Innovatietempo moet omhoog



Vergelijkbare documenten
WELKOM IN ROTTERDAM! Regio West-Brabant en het Havenschap Moerdijk te gast bij Havenbedrijf Rotterdam N.V. Maasvlakte, 11 september 2015

A15 Corridor. Conclusies A De A15 is dé verbindingsschakel tussen vier van de tien Nederlandse logistieke hot spots i.c.

NAAR EEN GROENE WATERSTOFECONOMIE IN ZUID-HOLLAND EEN VISIE VOOR 2030

Haven Amsterdam Gateway to Europa

Het nieuwe jaar was zo n twee weken oud, toen. met komst Vopak. Groningen Seaports. voorziet vliegwieleffect

Amsterdamse haven en innovatie

Mainport en blueports: samenwerken aan multimodaal netwerk

Rotie: Cleaning & Services Amsterdam: Tankstorage Amsterdam: Orgaworld: Biodiesel Amsterdam:

Samen vooruit. in de circulaire economie. CIRCLES inspireert en ondersteunt u met tools en praktische kennis. Re-creating (y)our environment

CASE STUDY JOANKNECHT & VAN ZELST DENKT VOORUIT

Industriebeleid vertalen naar MKB-metaal

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Burdock, the standard in project management, recruitment & consultancy

Vanuit Nederland de hele wereld over. Continenten verbonden. Personally worldwide.

WELKOM BIJ PORT OF ROTTERDAM! Remco Neumann en Ankie Janssen 19 April 2018

Cleantech Markt Nederland 2008

Burdock, the standard in project management, recruitment & consultancy. The perfect match is our standard

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID

Conjunctuur enquête. Technologische Industrie Nederland

ENERGIE-INFRASTRUCTUUR IN HET ROTTERDAMSE HAVENGEBIED. Maart 2019

De Rotterdamse haven en het achterland. Havenvisie 2030 en achterlandstrategie. Ellen Naaykens

Burdock, the standard in project management, recruitment & consultancy. Continuous effort is our standard

PLATFORM HERGEBRUIK PRODUCTEN. Een initiatief van Avans Hogeschool, Syntens en de Universiteit van Tilburg

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

miljoen gewerkte mensuren Verzuim ongevallen per

Facts & Figures 2012»

Green Gas Technology. Duurzaam, betrouwbaar, betaalbaar. Shared Succes

Naam HAVEN ROTTERDAM import en export

Sustainable solutions from a multidisciplinary approach

MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK

Haven Amsterdam NV Toekomst in vogelvlucht

Noord-Holland heeft hoogste startersquote

UITDAGINGEN BINNENVAART

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Meting economisch klimaat, november 2013

Burdock, the standard in project management, recruitment & consultancy. Strong ideas are our standard

ENERGIE ENQUÊTE VOORJAAR 2012

Beleggen in de toekomst. de kansen van beleggen in klimaat en milieu

De kracht van de Delta! Uitdagingen die de toekomst van de Delta gaan vormgeven. Bart Kuipers

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Veiligheid. voor alles

Havenvisie 2030 Drechtsteden 5 april 2011

Werken bij Havenbedrijf Amsterdam

TOEKOMST WEGTRANSPORT

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

Innovatieplatform Twente S a m e n w e r k e n a a n i n n o v a t i e

LNG is meer dan een nieuwe brandstof Het is pure concurrentiekracht... LNG, de brandstof van de toekomst is nu beschikbaar

freight is our trade Nederlands

De juiste partners voor uw innovaties

Mainports ongehinderd verbonden

Stabiliteit in een dynamische wereld

Verover Europa via Amazon

The Netherlands of

DE INDUSTRIE: MOTOR VAN VERNIEUWING. Drie acties voor een nieuw Kabinet. Manifest 2017

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

100% groene energie. uit eigen land

Wilt u uw producten en processen slimmer, veiliger en efficiënter maken?

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW OPDRACHTEN

Bedrijven die investeren in sociale innovatie hebben minder last van de crisis

Samenwerking in de Delta. Jaap Jelle Feenstra Hoofd Public Affairs HbR 29 nov 2012

Bio Base Europe Innovation & Training for the bio-based economy

ENERGY INNOVATION PARK Alkmaar - Nederland

Huidig economisch klimaat

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Isah maakt het met TOPdesk en TFS

RPPC Q BIJEENKOMST 1. INNOVATION IS CRUCIAL PAUL SMITS 2. FOCUS BLIJFT OP DUITSLAND EMILE HOOGSTEDEN

Innoveren in de topsectoren chemie en energie. InnovatieLink biedt MKB ers praktische oplossingen en ondersteuning

MIRT - Verkenning Antwerpen Rotterdam VISIE

Voorop in de ontwikkeling van multimodale ketenregie

BOOST YOUR CAREER, COMPANY AND KNOWLEDGE

LNG IS MEER DAN EEN NIEUWE BRANDSTOF... HET IS PURE CONCURRENTIEKRACHT DE LNG SPECIALIST LNG LNG, DE BRANDSTOF VAN DE TOEKOMST SOLUTIONS

De haperende groeimotor van het Nederlands kleinbedrijf

KRUISBESTUIVINGEN TUSSEN LUCHT EN ZEEHAVEN

Branche Update: Container terminals

Inhoud Tien jaar Economische Barometer Breda Kenniseconomie Visie 2011 Rabobank Stand van zaken Breda Breda & West-Brabant

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Energy Services heeft nieuws voor u!

Burdock, the standard in project management, recruitment & consultancy. knowledge comes is our standard...

CO2 uitstoot per klant Tolheffingen per klant Lege kilometers Gereden kilometers per stop en klant Transport- of voertuigkosten per stop en klant

Samenwerken aan oplossingen in roestvrijstaal

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Ronde tafel Havenvisie 2030

Nulgroei in 2014: opluchting, maar geen opleving

Nefit Zonnestroom. Nefit houdt Nederland warm. CentroSolar PV-systemen

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

"Maatschappelijke positionering van de industrie verbeteren"

MAASVLAKTE 2 IN GEBRUIK

Liever investeren in energiebesparing dan in zonnepanelen

Analyse Prinsjesdag 2016 Troonrede & Miljoenennota

Beroepsoriëntatie. Offshore. Erik Miltenburg

SCHELDE DELTA EXPO. Het contact-platform voor bedrijven en instellingen die belangen hebben in deze regio.

Voor een actueel overzicht van de evenementen en partners kijkt u op MaritimeDelta.nl

Nieuwsbrief Zeeuwse arbeidsmarktmonitor Nummer 5: december 2015

Betreft: vragen ex art. 3.2 RvO m.b.t. Havenvisie Rotterdam en goederenvervoer door Noord-Brabant

Transcriptie:

INHOUDSOPGAVE NR 11- NOVEMBER 2014 7 De tijd van gedogen is straks voorbij Industriële bedrijven moeten sinds november 2013 voldoen aan regelgeving voor hun stationaire en semi-stationaire blus- en koelwatersystemen op opslagtanks. Tot nu toe gedoogde de overheid dit beleid, maar vanaf 1 januari a.s. zal zij handhaven en waar nodig sanctioneren. Volgens Theo Fransen en Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger zijn veel bedrijven zich hier onvoldoende van bewust. Innovatietempo moet omhoog 12 De Nederlandse chemische industrie neemt wereldwijd een sterke positie in. Toch zijn de marktomstandigheden verre van ideaal. In de VS zijn grondstoffen en energie immers beduidend goedkoper dan hier. Willen wij hier het hoofd aan kunnen bieden, dan zal er meer en sneller moeten worden geïnnoveerd, zowel in kennis als in producten en in processen, stelt directeur Colette Alma van de VNCI. 22 Tweede voortgangsrapportage Havenvisie 2030 Structureel gewijzigde markt noopt tot maatregelen Willen de in Havenvisie 2030 vastgelegde doelen worden bereikt, dan is het noodzakelijk dat aan tien topprioriteiten extra aandacht wordt besteed. Structurele veranderingen in de wereldeconomie maken het opstellen van deze topagenda noodzakelijk, vinden het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, het Rijk en Deltalinqs. Met meer focus kunnen we meer bereiken. advertentie-index AIB-Vinçotte Nederland 20 Andus Group COVER 3 Ballast Nedam Industriebouw 17+28 Blomsma Signs & Safety 20 Delta Heat Services 35 Gizom 52 Hanse Staalbouw 42 Helmke 29 Hi-Force Nederland 15 Ketting & Zn B.V., Metaalhandel 16+21+37+40 Libbenga bv Konstruktiebedrijf 41 Modelec Data-Industrie 6 Montage Onderneming Benelux 18 Ozinga Advocaten 36 Peinemann 27 Pietersen Elektriciteit 27 Portpictures.nl 52 Rotary Equipment Service COVER 2 Safe Site Valbeveiliging 47 Shanks Total Care 30+31 Sky-Access 15 Technip-EPG 4 Verhoeve Milieu & Water 52 Vitesse Vorkheftrucks 36 Zeeland Seaports COVER 4 Zuidgeest 39 EUROPOORTKRINGEN november 2014 3

Technip-EPG Engineering Services The Technip Difference: Engineering services and EPC execution Technip Group Technip ranks among the 5 major players in full-service engineering and construction services in the field of hydrocarbons and petrochemicals. With nearly 50 years of experience in the design and construction of large industrial facilities, a wide range of state-of-the-art technologies and operational bases Technip Group is able to manage all aspects of major projects at optimised costs, from frontend engineering design to turnkey delivery. Quick Facts Technip is active in three business segments: Subsea, Offshore and Onshore 38,500 people in 48 countries Industrial assets on five continents A fleet of 34 vessels in operation 2013 revenues around 9,3 billion Technip is listed on Euronext Paris (EURONEXT: FR0000131708) Technip-Benelux Technip Benelux is active in the design, engineering and worldwide implementation of process plants and units in the oil & gas and petrochemical industry. It has proprietary design technologies and know-how in the field of ethylene cracking units and hydrogen/syngas production plants and offers operational support services and proprietary operational software to operators of processing plants. Technip-EPG Technip-EPG is a specialized engineering company with strong positions in the markets oil & gas, (petro)chemical, building & construction, HVAC and energy & water. We have over 35 years of experience in engineering for the Dutch industrial market and cover the complete range in engineering services for mono- and multidisciplinary projects: FEED and study, Basic and Detail engineering, Procurement and Project and Construction Management. Technip-EPG has access to all Technip s resources, technology, know-how and tools. With experienced employees we contribute to the success of our clients business. Technip-EPG B.V. Fascinatio Boulevard 522, 2909 VA, Capelle aan den IJssel, Netherlands Tel.: +31 (0)10 220 70 70 - Fax: +31 (0)10 220 70 80 infoepg@technip.com www.technip-epg.com www.technip.com

INHOUDSOPGAVE NR 11- NOVEMBER 2014 10 Kort nieuws 46 Webnieuws 19 24 32 37 43 Column Jaap Luikenaar Promotieonderzoek samen met industrie scoort hoog Uitdagingen voor de containeren tankopslagmarkt Het succes komt je niet aanwaaien Vakbeurs Ecomobiel werpt blik in de toekomst Duurzame mobiliteit Korte Berichten Column Jan Rotmans Postcoderoosregeling 48 51 53 55 57 De Slufter als energieopslagsysteem Agenda Boeken Mensen in Bedrijf Uit Retourtje Noordzee en Topstukken 44 Rijnmonds platform start campagne Duurzaamheid kan financieel erg aantrekkelijk zijn EUROPOORT KRINGEN, INDUSTRIEEL MANAGEMENT MAGAZINE JAARGANG 53, NR. 11, NOVEMBER 2014 colofon Uitgever Uitgeverij Lakerveld bv, Harrie Jabroer J.C. van Markenlaan 3 2285 VL Rijswijk (ZH) Postbus 160 2290 AD Wateringen Telefoon 070 336 46 00 E-mail harrie.jabroer@lakerveld.nl Redactie Jiri Hartog (hoofd redactie), Astrid Hardenbol (eindredactie), Constant Gras (redactie), E-mail redactie@europoortkringen.nl Vaste medewerkers redactie Laurent Chevalier, Jaap Luikenaar, Antoon Oosting, Jan Rotmans, Hein Veld, Paul Waayers Vormgeving Vincent Bergman Bladmanagement Barry Stok, telefoon 070 336 46 78, e-mail barry.stok@lakerveld.nl Klantenservice Telefoon 070 336 46 00, E-mail klantenservice@lakerveld.nl Coverfoto Danny Cornelissen Advertenties Remco Rooij Telefoon 070 336 46 80, 06 53 22 08 22 E-mail remco@europoortkringen.nl Abonnementen E-mail irene.semp@lakerveld.nl Abonnementsprijs 99,00 (incl btw). per jaar. Abonnementen kunnen elk moment ingaan en worden na een jaar automatisch verlengd. Opzeggen kan tot twee maanden voor het einde van de abonnementsperiode. Verschijning 12 x per jaar, Review en Company Guide 1 x per jaar ISSN 1568-881X Copyright 2014 Uitgeverij Lakerveld bv Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. Dit vakblad is uitsluitend gericht op vakbeoefenaren en anderen die op grond van hun professie belang hebben bij de in dit blad gepubliceerde vakinformatie. Sinds eind 2011 is er een gewijzigde abonnementenwet van kracht voor consumenten. Deze is niet van toepassing voor abonnementen op vakinformatie, die uit hoofde van beroep of bedrijf zijn aangegaan. EUROPOORTKRINGEN november 2014 5

www.moxa.com Superieur in PoE Hoogwaardige PoE (voeding via ethernetbekabeling) IEEE 802.3af Ethernet Switches, geschikt voor toepassingen zoals IP-bewakingscamera s, wireless toegangspunten en overige PoE apparatuur op moeilijk te bereiken plaatsen. Managed- en unmanaged switches zijn leverbaar, evenals de PoE+ switches voor toepassingen waar grotere vermogens gevraagd worden. Industriële PoE switches Er is zoveel meer over te vertellen... Meer weten? Bel 0318-636262 of bezoek www.modelec.nl Official managed EDS-P510 unmanaged EDS-P206A Distributor www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

VEILIGHEID De tijd van gedogen is straks voorbij Industriële bedrijven moeten sinds november 2013 voldoen aan regelgeving voor hun stationaire en semistationaire blus- en koelwatersystemen op opslagtanks. Tot nu toe gedoogde de overheid dit beleid, maar vanaf 1 januari a.s. zal zij handhaven en waar nodig sanctioneren. Volgens Theo Fransen en Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger zijn veel bedrijven zich hier onvoldoende van bewust. Een jaar geleden is het ITO-beleid in werking gesteld door ondertekening van het beleidsdocument door de burgemeester van Rotterdam, zegt senior adviseur milieumanagement en industriële veiligheid Theo Fransen van Kuiper & Burger. ITO staat voor Inspectie Testen Onderhoud en is regelgeving voor blus- en koelwatersystemen. Met ingang van 1 januari 2015 is de periode van gedogen voorbij. In de tussentijd heeft de VRR publicaties over het beleid verspreid en samen met Marsh Risk Consultancy een cursus ontwikkeld, waarin bedrijven, samen met het bevoegd gezag met het nieuwe ITO beleid kennis konden maken. Binnen Kuiper & Burger hebben twee van onze medewerkers de door de VRR gegeven ITO-cursus gevolgd, aldus directeur Marco van de Pavoordt. LIVE TESTEN Volgens Van de Pavoordt en Fransen is de inhoud van het nieuwe beleid echter niet consistent. Laatstgenoemde verklaart: Als je kijkt naar de NFPA 25, 11 en andere publicaties kan het ITO-beleid op verschillende manieren worden geïnterpreteerd en geïmplementeerd. Het is niet duidelijk! Dat terwijl de overheid vanaf 1 januari a.s. actief gaat inspecteren, handhaven en wanneer nodig sanctioneren. Industriele bedrijven kunnen dan het bevoegd gezag aan de poort verwachten. Of de blusinstallatie moet gecertificeerd zijn óf er wordt live getest. Dit houdt in dat de blusinstallatie wordt aangezet en het hele gebied onder een deken van anderhalf meter schuim wordt gelegd. Veel bedrijven zien niet in dat dit staat te gebeuren en dat vinden wij verontrustend. Wel begrijpen we dat bedrijven aanhikken tegen mogelijke investeringen om het ITO-beleid te implementeren. Zij wachten af op nader bericht van het bevoegd gezag, lijkt het wel. BRAK WATER Een live test is een ingrijpende maatregel. Oefenen is uiterst belangrijk en bedrijven zien daar ook het nut van in, stelt Van de Pavoordt. Normaal gesproken vinden deze oefeningen op een oefenterrein plaats, maar bij het live testen van de blusinstallaties op opslagtanks is dat niet mogelijk. Het gaat er immers niet om mensen te trainen. Het bevoegd gezag wil zien dat de installaties het doen en ook resultaat hebben. Het water en schuim moet op de juiste plaats komen. Niet alleen wordt in sommige gevallen product in de tanks aangetast, ook bedragen de kosten voor een container schuim al gauw enkele tienduizenden euro s. Kuiper & Burger kan een adviserende rol spelen voor bedrijven die ITO-beleid willen implementeren, zo maakt Fransen duidelijk. Over het algemeen valt de bewustwording van risico s bij bedrijven te verbeteren. Zo zie ik regelmatig dat er met brak water wordt geblust. Direct hierna lijken de leidingen EUROPOORTKRINGEN november 2014 7

ITO-regelgeving kan op verschillende wijzen worden geïnterpreteerd, aldus Theo Fransen. schoon, maar over een langere periode kan mosselgroei ontstaan. Het zou dan beter zijn na te spoelen met zoet water, hoewel hier een prijskaartje aan hangt van enkele duizenden euro s. Fransen signaleert dat steeds meer bedrijven een eigen waterput slaan en op die manier hoge rekeningen van waterschappen of drinkwaterbedrijven vermijden. Dit is een nieuwe trend waar onder meer Kuiper & Burger veel kennis van in huis heeft. Bedrijven besparen op die manier veel geld in onderhoudskosten en drinkwater. VERGETEN Het ITO-beleid had eigenlijk in BRZO 99 [Het Besluit risico s zware ongevallen 1999 is de Nederlandse implementatie van de Europese Seveso II-richtlijn, red.] moeten worden opgenomen, legt Fransen uit. Door de snelheid van de implementatie is men dit vergeten te doen. Na verschillende incidenten kwam men hier achter en werd het snel alsnog ingevoerd. Volgens hem loopt de hoogte van investeringen uiteen die bedrijven moeten doen om aan ITO te voldoen. Dit kan bijvoorbeeld van een nieuwe leiding tot een nieuw bluskoppen zijn. Veel bedrijven hoeven niets te investeren omdat zij alles prima op orde hebben. Een ITO-beleid is dan ook relatief snel opgesteld. Ook is het verschillend hoe de regelgeving kan worden geïnterpreteerd. Een stationaire bluskraan kan bijvoorbeeld op diverse wijzen worden gefixeerd. Met behulp van een ketting en een slot of simpelweg door er een houten stok tussen te plaatsen. ITO geeft niet aan hoe dit moet worden gedaan. Voor het bevoegd gezag Milieu, veiligheid en ruimtelijke ordening Advies- en ingenieursbureau Kuiper & Burger is in 1994 opgericht door Johan Burger en Taco Kuiper. Het bureau was oorspronkelijk actief op het gebied van bodem en water en milieumanagement. In 1998 zijn de activiteiten op het gebied van bodem en water opgegaan in een apart bedrijf dat in 2011 gefuseerd is in ATKB. De activiteiten op het terrein van milieu, veiligheid en ruimtelijke ordening zijn achtergebleven in Kuiper & Burger. Marco van de Pavoordt is directeur van Kuiper & Burger, dat bedrijven met een bovengemiddelde complexiteit ondersteunt. zal het dus niet altijd makkelijk zijn dit beleid te handhaven, want ieder bedrijf mag zijn maatregelen op zijn eigen manier nemen, zolang het maar is vastgelegd in het ITO-beleid. AANVAARDBAAR NIVEAU Je ziet dat overheden zeer huiverig zijn geworden te adviseren, signaleert Van de Pavoordt. Zij willen alleen nog maar inspecteren, handhaven en sanctioneren. Hiermee willen zij voorkomen dat er na een incident met de beschuldigende vinger naar hen wordt gewezen en zij aansprakelijk worden gesteld. Dus wordt geen advies meer gegeven, maar mogen bedrijven het zelf oplossen. Deze trend is ontstaan sinds de Enschede-ramp, de Volendam-brand en de grote ramp in Moerdijk. Ook sturen overheden nu sneller brieven waarin 8 EUROPOORTKRINGEN november 2014

Marco van de Pavoordt: Het in overleg oplossen is aan het verdwijnen. Grandfather-artikel komt eraan In de Verenigde Staten verplicht in veel gevallen het grandfatherartikel industriële bedrijven oude technieken te vervangen door de best beschikbare installaties. Deze bepaling komt er in Nederland waarschijnlijk ook aan, zegt Marco van de Pavoordt van Kuiper & Burger. Ook in het ITO-beleid wordt al gesproken over de best beschikbare technieken. Dit zorgt voor een heel interessante discussie, want waar leg je de grens? Stel, je bouwt een plant volgens de op dat moment heersende technieken. Wanneer gaat de meest recente techniek dan een rol spelen? Is dat door het beschikbaar worden van de nieuwe techniek, of dien je het toe te passen wanneer een bepaald onderdeel van de installatie vervangen moet worden omdat het defect is. Wie bepaalt en controleert dat? De jurisprudentie hierover zal zich nog moeten vormen. INHAALSLAG Ik durf te stellen dat mensen uit de petrochemische industrie beter op de hoogte zijn op het gebied van veiligheid en milieu dan het bevoegd gezag, stelt Fransen. Dit valt te verklaren doordat de brandweer van oudsher incidentgefocust is, maar met de invoering van de wet op veiligheidsregio s in 2010 bevoegd gezag is geworden. Dit vraagt om aanpassingen in de organisatie, structuur, werkprocessen en protocollen. De veiligheidsregio s kregen deze taken in de schoot geworpen en moeten zichzelf daarop aanpassen. Van incident- naar zaakgericht werken. Er wordt op dit moment flink opgeleid. Van de Pavoordt: Er is een inhaalslag gaande. Er zijn wel goed opgeleide mensen bij het bevoegd gezag, maar door de veranderingen worden er extra eisen gesteld aan de medewerkers van het bevoegd gezag. eerder met dwangsommen wordt gedreigd. Soms zijn de brieven onterecht, maar deze kunnen wel in overkoepelende rapportages komen die publiek worden en zo indirect een pressiemiddel vormen. Het in overleg oplossen is aan het verdwijnen. Dat is ook logisch, want bestuurders willen geen incidenten in hun gebied meemaken. Het bewerkstelligen van absolute veiligheid is echter onmogelijk. En wanneer je het zou kunnen realiseren, wordt het zo duur dat het onwenselijk wordt. Wij moeten dus een stuk onveiligheid accepteren, net zoals je dat doet als je in de auto stapt. Wel moeten de risico s tot een aanvaardbaar niveau worden geminimaliseerd. KENNISOVERDRACHT Van de Pavoordt erkent dat de overheid soms met ondoordachte aankondigingen richting bedrijven kan komen, wat kans op reputatieschade geeft. Maar aan de andere kant is het haar rol om te handhaven. Dit moet zij doen met minder middelen en mensen, terwijl er meer taken moeten worden uitgevoerd. Hij stelt bedrijven te kunnen helpen hun kennisniveau te verhogen en op peil te brengen. Hiertoe is onlangs Kuiper & Burger Academy opgericht. Hierin brengen wij begrip bij over de rol die de overheid speelt, bieden wij kennisoverdracht en helpen wij bedrijven veiliger te werken. EUROPOORTKRINGEN november 2014 9

Lichte groei De economie in de regio Rotterdam profiteert dit jaar in lichte mate van internationaal economisch herstel en groeit met 0,8 procent bovengemiddeld. Het economisch klimaat verbetert langzaam, maar heeft wel een sterkere basis dan een jaar geleden, aldus de ING. De chemische industrie in de havenregio kampt echter met problemen. De herstelfase blijkt in Rotterdam geen rechte lijn omhoog te zijn. Dat komt doordat de industrie een wisselend beeld laat zien. Daarnaast kan de afkoelende groei in achterland Duitsland een risico vormen. Waar de vele toeleveranciers in de metaal- en installatiebranche volle orderboeken hebben, doet het grote chemische en aardoliecluster het in Groot-Rijnmond veel minder goed. Daar daalt de productie door hoge energiekosten en lage afzetprijzen, aldus ING. Volgend jaar groeit de economie in de regio met anderhalf procent, is de verwachting. Dat is even hoog als het landelijk gemiddelde. De groei is dan in toenemende mate toe te schrijven aan de toenemende bestedingen van consumenten. De werkloosheid is de piek voorbij en de huizenprijzen in de regio zijn minder hard gedaald, aldus de bank. Vertrouwen ondernemers industrie verbeterd Het vertrouwen van de ondernemers in de Nederlandse industrie is in oktober fors verbeterd. De indicator van het producentenvertrouwen ging van -0,2 naar 2,0. In de twee voorgaande maanden daalde het vertrouwen nog met in totaal 1,4 punten, aldus het CBS. Sinds half 2011 kwam de index voor het producentenvertrouwen niet meer zo hoog uit. Vanuit Duitsland kwam er minder gunstig nieuws over het economisch klimaat. De index van het IFO-instituut over het ondernemersvertrouwen daalde deze maand. Sinds oktober 2012 is de trend van het Nederlandse producentenvertrouwen positief. In oktober 2014 ligt het vertrouwen van de industriële producenten boven het gemiddelde van de afgelopen twintig jaar van 0,5. In oktober zijn de producenten in de industrie een stuk positiever over de productie in de komende drie maanden en over hun orderportefeuille. Daarentegen is het oordeel over de voorraden gereed product wat minder positief dan vorige maand. De bezettingsgraad van de machines en installaties in de industrie is in het vierde kwartaal van 2014 weer terug op het niveau van het tweede kwartaal, zo meldt het CBS. Misschien uitbreiding in Pernis Shell wil op Pernis wellicht de polyolenproductie uitbreiden. Het bedrijf heeft een omgevingsvergunning gekregen voor een extra reactor-unit met bijgehorende periferie. Shell heeft op Pernis al een polyolenfabriek met een maximale productiecapaciteit van 255 kiloton staan. In 2008 is deze fabriek helemaal omgebouwd. Er kwam toen honderd kiloton aan productiecapaciteit bij door verbeterde procestechnologie. De fabriek werd daarvoor omgebouwd van een batch- naar een continuproces. De basisomzetting bleef daarbij hetzelfde: propeenoxide en ethyleenoxide worden met glycerine en monopropeenglycol omgezet in polyether polyolen. Maar waar eerst kaliumhydroxide als katalysator in het batchproces werd gebruikt, maakt het continu-proces gebruik van een Co/Zn-katalysator. Het continuproces leverde Shell veel voordelen op. De nieuwe katalysator was vooral actiever en selectiever, maar ook ging het energiegebruik met tachtig procent omlaag. Polyolen zitten overal. Ze dienen als uitgangsstof voor de productie van polyurethanen, die bijvoorbeeld in matrassen, autostoelen en schuursponsjes zitten. Shell maakt ze sinds 1964 op haar chemiecomplex in Pernis. Sluiting dreigt voor raffinaderij De Rotterdamse raffinaderij Kuwait Petroleum Europoort (KPE) dreigt de deuren te moeten sluiten. Als het moederconcern in Koeweit, bekend van de Q8-pompstations, geen koper kan vinden voor de installatie in het Rotterdamse havengebied, zal de fabriek worden gesloten, aldus het FD. Daarbij zullen circa achthonderd banen verloren gaan. Naast de raffinaderij in de Europoort heeft Kuwait Petroleum ook nog een Europees hoofdkantoor in Den Haag. In de afgelopen jaren is nog flink geïnvesteerd in de raffinaderij, maar om toekomstbestendig te zijn, zou nog eens een miljard euro moeten worden besteed aan moderniseringen. Een alternatief plan, de conversie van de raffinaderij tot een tankopslagterminal, wordt onwaarschijnlijk geacht. KPE is de vierde raffinaderij in het Rotterdamse havengebied, na Shell Pernis, BP en Exxon. Veel oude raffinaderijen in Europa zitten knel door inefficiëntie en overcapaciteit en moordende concurrentie van nieuwe installaties in Rusland, India en het Midden-Oosten. Mogelijk zou een of verschillende Russische oliebedrijven opnieuw belangstelling hebben om de fabriek over te nemen. Een daadwerkelijke transactie zou echter moeilijk liggen vanwege de huidige politieke spanningen tussen Europa en Rusland. Opslagtanks voor ammoniakwater in Europoort Onlangs is een vergunning afgegeven voor de plaatsing van twee rvs-tanks van zevenhonderdvijftig kubieke meter bij OCI Terminal Europoort, het op- en overslagbedrijf van OCI Nitrogen in het Rotterdamse havengebied. Deze dubbelwandige tanks zijn speciaal ontworpen voor de opslag van ammoniakwater. De tanks zijn in november via waterwegen afgeleverd in Rotterdam. Met de opslagtanks wordt de productiecapaciteit verdrievoudigd van vijfentwintigduizend ton per jaar naar tachtigduizend ton per jaar. Bovendien worden de logistieke mogelijkheden naast de bestaande binnenvaart uitgebreid met wegtransport. Ammoniak water wordt voornamelijk gebruikt voor fermentatieprocessen in de voedselindustrie, als grondstof voor de farmacie en voor het zuiveren van de uitstoot van energiecentrales. Tegelijkertijd met de ontwik- 10 EUROPOORTKRINGEN november 2014

KORT NIEUWS keling van de nieuwe opslagtanks wordt er geïnvesteerd in een nieuw truck verlaadstation voorzien van een TODO koppelingssysteem. Deze koppeling lijkt op een formule 1 brandstofkoppeling die zorgt voor de hoogste graad van veiligheid en efficiency en zorgt voor een afgesloten circuit, zodat er geen ammoniakwater in de buitenomgeving terecht kan komen. Met de totale uitbreiding van de opslagcapaciteit en verlaadsystemen is een investering gemoeid van twee miljoen euro. Derde onderwijsinstelling op RDM Zadkine opende eind oktober zijn opleiding procestechniek op de RDM Center of Expertise. Het is voor de eerste maal dat deze school gebruik maakte van de faciliteiten op RDM. Zadkine is na het Albeda College en Hogeschool Rotterdam, de derde onderwijsinstelling die zich heeft gevestigd op RDM. Er leren/werken nu ruim duizend leerlingen op de RDM. Door de havengerelateerde opleidingen van beide ROC s te concentreren op RDM profiteren leerlingen van moderne faciliteiten en moderne leslocatie. Op RDM werken techniekonderwijs, kenniscentra en bedrijven samen aan duurzame innovaties die nodig zijn voor de Rotterdamse economie. De havenwerkers en ondernemers van de toekomst worden zo midden in de praktijk opgeleid. RDM is een samenwerking tussen het Albeda College, Hogeschool Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam. Hun ambitie is om van RDM hét innovatiecentrum voor de maakindustrie van Rotterdam te maken. Rotterdam genereert tien procent van alle windenergie in Nederland De windturbines in de Rotterdamse haven produceren momenteel zo n tien procent van alle windenergie in Nederland. De bedoeling is dat dit in ieder geval gehandhaafd wordt en liefst zelfs toeneemt. In de haven zijn zo n vijftien locaties waar nu windturbines staan of geplaatst worden. Ook de zeewering van Maasvlakte 2 is een belangrijke locatie. Het Havenbedrijf biedt op sommige plekken ruimte voor windmolens, maar veiligheid staat daarbij voorop, de scheepvaart en bedrijven en de ontwikkeling van de haven mogen geen hinder ondervinden. Het Havenbedrijf wil dat er in 2020 voor driehonderd megawatt aan windturbines is, genoeg stroom voor driehonderdduizend huishoudens per jaar. Samenwerking Shanghai en Antwerpen De haven van Shanghai, de grootste ter wereld, en de haven van Antwerpen, de tweede grootste van Europa, gaan nauwer samenwerken. Beide havens tekenden daartoe een memorandum of understanding tijdens de stedelijke missie naar Shanghai. Al sinds 1985, jaar waarin een zusterverdrag werd afgesloten, onderhouden Antwerpen en Shanghai warme banden met elkaar. De Antwerpse maritieme kennis is bovendien sterk verankerd in de haven van Shanghai; niet minder dan 240 Chinese professionals werden opgeleid door APEC, het opleidings- en trainingscentrum van de Antwerpse haven. De haven van Shanghai is de grootste haven ter wereld. In 2013 werd er 776 miljoen ton goederen overgeslagen. Het aantal behandelde containers klokte vorig jaar af op 33,61 miljoen TEU. De Antwerpse haven is de grootste haven van België en nummer twee in Europa. Met een overslag van honderdnegentig miljoen ton goederen en 8,6 miljoen behandelde TEU liet de Scheldehaven vorig jaar een recordjaar optekenen. Nationale Staalprijs 2014 Rotterdam Centraal heeft de Nationale Staalprijs 2014 gewonnen. Rotterdam Centraal ontvangt de prijs voor de bijzondere staalconstructie van de openbaar vervoersterminal. Rotterdam Centraal heeft de prijs in de categorie Utiliteitsbouw gewonnen. Twee opvallende bouwdelen van Rotterdam Centraal zijn voorzien van een stalen hoofddraagconstructie: de stationshal en de sporenkap. De ontwerpers van de stationshal stonden voor een grote uitdaging. De hal moest een royale en overzichtelijke ontvangsthal worden voor de reizigers. Dit resulteerde in de wens om zo groot mogelijke overspanningen te maken met een kolomvrije ruimte. De stationshal wordt dan ook slechts op enkele plaatsen ondersteund. Vanaf de twee markante hoofdsteunpunten van de hal aan de zijde van het stationsplein maken de stalen spantconstructies een enorme lenige sprong naar de ondersteuningen aan de noordzijde. De stationshal heeft een maximale lengte van 165 meter, een maximale breedte van zeventig meter (zonder de luifels) en een maximale hoogte van dertig meter. In totaal is voor de stationshal vijfendertighonderd ton staal gebruikt. Eerder won Rotterdam Centraal de Gulden Feniks en StiB Award. Ecoport Het haven- en industriegebied Moerdijk is tijdens een congres in Barcelona van de European Sea Ports Organisation opnieuw uitgeroepen tot ecoport. Het Havenschap Moerdijk krijgt de titel vanwege zijn inspanningen op het gebied van duurzaamheid en milieu. In de nieuwe Havenstrategie 2030 zijn doelen opgenomen om milieuvriendelijk te handelen. Bedrijven op het terrein spannen zich daarvoor in en het Havenschap zelf heeft onder meer papierloos vergaderen ingevoerd en zonnepanelen geplaatst. EUROPOORTKRINGEN november 2014 11

CHEMIE Innovatietempo moet omhoog De Nederlandse chemische industrie neemt wereldwijd een sterke positie in. Toch zijn de marktomstandigheden verre van ideaal. In de VS zijn grondstoffen en energie immers beduidend goedkoper dan hier. Willen wij hier het hoofd aan kunnen bieden, dan zal er meer en sneller moeten worden geïnnoveerd, zowel in kennis als in producten en in processen, stelt directeur Colette Alma van de VNCI. De huidige situatie is niet zo goed, zegt Colette Alma. De kosten voor het maken van basischemicaliën liggen hier drie keer zo hoog als in de VS, aangezien de grondstoffen en energie in Nederland veel duurder zijn. Chemische bedrijven produceren veel bulk. Wij hebben dus te maken met producten waar lage marges op zitten, waardoor nu veel bedrijven onder druk staan. Daar moeten we wat aan doen, want op de huidige manier doorgaan is geen optie. Wanneer wij stil blijven zitten, zal op een bepaald moment het doemscenario in werking treden en de chemie uit Europa verdwijnen. Onderschat het belang van chemie niet. De sector telt in Nederland vijftigduizend directe banen en daarnaast nog eens vijfhonderdduizend indirecte banen. Er zullen bedrijven verdwijnen en activiteiten worden afgesplitst, maar ook zullen er start-ups opduiken en zullen grote bedrijven zich transformeren. FILMMEMBRANEN Het benutten van biomassa is een mogelijkheid, alleen is dit nog duurder. De gewone dingen die wij doen, zoals het efficiënt omgaan met grondstoffen of besparen op energie, zijn alleen niet voldoende, vindt Alma. We moeten ook innoveren, in zowel kennis als producten. De investeringen in R&D zullen de komende vijf jaar omhoog moeten, van vijfhonderd miljoen richting zevenhonderdvijftig miljoen euro. De uitgaven aan innovaties zullen van ruim zeshonderd miljoen euro moeten stijgen naar Voorbeelden van innovatie 1. Koffiepulp Bij de productie van koffie ontstaat wereldwijd een enorme hoeveelheid koffiepulp, bestaande uit vruchtvlees en schillen. Deze worden nu niet gebruikt, maar weggegooid. Rudi Dieleman en zijn twee compagnons van de start-up PectCof hebben een systematiek ontwikkeld, waarmee dit afval kan worden geconserveerd, verscheept en uiteindelijk ook worden bewerkt tot voedingsingrediënten, biochemicaliën en biobrandstoffen. In eerste instantie ligt de focus op het produceren van waterbindende vezels, anti-oxidanten en emulgators voor de voedingsmiddelenindustrie. Dieleman stelt niet zelf te willen investeren in de bouw van fabrieken, maar stree ft ernaar vanaf volgend jaar licenties te gaan verkopen. 12 EUROPOORTKRINGEN november 2014

2. IJzer-nikkel-batterij Naar mate de productie van energie uit fluctuerende bronnen als wind en zon toeneemt, zal er een steeds grotere behoefte ontstaan naar adequate opslagtechnologieën. Volgens Vera Bachrach van E-Stone Batteries hebben bestaande technieken een korte levensduur, zijn deze duur en wordt gebruik gemaakt van giftige stoffen. Zij en haar compagnon grijpen terug naar de nikkel-ijzer-batterij, een oude vinding van Thomas Edison. Met behulp van een zelf bedachte en inmiddels gepatenteerde technologie zijn zij erin geslaagd de lage efficiency en onderhoudsgevoeligheid van deze batterij te verbeteren. Het doel is de Russische tractor onder de batterijen te ontwikkelen, een goedkope en robuuste batterij. Binnen vijf jaar moet de batterij in een pilot plant worden geproduceerd. één miljard euro. Een aardig voorbeeld van een bedrijf dat zichzelf opnieuw heeft uitgevonden is Fujifilm. In het verleden was dit bedrijf gericht op de productie van analoge filmrolletjes, maar nu is het bezig met het maken van filmmembranen waarmee energie uit zoet en zout water kan worden opgewekt. Er loopt een pilot op de Afsluitdijk en straks komt er een energiecentrale, waarna een nieuwe markt kan worden aangeboord. LAGERE TEMPERATUREN Alma wijst erop dat in de sector het nodige aan innovatie gebeurt, waar andere industrieën op hun beurt weer baat bij hebben. Zo is meer dan negentig procent van de maakindustrie afhankelijk van producten van de chemie. Je ziet dat andere sectoren profiteren van de innovatiedrift binnen de chemische industrie. Neem partijen als Huntsman en DuPont, die een manier hebben gevonden om katoen bij lagere temperaturen te bleken. Wanneer iedereen hierop zou overstappen, scheelt dit zes miljard kubieke meter aan waterverbruik en 250 PJ aan energieverbruik. Een ander voorbeeld van succesvol innoveren is het waterstoftankstation, dat door Air Liquide in Rhoon is geopend. WENSENLIJSTJE Het innovatietempo zal echter moeten worden versneld. Wij kunnen het ons niet permitteren langzaam te zijn. Anders houden wij de race met het buitenland niet vol, vervolgt Alma. Er zal binnen en buiten de sector moeten worden samengewerkt. Wanneer het nodig is op te schalen, zullen kleinere bedrijven door grotere worden overgenomen. Maar ook intern dienen de innovatieprocessen te worden geoptimaliseerd. Verder is het voor bedrijven belangrijk de contacten met scholen en universiteiten 3. Lijnzaadverf Je moet het simpel en dichtbij huis houden, vinden ze bij Ursa Paint. Dit familiebedrijf produceert verf op basis van plantaardige lijnolie, dat dezelfde of misschien zelf betere eigenschappen heeft dan verf gemaakt uit fossiele olie. Voorheen werd het lijnzaad uit Rusland en Canada geïmporteerd, maar sinds kort teelt het bedrijf dit zelf op een terrein van zeven hectare in de Haarlemmermeer. Hier wordt olie uit geperst en verf van gemaakt, dat als limited edition op de markt wordt gebracht, zo vertelt directeur Machiel van Westerhoven. Ook biedt Ursa Paint muurverf aan, gemaakt van verfrestanten uit afvaldepots, en uit biomassa vervaardigde verf. Er wordt zo min mogelijk energie besteed aan het bewerken van de biomassa-moleculen, om het eindproduct zo puur en eenvoudig mogelijk te houden. EUROPOORTKRINGEN november 2014 13

Chemie onmisbaar voor duurzame economie Nederland is het derde chemieland van Europa, met een marktaandeel van 1,7 procent wereldwijd. De sector telt 790 chemiebedrijven, met een gezamenlijke omzet van 51 miljard euro. Jaarlijks wordt vijfhonderdduizend euro in R&D geïnvesteerd, wat goed is voor 1,1 procent van de omzet. Het is duidelijk: we zijn groot en kunnen veel, zegt VNCI-directeur Colette Alma. Chemie is bij uitstek geschikt om nuttige producten uit grondstoffen of afvalstoffen te maken. Ik durf zelfs te stellen dat zonder chemie een duurzame economie ondenkbaar is. sa voor duurzame materialen niet ondersteund, terwijl dit voor het opwekken van energie wel gebeurt. Dit zal in het duurzaamheidsbeleid van de overheid moeten worden meegenomen. Foto: BASF aan te halen. Maar ook richting de overheid heb ik een wensenlijstje. Er is al het Topsectorenbeleid van waaruit jaarlijks veertig miljoen euro aan ondersteuning richting de chemische sector gaat. Maar er is meer nodig. Ten eerste dient regelgeving de ontwikkeling van innovaties niet te belemmeren. Er zou een experimenteerbepaling voor innovaties moeten worden ingevoerd. Met reguliere regelgeving duurt het anders te lang. PRAKTIJK Daarnaast kan de overheid steun bieden door samenwerkingen makkelijker tot stand te laten komen, aldus Alma. Denk aan het verlenen van vergunningen of het aanleggen van een ontbrekend stuk pijpleiding. Verder zien wij dat er veel chemische R&D in Nederland plaatsvindt, maar dat het in de praktijk brengen van de innovaties vervolgens in het buitenland gebeurt. De omstandigheden zijn daar gunstiger en op dit vlak zullen wij ons in Nederland moeten verbeteren. In de VS bijvoorbeeld verleent de overheid veel steun aan emerging technologies. Tot slot is extra ondersteuning voor de biobased economy een vereiste. Zo wordt het gebruik van biomas- FINANCIERING Bert Jan Lommerts vertegenwoordigt het mkb binnen het Topteam Chemie. Zelf is hij directeur van Latexfalt, producent van een duurzame, levensverlengende verjongingscrème voor asfalt. Hij omschrijft de mkb-bedrijven in de sector als speedbootjes die de wateren met de grote olietankers bevaren. Naast de door Alma genoemde punten stipt Lommerts nog iets anders aan. Wij beginnen klein, want wij zijn het midden- en kleinbedrijf. Voor ons is het een belangrijk probleem de financiering in Nederland gedaan te krijgen. Ik geloof dat de overheid, banken en grotere bedrijven een rol kunnen spelen in het verstrekken van venture capital. Overige knelpunten voor het mkb zijn een gebrek aan marktkennis, tijd - want regelgeving en administratieve lasten slokken veel tijd op - en concurrentie, waar lokaal actieve, kleinere bedrijven meer last van hebben. Het oprichten van het mkbsteunpunt chemie en energie is volgens Lommerts een goede stap. Van hieruit kan worden genetwerkt, kennis gedeeld en geïnnoveerd. Daarnaast ziet hij in dit verband een nuttige rol weggelegd voor COCI s (Centers for Open Chemical Innovation), zoals Plant One en Chemelot. Voor de ontwikkeling van innovaties door het mkb in het noorden acht Lommerts het noodzakelijk dat op korte termijn een innovatielaboratorium wordt geopend. 14 EUROPOORTKRINGEN november 2014

NDT G6 Welders Bolt Tensioning Industrial Rope Techniques Special Lifting Painting Rescue Teams Paint Inspection Heat Treatment Rope Access? SKY-ACCESS! T. +31 (0)88-12 33 600 WWW.SKY-ACCESS.COM www.hi-force.com

Topsectorenbeleid moet zich weer richten op logistieke ketens Tussen het topsectorenbeleid van de overheid en het logistieke mkb in de mainports bestaat een kloof. De overheid gaat uit van netwerkdenken : het mkb zou moeten samenwerken in ketenoverstijgende netwerken. Maar het mkb focust zich doorgaans slechts op de eigen schakel in de keten: zelf overleven staat voorop. De jarenlange recessie heeft dit versterkt. Om het mkb te laten innoveren, moeten overheid en mkb inzetten op de keten. Dit blijkt uit het grootschalige vierjarige RAAK Pro-onderzoek van de Hogeschool van Amsterdam naar het logistieke mkb in de mainports. Het onderzoeksrapport (Terug)schakelen naar Ketendenken werd 29 oktober tijdens het eindseminar Logistiek MKB in de Mainports op de Hogeschool van Amsterdam gepresenteerd in aanwezigheid van onder andere Schiphol, Havenbedrijf Amsterdam, ECT en de douane aanwezig. Het rapport signaleert dat de mainport de concurrentie kan voorblijven door zich te specialiseren. Haven, luchthaven en ondernemers moeten meer differentiëren. Zo kan Schiphol internationaal koploper voor farma worden, wanneer de luchthaven inzet op een fastlane voor het afhandelen van farmaceutische goederenstromen. Tijdens het vierjarige onderzoek zijn veertig leaderfirms onderzocht. Via deze leaderfirms is het logistieke mkb bereikt. Ook hier blijkt een rol voor de overheid weggelegd, bijvoorbeeld op het gebied van regelgeving en handhaving. Deze handhaving verschilt nogal eens in Europa: zo mogen Nederlandse stuwadoors (lossers van zeevracht) volgens Europese richtlijnen geen zware cacaozakken tillen, maar leeft de Antwerpse haven deze richtlijn niet na. Daardoor is er geen level playing field, en treedt oneerlijke concurrentie op. Tot slot bevat het onderzoeksrapport nog de conclusies van een benchmark van zeventien airport-seaportregio s wereldwijd. Nederland scoort goed: Amsterdam neemt een vierde plek in, terwijl de combinatie Amsterdam-Rotterdam op de tweede plaats staat na Singapore. Een verbeterpunt daarbij is dat Nederland kan inzetten op een betere verbinding met het achterland. Lichte groei in 2015 voor de transportsector Met het grootste deel van het jaar achter de rug werkt Nederland toe naar een jaar van kleine economische groei. Volumes in het transport gaan 1,1 procent omhoog in 2014 volgens de cijfers van Panteia. Dat is zo n elf miljoen ton meer volume. De boycot van Rusland op agrarische goederen heeft nauwelijks invloed op het vervoerd volume van Nederland. De economische situatie van Europa in 2015 is onzeker te noemen. Wereldwijd zijn economische voorspellingen sinds de vorige Korte Termijn Voorspeller (KTV) naar beneden bijgesteld. Ook het beeld van het sterke economische Duitsland is naar beneden bijgesteld. Hierdoor is er volgend jaar zowel in het binnenland als het buitenland slechts een lichte groei. Panteia voorspelt iets minder dan twee procent meer vervoerd volume voor 2015. Dat is een stijging van negentien miljoen ton ten opzichte van 2014. Tot en met september zijn er netto meer wegvervoerders bij gekomen dan dat er zijn weggevallen. In 2015 blijft het herstel voortzetten met 1,9 procent meer volume, oftewel een groei van dertien miljoen ton. Groei wordt voorzien in alle goederen hoofdgroepen. Rond de twee procent groei wordt verwacht bij containers en eindproducten. De grootste groei over de weg in 2015 wordt verwacht bij de nattebulk-lading voor de productgroepen energie en chemische goederen. De verwachting is dat het volume in de binnenvaart in 2014 aantrekt met 1,1 procent ten opzichte van 2013, dat is een groei van 3,2 miljoen ton. De tankvaart blijft het zwaar houden. De overslag van tankgoederen gecombineerd van de havens van Antwerpen, Amsterdam en Rotterdam is in het tweede kwartaal vergroot. In de droge bulk markt is er activiteit en werd er omzet gedraaid. De waterstanden zijn niet extreem, dus schepen kunnen beladen varen. Congestie van terminals is en blijft een probleem voor containervaart. Het probleem is niet in een keer op te lossen. Met het uitbreiden van de tweede Maasvlakte in Rotterdam verwacht Panteia tweeënhalf procent groei in containers en eindproducten voor de binnenvaart in 2015. In Duitsland wordt al tijden een teruggang verwacht van de traditionele energieproducten. Duitsland heeft ambitie om meer biobrandstoffen en andere groene energie te gebruiken. In 2015 is de verwachting dat de groei van volume licht afvlakt van de traditionele energieproducten. De totale groei (advertentie) voor de binnenvaart bedraagt 1,8 procent, vijf miljoen ton meer ten opzichte van 2014. De ontwikkeling van het volume goederenvervoer over spoor is sterk gekoppeld aan de havenoverslag. De overslag van de grotere zeehavens groeide in het eerste halfjaar. Verder worden er weer nieuwe internationale spoorlijnen geopend in het derde en vierde kwartaal. Dit jaar wordt een groei van spoorvolume voorspeld van tweeënhalf procent, rond de één miljoen ton. De Betuweroute heeft voldoende internationale reservecapaciteit om groei in 2014 op te vangen. Op de langere termijn wordt gerekend op meer internationaal vervoer door stimulering van spoorvervoer. De spoormarkt heeft onzekerheden rond prioritering ten opzichte van personenvervoer en gebruikersvergoedingen. De capaciteit in Nederland zal ook in 2015 geen belemmering moeten zijn. Het goederenvervoer stijgt volgend jaar verder tot 2,8 procent, oftewel één miljoen ton. Het vervoer van chemische producten, containers en eindproducten stijgt ook in 2015, de groei van het kolenvervoer vlakt af. METAALHANDEL Ketting & Zn B.V. 16 EUROPOORTKRINGEN november 2014

TRANSPORT NIEUWS Europese subsidie voor inklapbare containers Het Delftse Holland Container Innovations (HCI) krijgt vijftigduizend euro subsidie van de Europese Commissie om hun innovatieve inklapbare 4FOLD-container op de markt te brengen. De inklapbare 4FOLD-containers kunnen een ware revolutie in het internationale transport bewerkstelligen. Zo n veertig procent van de containers die in Europa dagelijks per schip verplaatst worden, is leeg. Helaas neemt een lege container even veel plaats in als een volle. Zowel aan boord als in de haven. Kortom: lege containers kosten veel geld en leveren niets op. Dat probleem wordt voor een belangrijk deel opgelost als transportbedrijven overstappen op de 4FOLD-container. Een lege 4FOLD-container kan ingeklapt worden en neemt dan nog maar een kwart van de ruimte in. Daardoor zijn wereldwijd besparingen van vele miljarden euro s mogelijk. Bovendien is het beter voor het milieu. De subsidie is afkomstig uit het nieuwe SME Instrument, onderdeel van het Horizon 2020 programma. Hezelburcht verzorgde de subsidieaanvraag voor HCI. De selectie bij de Europese Commissie was streng. In totaal kwamen er 2.666 aanvragen binnen. Uiteindelijk hebben 155 kleine en middelgrote ondernemingen uit 21 landen EU-financiering gekregen om hun innovatiestrategie te ontwikkelen. Vier van die bedrijven komen uit Nederland. De container is de beste uitvinding van de laatste 100 jaar Bart Kuipers (54), werkzaam bij de Erasmus Universiteit Rotterdam en columnist bij Schelde Kringen, ontving 10 oktober een gouden medaille voor zijn essay over de vraagstelling Wat is de beste uitvinding van de laatste honderd jaar en waarom? Kuipers verkoos de container tot dé uitvinding van de afgelopen honderd jaar. In zijn essay laat hij zien welke revolutie de container teweeg heeft gebracht in de wereldhandel. Hiermee won hij de jaarlijkse essaywedstrijd van dagblad NRC en de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (KHMW) te Haarlem. Door de container is transport over de wereld vrijwel gratis geworden, aldus Kuipers. Wereldwijd wijst hij op twee grote effecten. Zo n zeshonderd miljoen mensen in Azië werden onderdeel van het internationale productiesysteem en werden daardoor een nieuwe welvarende middenklasse. Daarnaast profiteert de westerse consument van goedkope producten die overal ter wereld worden gemaakt voor een steeds lagere prijs. De Nederlandse economie profiteert als exportland in het bijzonder van deze uitvinding. Daarvan geeft Kuipers vele voorbeelden, van de overslag in onze zeehavens en terminals tot hoogwaardige dienstverlening en productontwikkeling. Want ook de container kan beter, flexibeler en lichter en de werkprocessen worden meer en meer geautomatiseerd. Naast voordelen schetst Kuipers nadelen zoals congestie en emissies die samenhangen met het gesjouw van producten over de hele wereld. We bevinden ons nu op het hoogtepunt van de globalisering rondom de container. Door nieuwe kansen, zoals 3D-printing zou het kunnen dat we in de toekomst minder in containers gaan vervoeren. A15 Het gaat niet goed met de bereikbaarheid van Rivierenland. Vorig jaar nog stond de regio in de Nederlandse top-10 van hot spots voor logistieke locaties, inmiddels is het gebied afgezakt naar plaats 14. Een teken aan de wand. Gebruikers van de A15 ervaren dat files én ongelukken toenemen. Reden voor VNO-NCW Rivierenland om alle zeilen bij te zetten in de lobby voor verbreding van de A15. Voor de twee belangrijkste sectoren voor Rivierenland, transport & logistiek en food & agribusiness, zijn transportverbindingen essentieel. De transport- en logistieksector heeft een sterk nationale en regionale distributiefunctie, die zich kan ontwikkelen dankzij de centrale ligging en de verkeersassen A15, A12, de Waal en het Amsterdam-Rijnkanaal. Ruim twintig procent van de mensen is werkzaam in de logistiek. De A15 is door de geografische ligging van de weg - tussen de Rotterdamse haven en Duitsland en het achterland - voor een groot deel van Nederland belangrijk. Daarom trekt VNO-NCW Rivierenland in de lobby samen op met VNO-NCW West, waar de Rotterdamse haven onder valt, en met organisaties als EVO, Transport en Logistiek Nederland en MKB Nederland. (advertentie) Fascinatio Boulevard 582, 2909 VA ROTTERDAM www.industriebouw.ballast-nedam.nl EUROPOORTKRINGEN november 2014 17

09MOB04 europoort kringen B.indd 2 01-03-2010 10:44:07

Promotieonderzoek samen met industrie scoort hoog Jaap Luikenaar Op het gevaar af het gras voor de voeten van mijn mede-columnist, professor Jan Rotmans, weg te maaien een bijdrage uit zijn academische wereld. Mooi nieuws las ik onlangs over de samenwerking tussen kennisinstituten en bedrijfsleven op het hoogste, wetenschappelijke, niveau. Want wat blijkt? Promotieonderzoeken die plaatsvinden in samenwerking met het industriële bedrijfsleven scoren gemiddeld beter dan onderzoeken van promovendi die hun onderzoekswerk alleen doen binnen de muren van de universiteit. Zo luidt de conclusie van een promotieonderzoek. Het nieuwe aan dit bericht leek mij aanvankelijk dat het nu ook wetenschappelijk bewezen is. Als niet-afgestudeerd academicus - m n studie strandde na het kandidaats - vind ik het nogal voor de hand liggen dat de impact, uitstraling en inspiratie die je op een hightech industriële locatie opdoet en de contacten met experts aldaar een waardevoller eindproduct oplevert dan solistisch onderzoek op het universiteitsterrein... eenzaam tussen de boeken. Ik bagatelliseer. Binnen de universitaire wereld denkt men daar anders over en valt niet zelden te horen dat dergelijke samenwerking een negatief effect heeft op de kwaliteit van de wetenschap. De recente research naar de samenwerking bleek niet verricht aan onze vertrouwde Erasmus Universiteit of aan de TU Delft, waarmee de havenindustrie nauwe contacten onderhoudt, maar aan de TU Eindhoven. Promovenda mevrouw Negiun Salimi onderzocht in de afgelopen vier jaar zo n 450 promotieonderzoeken van de TU/e. De ene helft van promovendi deed het onderzoekswerk in nauwe samenwerking met de industrie; de andere helft zocht die samenwerking niet. Uit de eerste groep van onderzoeken kwamen veel vaker patenten voort. Innovatieve oplossingen en waardevolle kenniscreatie dus. Daarbij bleken de promovendi vaker te worden geciteerd in bladen en te worden getoetst door wetenschappers in het veld. Dat gebeurt in zogenaamde peer reviewed journals: vakbladen dus waarin vakgenoten beoordelen of het onderzoek aan kwaliteitseisen voldoet. Publicatie van je onderzoeksresultaat betekent dat een promovendus zijn nieuwe inzicht ook daadwerkelijk kan claimen. LANGETERMIJNSAMENWERKING WERKT Veel van de Eindhovense promotieprojecten hebben plaatsgevonden in samenwerking met Philips. Dat is natuurlijk bij uitstek een bedrijf met een lange researchtraditie en ook vandaag de dag voorzien van een sterke onderzoekcultuur. Zonder meer een van de oorzaken, denkt de onderzoekster. Zij meent ook dat de ligging van het elektronicaconcern in de nabijheid van de universiteit positieve invloed heeft. Salimi adviseert het hoger onderwijs ten slotte om te (blijven) investeren in lange termijn samenwerking met de industrie en publieke onderzoeksinstituten. Dat werkt wervend, juist ook op extra gemotiveerde studenten om na hun master te gaan promoveren. Interessante vraag is of het promotie-onderzoek uit Brainport Eindhoven andere uitkomsten zou geven als het in Mainport Rotterdam zou hebben plaatsgevonden? Aanleiding voor een nieuw proefschrift wellicht? Feit is wel dat in onze regio, in - zeg - afgelopen tien jaar, het netwerk tussen haven, industrie en de wetenschap behoorlijk is verdicht. Dat geldt evenzo voor de contacten tussen haven en hoger beroepsonderwijs. Een paar voorbeelden: EUR Smart Port, waarin vijf faculteiten van de Erasmus Universiteit (economie, bedrijfskunde, geschiedenis, rechten en sociale wetenschappen) samenwerken rond het thema Port Management. Port Research Center (PRC), samenwerking tussen Havenbedrijf en TU Delft, gericht op strategische en innovatieve projecten op het gebied van onder meer havenlogistiek, goederenvervoer, scheepvaartwegen en verkeersnetwerken. Kenniscentrum RDM, waar praktijkgericht onderzoek plaatsvindt, ondersteund door maar liefst zestien lectoren van Hogeschool Rotterdam, uit de sectoren techniek, ICT, economie, infra, (duurzame) bouw, (groen) transport, personeel & organisatie en financiën. Outside in-inside out (kortweg OIIO) is al jarenlang het motto van de Hogeschool Rotterdam: enerzijds de studenten naar buiten sturen, en anderzijds het (industriële) bedrijfsleven naar binnen halen. Goed voor hoog, middelbaar en ieder ander onderwijsniveau. Het hoort ook de slogan binnen haven en industrie te zijn. Veel bedrijven hanteren het inside out-outside in al en plukken de innovatieve vruchten die de onderwijswereld hen levert. Meer ondernemers nog kijken de kat uit de boom of - erger - kijken de andere kant op als een stagezoekende student of promovendus bij hen aanklopt. Gewoon proberen. Dan kan een volgend nieuwsbericht zijn dat ook het bedrijfsleven concludeert dat werken met promovendi hoger scoort - dus betere bedrijfsresultaten oplevert - dan bedrijven die dat niet doen, naar binnen gericht zijn, vertrouwen op jarenlang vakmanschap en hun neus niet in een (wetenschappelijk) boek steken. Als je doet wat je deed, krijg je wat je had, zo hoorde ik laatst iemand zeggen tijdens een presentatie over nieuwe business modellen. Het was een professor duurzaam ondernemen. Jaap Luikenaar, communicatie/lobby-advies & journalistiek, in haven en achterland EUROPOORTKRINGEN november 2014 19

YOUR REPUTATION IS MINE. CaN YOuR reputation become Our responsibility? Vinçotte Nederland levert als onafhankelijke inspectie- en keuringsinstelling diensten aan op het gebied van veiligheid, kwaliteit en het milieu. Onze expertise omvat onder meer de controle van de integriteit van constructies, installaties, machines, apparaten en gebouwen en diensten rond arbeidsomstandigheden. Bij Vinçotte Nederland werken meer dan 100 technische deskundigen. Naast de hoofdvestiging te Breda hebben we ook kantoren te Rotterdam en Akersloot en logistieke steunpunten in het hele land. Vinçotte Nederland maakt deel uit van de internationale groep Vinçotte, die met zijn meer dan 2500 medewerkers een kenniscentrum vormt en wereldwijd in 14 landen vestigingen heeft. Kunnen wij met onze expertise ook van úw reputatie onze verantwoordelijkheid maken? Neem een kijkje op onze website: safety, quality and environment WWW.VINCOTTE.NL Y - i p i r ect VEILIGHEIDSSIGNALERING LEIDINGMARKERING PROCESS IDENTIFICATIE TANKMARKERING ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN ANTI-SLIP SYSTEMEN EX ZONE MARKERING VERKEERSPLANNEN BLOMSMA-SAFETY.COM

TRANSPORT NIEUWS Viaduct spil in aan- en afvoer van containers Het Coloradoviaduct is volledig in gebruik genomen. Daar is voor truckers vanaf terminals op de Maasvlakte een stoplichtvrije route naar Duitsland ontstaan. De laatste verkeerslichten op deze route - op de voormalige kruising Europaweg-Coloradoweg - zijn onlangs verwijderd. Het nieuwe viaduct zorgt ervoor dat trucks met containers en containertreinen van de beide Maasvlaktes elkaar ongehinderd kunnen kruisen. Het Coloradoviaduct op de Maasvlakte is de spil in de ongehinderde aan- en afvoer van containers. Wanneer de komende jaren het volume aan behandelde containers op de nieuwe terminals van Maasvlakte 2 groeit, zorgt het viaduct ervoor dat treinen en vrachtwagens niet op elkaar hoeven te wachten bij gelijkvloerse kruisingen. De aan- en afvoer van containers per trein naar Maasvlakte 2 speelt een belangrijke rol in de bereikbaarheids- en duurzaamheidsaanpak van het Havenbedrijf. Om de haven nu en in de toekomst bereikbaar te houden en om de luchtkwaliteit in de regio te verbeteren, zijn daarover met de bedrijven op Maasvlakte 2 afspraken gemaakt. In de periode tot 2035 gaan de nieuwe terminals telkens meer containers aan- en afvoeren via de binnenvaart en via het spoor (van veertig procent nu naar 65 procent in 2035). Trucks blijven ook actief in het containertransport van en naar de haven. Op de Maasvlakte zijn het echter alleen de trucks met de schoonste motoren die er worden toegelaten. Het viaduct is ontworpen door Zwarts+Jansma Architecten. Het reliëfpatroon op de zijkant van het viaduct is gebaseerd op de Nautilusschelp. Het Coloradoviaduct is zowel boven als onder de grond een waar knooppunt. Op en boven de grond kruisen diverse wegen, spoorwegen en hoogspanningskabels elkaar. Onder de grond liggen veel kabels en leidingen waar rekening mee gehouden is. Daarnaast is het viaduct direct voor de poorten van de containerterminals van APMT en ECT gebouwd. Het verkeer van en naar die terminals moest tijdens de bouw gewoon doorgang kunnen vinden. Dit heeft van de bouw een logistieke puzzel gemaakt die door opdrachtgever Havenbedrijf Rotterdam en aannemer Boskalis Nederland gezamenlijk is opgelost. De bouw van het Coloradoviaduct is in de zomer van 2012 gestart en heeft ruim twee jaar geduurd. Met de bouw is een investering van ruim dertig miljoen euro gemoeid geweest. Ecocombi s In Nederland rijden inmiddels duizend ecocombi s. In de Europese Unie verschilt de maximaal toegestane gewicht en lengte van vrachtauto s echter per land, waardoor de ecocombi grenzen van Europese lidstaten niet over mag. In Duitsland bepalen deelstaten of ze de ecocombi toestaan. EVO en TLN willen dat de ecocombi in heel Europa wordt toegestaan. Een eerste stap in dit proces is dat (alle deelstaten in) Duitsland en België de vrachtauto toestaan. EVO, TLN en DNHK stellen al langer dat de ecocombi grote logistieke en milieuvoordelen heeft. Twee ecocombi s vervoeren namelijk dezelfde hoeveelheid lading als drie gewone vrachtauto s. Het adviesorgaan van de Duitse regering stelt dit nu ook. Het orgaan concludeert dat de discussie in Duitsland over de invoering van de ecocombi jarenlang ideologisch overbelast was, zonder de feitelijke voordelen in ogenschouw te nemen. Aanvankelijk was er in Duitsland veel weerstand tegen de vrachtauto s omdat ze bruggen en wegen te zwaar zouden belastten - zorgen die het adviesorgaan nu weerlegt. Acht Duitse deelstaten nemen nu deel aan een proef met ecocombi s waarvan er momenteel tachtig in Duitsland rondrijden. Na jaren van voorbereiding zou Vlaanderen vanaf 1 juli dit jaar ook starten met een eerste proef om ecocombi s op maximaal tien trajecten toe te staan. Onlangs waarschuwden EVO en TLN dat de proef mogelijk op een fiasco uitliep omdat Vlaanderen te strenge criteria hanteerde - van de bijna negentig aanvragen leken er slechts een handvol aan de vereisten te voldoen. Dit waren uitsluitend Belgische bedrijven. Alle Nederlandse aanvragen werden afgewezen. EVO en TLN verzochten de betrokken ministeries om tot een oplossing te komen om alsnog meer bedrijven deel te laten nemen aan de proef. (advertentie) METAALHANDEL Ketting & Zn B.V. EUROPOORTKRINGEN november 2014 21

HAVEN Tweede voortgangsrapportage Havenvisie 2030 Structureel gewijzigde markt noopt tot maatregelen Willen de in Havenvisie 2030 vastgelegde doelen worden bereikt, dan is het noodzakelijk dat aan tien topprioriteiten extra aandacht wordt besteed. Structurele veranderingen in de wereldeconomie maken het opstellen van deze topagenda noodzakelijk, vinden het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Rotterdam, de provincie Zuid-Holland, het Rijk en Deltalinqs. Met meer focus kunnen we meer bereiken. Drie jaar geleden alweer hebben het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeente Rotterdam de Havenvisie 2030 opgesteld. Hierin staat wat er moet gebeuren om ervoor te zorgen dat Rotterdam in 2030 Europa s belangrijkste haven- en industriecomplex is, en koploper op het gebied van efficiëntie en duurzaamheid. Samen met de provincie Zuid-Holland, het Rijk en Deltalinqs is afgesproken wie wat doet. Ook komt er jaarlijks een voortgangsrapportage waarin wordt bekeken of de afgesproken acties op schema liggen en of met de huidige inspanning het doel nog haalbaar is of dat er extra inzet is vereist. Foto: Danny Cornelissen CONCURRENTIE VERHEVIGD Dit najaar verscheen de tweede voortgangsrapportage. Hierin wordt een aantal recente trends op een rijtje gezet, die alle hun invloed op de Rotterdamse haven hebben. Zo lijkt de lage economische groei het komende decennium aan te houden. De totale overslag in de Rotterdamse haven kwam vorig jaar uit op 440,5 miljoen ton, een stuk lager dan de koers (450 miljoen ton) van het low growth scenario uit de havenvisie. De verwachting is dat de groei volgens dit lage scenario zal voortduren, ook doordat de concurrentie is verhevigd. Reders hebben door allianties en fusies meer onderhandelingsmacht gekregen, ook omdat bij veel zeehavens terminalcapaciteit is bijgebouwd. Schepen worden groter, wat inhoudt dat grotere volumes met minder schepen de haven zullen aandoen. Dit leidt tot piekbelastingen op terminals en achterlandverbindingen. 22 EUROPOORTKRINGEN november 2014