De modulaire methode Theorievragen

Vergelijkbare documenten
De modulaire methode Theorievragen

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Instructeurscursus

De modulaire methode Vervolgcursus roeien

De modulaire methode Cursus boordroeien

De modulaire methode Cursus boordroeien

De modulaire methode Vervolgcursus sturen

Hoe moeten de roeiers instappen?

Algemeen: Roeicommando s, pg. 1/7

De ModulaireMethode. Introductie. Analyze stroke, benchmark, row faster! Row Analysis

Boten en bootonderdelen

Examenvragen Theorie-1

Algemene criteria examens / exameneisen

De modulaire methode Beginnerscursus roeien

De modulaire methode Beginnerscursus roeien

Theorieavond. URV Viking - 1 -

De modulaire methode Beginnerscursus roeien

Theorievragen mei 2015

INHOUDSOPGAVE. Inleiding 2 Hoe dit logboekje te gebruiken 3 Vaardigheden per klasse: afgetekend door instructeur 4 Behaalde klassen 25

De examinator houdt een voorgesprek met de kandidaten. De examinator maakt duidelijk wat wordt verwacht van de kandidaten en waarop wordt gelet.

EXAMEN-EISEN en ROEI-BEVOEGDHEDEN RV Aengwirden April 2011

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Januari Examenreglement van Roeivereniging Salland

Het ROEIEN en de vaarregels

Commando s. Boot naar buiten brengen

Roeiboek Bijlage D. de C4* beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op stuur-niveau) Aandachtspunten:

Roeicommando s. Bij de commando s worden de volgende termen gebruikt:

Opzet van de theoriecursus

De ModulaireMethode. Introductie. Analyze stroke, benchmark, row faster! Row Analysis

Opzet van de theoriecursus

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

3 Theorie voor het sturen

Wintercursus materiaal

Theorieboek Sturen. G.R.Z.V. Gorcumse

Theorie Skiff 1 & Skiff 2

Les 1 Voor de meeste leerlingen de eerste kennismaking met de sport roeien en met roeiboten. Het programma voor zo'n eerste les kan zijn;

Theorie vragen Roeien BWV De Eem herziene versie maart

Instructeur cursus. 1. Beginnende roeiers

Roeien en boten. Botentypen. Roeiboek

PROEVENBOEK RV NAARDEN

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

De modulaire methode Theorieboek sturen

Examen Sturen November 2013

Instructieboekje Roei-insigne

Boottypen. Inleiding. Soorten boten

Handleiding voor de instructeur

Reglementen. Ivar ONRUST

Inhoud. Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten. 6 mei mei 2008

Informatie examen Havengestuurd zomer Theorie avond 2017: examendagen 2017: Het examen bestaat uit 2 delen:

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

KNRB NORMERING AFROEIEN

Roeicommando s. Yole de Mer

Roeivaardigheidseisen Skiff

De roeier die het dichtst bij de stuurman zit. Tevens de roeier die het tempo aangeeft

Basis Roei-Stuur instructiegids. Augustus 2014 versie 2.0 J.O. Roei-instructiegids HRV de Compagnie versie 2.1 (maart 2016)

Samenvatting ongeval Jason, 11 maart Ongeval Jason Looveer 11 Maart 2017 Samenvatting. Jason Arnhem, juni

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

KENNISMAKINGSLESSEN. Sportactie

2 Roeicommando s

Commando's & Manoeuvres

Stuur-Brevet: Afroeienonderdelen en bijbehorende waardering

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

BIJLAGE 1 VEEL GEBRUIKTE ROEITERMEN EN COMMANDO S

Tips voor de instructie kanaalgestuurd

Deel 3. Handboek voor leden van de PRV de Where Instructie, roeitechniek, sturen en commando s en veilig varen. Deel 3

Onderdelen van de boot. Onderdelen Wherries en C-boten.

Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip dat geen motorschip is

Opleidingsboek Het Spaarne

Roeien examen reglement

Lesprogramma Scullen/sturen 2

Instructiemateriaal voor het diploma CWO Roeiboot 1/2 Met bijbehorend insigne roeien Wilhelminagroep Zeeverkenners

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Inleiding. Materiaalbehandeling en materiaalkennis Commando s Het sturen Vaarregels te water

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

borden en diversen 13 maart 2017

NRV De Doorslag Nieuwegein Januari 2019 HUISREGELS

4. Proef C Theorie. Algemeen. Stap 1

De modulaire methode Theorieboek instructie

Weetboek. Nodig voor de Stippendag!

Veilig varen doen we samen

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

Commando's & Manoeuvres

ARC Roei-instructeur/Coach Workshop. Veiligheid

De modulaire methode Theorieboek instructie

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

Theorie Roeien Samengevat

KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE ROEIBOND. Junioren Leerplan

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

De modulaire methode Theorieboek instructie

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

beoordeling door 2 examinatoren (instructeur of coach op B-niveau)

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Roeien bij Isala - Theorie voor het examen Haven Gestuurd

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

Examen CWO roeien III

Examen CWO kielboot II

Doel. Techniek van het afstellen

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Transcriptie:

De modulaire methode Theorievragen Roeivereniging Naarden Jeroen Brinkman

De modulaire methode Theorievragen 1 Ten geleide De modulaire methode is een methodische aanpak waarmee roeiers roeien en sturen kan worden geleerd. De methode is onderverdeeld in theorieboeken en cursussen. Om de cursisten te helpen de theorie onder de knie te krijgen zijn er 80 theorievragen beschikbaar. Zowel het Theorieboek roeien als het Theorieboek sturen worden geheel afgedekt. Enkele ook voor de cursist belangrijke punten uit het Theorieboek instructie worden ook bevraagd. Denk hier bijvoorbeeld aan het 5-staps leerproces. Het is belangrijk dat de theorieboeken niet ongelezen in de kast verdwijnen: basale kennis over het roeien en de verkeersregels op het water zijn nodig om veilig en zonder schade te kunnen roeien. Deze vragen kunnen zowel door de cursist als door de instructeur worden gebruikt om de kennis van de cursist te toetsen. In het laatste geval selecteert de instructeur een aantal vragen en legt deze voor aan de cursist. Deze dient die dan goed te beantwoorden. Triviale vragen en vragen die niet nodig zijn om veilig te kunnen roeien en sturen, zijn niet in dit document opgenomen. Alle vragen worden beantwoord in de theorieboeken, op één vraag na. Weet u welke? Ik hou me aanbevolen voor opmerkingen, correcties en aanvullingen. Jeroen Brinkman, Naarden, 10 maart 2009 Versie maart 2009

De modulaire methode Theorievragen 2 De modulaire methode De modulaire methode wordt ondersteund door twee soorten documenten: algemeen theoriemateriaal en cursussen. Er is een zestal cursussen beschikbaar. Twee voor het aanleren van scullen, één voor het aanleren van boordroeien en twee voor het aanleren van stuurvaardigheden. Daarnaast is er een instructeurscursus voor het opleiden van instructeurs aanwezig. De cursussen volgen elkaar als volgt op. De theorie van roeien, sturen en instructie geven wordt behandeld in drie theorieboeken: het Theorieboek roeien, het Theorieboek sturen en het Theorieboek instructie. Daarnaast zijn theorievragen beschikbaar om de theoriekennis te toetsen. Roeien en sturen wordt aangeleerd aan de hand van de volgende cursussen. Voor het leren geven van instructie wordt de instructeurscursus gebruikt.

De modulaire methode Theorievragen 3 Theorievragen 1. Waarvoor is de kielstrip? 2. Een acht wordt ook wel als 8+ aangeduid. Hoe worden skiff, dubbelvier zonder en een C-twee met stuurman aangeduid? 3. Wat is een tub? 4. Wat is een maasvier? 5. Als je als roeier in de winter te water raakt, hoeveel tijd heb je dan in het slechtste geval voordat je onderkoeld raakt? 6. Wat kan je doen om een C-vier tegen golven te beschermen? 7. Moet een roeiboot s nachts licht voeren? Zo ja, wat voor een licht? 8. Hoe komt de J-haal aan zijn naam? 9. Noem vier methoden om met je C-één van het vlot af te komen. 10. Wat is een ruitenwisserhaal? 11. Naast wedstijdroeien bestaan er nog twee andere roeimogelijkheden, welke? 12. Wat is het verschil tussen een wherry en C-boot? En tussen een C-boot en gladde boot? 13. Wat is het verschil tussen een Macon-blad en Bigblade? 14. Moet een houten riem met de bolle of holle kant op het vlot worden gelegd? En een kunststofriem? 15. Moet er met de bolle of holle kant worden gestreken? Waarom? 16. Wat is het verschil tussen het tillen van een gladde twee en C-twee? 17. Wanneer is je voetenbord goed afgesteld? 18. Wat is een slifferhaal? 19. Waar moeten boten worden afgedroogd? 20. Waar is het rustpunt van de haal? 21. Waarmee hou je balans in een roeiboot? 22. Wie heeft voorrang: het oplopende of opgelopen schip? Of kun je dat niet zonder meer beantwoorden? 23. Een zeilboot met de zeilen gehesen komt varend op de motor van rechts. Jij nadert in je roeiboot. Wie heeft er voorrang en waarom? 24. Wat is het BPR? 25. De hoorn van een schip klinkt zeven keer zeer kort. Wat is de betekenis van dit signaal? 26. Jij vaart in een roeiboot op een rivier. Een binnenschip loopt op en geeft twee lange en één kort hoornsignaal. Wat moet jij doen? 27. Een binnenvaartschip vaart recht op je af. Het schip geeft vier korte hoornsignalen. Wat moet jij doen? 28. De stuurman roept: Uithouden aan bakboord nu. Wat moet je doen? 29. Wat neem je als extra uitrustingstukken mee op open water? 30. Wat doe je wanneer je met je C-vier bent omgeslagen op open water? 31. Wat doe je wanneer je met je C-één bent omgeslagen op de vaart? 32. Bij welke vijf omstandigheden mag je niet roeien? 33. De stuurman roept: Slippen en vallen nu. Wat moet je doen? 34. Wat doe je wanneer je op het water door onweer wordt overvallen? 35. Wat is belangrijk bij een aanvaring op het water? 36. Wie is de schipper van een ongestuurde vier?

De modulaire methode Theorievragen 4 37. Welk nummer heeft de boeg? 38. In de loods roept de stuurman: Naar zee. Wat moet je doen? 39. Wat doe je wanneer je tijdens het roeien een snoek vangt? 40. Wat is er stuk wanneer de spoorstok gebroken is? 41. Welke kant is stuurboord voor de stuurman? 42. Welke zijde is groen voor de roeier? Welk boord is dat? 43. Wat doe je wanneer je veilig boord houdt? 44. Wat is een backsplash? 45. Noem de vijf taken van een stuurman. 46. Welke drie soorten commando s kan een stuurman geven? 47. Uit welke stappen bestaat het vijf-staps leerproces? 48. Noem drie fouten die blessures tot gevolg kunnen hebben. 49. De stuurman vraagt de boeg om mee te kijken bij het aanleggen. Wat moet de boeg doen? 50. De stuurman geeft het commando Hoog scheren nu. Wat moet je doen? 51. Een sleepboot, zeilboot, kano en motorsloep naderen jou in je roeiboot. Wie hebben voorrang? 52. Hoe kondigt de stuurman een oefening aan, bijvoorbeeld tubben? 53. Wat is met vaste bank roeien? 54. Waarom is er een Nederlandse roeihaal? 55. Wat is een mentaal haalbeeld. Waarom is dat belangrijk? 56. Noem vijf van de elf waarnemingspunten. 57. Hoe werkt de modulaire methode? 58. Mag je in dezelfde instructieles voor instructie en oefening (laten) aftekenen? 59. Mag je in dezelfde instructieles voor oefening en toetsing (laten) aftekenen? 60. Welke fouten hebben de hoogste prioriteit? 61. Waarom moet de stuurman bij strijken de stuurlijnen strak houden? 62. Wat moet je altijd doen, voordat je op stromend water gaat varen? 63. Waar geldt het BPR? 64. Een sluis is een engte, noem nog een engte. 65. Wat betekent goed zeemanschap? 66. Wanneer moet je een ander roeiboot aanroepen? Hoe doe je dat? 67. Waarom moet je de bladen bijtijds draaien? 68. Waarom moet je altijd je riemen vasthouden? 69. Hoe oud moet je zijn om te kunnen veteranenroeien? 70. Waarvoor dienen roeiproeven? 71. Jij in je roeiboot en een motorsloep naderen aan beide zijden een brug. Wie mag eerst? 72. Benoem de boten van links boven naar rechts onder.

De modulaire methode Theorievragen 5 73. Welke brug mag je in een roeiboot onderdoor varen? 74. Wat is het verschil tussen deze borden? 75. Waar mag ik met mijn roeiboot invaren? 76. Benoem de onderdelen: 77. Benoem de onderdelen 78. Benoem de onderdelen: 79. Hoe heet het onderdeel waar je bij het instappen je voet op zet? 80. Hoe heet het onderdeel waar je bankje op rijdt?