatieve
verstandelijk gehandicapten. 6. De AVG is in staat tot het afwegen van het belang van diagnostische en therapeutische handelingen enerzijds en de belasting daarvan voor verstandelijk gehandicapten anderzijds 7. De AVG is in staat tot het bieden van intensieve medische zorg voor: a Verplegingsbehoeftige kinderen en volwassenen. b Postoperatieve zorg c Zorg in de terminale fase. 8. De AVG is op de hoogte van protocollen t.a.v. preventie, diagnostiek en behandeling, zoals deze met name door de Nederlandse Vereniging van Artsen in de zorg voor verstandelijk gehandicapten (NVAVG), het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) en de IASSID ontwikkeld zijn en past deze toe.
2. Kennis van etiologie van verstandelijke handicaps, etiologische diagnostiek, specifieke comorbiditeit gedurende de levensloop en de implicaties hiervan voor de behandeling. 2.1 Kennis van etiologie, diagnostiek en specifieke co-morbiditeit: Maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest Opmerkingen, toelichting a. De AVG kent de etiologie van de verstandelijke handicap. b. De AVG is op de hoogte van etiologische diagnostische methoden en protocollen met betrekking tot screening. c. De AVG is in staat vanuit anamnese en onderzoek de specifieke somatische afwijkingen, functiestoornissen, dysmorfologieën en gedragskenmerken te herkennen die belangrijk zijn voor het stellen van de etiologische diagnose. d. De AVG is voldoende bekend met het vakgebied van andere specialismen met name kindergeneeskunde, revalidatie, (ontwikkelings) neurologie, klinische genetica, oogheelkunde, KNO c.q. audiologie en tandheelkunde om gericht te kunnen consulteren en/of verwijzen. e. De AVG is voldoende bekend met de mogelijkheden van (neuro)psychologische onderzoeksmethoden om gericht te kunnen verwijzen f. De AVG heeft kennis van de normale en verstoorde sociaal-emotionele ontwikkeling en de consequenties voor het gedrag. g. de AVG heeft kennis van, de kenmerkende levensloop, complicaties en co-morbiditeit, voor zover
bekend, bij de verschillende oorzaken van een verstandelijke handicap. 2.2 Kennis van behandelingsstrategieën, voortvloeiend uit de etiologische diagnose a. De AVG is in staat binnen een multidisciplinair team zijn aandeel te leveren aan het behandel- en/ of begeleidingsplan. b. De AVG is voldoende bekend met paramedische onderzoeks- en behandelmethoden (met name fysiotherapie, logopedie, ergotherapie) om gericht te kunnen verwijzen
3. Kennis van epidemiologie, diagnostiek, behandeling en waar mogelijk preventie van: 3.1 (Ontwikkelings) neurologische aandoeningen Maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest a. De AVG heeft kennis van de ontwikkelingsneurologie. b. De AVG is in staat een oriënterend neurologisch onderzoek te verrichten. c. De AVG is op de hoogte van specialistische onderzoeks- en behandelingsmethoden ten behoeve van gerichte verwijzing. d. De AVG: - heeft kennis van verschijningsvormen van epilepsie bij verstandelijk gehandicapten - is in staat epilepsie te behandelen en te begeleiden, waar nodig in samenwerking met de epileptoloog/ neuroloog - heeft kennis van anti-epileptica, ook ten aanzien van frequente en minder frequente bijwerkingen - is op de hoogte van specialistische onderzoeks- en behandelingsmethoden ten behoeve van gerichte verwijzing. 3.2. Aandoeningen van het bewegingsapparaat
a. De AVG heeft kennis van aandoeningen van het bewegingsapparaat, zowel neurologisch als orthopedisch, zoals die bij verstandelijk gehandicapten voorkomen b. De AVG is in staat tot oriënterend orthopedisch en neurologisch onderzoek van het bewegingsapparaat c. De AVG heeft kennis van preventie en behandeling van secundaire gevolgen van aandoeningen van het bewegingsapparaat gedurende de levensloop d. De AVG is in staat tot het coördineren van de activiteiten van bij de behandeling van aandoeningen aan het bewegingsapparaat betrokken paramedici. 3.3 Psychische en gedragsstoornissen a. De AVG heeft kennis van de specifieke verschijnselen en presentatie van vormen van psychische en gedragsstoornissen zoals die zich kunnen manifesteren bij verstandelijk gehandicapten b. De AVG heeft kennis van de verschillende classificatiesystemen en hun mogelijkheden en beperkingen bij psychische en gedragsstoornissen bij verstandelijk gehandicapten en is in staat ze te hanteren. c. De AVG beschikt over kennis en vaardigheden met betrekking tot: a. Psychiatrische diagnostiek b. Behandeling bij verstandelijk gehandicapten, waar nodig in samenwerking met de psychiater c. De AVG is bekend met de werking en bijwerkingen van psychofarmaca en de specifieke toepassingsgebieden.
d. Tevens is hij bekend met de gedragswetenschappelijke theorieën en methoden met betrekking tot diagnostiek en behandeling. 3.4 Interne ziekten De AVG beschikt over kennis en vaardigheden m.b.t.: a. De epidemiologie, b. De diagnostiek, c. De behandeling van interne aandoeningen bij verstandelijk gehandicapten, al dan niet, gerelateerd aan de oorzaak en de mate van verstandelijke handicap en omgevingsfactoren 3.5 Zintuigstoornissen en stoornissen in de sensorische integratie a. De AVG is op de hoogte van aard en voorkomen van zintuigstoornissen in de populatie verstandelijk gehandicapten. b. De AVG is in staat voor verstandelijk gehandicapten aangepaste methoden van screening op zintuigstoornissen toe te passen. c. De AVG is op de hoogte van de behandeling van zintuigstoornissen en stoornissen en verstoorde verwerking van sensorische prikkels bij verstandelijk gehandicapten en is in staat verstandelijk gehandicapten en hun begeleiders te instrueren en te begeleiden d. De AVG is op de hoogte van de aard van voorkomende stoornissen in de verwerking van sensorische prikkels bij mensen met een verstandelijke beperking. e. De AVG is in staat gericht te verwijzen bij stoornissen in verwerking van sensorische prikkels.
3.6 Kennis van de specifieke medische aspecten van veroudering a. De AVG heeft kennis en vaardigheden met betrekking tot incidentie, prevalentie, diagnostiek en behandeling, van ziektebeelden en psychische en gedragsstoornissen zoals die bij oudere verstandelijk gehandicapten voorkomen. Hij is in staat hierbij rekening te houden met multipele pathologie en interacties van geneesmiddelen b. Met name heeft hij kennis van de specifiek bij het syndroom van Down voorkomende verouderingsprocessen
4. Kennis van de zorg voor verstandelijk gehandicapten maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest 1. De AVG heeft kennis van de geschiedenis van de zorg voor verstandelijk gehandicapten zowel in binnenals buitenland. 2. De AVG heeft kennis van in Nederland heersende wetenschappelijke en maatschappelijke visies op zorg voor verstandelijk gehandicapten. 3. De AVG is op de hoogte van ontwikkelingen in het vakgebied en in de beroepsgroep. 4. De AVG is op de hoogte van het bestaan en van de doelstelling van de verschillende belangenverenigingen en wetenschappelijke verenigingen in de zorg voor verstandelijk gehandicapten en/ of verenigingen die mensen met een verstandelijke handicap tot hun doelgroep rekenen. 5. De AVG heeft kennis van de verschillende zorgvormen in de regio. Tevens is de AVG op de hoogte van te verwachten ontwikkelingen in het zorgaanbod
5. Communicatieve vaardigheden en persoonlijk functioneren 1. De AVG beschikt over vaardigheden om te communiceren met: a. Mensen met een verstandelijke handicap b. Met de ouders en familieleden c. Met begeleiders maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest 2. De AVG is in staat samen te werken met andere disciplines en kan in samenwerkingsverbanden functioneren 3. De AVG is in staat om het eigen functioneren in samenwerkingsverbanden (organisaties) onder ogen te zien, te evalueren en zonodig bij te stellen. 4. De AVG beschikt over specifieke gespreksvaardigheden:consulteren, adviseren, conflicthantering, slecht-nieuws gesprekken 5. De AVG kan omgaan met situaties waarin sprake is van tegenstrijdige belangen.
6.De AVG is in staat een bijdrage te leveren aan deskundigheidsbevordering en dient daartoe te beschikken over vaardigheden gericht op onderwijs, intervisie, supervisie en presentatie. 7. De AVG is zich bewust van zijn eigen normen en waarden in relatie tot zijn beroepsrol 8. De AVG is in staat een netwerk op te zetten met voor de uitoefening van zijn functie belangrijke beroepsgroepen of organisaties.
6. Wetenschappelijke vorming maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest 1. De AVG heeft zich een wetenschappelijke denk- en werkwijze eigen gemaakt. 2. De AVG is op de hoogte van, voor zijn beroepsveld relevant wetenschappelijk onderzoek. 3. De AVG is in staat op zijn terrein verrichte wetenschappelijk onderzoek kritisch te bezien en de implicaties ervan voor zijn beroepsuitoefening te kunnen beoordelen 4.De AVG heeft vaardigheden verworven in het opzetten, uitvoeren en evalueren van wetenschappelijk onderzoek
7. Kennis van de algemene gezondheidszorg maand meer aandacht ligt op schema nog niet aan de orde geweest 1. De AVG heeft kennis en vaardigheden op het gebied van gezondheidsvoorlichting en opvoeding 2. De AVG is ingesteld op actieve screening en diagnostiek ten aanzien van gezondheidsrisico s en is in staat tot het organiseren ervan binnen de verschillende voorzieningen voor verstandelijk gehandicapten 3. De AVG heeft kennis van een aantal relevante maatregelen ter voorkoming van gezondheidsrisico's. 4. De AVG heeft kennis van aspecten van de algemene gezondheidszorg, zoals infectiepreventie, hygiëne, voeding en veiligheid. 5. De AVG hanteert protocollen c.q. is in staat protocollen op te stellen, bijvoorbeeld ten aanzien van hepatitis B preventie, influenza vaccinatie en andere besmettelijke ziekten 6. De AVG heeft kennis van voor de zorg voor verstandelijk gehandicapten relevante aspecten van sociale wetgeving. 7. Heeft kennis en vaardigheden op het gebied van specifieke arbeidsgeneeskundige aspecten bij mensen met een verstandelijke handicap
8. Ethiek en gezondheidsrecht maand meer aandacht aan besteden ligt op schema nog niet aan de orde geweest 1. De AVG beschikt over kennis van de medische ethiek voor wat betreft: a. Het verantwoorden en verduidelijken van eigen ethische standpunten b. Ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek bij verstandelijk gehandicapten c. De wijze waarop op voorzieningenniveau aan medisch-ethische standpunten vorm wordt vormgegeven 2. De AVG kan omgaan met ethische dilemma's in de medische zorg voor verstandelijk gehandicapten 3. De AVG is in staat tot het afwegen van belang en belasting van diagnostische en therapeutische handelingen 4. De AVG kent de hoofdzaken en de belangrijkste bronnen van het gezondheidsrecht; is in staat gezondheidsrechtelijke problemen te herkennen; kan elementaire beginselen van het gezondheidsrecht (o.a. BOPZ, WGBO, BIG en ARBO) praktisch toepassen. 5. De AVG is op de hoogte van de wetgeving met betrekking tot wilsonbekwame mensen, ook met betrekking tot het verrichten van wetenschappelijk onderzoek. 6. De AVG is in staat om te gaan met "plaatsvervangend" beslissen en kent zijn verantwoordelijkheid en juridische positie hierin.
9. Persoonlijk functioneren maand meer aandacht aan besteden in orde opmerkingen: Werkhouding Inzet nakomen van afspraken/ punctualiteit kunnen organiseren / plannen van werk methodische werken werktempo inzicht in werk hebben vermogen om hoofdlijnen te zien zelfstandigheid
Assertiviteit Bewaken van eigen grenzen kunnen omgaan met kritische opmerkingen feedback geven feedback ontvangen bespreekbaar maken van eigen handelen beslissingen durven nemen Communicatie Bejegening van en communicatie met de verstandelijk gehandicapte mens Bejegening van en communicatie met ouders en verwanten Bejegening van en communicatie met begeleiders
Hanteren van een professionele afstand Samenwerking collegiale samenwerking overleggen met collega s Overleggen met andere disciplines