1. Interpersoonlijk Competent De docent zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat. De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer en brengt een open communicatie tot stand. De docent bevordert de zelfstandigheid van deelnemers. onvoldoende Nog niet voldoende goed / aantoonbaar voorbeeld - toont geen betrokkenheid met de deelnemer -komt afspraken met de deelnemer onvoldoende na of handelt hierin niet tactvol - neemt een starre houding aan / neemt geen initiatief - biedt onvoldoende klimaat voor samenwerking in de leersituatie voldoende - toont enige betrokkenheid, stelt zich nog niet voldoende open in het contact naar de deelnemer -is wisselend in het nakomen van afspraken, het zich sociaal en tactvol opstellen -helpt de deelnemers wanneer gevraagd, maar nog niet vanzelfsprekend - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer - komt afspraken na en handelt zoals verwacht wordt - schept de voorwaarden voor een goed samenwerkingsklimaat - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open en blijft in het contact met de deelnemer meedenken -handelt met aandacht, tact en bewust van eigen waarden -onderneemt de nodige acties zodat een goede binding en samenwerking ontstaat tussen deelnemers voor - toont zich uitermate betrokken en denkt mee met de deelnemer en bevordert oplossingsgerichtheid bij de deelnemer -toont voorbeeldgedrag door tactvol op te treden - is uitermate inspirerend voor deelnemers, lopen met de docent weg -heeft plezier in contact, toont inleving, betrokkenheid, relativeringsvermogen 1 2 3 4 5 Marit is een prettige collega, toont betrokkenheid naar deelnemers. Is een luisterend oor en handelt zorgvuldig binnen de geldende waarden en normen van het Graafschap College. 1
2. Pedagogisch competent De docent helpt de deelnemers een zelfstandig en verantwoordelijk persoon te worden die onder andere een goed beeld heeft van hun ambities en mogelijkheden. De docent biedt de deelnemers in een veilige leer- en werkomgeving houvast en structuur bij de keuzes die zij moeten maken. onvoldoende nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar -heeft onvoldoende interesse in de deelnemer, stimuleert deze onvoldoende - gaat slordig om met privacy informatie, maakt misbruik van zijn positie - sluit niet aan op het niveau van de deelnemer, geeft hen onvoldoende houvast of structuur - reageert ongecontroleerd in moeilijke lessituaties of groepsprocessen, nieuwe situaties roepen weerstand of spanning op -heeft moeite met het stimuleren van deelnemers, zeker wanneer zij minder gemotiveerd zijn - voelt zich niet echt betrokken bij de interactie tussen de deelnemer en zichzelf - identificeert zich met de geldende normen en waarden, maar is niet in staat om deze ook in moeilijkere situaties toe te passen -geeft structuur en houvast in de lessituatie, maar nog niet om de deelnemer en de groep te bewegen naar zelfstandigheid -stimuleert deelnemers(groep) tot gewenst gedrag -toont interesse en respect voor de deelnemer, laat hen in hun waarde -wijst acties af, die met de geldende normen en waarden botsen -geeft de deelnemer adequaat houvast en structuur bij de door hen te maken keuzes, gaat adequaat om met het groepsproces -helpt de deelnemer bij de ontwikkeling van hun beroepsidentiteit - daagt deelnemers uit tot gewenst gedrag, neemt hen mee - draagt de normen en waarden in zijn organisatie uit -sluit prima aan bij de deelnemer, respecteert hen, plaatst in geval van problemen deze binnen kaders en bewaakt de belangen van alle partijen - past het eigen gedrag moeiteloos aan de verde (les)situaties aan - respecteert de deelnemer met zijn / haar kwaliteiten en eigenschappen, zelfs in lastige situaties en bij moeilijk gedrag -sluit zeer goed aan bij de deelnemer, weet precies waar houvast te bieden en waar los te laten om hen zelf keuzes te laten maken - stimuleert open, eerlijke en gedurfde communicatie en gedrag binnen de geldende normen en waarden - onderkent sterktes en zwaktes van de deelnemersgroep en het groepsproces, en handelt effectief daarnaar 1 2 3 4+ 5 Marit daagt de deelnemers uit, stelt duidelijke grenzen. Marit respecteert de deelnemer, sluit goed aan bij het niveau van de deelnemer mede vanuit haar eigen ervaring. 2
3. Inhoudelijk en Didactisch Competent De docent creëert een krachtige leeromgeving, onder andere door het leren in verband te brengen met realistische en voor de leerlingen/deelnemers relevante toepassingen van kennis in beroep en maatschappij. De docent stemt de leerinhouden en ook zijn doen en laten af op de deelnemers en houdt rekening met individuele verschillen. De docent bepaalt met de deelnemer diens leertraject, motiveert de deelnemers en daagt hen uit. onvoldoende nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar - herkent vragen en problemen vanuit de vakinhoud of vanuit de didactiek niet - werkt chaotisch en ongestructureerd, pakt te veel zaken aan zonder deze af te werken, verliest het overzicht - benut opgedane ervaring onvoldoende in het toepassen van de lessituatie en deelnemersbegeleidi ng - laat zich te gemakkelijk in defensieve houding drukken - beschikt over de basale inhoudelijke kennis en didactiek - heeft nog moeite met het afstemmen van inhoud en didactiek naar de lessituatie toe, het gewenste effect blijft soms uit -stemt inhoud en vakdidactiek af op de deelnemer, dient nog meer rekening te houden met verschillen - beheerst het volle inhoudelijke en didactische vakgebied - verzorgt een gestructureerde, logische en relevante lesopbouw op het juiste moment in de opleiding, in de juiste hoeveelheid. - stemt inhoud en vakdidactiek af op de deelnemer, houdt rekening met verschillen. - herkent belangrijke ontwikkelingen in het beroepenveld, legt verbanden, combineert ter zake doende gegevens - kent de nieuwste ontwikkelingen in didactiek en op het eigen vakgebied en vertaalt deze in de praktijk - verzorgt een gestructureerde, logische en relevante lesopbouw, verheldert situaties, geeft inzicht betreffende oorzaken en samenhangend gevolg - exploreert nieuwe kennis op het eigen vakgebied en maakt gebruik van de nieuwste didactische ontwikkelingen - weet complexe materie te verhelderen in de les, aangesloten op de deelnemer, geeft inzicht aan deelnemers en motiveert hen optimaal. - herkent leerstijlen van deelnemers, signaleert problemen op dit gebied en weet deze op te lossen Marit levert een belangrijke bijdrage aan de planning en organisatie van de leer- en examenprocessen betreffende LB voor de deelnemer. Marit zorgt voor een gestructureerde, logische en helder onderwijs- en examenprogramma voor zowel deelnemer als collega. 3
4. Organisatorisch: De docent draagt zorg voor organisatorische zaken die samenhangen met het onderwijs, het leerproces van de deelnemers en de onderwijsoverstijgende taken. onvoldoende nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar - werkt chaotisch, pakt te veel zaken aan zonder deze af te werken, verliest het overzicht met betrekking tot te verrichten activiteiten, raakt in paniek - is onvoldoende op de hoogte van bestaande procedures en protocollen - werkt de zaken in aangeboden volgorde aan, houdt de agenda tamelijk consequent bij, overziet de aanvoer van te verrichten activiteiten op korte termijn - weet de basisprocedures en protocollen te hanteren, heeft soms moeite met de correcte toepassing hiervan - ordent en plant alle te verrichten activiteiten, werkt systematisch en consequent met actielijsten, deelt beschikbare tijd efficiënt in -gebruikt geëigende hulpmiddelen en procedures om resultaten tijdig te bereiken - stemt uit voeren werk en middelen op elkaar af - stelt prioriteiten in eigen werk - overziet het aanbod van te verrichten uiteenlopende activiteiten op en anticipeert hierop - gebruikt alle mogelijke hulpmiddelen om resultaten tijdig te bereiken - stelt prioriteiten in eigen werk en maakt planningen op langere termijn - zet alles in werking om de resultaten tijdig te bereiken, rekening houdend met de maximale effectiviteit en efficiency -is een vraagbaak wanneer het gaat om welke procedures waartoe dienen Marit is goed in staat haar werkzaamheden te plannen. Hierbij heeft zij een duidelijk beeld betreffende het aanbod van de diverse activiteiten. Marit zet eventuele hulpmiddelen op de juiste manier in. 4
5. Samenwerken met collega s De docent zorgt er voor dat zijn werk en dat van zijn collega's goed op elkaar is afgestemd. Hij draagt bij aan het goed functioneren van de organisatie. De docent communiceert goed met collega s en werkt goed samen, levert een constructieve bijdrage aan vergaderingen en andere vormen van overleg en levert een bijdrage aan de ontwikkeling en vering van de organisatie. onvoldoende Nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar - is individualist, toont geen betrokkenheid met de omgeving -komt afspraken met de omgeving onvoldoende na - kan niet tegen kritiek, is eigenwijs en star -levert onvoldoende bijdrage aan collega s en binnen het team - is collegiaal, helpt waar gevraagd en betrekt zelf de niet vanzelfsprekend bij de cruciale momenten of vraagt niet om feedback - is snel tevreden met de eigen prestatie, wacht de instructies af -de bijdrage aan collega s behoeft e afstemming met hen - is collegiaal en betrekt waar nodig - stelt zich open voor de mening van en vraagt om c.q. geeft goede feedback - maakt collega's attent op mogelijke vering/ wijzigingen en geeft achtergrondinformatie - heeft het groepsbelang voorop staan - blijft voortdurend meedenken en mee discussiëren, heeft oog voor belang van en van de groep als geheel - wisselt van rol ten dienste van de groep/het team -onderneemt de nodige acties zodat een goede binding en samenwerking ontstaat - is een uitermate inspirerende collega - onderkent sterktes en zwaktes van de groep/het team en handelt effectief daarnaar - levert een aantoonbare bijdrage aan de ontwikkeling van collega s, team, organisatie Marit stelt het teambelang voorop. Heeft een duidelijk beeld van de sterke en zwakke kanten van het team. Onderneemt zo nodig actie en zorgt voor de juiste onderlinge afstemming en samenwerking. Marit vervult de rol van voorzitter tijdens de teamvergaderingen. 5
6. Samenwerken met de omgeving De docent onderhoudt een goede communicatie en afstemming met ouders of verzorgers van de deelnemers. De docent zorgt voor een goede communicatie en afstemming tussen school, deelnemer en bedrijven of instellingen waar de deelnemer mee te maken heeft. De docent maakt doeltreffend en zorgvuldig gebruik van het professionele netwerk en het zorgnetwerk van de organisatie. onvoldoende Nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar - is individualist, toont geen betrokkenheid met ouders, andere instanties -komt afspraken met ouders, (leer)bedrijven omgeving of andere instanties onvoldoende na - maakt geen gebruik van het bestaande netwerk van de organisatie -levert onvoldoende bijdrage aan de kennis die via de omgeving binnengehaald kan worden - wacht nog teveel af in het zoeken van contact met ouders, andere instanties -is wisselend in het nakomen van afspraken met ouders, andere instanties -komt niet vanzelfsprekend met nieuwe informatie van ouders en relaties, of naar ouders en relaties toe -is collegiaal en onderhoudt contacten met ouders, andere instanties - komt afspraken na met ouders, andere instanties en informeert deze - maakt intern collega's attent op mogelijke kansen uit de omgeving - is collegiaal, blijft voortdurend meedenken met ouders, leerbedrijven of andere instanties - wisselt van rol / reflecteert naar ouders en omgeving ten dienste van de goede samenwerking -onderneemt de nodige acties naar ouders en omgeving, vanuit belang van dezen en de organisatie - is naar buiten toe het boegbeeld van de organisatie -maakt optimaal gebruik van de netwerken van de organisatie -neemt vanuit de omgeving nieuwe input voor lesprogramma s -gaat buitengewoon tactvol en efficiënt om met ouders, (leer)bedrijven en derden Marit is het boegbeeld voor de organisatie. Communiceert op een juiste manier met ouders en overige externe partijen. Onderneemt zo nodig actie en zorgt voor de juiste verbinding tussen de diverse partijen. 6
7. Competent in reflectie en ontwikkeling De docent ontwikkelt en professionaliseert zich, denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid. De docent weet goed wat hij belangrijk vindt in zijn taakopvatting, heeft een goed beeld van zijn eigen competenties, zijn sterke en zwakke kanten. De docent werkt op een planmatige manier aan zijn verdere ontwikkeling en stemt zijn eigen ontwikkeling af op het beleid de organisatie. onvoldoende nog niet voldoende voldoende goed / aantoonbaar - heeft onvoldoende zicht op eigen competenties of vraagt onvoldoende feedback -heeft onvoldoende zicht op taakopvatting en beroepshouding -behaalt, via bekende wegen, nog onvoldoende resultaat - heeft zicht op eigen competenties / vraagt feedback, maar kan nog onvoldoende aanknopingspunten vinden tot eigen ontwikkeling -heeft zicht op taakopvatting en beroepshouding, heeft nog aandacht nodig naar wat er verwacht wordt en naar de consistente lijn hierin - behaalt resultaten via bekende en gekozen wegen en middelen - heeft zicht op competenties, vraagt voldoende feedback, en ontwikkelt zich hierin - weet wat belangrijk is in de taakopvatting en beroepshouding, handelt hiernaar -herkent veranderingen in de werksituatie en stelt werkwijzen adequaat bij - haalt resultaten via andere dan eerder gekozen wegen/middelen - heeft goed zicht op eigen reflectie en ontwikkeling, vraagt voldoende feedback en werkt hier doelgericht aan -weet wat belangrijk is in de taakopvatting en beroepshouding, reageert op verde omstandigheden, neemt adequate beslissingen - past snel, maar overwogen aanpak, werkwijze of methodiek aan - is zich zeer bewust van het effect van eigen handelen op, werkt hier doelgericht aan en benut kansen die de organisatie biedt -is een voorbeeld voor wat betreft taakopvatting en beroepshouding, reageert direct op verde omstandigheden - durft overwogen risico s te nemen, geeft optimaal vorm aan een leven lang leren Marit heeft goed zicht op eigen handelen en de daarbij behorende reflectie en ontwikkeling. Marit weet wat belangrijk is in haar taakopvatting en zoek hierin de juiste verhoudingen. Marit neemt weloverwogen beslissingen, ook op de langere termijn met als uitgangspunt het belang van de organisatie en de deelnemer. 7
8