Overlaging Parkeergarage P2

Vergelijkbare documenten
Valet Parking P1. Brandbeveiligingsconcept. Opgesteld voor Amsterdam Airport Schiphol PLUS organisatie Dhr. D. Veltkamp

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Brandveiligheidsadvies Gelijkwaardigheid

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 13 mei D. Brobbel

verschillende wegen leiden naar een brandveilig hoog gebouw

ADVIES. Pagina 1 van 6. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

Bijlage 1 Tekeningen brandcompartimentering

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

Beschrijving. Verbouwniveau brandwerende doorvoering. Advies Definitief

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

Schiphol The Base. Verbinding 3e en 4e verdieping The Base B

Beschrijving. Adviesvraag ADVIES

Notitie: Notitie ventilatie parkeergarage Project: Nieuw Leyden veld 25, te Leiden

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

Een schoolgebouw bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een gebruiksoppervlakte van ruim m 2

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Wat is een veiligheidstrappenhuis?

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Branden in parkeergarages Problematiek

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Beschrijving. Vervallen trap in monumentaal gebouwtje. Advies Definitief

Atria en brandveiligheid

Toetsing brandpreventie

PROTOCOL INVENTARISATIE EN ONDERZOEK BRANDVEILIGHEID GEVELS

ATRIA EN HET BOUWBESLUIT

Brandveiligheid van grote natuurlijk geventileerde parkeergarages

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

Brandveiligheidsadvies

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

OPNAME-RAPPORT APK-KEURING GEBOUWEN. Opsteller. Namens. Datum onderzoek. Aanwezig Naam Namens. Naam bouwwerk. Straat. Gemeente. Bestemming bouwwerk

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Advies brandveiligheid omgevingsvergunning

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Hoogbouw en Brandveiligheid

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

project: UTC, Schipholweg 343 te Badhoevedorp - Kantoorgebouw

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

ADVIES. Pagina 1 van 5. Adviescommissie praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Secretariaat info@adviescommissiebrandveiligheid.

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

In de bijlage bij dit advies is een plattegrond en een doorsnede van het betreffende gebouw opgenomen.

ADVIES. Beschrijving. Pagina 1 van 5. Adviescommissie Praktijktoepassing brandveiligheidsvoorschriften. Postbus BV Rotterdam

Nieuwbouw ondergrondse Parkeergarage RAVEL te Amsterdam

Opvang- en doorstroomcapaciteit

Regionale Commissie Bouwen en Infrastructuur Regio Haaglanden

Memorandum nr

Bouwbesluit rapportage. Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne

KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid

ADVIES. Registratienummer: 1019 Twee bouwblokken ontsloten via één portiek

Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van de tekeningen van Cell Studio Architecten met datum

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Project: Verbouwing voormalig Klooster Kranenburg Ruurloseweg LD Vorden Werknummer: CM 10 Datum: 25 juni 2018

Appartementen De Keern te Landsmeer

Brandveiligheidsadvies

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Beschrijving. WBDBO winkelruit na verwijderen sprinkler. Advies Definitief

ROCKWOOL BRANDOVERSLAG REKENTOOL

Even voorstellen. Marcel Veenboer

groot brandcompartiment, handhaving, spiegelsymmetrie, WBDBO

Beleid bestaande bouw - beleidspakket. Kwaliteit brandveiligheid

Brandveiligheidsplan Leka Oomsberg Vledderveen

FSE op luchthaven Schiphol. 9 juni 2010 Peter van Wijk

Bouwbesluit 2012, woongebouw, overige gebruiksfunctie, nieuwbouw, portiekontsluiting, parkeren Datum: 19 mei 2017 Status:

Voorbeeld INVENTARISATIE VOORZIENINGEN

VEBON RISICOBENADERING BRANDVEILIGHEID PARKEERGARAGES

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

BDA Groep. BDA Groep 1976 circa 60 medewerkers. Brandveiligheid in hoofdlijnen. Verwarring over aspecten. Beoordelingsgrondslag!

1 Inleiding Algemeen Doel Uitgangspunten Computermodel 5 2 NEN

Transcriptie:

Brandbeveiligingsconcept Overlaging Parkeergarage P2 Opgesteld voor FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 Amsterdam Airport Schiphol 27.9.2016 PLUS-Organisatie dhr. Erwin van Hout Noorderlaan 133 2030 Antwerp Belgium T +32 3 542 62 45 F +32 3 542 11 90 info@fpc.be www.fpc.be

1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten met betrekking tot de regelgeving 3 2.1 Bouwbesluit 3 2.2 Open Parkeergarage 3 2.3 Type brand 4 3 Brandbeveiligingsconcept 5 3.1 Preventieve maatregelen en materiaalkeuze 5 3.2 Brand- en rookcompartimentering 5 3.3 Veilig vluchten 6 3.4 Weerstand tegen bezwijken 7 3.5 Actieve brandbeveiliging systemen 8 3.6 Noodplanning 9 4 Besluit 10 FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 2/10

1 Inleiding Dit document beschrijft de uitgangpunten met betrekking tot brandveiligheid voor de parkeergarage P2 bij de verbouwing/overlaging van de segmenten C en D met twee bouwlagen. Het document dient als bijlage bij het definitief ontwerp en bij de vergunningsaanvraag. In een volgende fase zal het concept verder uitgewerkt worden tot een brandbeveiligingsplan, dat meer specifiek en gedetailleerd aan de hand van lay-outs de specifieke brandbeveiligingsaspecten en berekening van vluchtwegcapaciteiten weergeeft. 2 Uitgangspunten met betrekking tot de regelgeving 2.1 Bouwbesluit Deze verbouwing dient te voldoen aan het Bouwbesluit. Omdat de Parkeergarage reeds een zekere leeftijd heeft, is met de Gemeente besproken dat de verbouwing dient te voldoen aan het Rechtens verkregen niveau met als absolute ondergrens het niveau Bestaande Bouw conform het Bouwbesluit. Streefdoel is om te werken naar het niveau Verbouw conform het Bouwbesluit voor alle aspecten van de verbouwing, die niet verweven zijn met de bestaande structuren. 2.2 Open Parkeergarage De bestaande garage wordt beoordeeld als een open parkeergarage in het kader van de eisen m.b.t. tot het stallen van voertuigen conform NEN2443. Dat betekent dat er voldoende natuurlijke luchtverversing aanwezig is door de openheid van de parkeergarage. De criteria van NEN 2443 waaraan de parkeergarage dient te voldoen om beschouwd te worden als open parkeergarage en waar P2 ook aan voldoet zijn de volgende: Alle 4 de zijden van de parkeergarage zijn open en hebben dus niet van de buitenlucht afsluitbare openingen. Dat voldoet aan de eis dat er minimaal 2 tegenover elkaar liggende zijden van dat type aanwezig moeten zijn. De breedte van de parkeergarage is 52 meter. Dat is minder dan de 54 meter, die zich maximaal tussen de minimaal 2 open gevels mag bevinden. De twee lange zijden zijn ook de zijden waarin de niet van de buitenlucht afsluitbare openingen voorkomen. De laagste vloer van de parkeergarage ligt op maaiveld. Er zijn geen benedengrondse verdiepingen binnen P2. In de parkeergarage zijn op de begane grond enkel de hellingbanen en enkele techniekruimtes onder de hellingbanen aanwezig. Deze vormen geen obstructie, die de luchtdoorstroming van de parkeergarage belemmert. Eventuele obstructies zijn in breedte minder dan 7 meter of er bevinden zich open vides ter hoogte van de opgangen tussen de verdiepingen. FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 3/10

Betreffende de niet afsluitbare openingen in de wanden kunnen we stellen dat ze voor meer dan 1/3 open zijn omdat de vier wanden zo goed als volledig open zijn. Elk van de 2 tegenover elkaar staande buitenwanden hebben ook een oppervlak van meer dan 2.5% van de bruto vloeroppervlakte van de parkeergarage. (De waarde ligt om en bij 4%) Dit uitgangspunt wordt bij het ontwerp van deze parkeergarage behouden, uitgaande van een overlaging met twee verdiepingen van de bestaande C en D segmenten. Dit is perfect mogelijk omdat in deze fase van de verbouwing de breedte van de parkeergarage niet groter wordt en omdat de omgevingsfactoren gelijk blijven. Indien in de toekomst de omgevingsfactoren aangepast worden en we denken dan aan: Optrekken van gebouwen of structuren in de nabijheid van de parkeergarage, die de luchtcirculatie in de parkeergarage kunnen beïnvloeden. Het aanbrengen van wandbekleding, die de openheid van de parkeergarage, in ongunstige zin beïnvloedt. Het aanbrengen van bouwwerken en wanden in de parkeergarage, die een ongunstig effect hebben op de luchtcirculatie. dient men dit uitgangspunt terug te onderzoeken en indien nodig extra maatregelen te nemen als niet aangetoond kan worden dat alle verdiepingen van de parkeergarage nog een de criteria voor een Open parkeergarage voldoen. Bij deze overlaging, mag uitgegaan worden dat de parkeergarage na de verbouwing ook nog beschouwd mag worden als open parkeergarage. 2.3 Type brand Voor eventuele berekeningen ivm de brandweerstand van de trappenhuizen en de weerstand tegen bezwijken mag uitgegaan worden van volgend brandscenario. Er wordt een brandscenario voorop gesteld waarin maximaal 4 wagens in de brand betrokken zijn. Dit resulteert in een maximale warmteontwikkeling van 18,8 MW omstreeks de 40 ste minuut. Het brandscenario kan zich op iedere verdieping voordoen en de brand wordt in onderstaande figuur weergegeven. FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 4/10

3 Brandbeveiligingsconcept 3.1 Preventieve maatregelen en materiaalkeuze De bestaande constructie en bouw is opgetrokken uit onbrandbare materialen (i.e. staal en beton). Het betreft een gewapend betonnen constructie met dubbel T betonvloeren. Omdat de huidige constructie slechts beperkt versterkt kan worden, is er gekozen om de uitbreiding te ontwerpen als een lichtgewichtconstructie met een belasting kleiner dan 125kg/m². Het staat de aanbieder vrij een structuur te bouwen, die aan deze eisen voldoet, waarbij ook een stalen structuur met kunststof vloeren overwogen kan worden. De eisen die daaraan gesteld worden, worden hieronder beschreven in paragraaf 3.4. 3.2 Brand- en rookcompartimentering 3.2.1 Brandcompartimentering De parkeergarage wordt beschouwd als één brandcompartiment. De hellingbanen lopen door over alle verdiepingen en zijn niet brand- of rookwerend afgeschermd van elkaar. De hellingbanen vormen wel een natuurlijke vide tussen de verschillende segmenten van de bouw in de lengte richting. Deze vides zullen in de overlaging doorgetrokken worden Daar de parkeergarage door de uitbreiding/overlaging meer dan 8m boven het evacuatieniveau (omgeving) uitkomt, dienen de trappenhuizen uitgevoerd te worden als extra beschermde vluchtroutes. Ze liggen dus buiten het beschouwde compartiment van de parkeergarage. Dit betekent dat de huidige FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 5/10

trappenhuizen aan de gevel, die open zijn naar de parkeergarage toe, uitgevoerd dienen te worden als een trappenhuis met 30 minuten WBDBO conform de eisen voor verbouw. Er dient slechts aan voldaan te worden bij een brand in de parkeergarage, zodat enkel de wanden in aanraking met de parkeergarage (zogenaamde binnenwanden) van de trappenhuizen 30 minuten WBDBO dienen te hebben en dat er geen brandoverslag kan gebeuren langs de zijkanten van het trappenhuis. Deze eis voor 30 minuten WBDBO en weerstand tegen bezwijken geldt ook voor het eventuele nieuwe hoofdtrappenhuis dat gebouwd wordt. Voorlopige locatie van dit nieuwe hoofdtrappenhuis is tussen segment B en C, vlak langs de verkeersvide. Ook de nieuwe en aanwezige technische ruimtes worden 60 min. WBDBO afgescheiden van de rest van de parkeergarage. (Voor de bestaande ruimtes geldt een minimumeis van 30 minuten WBDBO) 3.2.2 Rookcompartimentering Er zijn geen rookscheidingen binnen de parkeergarage voorzien. Daar het een open constructie betreft, gebeurt de ontroking middels natuurlijke ventilatie langsheen de gevels en de hellingbanen. 3.3 Veilig vluchten 3.3.1 Bezetting Een parkeergarage krijgt vanwege de lage populatie bij normaal gebruik een bezetting van 1 persoon per 45 m². Momenteel bedraagt dit voor de eerste twee verdiepingen ongeveer 18.300 m², wat overeenkomt met 400 personen per verdieping. Voor de overlaging, die in oppervlakte beperkt is tot ongeveer 10.000 m², is de bezetting beperkt tot zo n 220 personen per verdieping. In een verdere fase zullen delen A en B afgebroken worden, waarmee hun oppervlakte ook gereduceerd wordt tot 10.000 m². Gezien de parking hoofdzakelijk dienst doet voor middellang parkeren, zal het aantal bewegingen in de parking, en de daarbij horende bezetting, in realiteit veel lager liggen dan deze 220 personen. Een bezetting van 110 personen per verdieping is een realistische inschatting hiervoor. Daarnaast is het ook toegelaten om het rechtens verkregen niveau te hanteren, waarbij er voor de bestaande parkeergarage 4 noodtrappenhuizen en een hoofdtrappenhuis aanwezig zijn. We kunnen stellen dat op basis van de ervaring en het Rechtens verkregen niveau de huidige vluchtcapaciteit via 2 bestaande noodtrappenhuizen en 1 nieuw te bouwen hoofdtrappenhuis voldoende is om de nieuwe lagen van de parkeergarage te kunnen ontvluchten, rekening houdend met een minimumbreedte van 1,2 m voor de trapbomen van de noodtrappenhuizen. De trapboom voor het nieuwe hoofdtrappenhuis zal 2.5 m breed zijn. In de bestaande parkeergarage zijn immers 4 noodtrappenhuizen en 1 hoofdentree. Dit terugbrengend naar de oppervlakte van de overlaging vereist minimaal drie trappen voor veilige ontvluchting. Voor de overlaging wordt wel bekeken of er geen opstuwing kan plaatsvinden waarvoor één extra trappenhuis noodzakelijk zou zijn. De analyse van het specifiek gebruik leert ons dat 3 trappen voor de overlaging voldoende is. De twee bestaande noodtrappenhuizen worden verhoogd en er wordt een nieuw hoofdtrappenhuis gebouwd of een extra tijdelijke vluchttrap gebouwd tijdens de bouw. 3.3.2 Vluchtbreedtes Er wordt voldaan aan de gestelde eisen verbouw volgens de berekeningsmethodiek uit het BB 2012 voor zowel de nieuwe uitbreiding als de bestaande gebouwdelen als die extra trap met een vrije breedte van FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 6/10

1200 mm bij geplaatst wordt. ( tijdelijke trap.) Het hoofdtrappenhuis zal een trapboom van 2.500 mm hebben omwille van de hoofdcirculatie tijdens het normaal gebruik. 3.3.3 Vluchtlengtes De vluchtweg voor gebieden met een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m² bedraagt maximaal 60 m volgens het niveau verbouw. Voor deze parking mag echter het Rechtens verkregen niveau gehandhaafd blijven met als ondergrens de 75 meter vluchtweglengte van het niveau Bestaande Bouw conform bouwbesluit. Het feit dat het een open parkeergarage is, ondersteunt dit uitgangspunt. Een vluchtweglengte van 75 meter is dus aanvaardbaar voor de huidige parkeergarage en de verbouwing. 3.3.4 Toegelaten deurtypes Deuren met een minimumbreedte van 850 mm en een in de vluchtrichting draaiende deurvleugel mogen gebruikt worden voor toegang tot de trappenhuizen op de verdiepingen. Op de begane grond moeten de deuren naar buiten open draaien. 3.3.5 Verluchting trappenhuizen Als bovenwettelijke eis om te vermijden dat een trappenhuis vol rook loopt, worden de trappenhuizen verlucht door een hoge en lage verluchting. Voor het besloten hoofdtrappenhuis, wordt dit op overdruk gezet als extra maatregelen. De liften in het trappenhuis worden niet uitgevoerd als brandweerlift. De afmetingen van de liften zijn wel voldoende om de medische dienst toe te laten een brandcard met patiënt te vervoeren. 3.4 Weerstand tegen bezwijken Conform het niveau Verbouw en Bestaande Bouw dient de structuur van deze parkeergarage een weerstand tegen bezwijken te hebben van 30 minuten. Het niet bezwijken wordt bepaald volgens: NEN-EN 1999 of NEN-EN 1993, indien de constructie is vervaardigd van metaal als bedoeld in die normen; NEN-EN 1992 of NEN-EN 1996, indien de constructie is vervaardigd van steenachtig materiaal als bedoeld in die normen; NEN-EN 1994, indien de constructie is vervaardigd van staal-beton als bedoeld in die norm. Alternatief kan de weerstand tegen bezwijken (art. 1.3 van het bouwbesluit) ook bepaald worden op een alternatieve manier. Hiervoor wordt de in paragraaf 2.3 beschreven brandkarakteristiek gebruikt als men de staalstructuur zou gaan berekenen of over dimensioneren. De aannemer zal voor de start van de uitvoering de nodige gelijkwaardigheidsberekeningen en concepten aanleveren voor evaluatie door het bevoegd gezag. Naast de weerstand tegen bezwijken van de structuur, mag er als extra eis geen voortschrijdende instorting gebeuren in de parkeergarage. Dit betekent specifiek dat bij een brand eventueel aanvaard wordt dat een vloervak ter plaatse van de brand het begeeft (bijvoorbeeld bij het gebruik van kunststof vloeren), maar dat niet aanvaard wordt dat dit kan leiden tot een voortschrijdende instorting. FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 7/10

Dat betekent ook dat eventueel hulpliggers, die delen van een eventuele kunststof vloer dragen kunnen bezwijken zolang ze de hoofddraagconstructie niet verzwakken. 3.5 Actieve brandbeveiliging systemen 3.5.1 Rook en Warmte Afvoer Er is geen mechanische ontroking voorzien. Aangezien het een open parkeergarage betreft, zal ontroking door middel van natuurlijke ventilatie langsheen de gevelopeningen gebeuren. Indien de omgevingsfactoren in een volgende verbouwingsfase voor het zogenaamde A-gebied veranderen met als gevolg dat de garage niet meer voldoende geventileerd kan worden om de parkeergarage nog te kunnen beschouwen als open parkeergarage, zullen alsnog extra maatregelen getroffen moeten worden door de aannemer van die verbouwingsfase, die hier niet meegenomen worden. Mogelijke extra maatregelen kunnen inhouden: RWA-installatie voor mechanische ontroking. Automatische branddetectie Sprinkler 3.5.2 Sprinkler Er is geen automatische blusinstallatie voorzien. 3.5.3 Brandmelding 3.5.3.1 Algemeen Er worden enkel handbrandmelders voorzien conform NEN 2535. Dit kan op basis van uitbreiding van de bestaande installatie als die nog voldoende uitbreidingscapaciteit heeft. De installatie dient bij oplevering gecertificeerd te zijn door een erkende organisatie (certificeringsinstelling). Er wordt geen automatische branddetectie voorzien voor deze open parkeergarage. Enkel in het nieuwe hoofdtrappenhuis en in alle technische ruimten wordt automatische branddetectie voorzien, die voor het hoofdtrappenhuis de lift zal aansturen. 3.5.3.2 Gekoppelde systemen De nodige systemen zoals liften, slagbomen, verlichting en de ontruimingsinstallatie zullen op basis van de brandmelding aangestuurd worden. Voor de verlichting geldt dat deze bij brand naar 100% geschakeld wordt. 3.5.3.3 Doormelding De brandalarmen zullen via de Siline verbinding doorgestuurd worden naar de brandweer conform de aansluitingsvoorwaarden OMS/GMS van de brandweer. Brandalarmen worden ook doorgemeld naar het Schiphol IMSB voor onderhoudsdoeleinden. In het kader van de afspraken tussen de Gemeente Haarlemmermeer en Luchthaven Schiphol is bepaald dat alle gebouwen met een brandmeldinstallatie ook doormelden naar het OMS/GMS. Ook de huidige brandmeldinstallatie is op die manier uitgerust. De doormeld eenheid wordt overgenomen op de nieuwe installatie. FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 8/10

3.5.4 Blusleidingen De huidige droge blusleidingen worden doorgetrokken naar de bijkomende verdiepingen en geplaatst in of op maximaal 5 meter van de ingang van het trappenhuis. In het nieuwe hoofdtrappenhuis wordt een extra droge blusleiding aangebracht. Indien de wegenis rondom de parking wordt aangepast, zal ervoor gezorgd worden dat er blushydrant aanwezig blijft op minder dan 20 meter van het vulpunt van elke droge blusleiding. Tijdens de verbouwing en heraanleg van de Havenmeesterweg worden hier tijdelijke afwijkingen op toegelaten na bespreking met Brandweer Schiphol. Haspeldekking wordt niet voorzien vanwege vorstgevaar. 3.5.5 Brandblussers Ter hoogte van het nieuwe hoofdtrappenhuis en de 2 noodtrappenhuizen zal op iedere verdieping een brandblusapparaat geplaatst worden in een beschermkast. (6l waterschuim blusser). Schuimkarren (30/50l) zullen voorzien worden op elke verdieping bij de beide hellingbanen op een veilige opstelplaats. De hoeveelheden van brandblussers kunnen verschillen van de opgegeven getallen in overleg met de brandweer. Brandslanghaspels worden niet geplaatst wegens de kans op vorstschade. 3.5.6 Brandweerinterventie Ter hoogte van de opvoerpunten voor de droge blusleidingen is een opstelplaats voor de brandweer aanwezig. Op maximaal 20m van dit vulpunt is een straathydrant aanwezig. 3.5.7 Ontruiming In de parkeergarage is een luid alarm, type B ontruimingsinstallatie voorzien, die ook voor de uitbreiding noodzakelijk is. Zij wordt aangestuurd door de handbrandmelders. De installatie is verbonden met het IRISNET van Schiphol en meldt zijn status door naar het ACSM Schiphol. De installatie moet bij oplevering gecertificeerd te zijn door een erkende organisatie (certificeringsinstelling). 3.6 Noodplanning De BHV organisatie wordt geacht de noodplannen op de nieuwe situatie aan te passen en hun medewerkers samen met de hulpdiensten op te leiden. Binnen het project moet gezorgd worden dat er voldoende informatiedoorstroom naar deze operationele partijen gaat. Het project moet in ieder geval volgende assets of aanpassing van de assets voorzien: Noodverlichting Vluchtwegbebording Evacuatiestoelen bij de nieuwe stijg/daalpartijen, die meer dan 8 meter hoogte overbruggen. BHV kasten in gebruiksgebied in hoofdtrappenhuis Nieuwe vluchtwegplattegronden in het volledige gebied FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 9/10

Brandblusserdekking aanpassen en vervolledigen Toegang voor de brandweer via aanvalsroutes Zorgen voor maatregelen om ook in de winter de vluchtwegen bruikbaar te houden. Ook tijdens de werken dient men steeds tijdelijke maatregelen te voorzien en een risicoanalyse op te stellen gefocust op brandrisico en veilig vluchten, om te vermijden dat tijdens de werken onbewust onaanvaardbare risico s genomen worden. 4 Besluit In dit VO werden de algemene principes voor brandbeveiliging en brandveiligheid opgenomen, die toegepast moeten worden voor de parkeergarage. Er is met een open blik gekeken naar nieuwe concepten om deze ingrijpende verbouwing mogelijk te maken zonder het beoogde niveau van brandveiligheid uit het oog te verliezen en zonder toegevingen te doen, die de brandveiligheid of continuïteit verminderen. FPC Ref. S16018/1 rev. 2.0 10/10