Samen Opleiden. Ontwikkelplan. Opleidingsschool van Peel tot Maas en Dommel tot Aa

Vergelijkbare documenten
Symposium Leren en Innoveren

Op weg naar de (academische) opleidingsschool

Bijlage 8.8: Professionele leergemeenschappen (Verbiest, 2012)

Rollen en taken in Opleidingsschool Boss po. Bijlage 11. Kenniscentrum Talentontwikkeling

Samen opleiden. Vlaanderen. Nederland. Leuven, 3 mei Jeannette Geldens Herman L. Popeijus

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Beoordelingscriteria Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

Voorlichtingsbijeenkomst VO: Handreiking schrijven subsidieaanvraag toetredingsregeling nieuwe en niet-ocwbekostigde.

Evolueren naar leerwerkgemeenschappen: Betekenisvol Samen leraar worden

Activiteitenplan samen opleiden voor scholen. Bijlage 15. Kenniscentrum Talentontwikkeling

De begeleidings- en beoordelingstrajecten zijn schriftelijk vastgelegd en te raadplegen door anderen. ILS en Radboud Docenten Academie.

Professionalisering in vraaggestuurd samen opleiden VELON CONGRES 2017

Voorlichtingsbijeenkomst Steunpunt Opleidingsscholen PO:

TKAO. Visie op samen opleiden. Samenwerking en organisatiestructuur. Professionalisering. Kwaliteitszorg. Regionale spreiding

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Samen de kwaliteit ontwikkelen, monitoren en borgen van Samen (academisch) Opleiden!

werkwijze PLG werkkaart

Informatie Innovatietraject Voortgezet Leren Serie 1

Betekenisvol Leren Onderwijzen: van visie naar opleidingspraktijk door studentevaluaties

OPLEIDER IN DE SCHOOL, COACH en OPLEIDINGSCOÖRDINATOR Post-HBO opleidingen

SAMEN OPLEIDEN: impact van leren in beeld. Meerjarenplan Opleiden in de School

TKAO. Ontwikkelplan Tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen. Gegevens aspirant-opleidingsschool. Visie op de opleidingsschool *

Professionalisering van de werkplekbegeleider

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Aspirant Opleidingsschool worden.. Bespiegelingen en reflecties

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Op weg naar betekenisvol onderwijs en onderzoekend en actief leren.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

ONDERWIJS EN INNOVATIE OP DE LINDERTE

Beleid Horizontale dialoog Hogeschool Viaa

Datum Uitnodiging subsidieaanvraag Regeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Kennisbenutting in onderzoekende scholen. Anje Ros Lector leren en innoveren, Fontys HKE

Samen. stevige. ambities. werken aan.

Inductietraject koppelen aan werkplekleren

Beroepsregistratie. PROJECT Versterking Samenwerking. Borging en met elkaar in verbinding (blijven) Inleiding Beroepsstandaard. Beroepsregistratie

Keurmerk verdieping bij hercertificering

Informatiebulletin voor studenten Bijlage 3

Samenwerkingsovereenkomst Opleidingsschool Utrecht Amersfoort

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Korte versie beleidsplan

HOE STEM OPTIMAAL INZETTEN IN DE LERARENOPLEIDING?

1.5. Susan Beckers en Linda Verheijen 3 : De nieuwe rol van de slb er op de werkplek.

Ontwikkelscan Opleiden in de school Partnerschap Opleiden in de school Marc Cobben en Anje Ros

Masteropleiding Leren en Innoveren Locatie Helmond

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Meerwaarde voor onderwijs. De Pijlers en de Plus van FLOT

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Regionale broedplaatsen voor onderzoek en praktijkleren

Competenties directeur Nije Gaast

Lerende Organisatie in publiek-publieke samenwerkingen (hogeschool en grootstedelijke gemeentes) Bovens, J. & Moresi, S., 2019

2.4. Paul Hennissen en Pie Pelzer: Eisen aan opleidingsscholen Aanleiding Hoe is te werk gegaan?

Oprichting en instandhouding samenwerkingsverband (stuur- en managementgroep, en thematische werkgroepen)

Sjoerd de Jong. Van versterking samenwerking naar bekostiging opleidingsschool in het mbo

Publicatie- en presentatiebeleid Kempelonderzoekscentrum

Deel 1 Evaluatie opleider: checklist tussentijds evaluatiemoment versie 2017

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Partnerschap Academische Opleidingsschool. Anje Ros en Linda Keuvelaar FHKenE

Thermometer leerkrachthandelen

Ontdek je wereld. Koersplan THUIS IN DE WERELD. Hoogen Dries 3, 5051 WK Goirle

Studenten en leerkrachten leren praktijkgericht onderzoek doen. Anje Ros, Lector Leren & Innoveren Anja van Wanrooij, Basisschool Het Mozaïek

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

De PLG-bril. De drie capaciteiten

Lerende partnerships

Opleidingsprogramma DoenDenken

Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1

Professionele werkplaatsen: een model voor leren en onderzoekend samenwerken

Concept projectplan Steunpunt Hoogbegaafdheid

Opleidingskader. Hogeschool de Kempel

De motor van de lerende organisatie

Evaluatie van opleiders door aios LUMC: inleiding voor opleiders versie 2017

Op expeditie naar waarde(n)

STRATEGISCH BELEIDSPLAN

LOOPBAANGERICHT LEREN IN DE HR

IselingeAcademie. Je verder specialiseren in onderwijs doe je bij Iselinge Academie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

BIJLAGE 5. WAARDERINGSKADER VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Opbrengstgericht Werken

Werken met leerwerktaken

Werkdocument Checklist positieve factoren in een Transfer-/Trajectklas

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK. Basisschool Adriaan van den Ende

Handreiking schrijven subsidieaanvraag tegemoetkoming kosten opleidingsschool. Voor het po, vo en mbo

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

SWPBS en HGW in curriculum lerarenopleiding

Een kijkje in de schatkist van het Partnerschap Opleiden in de School

Werkplekopleidingsschool

Zelfevaluatiekader voor samen opleiden (quickscan versie)

Samen Opleiden. Tussen Peel en Maas en Dommel en AA. Projectplan Versterking samenwerking scholen en lerarenopleiding

Peer-review: gezamenlijke kennis nationaal benutten;

Strategie in Beweging. Koersnotitie. versie 4

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Begeleiden en opleiden van studenten door partnerscholen van de Marnix Academie

Strategisch koersplan Onderwijs met Ambitie

Kenniskring leiderschap in onderwijs. Voorbeeld onderzoek in eigen organisatie

FAQ s tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Versie 21 augustus 2015

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Basistraject Schoolopleider Informatiebrochure

Welkom in het Horizon College

Toetsingskaders opleidingsschool en academische kop 2013

Spinnenweb t.b.v. evaluatie stand van zaken implementatie Zo.Leer.Ik! concept

Transcriptie:

Samen Opleiden Ontwikkelplan Opleidingsschool van Peel tot Maas en Dommel tot Aa SPO-Venray, Zicht Primair Onderwijs PlatOO Eenbes Primair QliQ Primair Onderwijs OBS Helmond PRODAS Hogeschool de Kempel (penvoerder) Aanvraag subsidie Tegemoetkoming kosten aspirant-opleidingsscholen Helmond, 31 augustus 2016

Inhoud 1 Visie en ambities op Samen Opleiden... 2 1.1. Onze visie: Verschil maken... 2 1.2. Theoretische uitgangspunten van Samen Opleiden... 3 1.3. Onze collectieve ambities gedurende 2017-2019... 5 1.4. Stand van zaken Samen Opleiden... 6 1.4.1. Samenwerkingstraditie en partijen... 6 1.4.2. Project Versterking samenwerking opleiding en scholen... 7 1.4.3. Werkplekcurriculum van Samen Opleiden... 8 1.5. Ontwikkelpad Samen Opleiden... 8 1.5.1 Tijdpad Ontwikkelplan... 9 2 Samenwerking & Organisatie... 10 2.1 Onze ambitie... 10 2.2 Samenwerking en begeleidingsstructuur... 11 2.3 Samenwerking en organisatiestructuur... 11 2.4 Stand van zaken van de huidige samenwerking... 13 2.4.1 Overleg en besluitvorming m.b.t. Samen Opleiden... 13 2.4.2 Overige HS de Kempel... 14 2.4.3 Ervaringen tot nu toe... 14 2.5 Ontwikkelpad... 14 2.5.1 Samenwerking bij de opstelling van het Ontwikkelplan... 14 2.5.2 Activiteitenplan... 15 2.5.3 Tijdpad... 15 2.5.4 Samenvattend overzicht... 16 3 Professionalisering... 17 3.1 Onze ambitie... 17 3.2 Stand van zaken met betrekking tot de professionalisering... 17 3.2.1. Professionaliseringsprogramma individueel... 17 3.2.2. Professionaliseringsprogramma op team-niveau... 19 3.3. Ontwikkelpad Professionalisering... 19 3.3.1. Activiteitenplan... 19 3.3.2. Tijdpad... 19 3.3.3. Samenvattend overzicht... 20 4. Kwaliteitszorg... 21 4.1 Onze ambitie... 21 4.1. Stand van zaken... 21 4.3. Ontwikkelpad Kwaliteitszorg... 21 4.3.1. Activiteitenplan... 22 4.3.2. Samenvattend overzicht... 22 Bijlage 1: Samenhang tussen opleiden van leerlingen, leraren en lerarenopleiders... 23 Bijlage 2: Artikel Hoe denken basisschoolleraren over toetsen... 25 Bijlage 3: overzicht projecten Samen Opleiden periode 2004-2013... 26 Bijlage 5: Toenemende complexiteit in leeractiviteiten in de stage... 33 Bijlage 6: Interview versteking samenwerking LO en scholen (Oberon)... 36 Bijlage 7: Samenwerking Kempel en Driestar bij het professionaliseren van schoolopleiders.... 37 Bijlage 8: Flyers PHBO Schoolopleider... 38 Bijlage 9: Flyer mentorenspecialisatie... 39 Bijlage 10: Zelfevaluatiekader (ZEK)... 40 1

1 Visie en ambities op Samen Opleiden 1.1. Onze visie: Verschil maken Zolang er onderwijs bestaat hebben leraren in het basisonderwijs een bijdrage geleverd aan de opleiding van toekomstige leraren. De wijze waarop laat in de loop van de onderwijshistorie verschillende verschijningsvormen zien. Van meester-gezel leren en aanbodsturing door het opleidingsinstituut tot vraaggestuurd leren door de (aanstaande) leraar als onderdeel van integraal personeelsbeleid. De constante in deze ontwikkeling is het gegeven dat er zonder praktijk geen leraar opgeleid wordt. In onze visie is samen opleiden het samen leren van de onderwijspraktijk op de werkplek, plus het samen leren over deze onderwijspraktijk op de lerarenopleiding. De werkplek en de lerarenopleiding, hebben weliswaar ieder hun eigen context maar het is juist de verbinding van beiden die zo belangrijk is voor de professionele ontwikkeling van leraren. Dit kan niet zonder een consistente, geïntegreerde werk- en leeromgeving, waar het leren binnen de instelling nauw verbonden is met het leren in de praktijk. Aangezien deze onderwijspraktijk wordt gekenmerkt door diversiteit, is het zaak voor leraren om de onderwijswereld in al haar verscheidenheid te leren kennen en te leren van deze verschillen. In een dergelijke werkplekleeromgeving wordt de aanstaande leraar voortdurend uitgedaagd te pendelen tussen theorie over de onderwijspraktijk, eigen beelden van de onderwijspraktijk en de gevarieerde praktijk zelf. Het leren van verschillen is echter niet eenvoudig en kan zonder sturing leiden tot ad-hoc leren. Dit vraagt om een structurele samenwerking en afstemming tussen werkveld en opleiding in de directe werk- en leeromgeving. In de Opleidingsschool van Peel tot Maas en Dommel tot AA, zijn wij daarom allen mede-opleider en partner in leren. In een gemeenschappelijk en geïntegreerd leerproces werken wij met elkaar aan de individuele en gezamenlijke ontwikkeling van (aanstaande) leraren en onze organisaties. Ons gezamenlijk doel is het opleiden van (aanstaande) leraren 1 die het verschil kunnen maken voor leerlingen. (Aanstaande) leraren die zich gedurende hun bacheloropleiding ontwikkelen tot startbekwaam leraar, in de inductiefase tot basisbekwaam leraar en vervolgens tot vakbekwaam leraar. Dit is een proces dat begint bij de leraar in opleiding en zijn gehele schoolcarrière doorloopt. Hiermee is tevens de breedte van de doelgroep voor de Opleidingsschool bepaald. Om partners in leren te kunnen verbinden is het belangrijk om een gemeenschappelijke basis te hebben. Werkveld en opleiding hebben natuurlijk elk hun eigen focus en bijbehorende belangen maar samen delen zij het belang van goed opgeleide leraren. Leraren die het verschil kunnen maken voor leerlingen, collega s in het team en voor partijen in de directe omgeving. De samenleving en het onderwijs veranderen voortdurend en alle partners willen van elkaar leren welke competenties de leraar van nu nodig heeft om goed toegerust te zijn op zijn rol; en welke leerervaringen (in de context van de opleiding of werkveld) daartoe bijdragen. Vanuit een visie op een geïntegreerd leerproces onderschrijven alle partners in de opleidingsschool daarbij het belang van een brede ontwikkeling. Een ontwikkeling die alle kernopgaven van het onderwijs verbindt, te weten kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2013) maar ook verbinding aanbrengt tussen leren op het niveau van de leerling, van de leraar en van de opleider van leraren. Dit vormt de basis voor een consistent en geïntegreerd werk- en leerproces op meerdere niveaus. Zie bijlage 1 voor een beschrijving van deze samenhang en het leren en handelen van leerlingen, leraren en lerarenopleiders. In de afgelopen drie jaar is de basis gelegd voor bovenstaande visie in het project Samen Opleiden 2. In de komende drie jaar willen wij deze basis verder versterken en verankeren in een Opleidingsschool als duurzaam samenwerkingsverband. Wij willen verder bouwen aan een regionale Opleidingsschool waarin de PO-scholen in de regio Peel en Maas en Dommel en AA en de opleider (Hogeschool de Kempel) samen zorgdragen voor het opleiden van (aanstaande) leraren basisonderwijs. Kernpunten daarbij zijn samen opleiden, samen begeleiden, beoordelen en samen onderzoeken en ontwikkelen. 1 In deze aanvraag hanteren we de term aanstaande leraren vanwege de toenemende zelfverantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling tot leraar, die voortvloeit uit de nadruk op sturing van het eigen leerproces en zelfregulatie (Geldens, 2007) 2 Projectplan Samen Opleiden, van Peel tot Maas en Dommel tot Aa, ingediend in het kader van de regeling Versterking Samenwerking Scholen en lerarenopleiding (2013) 2

Wij geloven in de kracht van samenwerken als antwoord op de uitdagingen van de toekomst. Daarvoor zijn professionele en lerende onderwijsprofessionals en -organisaties nodig. Wij herkennen de urgentie en het belang van de Lerarenagenda 2016-2020 3 en sluiten met dit Ontwikkelplan volledig aan de op de punten 2,4,5 en 6 van deze agenda, te weten: - De hogescholen en universiteiten gaan door met het verbeteren van de kwaliteit van de lerarenopleidingen - De startende leraar ontwikkelt zich na de opleiding tot een volledig bekwame leraar - Leraren, schoolleiders en schoolbesturen maken van scholen lerende organisaties - Alle leraren bekwaam en bevoegd 1.2. Theoretische uitgangspunten van Samen Opleiden Vanuit een gemeenschappelijke basis, delen wij met elkaar eenzelfde concept over leren en het opleiden, begeleiden en beoordelen van dat leren. Een concept dat in samenwerking met het werkveld tot stand is gekomen en wordt beschreven in het opleidingskader en het Instellingsplan (2012-2017) van Hogeschool de Kempel. Hierin delen wij sociaal constructivistische uitgangspunten op het leren (van leerlingen of leraren) en hoe we in het opleiden, begeleiden en beoordelen zoveel mogelijk de lerende eigenaar kunnen laten zijn van zijn eigen professionele ontwikkeling. Vergelijkbare uitgangspunten hanteren wij tot slot ook op het niveau van organisaties. Deze sturen de wijze waarop we in onze opleidingsschool tegen samenwerken, samen leren en veranderen aankijken. Sociaal-constructief leren Voor ons is de lerende altijd een zelfsturende actor in de onderwijsprocessen. Leren is voor ons betekenisvol wanneer er sprake is van de volgende kenmerken 4 : het is actief, collaboratief, constructief, doelgericht, gecontextualiseerd en waardevol. Actief: Lerenden construeren actief en zelfstandig kennis. Niet langer staat de instructie door leraren centraal, zoals in het overdrachtsmodel, maar de leeractiviteiten van de actieve, zelfstandige lerende. Collaboratief: Lerenden werken samen, in een gestructureerde of vrije situatie, waarbij elk groepslid een bijdrage levert. Dit kan door middel van coöperatief leren. Er is sprake van bevorderende interactie, individuele verantwoordelijkheid en groepsverwerking. Het succes van de ene persoon is afhankelijk van het succes van de groep. Constructief: Lerenden bouwen actief kennis op (ze construeren deze) door nieuwe informatie te interpreteren vanuit de kennis die ze al hebben en ook vanuit persoonlijke waarden en opvattingen. Er wordt voorkennis geactiveerd en voortgebouwd op ervaringen. Doelgericht: Noodzakelijk is dat er duidelijkheid bestaat bij zowel de leerlingen als de leraar over de doelstellingen van de onderwijsactiviteiten. Dit alles met als doel de leerlingen te motiveren, uit te dagen en te zorgen dat er eigenaarschap bij de leerlingen ontstaat. Feedback en evaluatie spelen een belangrijke rol bij het bereiken van het doel. Gecontextualiseerd: Het leren vindt plaats in een betekenisvolle context en in authentieke situaties. Door contextualisering krijgen de gestelde problemen ook betekenis voor diegenen die ermee werken. Transfer naar andere contexten zal gemakkelijker verlopen. Er bestaat een verband tussen de lesstof, de eigen ervaringen en de (belevings-)wereld van het kind. Waardevol: Individueel/persoonlijk en op groepsniveau: Er is sprake van betrokkenheid en een balans tussen bedoeling en betekenis. Als het onderwijs waardevol is kunnen de leerlingen de transfer maken van de leerstof naar hun eigen wereld, het geleerde internaliseren en raken ze gemotiveerd. Samen opleiden, begeleiden en beoordelen Ten aanzien van het samen opleiden willen wij (aanstaande) leraren voldoende kansen en mogelijkheden bieden om te leren van verschillen en uit te groeien tot leraren die het verschil maken. Wij willen hen in staat 3 Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap. (2013). Lerarenagenda 2013-2020: de leraar maakt het verschil. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. 4 Popeijus, H. L., & Geldens, J. (Eds.). (2009). Betekenisvol leren onderwijzen in de werkplekleeromgeving. Antwerpen / Apeldoorn: Garant. 3

stellen zelf vorm te geven aan hun eigen professionele ontwikkeling, de ontwikkeling van hun leerlingen en de ontwikkeling van de organisatie(s) waarin ze werkzaam zijn. Wij willen hen opleiden tot zelfstandige professionals die in relatie staan met (anderen in) hun omgeving en voortdurend pendelen tussen theorie, subjectief concept en praktijk (Vreugdenhil, 2000). Dat ze zelfgestuurd leren (autonoom en zelfstandig leren), en dat ze als het ware hun eigen leraar worden (De Jong, 2012 5 ). In het samen begeleiden is het daarbij belangrijk om een passende, krachtige werkplekleeromgeving 6 te bieden en goede feedback te geven aan de (aanstaande) leraar vanuit verschillende perspectieven. Deze feedback bestaat conform Hattie & Timperly (2007) 7 uit het geven van feed-up, feedback en feed-forward zowel op het niveau van de taak, het proces als de zelfregulatie. De (aanstaande) leraar wordt daarbij gestimuleerd om eigenaarschap te nemen van zijn eigen leerproces 8. Daarbij betrekt hij niet alles op zichzelf maar voorziet hij zich van feedback vanuit verschillende perspectieven (werkplekbegeleider-mentor, leerlingen, ouders en andere professionals). De bovenstaande manier van feedback geven ondersteunt de formatieve functie van beoordelen. Wij vinden het belangrijk dat betrokkenen eigenaarschap nemen over het eigen leerproces, eigen keuzes maken en blijven leren van de verschillen die ze tegenkomen. Dit is echter niet het enige. Om richtinggevende kaders te bieden en de kwaliteit te kunnen garanderen, vindt de opleidingsschool ook de summatieve functie van beoordelen belangrijk. Het lectoraat Eigentijds Beoordelen in het Onderwijs (EBO), ondersteunt het werkveld en de opleiding bij het combineren van beide vormen van beoordeling door de uitvoering van praktijkgericht en wetenschappelijk onderzoek. De ontwikkeling van een toolkit over toetsen en beoordelen in het onderwijs, door (aanstaande) leraren en lectoraat, is hier een mooi voorbeeld van. Samen werken, leren en ontwikkelen In analogie met het leren van leraren dienen ook alle partijen in de opleidingsschool te blijven ontwikkelen. Om verschillen tussen partners te overbruggen en de autonomie van alle betrokkenen daarbij te ondersteunen, zullen wij met alle partners in de opleidingsschool een gemeenschappelijk kader moeten ontwikkelen. Daarnaast zijn de voornaamste voorwaarden voor een goede samenwerking het in relatie zijn. Mede gebaseerd op de ervaringen in het project, herkennen wij ons in de elementen die Schoenmakers (2016 9 ) benoemt om dit mogelijk te maken: Appreciatie: Iedereen is nodig voor het slagen van de ambities en iedereen heeft kennis, talenten en ervaring. Niet alleen de mensen die voor zijn, maar juist ook degene die tegen zijn. Een waarderende aanpak ( appreciative inquiry ) kan bijdragen aan het vergroten van acceptatie en participatie. Bruggen bouwen: Vertrouwen is een belangrijke voorwaarde om mensen met elkaar te verbinden. Dit bruggenbouwen moet eerder worden opgevat als een werkwoord dan als een product. Er ontstaat dan een (merkbaar) construct waarin de spelers eigenaarschap en invloed ervaren in plaats van bovenaf beïnvloed te worden. Dialogische praktijken: Dialogen stimuleren de wederzijdse waardering van elke stem en vergroten het eigenaarschap in (ontwikkelings)processen. Deelnemers aan de dialoog zijn immers gericht op het samen verkrijgen van dieper inzicht in een onderwerp of op het gezamenlijk bedenken van oplossingen voor problemen en, door het uitwisselen van ideeën en opvattingen. Collaboratieve praktijken: Kenmerkend voor netwerken en samenwerking op basis van waardering is dat dit gebeurt zonder te oordelen wie wat doet, wie het belangrijkste is of doet wie het beste zou weten. Zo kan co-creatie tot stand komen. De bovenstaande uitgangspunten vormen belangrijke vertrekpunten voor het bevorderen van eigenaarschap bij alle partners en bij het organiseren van de samenwerking. 5 Jong, F. de (2012). John H. Flavell. Zelfgestuurd leren. In Ruijters, M. & Simons, R. (red.), Canon van het leren. 50 concepten en hun grondleggers (p. 623-635). Deventer: Kluwer. 6 Een werkplekleeromgeving is voor ons meer dan alleen het leren op de werkplek. Een Werkplekleeromgeving omschrijven we als een door basisschool en hogeschool ingerichte leer- en werkomgeving waarbinnen aanstaande leraren de voor het beroep benodigde bekwaamheden kunnen verwerven in een wisselwerking tussen leren en werken. (Geldens, 2007, p.1) 7 Hattie, J. & Timperley, H. (2007). The power of feedback. Review of Educational Research, 77(1), p. 81-112. 8 Deci, E. L., & Ryan, R. M. (eds.) (2002). Handbook of self-determination research. New York: University of Rochester Press. 9 Schoenmakers, L. (2016). Gelukkig veranderen. Duurzaam veranderen vanuit waardering en verbinding. Basisschool Management,2,14-19. 4

1.3. Onze collectieve ambities gedurende 2017-2019 Partijen in de aspirant opleidingsschool beseffen dat de kwaliteit van het onderwijs in de regio mede wordt bepaald door de mate waarin opleiding en werkveld de handen ineenslaan voor de ontwikkeling van goede leraren in de onderwijspraktijk en voor de ontwikkeling van krachtige onderwijspraktijken op de opleiding en in scholen. De opleidingsschool beoogt daarbij voor het collectief en elke deelnemende organisatie de volgende inhoudelijke ambities te realiseren: A. Ontwikkelen van krachtige werkplekleeromgevingen voor (aanstaande) leraren De onderwijspraktijk kan een krachtige plek vormen om te leren maar de kwaliteit van leren is o.a. afhankelijk van de leermogelijkheden die de werkplek biedt aan leraren voor deelname aan waardevolle opleidings- en leeractiviteiten. In de aspirant opleidingsschool willen wij met elkaar samenwerken om de leermogelijkheden van elke werkplek te vergroten en scholen na twee jaar in staat te stellen te voldoen aan de kwaliteitseisen van een krachtige werkplekleeromgeving. Deze eisen omvatten onder andere een door de opleiding en werkveld aangescherpt en gedeeld beeld over: (start- en vak)bekwaamheid, een curriculum van werkplekgebonden (leer- en opleidings)activiteiten en de condities die op elke werkplek aanwezig dienen te zijn om krachtig leren mogelijk te maken. Opbrengst: in de opleidingsschool bevinden zich in 2019 louter gekwalificeerde scholen die een krachtige werkplekleeromgeving bieden voor (aanstaande) leraren. B. Professionaliseren van (de opleiding, begeleiding en beoordeling van) leraren op de werkplek. De kwaliteit van leren is mede afhankelijk van de mate waarin (aanstaande) leraren gebruik weten te maken van de leermogelijkheden op de werkplek. In de opleidingsschool willen wij vanuit gedeelde beelden in de praktijk met elkaar aan de slag om leraren op te leiden die de competenties ontwikkelen die de moderne praktijk van hen vraagt. Samen opleiden, begeleiden en beoordelen vormen hierbij de ingrediënten waarmee dat in de praktijk wordt gebracht. Daarvoor is het nodig elkaars taal te spreken en te weten waar je (mede)verantwoordelijk voor bent. Op dit moment ervaart het werkveld in de beoordeling van competenties voornamelijk een door de opleiding gestuurde aanpak. Op basis van professionaliseringstrajecten en het delen van ervaringen uit de praktijk van Samen Opleiden, willen wij naar een gedeelde aanpak en evenwichtige rolverdeling in het samen opleiden, begeleiden en beoordelen (50/50 basis). Er wordt binnen de ontwikkelperiode gestreefd naar een situatie waarin het werkveld zich volwaardig en gelijkwaardig eigenaar voelt van de na te streven competenties en de ontwikkeling en beoordeling daarvan. Opbrengst: de opleidingsschool beschikt in 2019 over een gedeelde begeleidingsstructuur met gekwalificeerde begeleiders en opleiders in de school en in de opleiding. Het samen opleiden, begeleiden en beoordelen is geïntegreerd in het IPB van scholen en het programma van de opleiding. C. Delen en gebruiken van elkaars expertise in professionele werkplaatsen. Het werkveld en de opleiding vormen ook partners in het leren over onderwijs zelf. Om scholen en (aanstaande) leraren toe te rusten tot het leveren van een bijdrage aan het onderwijs van morgen vormt de opleidingsschool een ontmoetingsplaats waar schoolontwikkeling, onderzoek en kennisdeling bij elkaar komen. Er zullen daartoe een aantal professionele werkplaatsen worden ingericht waarin aanstaande leraren, leraren basisonderwijs, instituutsopleiders en andere experts of belanghebbenden samenkomen om onderzoek te doen en kennis te delen. Deelnemende partijen werken daarbij met elkaar samen om een strategische onderzoeksagenda op te stellen en deze te verbinden aan deze werkplaatsen en onderzoek dat in de scholen en de opleiding wordt gedaan. Opbrengst: deelnemers van de opleidingsschool hebben toegang tot actuele kennis op strategische onderzoeksonderwerpen middels samenwerking met de opleiding en (aanstaande) leraren in professionele werkplaatsen. D. Ontwikkelen van onderwijs(aanbod) en nieuwe leermogelijkheden op de werkplek. De opleidingsschool richt zich op de professionalisering van (aanstaande) leraren in een onderwijspraktijk die voortdurend aan veranderingen onderhevig is. Op basis van structureel overleg 5

en het delen van kennis en ervaringen, over het leren in de werkplek en over de werkplek, zullen aanpassingen en ontwikkelingen plaatsvinden in het curriculum op de opleiding en op de werkplek. Opbrengst: de opleidingsschool beschikt in 2019 over een geactualiseerd onderwijsaanbod en leermogelijkheden die in gebruik zijn genomen op de werkplek en in de opleiding. E. Borgen van een duurzame en doorlopende ontwikkeling Door het realiseren van de genoemde inhoudelijke ambities (A-D) benutten wij elkaars kennis en expertise en werken wij aan professionele ontwikkeling van (aanstaande) leraren èn de organisaties waar zij deel van uit maken. Dit heeft consequenties voor het opleidingsbeleid van de lerarenopleider en voor het IPB-beleid binnen de scholen. Wij hebben met elkaar in de loop van de tijd diverse bouwstenen daarvoor ontwikkeld, maar deze zijn nog onvoldoende gedeeld en met elkaar verbonden. De ambitie is om deze bouwstenen met elkaar te verbinden in een gedeelde visie en afspraken op het gebied van samenwerking, professionalisering en kwaliteit. Dit ontwikkelplan is ons spoorboekje om daarin lijn aan te brengen, hier en daar verder te ontwikkelen en zo gedurende de ontwikkelperiode tot een samenhangend Opleidingsplan te komen. Opbrengst: Opleidingsplan (incl. deelplannen voor Samenwerking, Professionalisering en Kwaliteitszorg) waarmee de opleiding van een aanstaande leraar tot startbekwaam leraar, zich doorontwikkelend tot basisbekwaam en vakbekwaam leraar kan worden geborgd conform de NVAO toetsingskaders voor de opleidingsschool (eindkwalificaties, leeromgeving, professionalisering, kwaliteit) Dit ontwikkelplan stelt ons in staat om structureel bekostigd de regionale Opleidingsschool te borgen en verder regionaal uit te breiden. De deelnemende scholen, hun besturen en de opleider gaan werken langs de lijnen die in dit Ontwikkelplan zijn uitgezet (organisatie en samenwerking, professionalisering en kwaliteitszorg) en scharen zich na 2 jaar achter het Opleidingsplan van de Opleidingsschool met de daarin uitgewerkte programma s, ambities en doelstellingen. Zij onderschrijven de afspraken in de samenwerkingsovereenkomst die behoort tot dit plan, verdelen taken over leraren en faciliteren de werkzaamheden. 1.4. Stand van zaken Samen Opleiden 1.4.1. Samenwerkingstraditie en partijen Scholen, besturen en Hogeschool de Kempel hebben een lange samenwerkingstraditie op het gebied van Samen Opleiden. Zie het onderstaande overzicht voor projecten die zijn vooraf gegaan aan het project Versterking samenwerking scholen en lerarenopleiding. In bijlage 3 kan een nadere toelichting worden gevonden op deze eerdere projecten. 6

Op basis van deze en andere samenwerking in het verleden is er een structureel overleg ontstaan tussen opleiding en werkveld. Dit overleg is ondergebracht in een veldcommissie en werkveldcommissie. In de veldcommissie nemen bestuurders deel van de grootste PO besturen in de regio. Dit overleg wordt twee tot drie keer per jaar georganiseerd en is bedoeld om te toetsen of de opleiding zich met de juiste zaken bezig houdt ( de juiste dingen doet ). In de werkveldcommissie nemen (afgestudeerde) leraren en directeuren deel. Dit overleg wordt drie tot vier keer per jaar georganiseerd en is bedoeld om te toetsen hoe de opleiding de zaken uitvoert in de praktijk ( de dingen juist doet ). Op initiatief van de veldcommissie, en in afstemming met de werkveldcommissie, is in 2014 een project gestart voor het structureel versterken van de samenwerking. 1.4.2. Project Versterking samenwerking opleiding en scholen In augustus 2014 startten Hogeschool De Kempel en zes schoolbesturen in de regio, te weten Eenbes Basisonderwijs, OBS Helmond, Platoo, Qliq Primair, SPO Venray en Zicht PO aan het traject Versterking Samenwerking scholen en lerarenopleiding. Vanaf het begin deden 16 scholen voor basis- en speciaal basisonderwijs mee. Alle scholen werden voor gefaciliteerd om een leerwerkgemeenschap te vormen en een themadeskundige en opleider-in-de-school tijd te geven om in de school en in de samenwerking goed te kunnen bijdragen. De scholen kozen op grond van hun eigen schoolontwikkelingsvraag twee thema s die daarop het best aansloten. Daarbij maakten zij een keuze uit de gezamenlijke thema s pedagogisch handelen ; omgaan met verschillen ; educatief partnerschap ; opbrengstgericht werken en startende leraren. Daarnaast droegen alle scholen bij aan het overkoepelende thema samenwerking algemeen. In zes themabijeenkomsten (per studiejaar) stonden de deelnemers stil bij het door hun gekozen thema en ontwikkelden zij in de themagroep een gezamenlijke doorgaande lijn, waarmee beschreven werd wat onze gezamenlijke verwachtingen zijn van een startende student, een student in de hoofdfase, een startbekwaam leraar en van een leraar in de fase van voortgezette professionalisering naar vakbekwaam leraar. Daarnaast werkten alle groepen aan praktische materialen en middelen die konden worden ingezet in de beroeps- en opleidingspraktijk. Zo ontstonden kijkwijzers, gesprekswijzers, beschreven aanpakken en werkwijzen per thema. Meer informatie over het project en de opbrengsten staan op de website www.samenopleiden.info. De thematische groepen werden ervaren als nuttig en inspirerend, vooral ook omdat er praktische kwesties uit school en opleiding werden gedeeld. Daardoor ontstond als vanzelf een wederzijds begrip over de kansen voor het opleiden op specifieke thema s in de opleiding of juist in de praktijk. Het thema samenwerking algemeen verliep wat minder gemakkelijk. De nulmeting die we wilden doen met de ZEK-vragenlijst was bij aanvang wel door schoolleiders ingevuld, maar bleek onvoldoende bekend te zijn bij de deelnemers aan de themagroep samenwerking algemeen en bij de collega s in het team. Daarom besloten we om het kader te bespreken met alle deelnemers. Dat werkte voor een deel van de groep verhelderend, maar voor een ander deel niet zo. Om het in een groter kader te plaatsen, verbonden we het zelfevaluatiekader aan de theorie achter leren in een leergemeenschap en de lerende organisatie. Opnieuw leverde dit voor een aantal deelnemers verheldering en voor anderen verwarring op. Was het de bedoeling om het zelfevaluatiekader te gebruiken als checklist of als gespreksleidraad? Bovendien: was dit kader bedoeld voor de pabo én de scholen, of alleen voor de scholen? In het tweede jaar van het project is, mede op basis van bovenstaande ervaringen, gekozen voor een koerswijziging binnen het thema samenwerking algemeen. De focus is komen te liggen op de ontwikkeling van de PHBO Schoolopleider (zie paragraaf 3.2) en (vanaf januari 2016) het opleiden van de eerste schoolopleiders. Op deze wijze zouden scholen een kartrekker krijgen voor schoolontwikkeling, een aanspreekpunt voor samenwerking met de opleiding, en vertrouwd worden met de bouwstenen uit het ZEK. Aan het einde van het eerste projectjaar stelden we vast dat het goed zou zijn om op alle scholen inzichtelijk te maken wat er nog nodig was om te voldoen aan de criteria voor opleidingsschool. Een aantal gesprekken met schoolleiders vond plaats, waarin die criteria werden besproken in het bredere kader van de schoolplanontwikkeling en het personeelsbeleid. Dat werkte zeer verhelderend. Vrijwel alle scholen die meedoen in het project hebben uitgesproken dat zij werken aan de school als lerende organisatie. Zij doen dat onder andere door iets te veranderen aan de mate waarin leraren meedenken over het beleid van de school (in leerkringen, of leercirkels). Ook hoorden we voorbeelden van scholen die op grond van het traject versterken samenwerking hebben ingezet op teamprofessionalisering voor het geven van feedback, of het verruimen van de mogelijkheden van de interne coach om niet alleen de starters, maar ook anderen met een ondersteuningsvraag te coachen. 7

Door met de traject-interventies goed aan te sluiten op de schoolontwikkeling, ontstaat er een gedeelde, gedragen visie over samen opleiden. Wat er zeker veranderd is: de gedachte dat je alleen een opleidingsschool kunt zijn, als je ook studenten hebt. Steeds meer delen we de gedachte dat opleiding en begeleiding naadloos in elkaar overgaan en in de gehele loopbaan van de leraar van belang blijven. In een opleidingsschool leert iedereen dus van en met elkaar. Voor meer informatie over de stand van zaken over het project Versterking samenwerking verwijzen we naar het interview van Oberon (zie bijlage 6). 1.4.3. Werkplekcurriculum van Samen Opleiden Aangezien Hogeschool de Kempel geen apart, losstaand opleidingstraject kent voor studenten die deelnemen, wordt het werkplekcurriculum van Samen opleiden momenteel gevormd door de reguliere stagepraktijk. Het aanbod van activiteiten op de werkplek, de begeleiding en ieders bijdrage daaraan (student, mentor en stagebegeleider) wordt beschreven in een aantal stagedocumenten. Deze kunnen per opleidingsjaar worden gevonden op de website http://www.kempel.nl/stage (zie brochures voor de eerste drie leerjaren en het laatste leerjaar). Hieronder volgt een korte samenvatting. In de huidige stagepraktijk doen studenten van De Kempel praktijkervaring op in zo n 400 basisscholen in de regio. De doelen in de stage zijn gekoppeld aan de kritische kernen van de SBL competenties en krijgen vorm in leeractiviteiten met een toenemende complexiteit (zie bijlage 5). Praktijkopdrachten in de opleiding zorgen voor de koppeling van opleiding naar praktijk en opgedane leerervaringen (inclusief knelpunten) in de praktijk worden besproken in tutorgroepen op de opleiding. Begeleiding van het leren op de werkplek vindt plaats door minimaal de mentor (van de stageschool) en de stagebegeleider (van de opleiding). Zij verzorgen de formatieve feedback maar geven ook input voor de summatieve beoordeling door het invullen van een Kempelscan (zie bijlage 5). De rollen, activiteiten en verantwoordelijkheden van zowel student, mentor, stagebegeleider en tutor zijn in elke fase van de opleiding omschreven (http://www.kempel.nl/stage). Professionalisering van begeleiders vindt plaats via bijeenkomsten, praktijktraining voor mentoren en regelmatige evaluaties. In het lopende project Samen Opleiden zijn deze professionaliseringstrajecten uitgebreid met een PHBO voor Schoolopleider. Deze opleiding is ontwikkeld samen met De Driestar hogeschool te Gouda (zie bijlage 8). Samengevat: de huidige vorm van het werkplekcurriculum is tot stand gekomen op basis van een lange traditie van samenwerken in het verleden. De werkwijze ten aanzien van opleiden, begeleiden en beoordelen is weliswaar getoetst door de veld- en werkveldcommissie, maar wordt door anderen uit de praktijk toch vaak ervaren als gestuurd vanuit de opleiding. Daarbij geldt tevens onbekend maakt onbemind. Het project in het kader van Versterken Samenwerking tussen opleiding en scholen heeft gezorgd voor meer bekendheid bij de deelnemers over de opleiding en het besef dat niet alles in de opleiding, c.q. beroepspraktijk geleerd kan worden. Het structureel overleg heeft ook geleid tot nieuwe ontwikkelingen in de opleiding en werkveld. Het heeft op thema s belangrijke input opgeleverd voor o.a. nieuw aanbod (bijv. het aanbod educatief partnerschap ) en per thema een doorgaande lijn opgeleverd van student naar vakbekwaam leraar. En het heeft bij alle partijen geleid tot het besef dat het de moeite waard is om deze samenwerking structureel te maken. 1.5. Ontwikkelpad Samen Opleiden Bij de thematische verdieping van de afgelopen jaren hebben wij samen gewerkt met het zgn. ROTOR-model 10 als denk-, handelings- en onderzoeksmodel. De ROTOR is een praktisch denk-, handelings- en onderzoeksmodel, dat bruikbaar is om op een verantwoorde wijze de inhoudelijke kwaliteit te borgen van (voorgenomen) onderwijsontwikkelingen. Het model is ontwikkeld door het lectoraat Leren in leerwerkgemeenschappen vanuit de visie dat onderwijsontwikkeling gebaseerd zou moeten zijn op een gestructureerde en ontwerpgerichte onderzoeksbenadering middels bewijsvoering voor die vernieuwing of verbetering. De ROTOR vertoont nauwe verwantschap met het PDCA- (kwaliteitszorg)model maar voegt er een voorafgaande fase aan toe waarin een zorgvuldige analyse wordt gedaan van de beginsituatie (de Retrospectie fase). Het is ook een houvast voor aanstaande leraren om gestructureerd en onderzoekend tegen zaken aan te kijken, antwoorden te zoeken en er het handelen voortdurend op af te stemmen. 8

Voor deze ontwikkelperiode gebruiken wij de ROTOR om te komen tot een Opleidingsplan. In de ROTOR worden de volgende stappen onderscheiden die in zijn geheel en per thema worden doorlopen: 1. Retrospectie = terugkijken naar en analyseren van de huidige stand van zaken met betrekking tot Samen Opleiden (analyse beginsituatie a.h.v. voorbeelden en best practices ). 2. Ontwerpen = ontwerpen en ontwikkelen van aanvullende concepten, processen en instrumenten die een verrijking vormen voor het Samen Opleiden (een ontwerp om de gewenste situatie te gaan bereiken). 3. Toepassen = het toepassen van het ontwerp op de deelnemende scholen. 4. Onderzoeken = het verzamelen en analyseren van informatie op de deelnemende scholen over de wijze waarop het ontwerp in de praktijk is toegepast 5. Reflectie en borging = het trekken van conclusies (is de gewenste situatie bereikt?) ten behoeve van verbeteracties die kunnen worden doorgevoerd in het dagelijks handelen van Samen Opleiden. Vervolgens kan een volgende ROTOR worden doorlopen. Samen opleiden is hiermee een proces van voortdurend denken, proberen en leren. De ROTOR kan voor het geheel gebruikt worden alsmede door alle geledingen binnen de organisatie van het Ontwikkelplan. Een structureel overleg in elke stap is daarbij belangrijk om er voor te zorgen dat er een gemeenschappelijk beeld is bij alle partners. Op ieder niveau zijn daarvoor alle partners vertegenwoordigd en werken zij intensief en op gelijkwaardige basis samen. 1.5.1 Tijdpad Ontwikkelplan Onderstaand overzicht geeft een samenvattend beeld van de planning van het gehele ontwikkelplan voor de periode van drie jaar. Het bestaat uit de activiteiten die worden ondernomen in de verschillende delen (samenwerking, professionalisering en kwaliteit) en de borging daarvan in een opleidingsplan. In de volgende hoofdstukken worden de achterliggende activiteiten en opbrengsten in meer detail uitgewerkt. Samenwerking bij opleiden, begeleiden en beoordelen op de werkplek deelplan Professionaliseren van leraren, hun begeleiders, en andere betrokkenen deelplan Kwaliteit van opgedane inzichten en maatregelen gericht op verbinding en verduurzaming deelplan Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> organisatie en samenwerking Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> Professionalisering Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> Kwaliteit 2017 2018 2019 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Voorbereidingsfase Opleidingsplan In het gearceerde deel is aangegeven welke periode tot het ontwikkelpad behoort van het betreffende onderdeel. De groene cellen geven de deelresultaten aan in de vorm van de deelplannen en het overkoepelende opleidingsplan. De overige praktijkopbrengsten die worden genoemd bij de ambities zullen worden opgenomen in de diverse deelplannen. Deze zullen hierna ook apart worden beschreven bij de verschillende onderdelen van het ontwikkelplan (t.w.: samenwerking, professionalisering en kwaliteit). 1.5.2. Samenvattend overzicht Het overzicht op de volgende pagina geeft weer hoe we de overkoepelende ambities A en E realiseren om tot een duurzame en doorlopende ontwikkeling te komen van samen opleiden in de (aspirant) opleidingsschool. 9

Ambitie E: Planning voor het borgen van een duurzame en doorlopende ontwikkeling van de (aspirant) opleidingsschool Onderdeel Actuele status Doelstelling ontwikkelingsperiode Activiteiten Start-eind Wie Eindverant woordelijk Visie Samen Opleiden Inclusief begeleiding en beoordeling Visie en huidige stagepraktijk uitgewerkt door de opleider Op basis van het doorlopen van de ROTOR systematiek zijn verbeteringen (in opleiden, begeleiden en beoordelen) uitgeprobeerd, doorgevoerd en geborgd in de praktijk Ontwikkelen gedeelde visie en (concept) werkplekcurriculum samen opleiden Jan 2017 - Juli 2019 Coördinatie groep o.b.v. input werkgroep 1 (deelplan samenw.) Stuurgroep HR-beleid HR / IPB beleid per bestuur en school verschillend ingevuld Deelnemende scholen en besturen hebben samen opleiden een structurele en herkenbare plek gegeven in hun HR beleid Integreren consequenties samen opleiden in IPB beleid deelnemende besturen en scholen Sept 2017 - Juli 2019 Besturen Scholen Stuurgroep Opleidingsplan Nog niet uitgewerkt en gedeeld; Bouwstenen wel aanwezig 1 opleidingsplan, gedeeld tot stand gekomen, als integraal document voor de onderdelen opleiden, begeleiden en beoordelen Ontwikkelen opleidingsplan Jan 2017 - juli 2019 Draagvlak verbreden voor deelname opleidingsschool toekomst Coördinatie groep Stuurgroep Stuurgroep Sept 2018 juli 2019 2 Samenwerking & Organisatie 2.1 Onze ambitie Samen willen wij dat de Opleidingsschool een krachtige werkplekleeromgeving zal bieden voor onze (aanstaande) leraren PO. Om per 2020 samen een structureel bekostigde Opleidingsschool te worden is het noodzakelijk om met elkaar structureel, intensief en planmatig samen te werken op zowel bestuurlijk als operationeel niveau. Op bestuurlijk niveau worden regionale doelen besproken, vindt afstemming op onderwerpen plaats en worden de projectactiviteiten activiteiten aangestuurd. Op operationeel niveau wordt in werkgroepen gewerkt aan de onderwijsinhoudelijke invulling. Dat betekent dat medewerkers vanuit alle deelnemende organisaties zijn betrokken, direct bij de ontwikkeling van onderdelen of bij het gebruik daarvan in de praktijk. Het benutten van elkaars expertise en het leren van en met elkaar is daarbij belangrijk. Ambitie op organisatorisch gebied voor 2017-2019 1. Er is voor (alle deelnemers in) de opleidingsschool een vaste organisatiestructuur, en processen voor de samenwerking op het gebied van Samen Opleiden zijn geïmplementeerd (zie collectieve ambitie E) 2. Scholen hebben een leerwerkgemeenschap en professionele werkplaatsen ingericht en voldoen aan de kwaliteitscriteria van het zelfevaluatiekader voor een krachtige werkplekleeromgeving (zie collectieve ambitie A en C). 3. Van elk deelnemend bestuur is een minimum aantal van vijf scholen actief betrokken. De Opleidingsschool is ingericht op minstens 150 (aankomende) leraren. Tussen 2018 en 2020 worden ook scholen buiten het samenwerkingsverband geïnformeerd met als doel dat er na 3 jaar alle basisscholen in de regio geïnformeerd en uitgenodigd zijn om gebruik te maken van de opbrengsten. Met het beoogde aantal besturen betekent de laatste ambitie ten opzichte van het voorgaande project een groei in besturen (van 6 naar 7), scholen (van 3 naar min. 5 scholen per bestuur) en betrokken (aanstaande) leraren. Met een gemiddelde van drie studenten per school streven wij naar een minimum aantal van 150 studenten in de opleidingsschool (zie bijlage 4 voor een overzicht van de scholen en besturen). Groei is echter geen doel op zich. Het verbeteren van de kwaliteit van het leren op de werkplek heeft de hoogste prioriteit. 10

2.2 Samenwerking en begeleidingsstructuur Voor het organiseren van de samenwerking hebben we met alle partners eerst vanuit de visie een model gekozen en vervolgens de structuur uitgewerkt. Daarbij staat het samenwerkingsverband het model voor ogen van partners in opleiden en leren. Hierbij achten we het organiseren van een kwalitatief hoogwaardige begeleiding(structuur) zo dicht mogelijk op de (aanstaande) leraar van het grootste belang. Mentoren spelen hierin een cruciale rol maar ook mentoren hebben daarbij begeleiding en een ondersteunende schoolomgeving nodig om het werk goed te kunnen doen. Binnen de beoogde structuur van de opleidingsschool onderscheiden we de volgende begeleidingsrollen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen rollen binnen de school en rollen binnen de opleiding. A. Begeleidingsrollen en verantwoordelijkheden binnen de school - Mentor: De mentor begeleidt (aankomende) leraren bij het werkplekleren in de dagelijkse praktijk. Dit is de persoon die veelal eerste aanspreekpunt is voor de student op de werkplek en zijn functioneren beoordeelt en van feedback voorziet. - Schoolopleider: Hij is de algemeen begeleider van meerdere (aankomende) leraren in de school. Hij coördineert activiteiten voor werkplekbegeleiders, signaleert professionaliseringsbehoeften, doet voorstellen voor professionalisering en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de leermogelijkheden op de werkplek, de begeleiding en de beoordeling van studenten. B. Begeleidingsrollen en verantwoordelijkheden in de lerarenopleiding (De Hogeschool de Kempel) - Stagebegeleider: Dit is veelal de algemeen begeleider van de student in de school (met name in de tweede lijn). Hij onderhoudt contacten met schooldirectie, begeleiders van studenten en studenten, signaleert professionaliseringsbehoeften en doet voorstellen voor professionalisering en is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de begeleiding en de beoordeling en de werkplek van studenten. - Stagecoördinator: de stagecoördinator onderhoudt contacten met de coördinatoren op de POpartnerscholen en is verantwoordelijk voor plaatsing van studenten op de scholen. - Instituutsopleider: De instituutsopleider leidt (aanstaande) leraren op binnen de context van een opleidingsinstituut waar (aanstaande) leraren opgeleid worden. Het opleiden en begeleiden van (aanstaande) leraren behoort substantieel en structureel tot de kerntaak In de volgende figuur worden de rollen gepositioneerd ten opzichte van de aanstaande leraar op de werkplek. 2.3 Samenwerking en organisatiestructuur Onze visie op samenwerking vertrekt vanuit een gedeeld eigenaarschap waarbij iedere partner-organisatie op proactieve wijze (samen)werkt aan benodigde ontwikkelingen in de eigen organisatie en actief deelneemt aan alle collectieve besluiten en acties. In het voorgaande project waren alle partners hiervoor op elk niveau vertegenwoordigd en namen bijvoorbeeld alle schooldirecteuren deel aan de managementgroep en alle leraren in de themagroepen. De brede vertegenwoordiging leverde door de diversiteit onder deelnemers veel discussies op en dit ging (voor veel deelnemers) ten koste van de daadkracht. Voor de nieuwe organisatiestructuur is daarom gekozen voor gedeeld eigenaarschap in combinatie met slagvaardigheid. We doen dit door het werken in compacte teams (werkgroepen) waarin alle geledingen vertegenwoordigd zijn. De structuur zal hierna verder worden uitgewerkt. 11

Samenwerking en organisatiestructuur tijdens Ontwikkelfase (2017-2019) Door de ervaring die met elkaar is opgedaan en door de nieuwe ambities van het Ontwikkelplan werken wij met een samenwerkingsstructuur speciaal ten behoeve van deze ontwikkelperiode. Daarin leggen wij de basis voor de samenwerkingsstructuur voor de periode na drie jaar. Gedurende de ontwikkelfase van drie jaar werken wij met drie Werkgroepen (zie schema). Iedere Werkgroep richt zich op de inhoudelijke uitwerking van één van de drie thema s: 1. Samenwerken en organisatie (in samen opleiden/begeleiden/beoordelen van leraren 11 ) 2. Professionalisering (van betrokken professionals) 3. Kwaliteitszorg (op organisatieniveau) De Werkgroepen werken systematisch volgens Rotor-systematiek, m.a.w. zij inventariseren de verschillende praktijken, ontwikkelen één of meerdere voorkeurspraktijken ( best practice ), testen dit op beperkte schaal, onderzoeken de effecten daarvan en borgen de vernieuwingen in de onderwijspraktijk. De coördinatie van de werkzaamheden is in handen van de Coördinatiegroep. In de Coördinatiegroep zitten vertegenwoordigers van de drie Werkgroepen. De Coördinatiegroep staat onder leiding van een 2-hoofdig procesmanagement team (PMT) met een vertegenwoordiger vanuit de Opleiding en het Scholenveld. Dit PMT bewaakt en stuurt het ontwikkelproces, verzorgt de interne en externe projectcommunicatie en rapporteert aan de Stuurgroep. In alle groepen gaan wij uit van een evenwichtige bezetting waarin vertegenwoordigers en deskundigen van de opleider en de scholen zitting hebben. Iedere werkgroep heeft vijf deelnemers. Inzet is dat ieder Bestuur in minstens één werkgroep is vertegenwoordigd. Iedere werkgroep onderhoudt relaties met de deelnemende scholen. Op bestuurlijk niveau is de Stuurgroep verantwoordelijk voor het toezicht op de uitvoering van het Ontwikkelplan. Zij zal de uitkomsten beoordelen en bekrachtigen en de samenwerking na 2 jaar formaliseren. PW PW PW PW PW Deze werkwijze wordt vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst van de partners voor de Ontwikkelfase. Daarin zal ook worden opgenomen dat er voldoende tijd en andere faciliteiten beschikbaar worden gesteld om medewerkers voor deze taken uit te rusten. Deelnemers aan de Werkgroepen zullen ongeveer voor 0,1 FTE worden vrijgesteld voor overleg en het uitvoeren ontwikkelingswerkzaamheden. Voor deelname aan overleg in de Stuurgroep, Coördinatiegroep en in de scholen is voor de betreffende deelnemers extra tijd beschikbaar. Hieronder volgt een overzicht van de vergaderfrequentie waarmee de diverse groepen bij elkaar komen: Stuurgroep Coördinatiegroep Werkgroepen Leerwerkgemeenschap Min. 2 keer per jaar (of meer wanneer de situatie daar om vraagt) Min. 6 keer per jaar (of meer wanneer de situatie daar om vraagt) Min. 2 keer in de maand, e.e.a. zelf te bepalen afhankelijk van ontwikkeltaken Min. 1 keer in de twee maanden, e.e.a. zelf in te plannen. 11 Het onderdeel visie beschouwen wij daarbij als een onderdeel dat een goede basis kent in de huidige situatie en binnen het eerste thema steeds verder aangescherpt zal worden op basis van ervaringen. 12

Samenwerking en organisatiestructuur binnen de Opleidingsschool (vanaf 2019) De samenwerking en organisatiestructuur die wij gebruiken tijdens de ontwikkelfase wordt als basis gebruikt voor het werk in de Opleidingsschool vanaf 2019. Kernpunten van die structuur zijn slagvaardig, evenwichtig en ontwikkelingsgericht. Bestuurlijk blijven de scholen en de opleider verantwoordelijk voor hun eigen deel. Het projectmanagement blijft in handen van het PMT. De werkgroepen zullen na 2019 een open agenda krijgen en op basis van vraagsturing onderwerpen bespreken en uitwerken in de vorm van voorstellen. Op alle niveaus van de organisatie willen wij de scholen en de opleider gelijkwaardig en evenwichtig weerspiegeld zien. Op basis van voortschrijdend inzicht in de ontwikkelperiode kunnen onderdelen worden toegevoegd of gewijzigd. Koppeling naar de scholen als leerwerkgemeenschap en als broedplaats van nieuwe inzichten Op scholen werken studenten, mentoren samen met opleiders van de lerarenopleiding aan professionalisering van (aanstaande) leraren en het verbeteren van de kwaliteit van leren op de werkplek. Deze leerwerkgemeenschap (LWG) wordt voorgezeten door een leraar die hiervoor middels professionalisering (PHBO Schoolopleider) wordt gefaciliteerd. De schoolopleider vormt voor de opleidingsschool de contactpersoon. Hij begeleidt en ondersteunt de werkplekbegeleiders (mentoren) en zorgt er voor dat de school optimale condities worden gerealiseerd voor het werkplekleren. In overleg met besturen zal met een select aantal scholen een vijf- tot zestal professionele werkplaatsen (PW, zie figuur) worden ingericht. In deze professionele werkplaatsen worden krachten gebundeld en wordt samen onderzoek gedaan naar grote vraagstukken (onderwijsthema s) die spelen in de regio. Hiervoor wordt het onderzoek gebundeld van lectoren, studenten in de PABO, en onderzoek door studenten in de Master Leren en Innoveren (rondom strategische onderzoeksonderwerpen die aansluiten bij de regionale samenwerking in het kader van Vierslagleren). Binnen de professionele werkplaatsen wordt gebruik gemaakt van de cyclus en de tools van collectief leren ofwel collectief kennis creëren, ontwikkeld door het lectoraat Kantelende Kennis (Castelijns, e.a., 2009). Deze werkwijze wordt vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst van de partners voor de Ontwikkelfase. Daarin zal ook worden opgenomen dat er professionalisering en andere faciliteiten beschikbaar zijn om schoolopleiders, mentoren en andere betrokkenen voor hun taken uit te rusten. Gedifferentieerde deelname en stakeholders Het samenwerkingsverband van Samen Opleiden biedt ruimte om de intensiteit van betrokkenheid van deelnemende scholen te differentiëren. Er kunnen omstandigheden zijn waardoor sommige scholen zwaarder kunnen en willen worden ingezet in de ontwikkelfase dan andere. Tenslotte is de relatie tussen onze Opleidingsschool en de andere opleidingsscholen binnen het Radiant-netwerk van belang. In dat netwerk zullen ervaringen worden uitgewisseld en gedeeld. Het Radiant-netwerk heeft een eigen Centre of Expertise Persoonlijk Meesterschap (CEPM). Daar wordt vooral onderzoek en kennisdeling georganiseerd m.b.t. Persoonlijk Meesterschap. Onze Opleidingsschool wil graag verbonden zijn met deze kennisbasis en daar ook aan bijdragen. Een speciale partner voor kennisuitwisseling vormt tot slot de Hogeschool Driestar waarmee wij de PHBO voor schoolopleider hebben ontwikkeld en overeenkomstige ideeën hebben voor het ontwikkelen van een hoogwaardige begeleidingspraktijk op scholen. Vanuit deze hoedanigheid zullen zij ook als sparringpartner en critical friend fungeren tijdens de uitvoering. 2.4 Stand van zaken van de huidige samenwerking 2.4.1 Overleg en besluitvorming m.b.t. Samen Opleiden De samenwerking binnen Samen Opleiden heeft tot op heden plaats gevonden in een leerwerkgemeenschap op schoolniveau en een bovenschoolse kennisdeling in themagroepen. Daarbij stond de inhoudelijke uitwerking van vijf thema s centraal (Omgaan met Verschillen, Opbrengstgericht werken, Ouderbetrokkenheid, Pedagogisch handelen en Startende Leraar). Structureel overleg vond plaats op het niveau van: - Leerwerkgemeenschap (LWG) op scholen: Een leerwerkgemeenschap bestaat uit studenten, leraren en leden van het management van een basisschool die samen met (een) docent(en) van de lerarenopleiding werken aan schoolontwikkeling. - Themagroepen bovenschools: De thema-werkgroepen hebben de taak om de kennis die de uitkomst is van het leerproces binnen een leerwerkgemeenschap te delen en vertalen naar kennis die bruikbaar is voor onderwijs op het specifieke thema. 13

- Managementgroep: De managementgroep bestaat uit directeuren van de 16 deelnemende schoolbesturen en de managers post-initieel en initieel van de lerarenopleiding. De managementgroep is verantwoordelijk voor het bewaken of de uitvoering cf. plan verloopt. - Stuurgroep: De stuurgroep bestaat uit bestuurders van alle deelnemende schoolbesturen uit het regionale Samenwerkingsverband (basisscholen en lerarenopleiding). De stuurgroep is verantwoordelijk voor het bewaken van de richtinggevende kaders in het plan. Op elk van deze niveaus is gewerkt aan het verbeteren van de samenwerking ten behoeve van: - het opzetten van professionele leerwerkgemeenschappen (LWG) in elke deelnemende school en een regionaal leernetwerk met de andere scholen van besturen; - een gemeenschappelijke taal en een doorgaande leerlijn op het niveau van de leraar; - het hanteren van een zelfevaluatiekader op het niveau van de schoolorganisatie; - een begeleidingsaanpak en -instrumenten voor mentoren en coaches op de deelnemende scholen en verbetering van hun begeleidingskwaliteit door professionaliseringstrajecten; - Vaststellen van het competentieniveau van start- tot vakbekwame leraar op de 5 thema s; - Ontwerpen van actieplannen voor doorwerking op de deelnemende scholen. 2.4.2 Overige HS de Kempel In analogie met de verdeling tussen managementgroep en stuurgroep in het project, zijn er doorlopende samenwerkingsstructuren binnen Hogeschool de Kempel die een bredere agenda hebben dan alleen Samen Opleiden, te weten de eerder genoemde werkveld en veldcommissie Schoolbesturen. 2.4.3 Ervaringen tot nu toe Het proces van samenwerking m.b.t. Samen Opleiden en de resultaten daarvan zijn in activiteitenverslagen en onderzoeken gemonitord en geëvalueerd (zie evaluatiedocumenten op de website van het project). Een aantal conclusies is belangrijk voor de inrichting van het ontwikkeltraject naar onze Opleidingsschool - Hoewel sommige deelnemers in het begin werden gehinderd door een wat afwachtende houding, is deze zowel bij de scholen als de opleiding veranderd. Sommige deelnemers hebben moeten wennen aan de proactieve, zelfsturende rol die van deelnemers verwacht wordt om ontwikkelingen in de eigen organisatie in gang te zetten. Dit wordt als één van de successen voor de samenwerking beschouwd. - Gezamenlijk zoeken is daarbij een lastig maar leerzaam proces. Uiteindelijk hebben de scholen en de opleiding gezamenlijk hun doel(en) kunnen formuleren en daarnaartoe kunnen werken. - Zoeken moet ook leiden tot het vinden van een uitkomst. Concrete ambities en eindpunten helpen daarbij, evenals voorbeelden van anderen. - Er moet voldoende ruimte blijven voor de eigenheid van deelnemers en de accenten die zij willen leggen in de samenwerking. Een dialoog is belangrijk om verwachtingen op elkaar af te stemmen. - Studenten moeten meer betrokken en vooraf geïnformeerd worden om deel te nemen aan de leerwerkgemeenschap. Middels een aparte brochure en een startbijeenkomst willen we studenten bij aanvang van het studiejaar hierover al informeren zodat zij beargumenteerde keuzes kunnen maken in de stage en het (ondersteunings)aanbod van de Opleidingsschool. - De olievlekwerking vanuit het project naar niet-aangesloten scholen verloopt niet automatisch. Communicatie en samenwerking tussen deelnemende scholen binnen besturen en naar geïnteresseerde scholen van andere besturen verdient expliciet aandacht. 2.5 Ontwikkelpad 2.5.1 Samenwerking bij de opstelling van het Ontwikkelplan In het najaar 2015 hebben de besturen en de directie van de Kempel de ambitie uitgesproken om de bestaande samenwerking binnen Samen Opleiden verder uit te bouwen en te verankeren in een Opleidingsschool. Daartoe uitgedaagd door het Ministerie van OCW die middelen ter beschikking heeft voor de dekking van de kosten voor een ontwikkeltraject. De huidige stuurgroep van Samen Opleiden heeft dit voornemen voorgelegd aan alle betrokken gremia en voldoende draagvlak voor dit vervolg vastgesteld. Op verzoek van de scholen heeft de Kempel het initiatief voor het ontwikkelen van dit traject op zich willen nemen en is een ontwikkelteam samengesteld. Dit team heeft nagedacht over de grondslag, de visie en ambities die de basis zouden moeten zijn voor het Ontwikkelplan. Namens deze werkgroep is een presentatie verzorgd op de voorlichtingsbijeenkomst van het Steunpunt Opleidingsscholen in november 2015. Het ontwikkelteam (6 14

personen) is samengesteld uit praktijkdeskundigen van de scholen en de opleiding (o.a. projectleiding, algemeen management en lector). Zij zijn in april 2016 gestart met de voorbereidingen van een aanvraag voor Aspirant Opleidingsschool 2017-2019. Omdat Hogeschool de Kempel al enige jaren intensief overleg voert over (de kwaliteit van) het leren op de werkplek en Samen Opleiden met Hogeschool Driestar (bijlage 7), is aan deze hogeschool gevraagd om feedback te geven op het concept-ontwikkelplan. Het ontwikkelteam heeft de volgende versie van het ontwikkelplan vervolgens voorgelegd aan DUO voor nog een feedbackronde en de bijgewerkte versie aan de stuurgroep en managementgroep van Samen Opleiden. Zij hebben vervolgens de reeds deelnemende schoolbesturen gevraagd in te stemmen met het ontwikkelplan en de daaraan gekoppelde samenwerkingsovereenkomst. Het plan is ook breed uitgezet ook bij andere, nog niet aangesloten besturen en bijbehorende scholen. Uiteindelijk hebben alle in de samenwerkingsovereenkomst opgenomen scholen en hun besturen ingestemd met het plan. Zij staan borg voor de noodzakelijke inzet van mensen en middelen om dit Ontwikkelplan tot een succes te maken. De wijze waarop deze aanvraag tot stand is gekomen, laat zien dat scholen, besturen en opleider zich mede-eigenaar voelen van de ambities en nauw samenwerken, kennisdelen en samen verantwoordelijkheid willen dragen voor het resultaat. 2.5.2 Activiteitenplan Samen opleiden, begeleiden en beoordelen is de kern van de Opleidingsschool. Daarin wordt zichtbaar hoe scholen en opleider samen zorg dragen voor de vorming van de (aanstaande) leraar. Dit zal betekenen dat taken zullen worden (her)verdeeld, dat accenten worden verlegd, dat er nieuwe functies kunnen ontstaan met consequenties voor het HR-beleid (IPB: Integraal Personeelsbeleid) op scholen. De werkgroep 1 werkt het deelplan Samenwerken in Opleiden/Begeleiden/Beoordelen uit op basis van de ROTOR-systematiek en doet hierover voorstellen aan de coördinatiegroep. Haar werkagenda omvat: - Beschrijven functionarissen/rollen en hun samenhang m.b.t. samen opleiden/begeleiden/beoordelen - Beschrijving van de processen m.b.t. samenwerken bij opleiden/begeleiden/beoordelen - Samenstellen van toolkits t.b.v. samen opleiden/begeleiden/beoordelen - Ontwerpen van minimumeisen te stellen aan toetredende scholen m.b.t. samenwerking - Verzamelen en analyseren ervaringen op de scholen en de opleider - Voorstellen over formatie en de inbedding van e.e.a. in het HRM-beleid - Doen van een voorstel voor de facilitaire voorzieningen die m.b.t. samenwerking noodzakelijk zijn. De samenwerking (organisatiestructuur en samenwerkingsprocessen) is ook onderdeel van de werkagenda van de andere werkgroepen. Zij werken ieder voor zich de samenwerkingsmodellen en processen uit die passend zijn op hun thema en brengen die in de coördinatiegroep samen tot een model. De taken en werkzaamheden van de overige werkgroepen zullen aan bod komen bij de betreffende onderdelen van het ontwikkelplan. 2.5.3 Tijdpad Samenwerking bij opleiden, begeleiden en beoordelen op de werkplek deelplan Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> organisatie en samenwerking 2017 2018 2019 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Voorbereidin gsfase Uit het overzicht kan worden afgeleid dat er in twee ROTOR cycli zal worden gewerkt. Op basis van een analyse van de huidige werkwijze zal het samen opleiden, begeleiden en beoordelen integraal worden uitgewerkt in een document dat het werkplekcurriculum beschrijft voor het schooljaar 2017-2018. De toepassing hiervan in de praktijk op scholen zal door de werkgroep worden gevolgd en gedurende het jaar zal een set van tools worden ontwikkeld ter ondersteuning van het werkplekleren en de begeleiding daarvan. Deze tools zullen worden geïntegreerd in de professionaliseringstrajecten (zie professionalisering) en in het werkplekcurriculum van schooljaar 2018-2019. Daarna zal de toepassing opnieuw worden gevolgd en worden bijgesteld tot een min of meer definitieve versie van het werkplekcurriculum die (samen met een planning van nieuwe activiteiten) zal worden opgenomen in het deelplan voor organisatie en samenwerking. 15

2.5.4 Samenvattend overzicht Het onderstaande overzicht geeft weer hoe we de in 2.1 genoemde ambities realiseren om tot een duurzame en doorlopende ontwikkeling te komen van samen opleiden in de (aspirant) opleidingsschool. De koppeling met de onderscheiden ambitie wordt met behulp van een cijfer in de eerste kolom aangegeven. Aangezien sommige activiteiten een bijdrage aan meerdere ambities leveren kunnen daar meerdere verwijzingen staan. SAMENWERKING EN ORGANISATIE Onderdeel Actuele status Doelstelling ontwikkelingsperiode Activiteiten Start-eind Wie Eindverant woordelijk Projectorganisatie (ambitie 1) Huidige organisatie in brede SG en MG slagvaardige projectorganisatie Project(organisatie) ingericht en betrokkenen zijn gefaciliteerd en geïnformeerd Jan 2017 Coördinatiegroep Stuurgroep Begeleidingsstructuur (ambitie 1) Zie huidige rollen begeleidingsstructuur Rollen zijn opgenomen in begeleidingspraktijk scholen en IPB besturen Toewijzen rol schoolopleider en mentoren op scholen Opnemen rollen in IPB beleid besturen Werkgroep 1 Bestuurders Stuurgroep Jan Jul. 2017 Leerwerkgemeenscha p (ambitie 1 en 2) Scholen zijn deels bekend, deels onbekend met LWG Op elke school is een LWG ingericht en actief Inrichten LWG en professionele werkplaatsen op elke school Werkgroep 1 Scholen Stuurgroep Werkplekcurriculum (ambitie 1 en 2) Huidige stagepraktijk uitgewerkt door de opleider Op basis van het doorlopen van de ROTOR systematiek zijn verbeteringen (in opleiden, begeleiden en beoordelen) uitgeprobeerd, doorgevoerd en geborgd in de praktijk Ontwikkelen (concept) werkplekcurriculum Jan - Juli 2017 (concept 1) Jan - Juli 2018 (concept 2; Inclusief toolset) Werkgroep 1 Stuurgroep Werkplekleeromgevin g (ambitie 1 en 2) Huidige praktijk op scholen Elke school biedt een werkplekleeromgeving aan die voldoet aan de kwaliteitscriteria van het ZEK Ingebruikname ZEK (als onderdeel opgenomen in PHBO schoolopleider) en ontwikkelen van condities die nog onvoldoende op orde zijn Scholen Schoolopl. Zie 4.3.3 Werkgroep 3 Stuurgroep Sept. 2017 Juli 2019 Deelplan Samenwerking (Ambitie 3) Nog niet uitgewerkt en gedeeld; Deelplan samenwerking gereed voor accreditatie Ontwikkelen gedeeld deelplan samenwerking Werkgroep 1 prof. Stuurgroep Kwantitatieve onderbouwing per school Aantal FTE schoolopleiders i.r.t. aantal studenten per school Uren werkplekbegeleiding i.r.t. aantal studenten per school 1 gekwalificeerde schoolopleider per school Kwalificering vindt plaats volgens de VELON beroepsregistratie voor schoolopleiders (m.b.v. portfolio). Hieraan kan een professionaliseringstraject ten grondslag liggen of andere door opleiding en/of ervaring verkregen competenties. Zie professionalisering voor verdere aantallen. 1 gekwalificeerde mentor per student op elke school. Kwalificering is in handen van de scholen zelf. Binnen de werkgroep bepalen zij in overleg met de opleiding de norm en de professionaliseringsmogelijkheden voor mentoren (zie verder professionalisering). 16

3 Professionalisering 3.1 Onze ambitie Samen verantwoordelijkheid nemen voor de opleiding van leraren die het verschil gaan maken betekent dat de opleider en de scholen samen de begeleiding en beoordeling van de (aankomende) leraren verder moeten professionaliseren. Het vertrekpunt daarbij vormt weer het bevorderen van eigenaarschap bij de persoon zelf. Naast de beoordeling van de werkplekbegeleider is het van belang dat de (aanstaande) leraar zichzelf beoordeelt (formatief) en feedback verzamelt bij derden. In de samenwerking wordt uiteindelijk de lat van ons professioneel handelen gelegd. Wij willen binnen landelijke kaders, zoveel mogelijk samen met het werkveld het niveau bepalen, aanbod (her)ontwerpen en leraren opleiden. Dit wordt geïntegreerd in kwaliteitscriteria die we onszelf opleggen en daarmee wordt minimaal voldaan aan het toetsingskader van NVAO. Voor professionalisering van schoolopleider en instituutsopleiders sluiten we aan bij de VELON beroepsstandaard voor Lerarenopleiders. Ambities op professionaliseringsbied voor 2017-2019 1. De opleidingsschool beschikt over een geactualiseerd onderwijsaanbod voor het samen opleiden van aanstaande leraren tot startbekwaam en later vakbekwaam leraar. 2. Alle deelnemende scholen beschikken over gekwalificeerde mentoren en minimaal één persoon die VELON-gekwalificeerd is om als schoolopleider te fungeren. Zie tabel in 3.2.1 voor overzicht van de streefcijfers. Bestuurders en schoolleiders zijn bekwaam in het organiseren van LWG op school en het hanteren van de kwaliteitscriteria van de opleidingsschool. De opleiding beschikt over gekwalificeerde instituutsopleiders waarvan minimaal 50% in het bezit is van VELON certificering. 3. Alle betrokkenen in de opleidingsschool zijn op de hoogte van de inhoud en opbrengsten van het samen opleiden en hebben toegang tot actuele kennis op strategische onderzoeksonderwerpen middels samenwerking met de opleiding en studenten in professionele werkplaatsen. 4. Voor de verduurzaming van de opleidingsschool is er een deelplan professionalisering ontwikkeld dat minimaal voldoet aan de eisen van NVAO. 3.2 Stand van zaken met betrekking tot de professionalisering Professionalisering richt zich op het niveau van individuele personen en op teams en organisaties. In onze visie dienen de kennis, houding en vaardigheden op meerdere niveaus in orde te zijn om (aanstaande) leraren goed op te leiden, te begeleiden en te beoordelen. 3.2.1. Professionaliseringsprogramma individueel Op het niveau van personen onderscheiden wij diverse rollen en verantwoordelijkheden binnen onze begeleidingsstructuur. Voor deze rollen hebben wij professionaliseringsprogramma s: In paragraaf 2.2 onderscheiden we vijf verschillende begeleidingsrollen binnen het samenwerkingsverband. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen twee rollen binnen de school en drie rollen binnen de opleiding. Gekoppeld aan deze rollen is een professionaliseringsprogramma beschikbaar. Het een en ander is voortgekomen uit de samenwerking tussen werkveld en opleiding en is geënt op de standaarden die door VELON 12 zijn bepaald. Hieronder geven wij daarvan een kort overzicht van dit individuele professionaliseringsprogramma. A: Professionaliseringsprogramma vanuit de Opleider Schoolopleider. De post-hbo opleiding Schoolopleider (bijlage 8) leidt leraren op voor een rol als schoolopleider. Voor scholen biedt de opleiding de kans om zich, ondersteund door de schoolopleider (in opleiding), door te ontwikkelen tot een krachtige leerwerkplek voor alle leraren. De competente schoolopleider heeft zicht op het leren en de ontwikkeling van leerlingen, van (aanstaande) leraren, en 12 In de VELON beroepsstandaard wordt verwoord wat het betekent om lerarenopleider te zijn, over welke bekwaamheden een gemiddeld ervaren lerarenopleider beschikt en op welke kennis hij zijn handelen baseert (VELON, 2015). De schoolopleider is daarbij op te vatten als een specifieke invulling van de rol van lerarenopleider binnen de context van een school. 17

van zichzelf en de leerwerkgemeenschap waar hij deel van is. De schoolopleider is in staat om deze drieslag van leren te benoemen en op elk niveau vorm te geven. Een competent schoolopleider is agogisch, didactisch, organisatorisch en beleidsmatig bekwaam en ontwikkelingsbekwaam. De PHBO opleiding tot Schoolopleider is in 2016 ontwikkeld in een coproductie van Hogeschool de Kempel en Driestar Hogeschool en de partnerscholen binnen Samen Opleiden. Mentorspecialisatie: Het mentorspecialisatieprogramma wordt naast de reguliere mentorbijeenkomsten aangeboden als trainingsprogramma voor mentoren. Dit programma (zie bijlage 9) is bedoeld om mentoren te ondersteunen in de uitvoering van hun begeleidende rol. Er wordt gewerkt aan uitbreiding van het repertoire van de mentor als begeleider van aanstaande leraren. Theorie over begeleiden wordt gekoppeld aan de eigen ervaringen van de mentoren (visie op opleiden en begeleiden, relatie begeleider student, communicatie, gespreksinterventies, begeleidingsmodellen, gesprekstypen). Het mentorprogramma is reeds enkele jaren in gebruik en is in 2016 binnen het project Samen Opleiden geactualiseerd en aangeboden als mentorspecialisatieprogramma. Kwantitatieve onderbouwing van huidige en gewenste situatie Van de deelnemende partners binnen Samen opleiden zijn de onderstaande (streef)cijfers bekend. Voor een indicatie van de omvang van de scholingsprogramma s verwijzen wij naar het overzicht onderaan het samenvattend overzicht in par. 3.3.3. Geschoold In opleiding Aantal nodig Scholen Mentoren Ca. 80-100 per jaar actief deelgenomen aan mentorbijeenkomsten Schoolopleiders 16 deelnemers zijn in 2016 gestart aan de PHBO schoolopleider Toename 50 per jaar opgeleid in programma mentorspecialisatie 16-24 per jaar in PHBO schoolopleider Min 1 per (as.) leraar Uitgaande van 150 studenten betekent dit 150 geschoolde mentoren Min 1 per school Opleider Stagebegeleider Allen intern opgeleid n.v.t. Min 1 per (as.) leraar Instituutsopleider Allen intern opgeleid n.v.t. Min. 1 per deelnemende school B: Professionaliseringsprogramma vanuit de scholen (leren op de werkplek) De scholen hebben vooralsnog geen eigen professionaliseringsprogramma s voor begeleiders op de werkplek. Wel is er een grote diversiteit herkenbaar in het beleid en de draaiboeken m.b.t. de rol/taak en organisatie van de begeleider van de (aanstaande) leraar binnen de school. Daarbij worden diverse organisatievormen gehanteerd (van schoolcoach tot mentor en van formele opleidingsvormen tot SVIB 13 en co-teaching). C: Overige leermogelijkheden Niet al het leren vindt plaats in formele opleidingstrajecten. Veel van het leren is ook besloten in het leren van en met elkaar op de werkplek en in uitwisselingsmomenten naar aanleiding van: Studenten-enquête: Studenten worden jaarlijks bevraagd over de inhoud van de begeleiding binnen de scholen en naar aanwezige kenmerken van de professionele leerwerkgemeenschap in de school. In hoeverre wordt leren van en met elkaar in de school ervaren en hoe worden studenten in hun werkplekleeromgeving begeleid. De uitkomsten hiervan worden meegenomen in het reguliere overleg tussen opleider en scholen. Kempel-scan: Met deze scan geven scholen (mentoren en schoolopleider) een oordeel over het functioneren en competenties van de (aanstaande) leraar. Hij wordt daarin beoordeeld op interpersoonlijke, pedagogische, didactische, organisatorische competenties en de omgang met collega s en de omgeving. Dit oordeel wordt besproken met de instituutsopleider Samenwerking in de leerwerkgemeenschap/professionele werkplaats. In de opleidingsschool komen individuele leden van opleiding en werkveld op diverse niveaus met elkaar in contact. Soms in specifiek daarvoor georganiseerde uitwisseling- of professionaliseringsdagen maar ook in de dagelijkse praktijk. In deze professionele dialoog vindt er bewust dan wel onbewust veel leren plaats. In onze opleidingsschool geloven we in de kracht van deze vorm van leren en willen we de ontmoeting tussen professionals structureel organiseren. Het organiseren van deze ontmoeting in professionele werkplaatsen dichten we bijvoorbeeld een belangrijke rol toe in het leren van alle partners over specifieke onderwijsthema s. 13 School Video Interactie Begeleiding of Beeldbegeleiding 18

3.2.2. Professionaliseringsprogramma op team-niveau Scholen hebben procedures en handboeken die een beeld geven van de begeleiding binnen de school en als zodanig niet als professionaliseringsprogramma s aan te merken, bijvoorbeeld: - Conceptkader Begeleiding in de Opleidingsschool: Een beschrijving van rollen en taken van mentor, schoolopleider, team en organisatie. Beschrijving van wat van de stagiaire en startende leraar wordt verwacht. Dit is een opbrengst van het lopende samenwerkingstraject. - Begeleidingsplan stagiaires: Begeleidingsplannen op schoolniveau voor nieuwe leraren die van een andere school afkomen, die nieuw starten of langdurig vervangen. Het begeleidingsplan is erop gericht om een nieuwe leraar snel ingewijd te krijgen in de organisatie. Het programma omvat klassenbezoeken en nagesprekken, inlezen in documenten, etc. Scholen zetten meestal een mentor in als begeleider. Al met al wordt het huidige programma-aanbod gekenmerkt door vooral individuele programma s vanuit de opleider en divergentie in de aanpak op de scholen. De programma s zijn sterk gericht op het onderdeel Begeleiding. Team- en instelling-brede aspecten zijn integraal onderdeel van de individuele programma s. Cursisten worden geacht een bijdrage te leveren aan de beleidsontwikkeling en de kwaliteitszorg binnen de opleider resp. hun school en hierin samen te werken met collega-opleiders. Een bijzondere groep medewerkers binnen de school zijn de invallers en onderwijsassistenten. Ook zij zijn een vaste waarde op schoolniveau en zullen in het professionaliseringstraject van Samen Opleiden betrokken moeten worden. Het deelplan Professionalisering zal een uitwerking geven van de wijze waarop dit op de lange termijn vorm zal krijgen. 3.3. Ontwikkelpad Professionalisering 3.3.1. Activiteitenplan Samen opleiden vereist een professionaliseringsslag op verschillende niveaus. 1. Het professionaliseringsprogramma vanuit de opleider moet zich richten op Opleiden, Begeleiden en Beoordelen. Er moet daarbinnen voldoende ruimte zijn voor vraagsturing vanuit de scholen. 2. Van de betrokken medewerkers (opleider/scholen) teams en hun organisatie zal een duidelijk profiel met kwalificaties worden vastgesteld. Deze komen terug in de opleiding als functieprofiel (zie bijv. bijlage 8) of in het zelfevaluatiekader en zijn dan leidend binnen de Opleidingsschool. 3. De begeleidingsstructuur en het bijbehorend professionaliseringsprogramma zullen geïntegreerd dienen te worden in het IPB-beleid van de scholen De werkgroep 2 werkt het deelplan Professionaliseren uit op basis van de ROTOR-systematiek en doet uiteindelijk hierover voorstellen aan de coördinatiegroep. De agenda van deze Werkgroep omvat o.a.: - Ontwerpen competentieprofielen voor allen die betrokken zijn bij samen opleiden. - Meten van de competentieniveaus van de betrokken partijen - Ontwerpen van team/organisatie-brede competenties m.b.t. samen opleiden - Ontwerpen van een dekkend professionaliseringsaanbod hiervoor - Ontwerpen van een samenwerkingsstructuur incl. procedures om professionalisering te regelen. - Doen van voorstellen over de inbedding in het IPB-beleid van de opleider en de scholen - Doen een voorstel voor de facilitaire voorzieningen die hierbij noodzakelijk zijn. 3.3.2. Tijdpad Professionaliseren van leraren, hun begeleiders, en andere betrokkenen deelplan Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> professionalisering 2017 2018 2019 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Voorbereidin gsfase Uit het overzicht kan worden afgeleid dat er in twee ROTOR cycli zal worden gewerkt. Op basis van een analyse van de huidige werkwijze zal het professionaliseringsprogramma integraal worden uitgewerkt en aangeboden voor het schooljaar 2017-2018. De ervaringen van de leraren en hun begeleiders in de praktijk zullen door de werkgroep worden gevolgd en gedurende het jaar zal een set van leermogelijkheden worden ontwikkeld ter ondersteuning van het leren op de werkplek zelf. Deze leermogelijkheden zullen worden geïntegreerd in de 19

schoolontwikkelingstrajecten (dat elke school volgt aan de hand van ZEK) en in het professionaliseringsprogramma voor schooljaar 2018-2019. Daarna zal de toepassing opnieuw worden gevolgd (onder andere via audits) en worden bijgesteld tot het in een duurzame vorm kan worden worden opgenomen in het deelplan voor professionalisering. 3.3.3. Samenvattend overzicht Het onderstaande overzicht geeft weer hoe we de in 3.1 genoemde ambities realiseren om tot een duurzame en doorlopende ontwikkeling te komen van samen opleiden in de (aspirant) opleidingsschool. De koppeling met de onderscheiden ambitie wordt met behulp van een cijfer in de eerste kolom aangegeven. Aangezien sommige activiteiten een bijdrage aan meerdere ambities leveren kunnen daar meerdere verwijzingen staan. PROFESSIONALISERING Onderdeel Actuele status Doelstelling ontwikkelingsperiode Activiteiten Start-eind Wie Eindverant woordelijk Professionaliseringsprogramma Gekwalificeerde begeleiders (ambitie 1 en 2) Bestaand aanbod met o.a. PHBO schoolopleider nieuw gestart Rollen in begeleidingstructuur hebben ieder hun eigen opleiding/ professionalisering Scholen en opleiding beschikken over gekwalificeerde begeleiders Uitvoeren scholing of certificeringstrajecten PHBO Schoolopleider (1.p.j.) mentorspecialisatie (2 p.j.) VELON certificering inst.opl. Sept 2017-juli 2018 Sept 2018-juli 2019 Werkgroep 2 prof. Opleiding Stuurgroep Partners in opleiden (ambitie 1 en 2) Eerste ervaring met gedeelde uitvoering in o.a. ouderbetrokkenheid geactualiseerd onderwijsaanbod in opleiding Werkveld is betrokken bij het ontwikkelen en/of uitvoering Gezamenlijk ontwikkelen en uitvoeren van nieuw onderwijsaanbod in opleiding Sept 2017-juli 2018 Sept 2018-juli 2019 Werkgroep 2 prof. Opleiding Stuurgroep Partners in leren (ambitie 3) Ervaringen in lopend traject Studenten, leraren, en externe experts werken en leren samen rondom onderzoek in prof. Werkplaatsen (5) Inrichten prof. Werkplaatsen Begeleiden onderzoek studenten en (collectief) leren in LWG LWG op scholen Stuurgroep Sept 2017-juli 2018 Sept 2018-juli 2019 Professionaliseringsplan (ambitie 4) Geen samenhangend breed plan Deelplan professionalisering gereed voor accreditatie Ontwikkelen gedeeld deelplan professionalisering Werkgroep 2 prof. Stuurgroep Kwantitatieve onderbouwing professionalisering betrokken medewerkers Uren mentoren Uren schoolopleiders Uren stagebegeleiders Uren stagecoördinator Uren instituut-opleiders 40 uur voor mentorspecialisatieprogramma of gelijkwaardig verkregen door ervaring en scholing (inclusief mentorbijeenkomsten) 240 uur voor deelname in de PHBO Schoolopleider of gelijkwaardig verkregen door ervaring en scholing (eindniveau te beoordelen door VELON beroepsregistratie) Min 40 uur door interne professionalisering en kennisdeling in bijeenkomsten voor stagebegeleiders n.v.t. Min. 100 voor professionalisering per jaar. 80 uur voor VELON beroepsregistratie als lerarenopleider (cf. beroepstandaard) 20

4. Kwaliteitszorg 4.1 Onze ambitie Samen werken aan het opleiden, begeleiden en beoordelen van (aanstaande) leraren vereist een gezamenlijk af te spreken en na te komen kwaliteitsniveau op alle onderdelen die daarin vitaal zijn. Wij stellen die kwaliteitseisen op en ontwikkelen een systematiek waarmee periodiek de kwaliteit van de werkzaamheden, processen en functionarissen in beeld is en kan worden bijgesteld. Het professionaliseringsprogramma ondersteunt de functionarissen om het vereiste kwaliteitsniveau te halen en te behouden. Centraal daarbij staat het Zelfevaluatiekader (ZEK, bijlage 10). Dit is een compleet evaluatie- en ontwikkelinstrument waarmee de partners de huidige en gewenste mate van samen opleiden in beeld kunnen brengen en bijbehorende acties kunnen ondernemen. Het een en ander wordt vervat in een kwaliteitsplan als onderdeel van ons Opleidingsplan. Dit plan voorziet ook in afspraken over de wijze van borging. Ambities 2017-2019 1. Het ZEK is vanaf sept 2017 bij alle partners in gebruik als formatief instrument voor schoolontwikkeling op het gebied van het werkplekleren. Scholen tonen (via audits) uiterlijk in 2019 aan te voldoen aan alle kwaliteitsindicatoren van de opleidingsschool. (Zie aansluiting collectieve ambitie A). 2. Voor de verduurzaming van de opleidingsschool is er een deelplan kwaliteitszorg ontwikkeld dat minimaal voldoet aan de eisen van NVAO. (Zie aansluiting collectieve ambitie E) 4.1. Stand van zaken Op dit moment wordt vooral gewerkt met het Zelfevaluatiekader (ZEK) 14 dat door de opleider in samenwerking is opgesteld. Het ZEK is een compleet evaluatie- en ontwikkelinstrument waarmee de partners in drie scenario s de huidige en gewenste mate van partnerschap op basis van kwaliteitsindicatoren in beeld kunnen brengen. Zie bijlage 10 voor een overzicht van de kwaliteitsindicatoren in het ZEK. Het ZEK is bruikbaar voor 3 samenwerkingsscenario s, oplopend van basisniveau naar het niveau van opleidingspartner. Deze niveaus zijn: (1) Basis-stageschool; (2) de school als mede-opleider; en (3) de school als partner in leren. De kwaliteitsindicatoren kunnen ook worden toegepast op de bovenschoolse organisatie. De huidige partners binnen Samen Opleiden gebruiken het ZEK op basis van de daarin beschreven scenario. De Opleidingsschool zal het ZEK straks standaard op basis van scenario 2 gaan gebruiken en voor de scholen betrokken bij professionele werkplaatsen gaan werken aan scenario 3. Vanuit de opleider worden daarnaast nog diverse evaluaties ingezet om een indicatie te krijgen over de tevredenheid over de stage(begeleiding) en de aansluiting tussen opleiding en werkveld (beroep): Evaluatie deelnemers samen opleiden (studenten, leraren, begeleiders, management en bestuur) Tevredenheidsmeting stage en Werkveldenquête breed Afstudeerenquête en Nationale Studentenenquête (NSE) 4.3. Ontwikkelpad Kwaliteitszorg Wij willen de kwaliteit van ons programma en onze deelnemers binnen de ontwikkelperiode op het niveau brengen van het NVAO toetsingskader. De verschillende scans en evaluaties brengen de verbeterpunten op school- en opleidingsniveau in beeld. Het is lastig hieruit nu een grootste gemene deler te destilleren. In de PHBO schoolopleider komen deze conclusies vanaf januari 2017 wel duidelijk in beeld. Deelnemers aan deze opleiding starten dan met module 3 (organisatorisch en beleidsmatig bekwaam) en gebruiken het ZEK daarin als instrument voor de eigen schoolontwikkeling. Uit de verschillende evaluaties tot dusver blijkt dat er meer werk gemaakt moet worden van de zichtbaarheid van Samen Opleiden binnen de scholen. Het plan en de instrumenten daarbinnen zullen hun helpen dat doel te bereiken en te delen ten behoeve van een gedeelde aanpak. Andere geleerde lessen zijn dat ook de opleiding en het samenwerkingsverband als geheel zich aan de hand van het ZEK kan toetsen. Hiermee zal het ZEK gedurende de ontwikkelperiode worden gebruikt als een consistent evaluatie- en ontwikkelinstrument voor alle partners in de opleidingsschool. 14 Geldens, J., Ruit, P., Visser, L. & Popeijus, H. L. (2015). Zelfevaluatiekader voor samen opleiden. Bijgewerkte, volledige versie. Helmond/Gouda: Kempelonderzoekscentrum/Driestar 21

Om de kwaliteit van de werkplekleeromgeving en de opleidingsschool in het algemeen in beeld te brengen en te borgen, zullen er in het tweede jaar audits worden uitgevoerd bij alle partijen (scholen en opleiding). Deze audits worden uitgevoerd door een speciaal team van auditoren die daarvoor specifiek geselecteerd en geschoold worden (met vertegenwoordigers uit werkveld en opleiding). Op basis van het toetsingskader van de NVAO, en (de daarvan afgeleide) kwaliteitscriteria van het ZEK, brengt dit team een advies uit aan elke organisatie die bezocht wordt (en de projectleiding) over de nog te ontwikkelen punten om in aanmerking te komen voor het kwaliteitskeurmerk Partner in Samen Opleiden of Samen Leren (scenario 2 of 3 in ZEK). Alleen scholen die na afloop van de ontwikkelperiode voldoen aan de kwaliteitscriteria zullen worden meegenomen in de aanvraag voor de structurele bekostiging opleidingsschool. 4.3.1. Activiteitenplan De werkgroep 3 werkt het deelplan Kwaliteit uit op basis van de ROTOR-systematiek en doet uiteindelijk hierover voorstellen aan de coördinatiegroep. De werkagenda van de Werkgroep Kwaliteit omvat: - Verzamelen van kwaliteitsrapportages/-evaluaties voor de gehele Opleidingsschool. - Selecteren van zinvolle kwaliteitsinstrumenten binnen en buiten het samenwerkingsverband. - Voorstellen om voor 2020 op NVAO-niveau te komen - Ontwikkelen van een wijze van borging, incl. procedures om de kwaliteit te bewaken - Voorstellen voor de inbedding van e.e.a. in het HRM-beleid van de opleider en de scholen - Doen een voorstel voor de facilitaire voorzieningen die hierbij noodzakelijk zijn. Tijdpad Kwaliteit van opgedane inzichten en maatregelen gericht op verbinding en verduurzaming deelplan Retrospectie Ontwerpen Toepassen Onderzoeken Reflectie >> Kwaliteit 2017 2018 2019 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 4.3.2. Samenvattend overzicht Het volgende overzicht geeft weer hoe we de in 4.1 genoemde ambities realiseren om tot een duurzame en doorlopende ontwikkeling te komen van samen opleiden in de (aspirant) opleidingsschool. De koppeling met de onderscheiden ambitie wordt met behulp van een cijfer in de eerste kolom aangegeven. Aangezien sommige activiteiten een bijdrage aan meerdere ambities leveren kunnen daar meerdere verwijzingen staan. KWALITEITSZORG Onderdeel Actuele status Doelstelling ontwikkelingsperiode Activiteiten Start-eind Wie Eindverantwoordelijk Gekwalificeerde scholen werkplekleeromgeving (ambitie 1) ZEK is gereed en wordt al door een aantal scholen gebruikt ZEK wordt als leidraad gebruikt op alle scholen en opleiding Ingebruikname ZEK (als onderdeel opgenomen in PHBO schoolopleider) en ontwikkelen van condities die nog onvoldoende op orde zijn Werkgroep 3 kwaliteit Stuurgroep Sept. 2017 Juli 2019 Elke school biedt een werkplekleeromgeving aan die voldoet aan de kwaliteitscriteria van het ZEK Uitvoeren audits door een auditcommissie (met vertegenwoordiging van werkveld en opleiding) Sept 2018 Juli 2019 Kwaliteitszorgplan (ambitie 2) Geen samenhangend breed plan Deelplan kwaliteitszorg gereed voor accreditatie Ontwikkelen gedeeld deelplan kwaliteit Werkgroep 3 kwaliteit. Stuurgroep 22

Bijlage 1: Samenhang tussen opleiden van leerlingen, leraren en lerarenopleiders Selectie uit: De kernopgaven bij het opleiden van leraren: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming van leerlingen, studenten en lerarenopleiders (Gerda Geerdink, Jeannette Geldens, Paul Hennissen, Lidewij van Katwijk, Bob Koster, Jeroen Onstenk, Ietje Pauw, Anje Ros, Marco Snoek, Miranda Timmermans) In de bovenstaande tabel hebben we de drie kernopgaven van het onderwijs verbonden met implicaties voor het handelen van leraren met hun leerlingen, voor het handelen van lerarenopleiders met hun studenten en voor het gesprek tussen lerarenopleiders onderling. Voor het onderwijs worden drie kernopgaven onderscheiden: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming. Kwalificatie heeft betrekking op het verwerven van kennis, vaardigheden, competenties voor het kunnen participeren in de samenleving, voor het kunnen functioneren in het beroepsleven en/of voor een vervolgopleiding. Socialisatie heeft betrekking op het (leren) deel uitmaken van een groter geheel en het ingewijd worden in de waarden en normen van de samenleving, of een beroep of een organisatie. Dat betekent dat socialisatie ook een beroep doet op agency van mensen: de bewuste keuze om te participeren of het vermogen van leraren om kritisch vorm te geven aan hun onderwijs en hun handelen. Persoonsvorming heeft betrekking op de ontwikkeling van eigen identiteit en uniciteit: wie ben ik, wat kan ik en wie wil ik zijn (in relatie tot de sociale groep waar ik deel van uitmaak, maar waar ik me ook van onderscheid). Dit aspect kent een lange traditie en sluit aan bij opvattingen over pedagogisch onderwijs. De driedeling kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming die dankzij het werk van Biesta (2013) het afgelopen jaar een belangrijke rol is gaan spelen in het debat over onderwijs, is niet nieuw. De driedeling sluit bovendien goed aan bij de drie psychologische basisbehoeften die Deci en Ryan in hun zelfdeterminatietheorie onderscheiden: competentie, binding/verbondenheid ( belonging ) en autonomie. 23

24

Bijlage 2: Artikel Hoe denken basisschoolleraren over toetsen Zie onderstaande bijlage voor het volledige artikel bijlage 2 - aanvraag aspirant opleidingsschool - volledig artikel toetsen en beoordelen 25

Bijlage 3: overzicht projecten Samen Opleiden periode 2004-2013 Het figuur in paragraaf 1.4 toont enkele voorbeelden van projecten die in de periode 2004-2013 zijn geïnitieerd en uitgevoerd onder de noemer Samen Opleiden. De projecten worden vervolgens beknopt toegelicht. In het kader van flexibele opleidingstrajecten heeft de Kempel in de periode 2003-2005 PDS-trajecten uitgevoerd in samenwerking met het werkveld. De afkorting PDS staat voor Professional Development School. Kenmerkend voor deze trajecten was dat een groot deel van de opleiding zich afspeelde op de school. We spraken dan ook niet meer van stageschool maar hanteerden de term opleidingsschool. Deze opleidingsschool was samen met de Pabo verantwoordelijk voor de planning, de uitvoering en de beoordeling van de opleiding van de student. Promotieonderzoek Leren onderwijzen in werplekleeromgevingen Het leren in de PDS-trajecten werd voorzien van flankerend onderzoek door dr. J.M. Geldens. Het betrof een promotieonderzoek in opdracht van Hogeschool De Kempel in samenwerking met de Radboud Universiteit te Nijmegen in het kader van het Onderzoeksprogramma De professionele Ontwikkeling van Leraren. Onderzoek is gedaan naar de kenmerkende eigenschappen van krachtige werkplekleeromgevingen. De onderzoeksresultaten leveren een samenhangend beeld op van die eigenschappen. Dat beeld bestaat uit een conceptueel analytische kader dat is gebaseerd op zeven componenten, 19 kenmerken en 104 elementen. De componenten zijn: onderwijsaanbod, leerklimaat, professionaliteit, condities, begeleiding, kwaliteitszorg en startbekwaamheid. Vier van de 19 kenmerken maken een werkplekleeromgeving tot een krachtige werkplekleeromgeving, te weten mentoring en coaching, bekwaamheden, doorgaande lijn en samenwerkingsafspraken. De onderscheiden concepten maken het mogelijk het conceptueel analytische kader te gebruiken als kwaliteitsinstrument om bestaande werkplekleeromgevingen voor het leren onderwijzen van aanstaande leraren basisonderwijs te analyseren, te beschrijven en op hun volledigheid te toetsen, maar ook om nieuwe werkplekleeromgevingen in te richten. Lectoraat Leren in Leerwerkgemeenschappen Algemene doelstelling van het lectoraat was het versterken en stimuleren van onderwijsontwikkeling, kennisontwikkeling en de ontwikkeling op wetenschappelijke basis van praktijkgerelateerd onderzoek op de hogeschool en haar partnerscholen. De specifieke doelstelling van het Kempellectoraat was de bevorderende en belemmerende factoren bij het vormgeven van leerwerkgemeenschappen voor het leren en leren onderwijzen vast te stellen. Daartoe zijn onderzoeken uitgevoerd naar onderwijsontwikkelingen binnen het centrale onderzoeksthema. De resultaten zijn voortdurend en direct met de hogeschool en haar partners gedeeld. Binnen breedteprojecten als Class-server, Leerwerkgemeenschap als middel voor onderwijsontwikkeling en Samen Leraar Worden zijn scholen en opleiding op zoek gegaan naar de wederzijdse versterking. De ontwikkeling van het ROTOR-model als denk- en handelingsmodel en kern van ontwikkelingsbegeleidend onderzoek is een belangrijke opbrengst van de algemene onderzoeksopdracht. Het ROTOR-model ontleent zijn naam aan de eerste letters van vijf logisch samenhangende stappen waaruit het is opgebouwd: Retrospectie, Ontwerpen, Toepassen, Onderzoeken en Reflectie en heeft de professionele ontwikkeling in de (onderwijs)praktijk tot doel: ontwikkeling van mensen. Lectoraat Kantelende Kennis Het onderzoek van het Interactum Lectoraat Kantelende Kennis omvatte drie domeinen: vernieuwing van het schoolconcept primair onderwijs competentiegericht en vraaggestuurd opleiden de school als professionele arbeidsorganisatie. 26

Concretisering van het domein "vernieuwing van het schoolconcept primair onderwijs" leverde het inzicht op dat de kern is leerlingen bevragen op hun ontwikkelbehoeften en dat je deze behoeften samen met hen vormgeeft in een onderwijsproces. Daarvan afgeleid geldt dat ook de professional in een organisatie leerbehoeften kan hebben en dat die de basis vormen voor een lerende organisatie. Voor het domein "competentiegericht en vraag gestuurd opleiden" geldt dat ook hier de leerbehoeften van studenten en het samen vormgeven hiervan, een belangrijke plaats innemen. De context is echter complexer omdat immers de behoeften van het afnemende werkveld net zo'n belangrijke pijler zijn voor het opleidingsonderwijs. De integraliteit van het primaire en secundaire proces heeft geleid tot de vraag op of de systematiek van taak- en functieomschrijvingen voor de schoolorganisatie wel passen bij de theoretische uitgangspunten van het lectoraat (domein "de school als professionele arbeidsorganisatie"). Gesprekswijzer Samen Opleiden Doel van deze Gesprekswijzer is een goed beeld te krijgen van de visie op opleiden én om afspraken te maken over de samenwerking daarover. Aan de hand van vijf categorieën voeren direct betrokkenen gesprekken over samen opleiden. Per categorie biedt de gesprekswijzer een aantal toelichtingen in de vorm van concrete gesprekspunten. De gesprekken kunnen in wisselende samenstellingen plaatsvinden. Ook de (aanstaande) leraar zelf zal erbij betrokken zijn. Afhankelijk van het scenario waarin de betrokken partners zich bevinden dan wel naartoe willen werken, zullen zij met elkaar afspraken maken over meer of mindere punten uit de gesprekswijzer. Een school die bijvoorbeeld niet verder wil gaan dan het leveren van stageplaatsen zal vooral willen spreken over punten rondom de inzet en begeleiding van de stagiair en over de onderlinge samenwerking. Scholen die mede-opleider zijn, of zelfs uitgaan van de opvattingen over partners in leren, zullen daarnaast ook afspraken willen maken over zaken als schoolontwikkeling en een rol spelen in de visieontwikkeling rond samen opleiden. Om het gesprek daarover op gang te brengen is deze Gesprekswijzer geschreven. Zelfevaluatiekader Samen Opleiden 'Samen opleiden' is samen verantwoordelijk zijn. Om samen verantwoordelijk te kunnen zijn is het nodig elkaars taal te spreken en te weten waar je verantwoordelijk voor bent. Beide aspecten blijken in de praktijk nogal eens knelpunten te kennen. Om die knelpunten zoveel als mogelijk te helpen voorkomen, ontwikkelden Hogeschool de Kempel en Driestar in samenspraak met een aantal basisscholen een instrument voor 'Samen opleiden'. Daarbij zijn twee aanvankelijk onafhankelijk van elkaar ontwikkelde instrumenten, geïntegreerd tot één zelfevaluatiekader dat in de praktijk in een try-out is getoetst. Op basis van de reacties uit die try-out verwachten we dat het kader de samenwerkende partners kan ondersteunen en inspireren bij de uitwerking van hun gedeelde verantwoordelijkheid voor het opleiden van aanstaande leraren. Op basis van gemeenschappelijk gedeelde indicatoren blijkt het mogelijk de kwaliteit van het 'Samen opleiden' te ontwikkelen, te monitoren en te borgen. Het beschreven kader biedt hiervoor handreikingen. Samen Opleiden Eenbes De binnen dit project deelnemende scholen hebben vanuit hun individuele startpositie gewerkt aan de volgende doelen: Verhogen van de opbrengst van het onderwijs van aanstaande leraren. Direct verhogen van de opbrengst van het onderwijs van de opleidingsscholen. De opbrengst van Samen Opleiden wordt zichtbaar in: een versterkt gedeeld verantwoordelijkheidsgevoel bij het opleiden van aanstaande leraren; het samen zorgen voor schoolontwikkeling: aanstaande leraren leveren een bijdrage aan de schoolontwikkeling door persoonlijke ontwikkeling te koppelen aan de schoolontwikkeling. Studenten en leraren leren binnen dit project in authentieke situaties. Betrokkenheid en betekenisvolheid zijn kernbegrippen. Schoolteam, mentoren, opleiders en opleidingsdocenten bewaken deze. Het geheel kent een eigen dynamiek. De opleider in school ontwikkelt zijn begeleidings- en opleidingsexpertise en zet deze in voor zijn school (mentoren) en betreffende studenten. Hij maakt werk van werkplekleren : zorgt ervoor dat schoolontwikkeling ook de student en opleidingsdocent raakt. Hiervoor worden de eindtermen opleidingsscholen gehanteerd. 27

Samen Opleiden NUT-Geldrop Aanleiding voor de samenwerking was de notitie Stage-banenplan van het NUT-departement. In deze notitie wordt de intentie uitgesproken tot intensievere samenwerking tussen het NUT departement Geldrop en Hogeschool de Kempel ten aanzien van het bieden en invullen van stageplaatsen en vervolgens arbeidsplaatsen binnen de drie basisscholen van het NUT departement (De Regenboog, Ganzenbloem en Beneden Beekloop). Belangrijk doel van de samenwerking was de actieve participatie van scholen van het NUT departement Geldrop en De Kempel gericht op het geven van uitvoering aan het curriculum van De Kempel en de ontwikkeling van de (aanstaande) leraar op de werkplek. Dit doel sluit aan bij ambities van Hogeschool de Kempel. Daar waar mogelijk wil Hogeschool de Kempel partnerschappen aangaan met het werkveld gericht op het Samen Opleiden. Mentorentrainingen Vanaf het studiejaar 2010-2011 organiseert Hogeschool de Kempel specifieke mentorentrainingen, naast de al jaren bestaande mentorenoverleggen. Binnen deze training staat de uitbreiding van het begeleidingsrepertoire van de mentor centraal. Doel van de training is: kennismaken met en eigen maken van de competentiegerichte opleidingsvisie van Hogeschool de Kempel en de bijbehorende begeleidingsrol van de mentor; bewustwording en uitbreiding van begeleidingsvaardigheden. De training (vier dagdelen) wordt twee keer per jaar aangeboden aan mentoren die studenten uit de P-fase (eerst jaar), K1-fase (tweede jaar) of K2-fase (derde jaar) van Hogeschool de Kempel begeleiden in hun ontwikkeling tot startbekwaam leraar basisonderwijs. Kempelonderzoekscentrum Het KOC heeft als doel onderwijs te ontwikkelen door praktijkgericht onderzoek. Door het onderzoeken van de dagelijkse onderwijspraktijk worden nieuwe inzichten verworven, gedeeld en toegepast. Hier zijn lerarenopleiders, leraren en aanstaande leraren (studenten) nauw bij betrokken. (zie: http://www.kempel.nl/onderzoek/paginas/default.aspx). Binnen het Kempelonderzoekscentrum worden twee onderzoekslijnen onderscheiden: Onderzoekslijn Betekenisvol Leren in de werkplekleeromgeving (BLO) De onderzoekslijn BLO geeft als onderzoekslijn richting aan onderzoek naar diverse een- en meerjarige onderwerpen zoals Onderzoek in de opleiding, Kwaliteitsindicatoren van Samen (academisch) opleiden en Teachers as change agents. Met deze opdracht kiest Hogeschool de Kempel voor een duurzame inbedding van praktijkgericht onderzoek in de lerarenopleiding. Het onderzoek draagt bij aan het ontwikkelen van betekenisvol onderwijs in de werkplekleeromgeving waarin de lerarenopleiding en basisscholen samen aanstaande leraren opleiden voor de toekomst. Binnen deze onderzoekslijn vormt Samen (academisch) opleiden een van de clusters van projecten. Enkele projecten van dit cluster zijn Professionele identiteitsspanningen (vanaf 2014), Koppelkaart: koppeling theorie-praktijk (vanaf 2013), Leraren als change agents (2011-2017 promotieonderzoek), begeleiding van startende leraren (i.s.m. APS 2011-2014), Academisch opleiden tot leraar basisonderwijs (2009-2017promotieonderzoek) en Zelfevaluatiekader Samen (academisch) opleiden (ZEK, Vanaf 2010). Zie: http://www.kempel.nl/onderzoek/blo/projecten/paginas/samen- %28academisch%29-opleiden.aspx Onderzoekslijn Eigentijds Beoordelen in het Onderwijs (EBO) De onderzoekslijn EBO omvat een lectoraat. Het lectoraat EBO wil een bijdrage leveren aan het toepassen van Beoordelen om te Leren in het basisonderwijs. Deze bijdrage krijgt vorm in drie samenhangende deelprojecten, namelijk de ontwikkeling van een PABO-curriculum, een professionaliseringstraject voor leraren en schoolleiders en een praktische procedure voor Beoordelen om te Leren in de basisschool (zie ook: http://www.kempel.nl/onderzoek/ebo/paginas/default.aspx). Het lectoraat hanteert de volgende uitgangspunten: 28

- Door het geïntegreerd aanbieden van een PABO-curriculum, een professionaliseringstraject en een procedure voor Beoordelen om te Leren, worden studenten en leraren in de stagescholen toegerust zodat zij Beoordelen om te Leren kunnen toepassen - Beoordelen om te Leren draagt bij aan de motivatie, zelfregulering, het zelfvertrouwen en daarmee aan de leerprestaties van leerlingen. Het lectoraat EBO omvat drie deelprojecten. In deze deelprojecten worden achtereenvolgens de volgende interventies ontwikkeld: - een pabo-curriculum over Beoordelen om te Leren. Dit curriculum kent twee versies, één voor het Challenge Program (CP2) en één voor het reguliere programma (K1). - een professionaliseringstraject Beoordelen om te Leren voor basisschoolleraren en schoolleiders; aan dit traject, waaraan verschillende gastsprekers bijdragen leveren, kunnen ook pabo-docenten en studenten deelnemen. - een procedure voor Beoordelen om te Leren voor basisscholen. Deze procedure wordt ondersteund door een digitaal leerlingportfolio. Samen Opleiden SKPO Eindhoven Directeuren van (stage)scholen, mentoren, en docenten van De Kempel (tevens stagebegeleiders) gaan in voortdurende dialoog met elkaar op zoek naar mogelijkheden om het leren op de opleiding en het leren op de werkplek te versterken en te verbinden. Een intensief traject dat geen blauwdruk verdraagt, maar om maatwerk vraagt. 29

Bijlage 4: Overzicht deelnemende besturen en scholen Het onderstaande overzicht bevat voor elk bestuur het aantal scholen. De vetgedrukte scholen maken vanaf de start deel uit van het Samenwerkingsverband. Uit de overige zal nog een definitieve keuze worden gemaakt bij doorgang van het traject. Uiteindelijk zal het Samenwerkingsverband bestaan uit minimaal vijf scholen per bestuur. Gegevens basisscholen SPO Venray Scholen Adres Postcode Plaats Bs. Antonius Veulenseweg 53 5814 AB Veulen Bs. de Bongerd Eikenlaan 1 5802 CS Venray Bs. Coninxhof Goudsmidstraat 9 5801 RE Venray Sws Estafette Kiosk 3 5802 NP Venray SBO Focus Groenewoltsepad 2 5801 AP Venray Bs. de Hommel Oostsingel 39 5802 AM Venray Bs. de Keg Tinnegieterstraat 6 5801 RK Venray Bs. de Kruudwis Klaproos 21 5803 HE Venray Bs. de Landweert Boterbloem 45 5803 CN Venray Bs. de Lier Coppelenberg 3 5815 AJ Merselo Bs. De Meulebeek Watermolenstraat 3 5807 BJ Oostrum Bs. H. Maria Oirlo Hoofdstraat 28 5808 AV Oirlo Bs. de Meent Kapelweg 3 5809 AJ Leunen Bs. St. Oda Pater Tulpstraat 1 5813 CD Ysselsteyn Bs. St. Petrus Banden Charles Ruysstraat 1 5802 BC Venray Bs. de Stek Matthiasstraat 17 5811 AN Castenray Bs. de Toverbal Ursulastraat 15a 5801 EM Venray Bs. de Vlaswei Boterbloem 47 5803 CN Venray Gegevens basisscholen Zicht Primair Onderwijs Scholen Adres Postcode Plaats Berglarenschool Groeskuilenstraat 32 5421 HW Gemert BS De Havelt O.L. Vrouwestraat 60 5423 SL Handel BS de Kastanjelaar Elsenstraat 3 5763 AP Milheeze BS De Klimboom Meester Hertsigstraat 7 5764 PR De Rips BS Het Venster Churchillaan 18 5421 HA Gemert BS Kleinerf Lochterweg 5 5425 VZ De Mortel Mr. Ivenschool St. Janstraat 49/51 5424 TS Elsendorp KC de Samenstroom Past. Attendorenstraat 48 5421 SN Gemert St. Willibrordusschool Schoolstraat 35 5761 BV Bakel Petrus Dondersschool De Stroom 15 5421 HB Gemert BS Octopus Parkweg 36 5427 AL Boekel BS de Regenboog Kennedystraat 3 5427 CH Boekel BS St. Cornelius St. Josephplein 7 5428 GL Venhorst Gegegevens basisscholen PlatOO Scholen Adres Postcode Plaats OBS de Regenboog Van Gendtlaan 4 5694 SC Son en Breugel OBS De Horizon J. van Diesduncstraat 42 5721 VM Asten OBS de Bron Spaarne 18 5751 WJ Deurne OBS t Schrijverke Heer v Grevenbroeckweg 1 5731 EK Mierlo De Mijlpaal Brabantring 1 5672 EE Nuenen De Gentiaan Ijssellaan 2 5691 HB Son en Breugel OBS t Einder Wetering 25 5422 AN Gemert OBS de Kleine Kapitein Bernhardstraat 2A 5761 BJ Bakel OBS de Hasselbraam Torteltuin 2 5754 HA Deurne 30

OBS de Rietpluim Van Duijnhovenlaan 15 5673 AP Nuenen OBS de Ranonkel Dommel 20 5711 KT Someren OBS de Driehoek J. van Rixtelstraat 26 5735 GA Aarle-Rixtel OBS Het Klokhuis Wijnkelderweg 3a 5741 ND Beek en Donk OBS het Het Toverkruid Dalkruid 23 5721 RR Asten Gegevens basisscholen Eenbes Scholen Adres Postcode Plaats BS de Branding Beringstraat 56 5665 GX Geldrop BS St. Jozef Papenvoort 10 5663 AH Geldrop BS Dommeldal Beneden Beekloop 93 5662 HK Geldrop BS t Klokhuis Hazelaar 47 5664 VE Geldrop SBO Burg. V.d.Putt Parallelweg 8 5664 AC Geldrop BS t Vijfblad Linze 3 5667 AH Geldrop BS De Windroos St. Jozefplein 3 5666 RL Geldrop BS Merlebos De Spinner 6 5591 NG Heeze BS Kindcentrum de Parel Pastoor Gastlaan 2 5591 BM Heeze BS Dirk Hezius Schoolstraat 1 5591 HK Heeze BS den Boogerd Wersakker 55 5731 KE Mierlo BS St. Johannes Dorpsstraat 103 5731 JH Mierlo BS Loeswijk Burg. Van Mierlostraat 92 5731 GH Mierlo BS St. Lucia Haver 13 5731 LA Mierlo Brede School Heuvelrijk Heuvel 5 5674 RR Nuenen BS de Wentelwijk Jacobushoek 5 5672 HZ Nuenen BS de Dassenburcht Jacob Catsstraat 1-3 5671 VP Nuenen BS Insp.Crijns Heikampen 3 5672 ST Nuenen BS St Jozef De Koppel 1 5674 NW Nuenen BS de Nieuwe Linde Vrouwkensakker 17 5673 PE Nuenen Bernadetteschool Mariastraat 31 5738 AH Mariahout BS Brukelum Broekelingstraat 2 5735 HC Aarle-Rixtel BS de Fontein Klumper 62 5737 AZ Lieshout BS de Heindert Schoolstraat 1 5735 CG Aarle-Rixtel Daltonbasisschool Ótterke Beverstraat 11 5741 KW Beek en Donk BS Kindcentrum de Raagten Otterweg 31 5741 BC Beek en Donk Mariabasisschool De Wieken 38 5737 JA Lieshout Brede School De Muldershof Molenweg 5 5741 NA Beek en Donk Gegevens basisscholen Qliq Primair Scholen Adres Postcode Plaats BS t Baken Dolfijnlaan 81 5706 BT Helmond BS Den Bongerd Betuwehof 10 5709 KP Helmond BS Dierdonk Nijendaldreef 1 5709 RK Helmond Kindcentrum Mozaiek Nieuwveld 61 5702 HW Helmond Jorisbasisschool Mahoniestraat 9 5706 VS Helmond BS De Korenaar Rector Heuvelstraat 4 5704 AN Helmond BS Mondomijn Laan door de Veste 1000 5708 ZZ Helmond BS St. Odulfus Slegersstraat 2a 5706 AX Helmond BS St. Trudo St. Trudostraat 2 5708 GL Helmond BS de Vendelier Schutsboom 67 5706 KH Helmond BS de Vlier Maaslaan 197 5704 LD Helmond Brede Basisschool de Vuurvogel Prins Karelstraat 127 5701 VL Helmond BS Westwijzer Kromme steenweg 31 5707 CB Helmond BS de Zevensprong Theo Driessenhof 35 5709 BA Helmond 31

Gegevens basisscholen OBS Helmond Scholen Adres Postcode Plaats OBS Brandevoort De Plaetse 150 5708 CJ Helmond BS De Bundertjes Basstraat 208 5702 SM Helmond OBS t Hout Mahoniestraat 13 5706 VS Helmond OBS de Lindt Sprengersstraat 1 5708 EV Helmond OBS de Rakt Baroniehof 212 5709 HD Helmond OBS de Straap Twentehof 200 5709 KG Helmond OBS de Stroom Rijnlaan 103 5704 HZ Helmond Gegevens basisscholen PRODAS Scholen Adres Postcode Plaats BS D n Bogerd Keltenstraat 16 5753 GN Deurne SBO De Brigantijn Hogeweg 6 5751 KX Deurne BS St. Gerardus Klingerveld 6 5752 AK Deurne BS D n Heiakker Patrijs 33 5754 DJ Deurne BS De Peelparel Oude Peelstraat 10 5759 PC Helenaveen BS De Piramide Hoendiep 2 5751 VC Deurne BS Tijl Uilenspiegel Schutsboom 14 5751 JB Deurne BS De Wegwijzer Galileistraat 1 5756 AW Vlierden BS St. Willibrordus (D) Romboutsstraat 2 5751 BW Deurne St. Willibrordus (N) Dorpsstraat 11 5758 AM Neerkant BS De Zonnebloem t Hofke 12 5757 BB Liessel Jenaplanschool De Ratelaar Romboutsstraat 2 5751 BW Deurne BS Zeilberg Margrietstraat 2 5754 AH Deurne BBS Antonius Heikamperweg 1 5725 AZ Heusden BS Bonifatius Kruiskensweg 8 5721 KD Asten BS Deken van Hout Asterstraat 35 5721 EE Asten BS St. Lambertus Zonnehof 2 5721 AZ Asten BS Het Lover, Daltononderwijs Biggekruid 7 5721 RB Asten BS Voordeldonk Bergweg 60 5721 JD Asten De Brigantijn Kanaalstraat 38 5711 EJ Someren BS St. Jozef Kerkendijk 81 5712 ET Someren Heide BS Leerrijk Van Gijselstraat 24 5712 HE Someren BS Maria Laan ten Roode 34 5711 GC Someren BS De Diamant Avennellaan 17 5711 BB Someren S t Rendal Offermansstraat 9 5715 AM Lierop BS De Vonder Willem Alexanderlaan 3 5712 CA Someren-Heide 32

Bijlage 5: Toenemende complexiteit in leeractiviteiten in de stage Voorbeeld van Kempelscan Zie onderstaande bijlage voor de twee originele documenten bijlage 5 - aanvraag aspirant opleidingsschool - Contextvariabelen en Kempelscan 33

Toelichting op beoordeling van de stage in de afstudeerfase van de opleiding 34

Rollen en verantwoordelijkheden binnen de stage in de afstudeerfase van de opleiding 35

Bijlage 6: Interview versteking samenwerking LO en scholen (Oberon) Zie onderstaande bijlagen voor het originele onderzoeksverslag (interviews) OBERON bijlage 6 - aanvraag aspirant opleidingsschool - volledig verslag interview OBERON 36

Bijlage 7: Samenwerking Kempel en Driestar bij het professionaliseren van schoolopleiders. Hogeschool de Kempel en Driestar Hogeschool hebben een gezamenlijke aanvraag ingediend bij CPION voor een (post HBO) opleiding, gericht op het opleiden van schoolopleiders. Deze tweejarige opleiding is bedoeld voor leraren basisonderwijs met minimaal drie jaar praktijkervaring. De schoolopleider in opleiding leert een belangrijke bijdrage te leveren aan de kwaliteit van opleiden binnen de eigen schoolorganisatie en aan de kwaliteit van Samen (academisch) opleiden. Dit krijgt vorm door te werken aan professionele begeleidingsvaardigheden en door het creëren van condities op schoolniveau voor een kwaliteitsvolle opleidings- en begeleidingspraktijk. Omdat het samen (academisch) opleiden in de werkplekleeromgeving een steeds prominentere rol gaat vervullen bij het opleiden van aanstaande leraren, is van belang dat elke (partner)school een schoolopleider in huis heeft. De Kempel en Driestar hebben samen een op het opleiden van schoolopleiders toegesneden programma ontwikkeld dat inmiddels volop wordt uitgevoerd. Het programma is ontwikkeld op basis van de bekwaamheidsgebieden zoals deze geformuleerd zijn in de beroepsstandaard voor lerarenopleiders. Tijdens de opleiding werken de deelnemers aan een dossier voor hun aanvraag bij de Beroepsregistratie Lerarenopleiders (BRLo). Hierdoor hebben de schoolopleiders die de opleiding succesvol hebben afgerond, de mogelijkheid een aanvraag in te dienen bij de BRLo, om opgenomen te worden in het register voor lerarenopleiders. De beoordeling van deze aanvraag vindt plaats door twee beoordelaars die erkend zijn door de VELON: een interne beoordelaar (van de eigen hogeschool) en een externe beoordelaar (van de partnerhogeschool). Ten slotte hebben zowel De Kempel als De Driestar de intentie om uit de groep opgeleide en geregistreerde schoolopleiders, collega s te werven voor de taak van extern stagebegeleider dan wel studieloopbaanbegeleider van de hogeschool. Na vier jaar kunnen deze geregistreerde schoolopleiders een herregistratie aanvraag indienen bij de BRLo. Op deze manier wordt de kwaliteit van de schoolopleiders formeel ondersteund en geborgd. Zij leveren een waardevolle bijdrage aan het begeleiden en opleiden van aanstaande en startende leraren en zij ondersteunen mentoren bij het begeleiden van aanstaande leraren. 37

Bijlage 8: Flyers PHBO Schoolopleider Zie onderstaande bijlagen voor de originele flyers bijlage 8 - aanvraag aspirant opleidingsschool - flyers profielbeschrijving en opleidingsinformatie schoolopleider 38

Bijlage 9: Flyer mentorenspecialisatie Zie onderstaande bijlagen voor de originele flyers bijlage 9 - aanvraag aspirant opleidingsschool - flyer mentorspecialisatie 39

Bijlage 10: Zelfevaluatiekader (ZEK) Zie onderstaande bijlagen om de Quick scan te bekijken van het Zelfevaluatiekader en het bovenstaande artikel bijlage 10 - aanvraag aspirant opleidingsschool - ZEK Quickscan en volledig artikel Samen verantwoordelijk voor Samen Opleiden 40