Artikel: Bipolariteit en de Peloponnesische oorlog. De internationale polis-gemeenschap van 431

Vergelijkbare documenten
Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Machtsuitbreiding en de Punische oorlogen.

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus

Geschiedenis 2 de jaar: Proefwerk voorbereiden

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting van het hoofdstuk 'de klassieke periode' uit het boek Een Kennismaking met de Oude Wereld.

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

DINGEN DIE JE MOET WETEN

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Werkblad van RJ Tarr / 1

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

SCHOOLONDERZOEK GESCHIEDENIS

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

COLLEGEDAG VRIJDAG 17 MEI 2019 KOUDE OORLOG NATIONAAL MILITAIR MUSEUM SOEST

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, Griekse Politiek

SO 1. Tijdvak II AVONDMAVO Historisch Overzicht

Het ontstaan van Carthago.

Thucydides. The Rise and Fall of the Athenian Empire

Thucydides. The Rise and Fall of the Athenian Empire

Koude Oorlog-2 vmbo12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN...

Sixteen and still not pregnant Tekstopdrachten bij GTC en LTC. Opdracht. Bijlage bij Lampas 48.3, 2015 KOKKIE VAN OEVEREN

HONDERD JAAR GELEDEN. Nieuws uit de krant van 10 tot 15 maart 1913

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe ( )

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 10: tijd van televisie en computer

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Herdenking Capitulaties Wageningen

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving?

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.

De koude oorlog Jesse Klever Groep 7

Wereldoorlog 2: naar het einde van de oorlog (les 06 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

Toespraak minister van Defensie, Ank Bijleveld-Schouten, bij opening van de expositie Als de Russen komen,

Hoofdstuk 5: Koude Oorlog en Dekolonisatie

'De dialoog met Rusland herstellen is broodnodig: net dat ontbrak 100 jaar geleden'

Tijd van Grieken (Athene en Sparta zijn hier als voorbeelden gebruikt!) en Romeinen/ Klassieke oudheid/ Klassieke beschavingen

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

Eindexamen Grieks vwo 2005-II

5,8. Werkstuk door een scholier 2772 woorden 11 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. H1: De tegenstellingen tussen Sparta en Athene

1 Belangrijk in deze periode

Geschiedenis (nieuwe stijl) en geschiedenis en staatsinrichting (oude stijl)

Van Anton van Hooff verscheen eveneens bij uitgeverij Ambo. Nero & Seneca

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

De 1 e Wereldoorlog. inleiding (9.1) HC onderdelen: conferentie van Berlijn ( ) + vlootwet (1898)

Verenigde Staten Ontwikkeling van de burgerrechten

Samenvatting Geschiedenis 2.1 de Griekse wereld + antwoorden Leerdoelen

Bronnen Noem een bron uit de tijd van de wereldoorlogen. Moet op het kaartje staan. Ooggetuigen Voedselbon Monument Museum Oorlogsgraven Filmbeelden

Hoofdstuk 7: De Vietnam Oorlog ( )

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl II

1.1 Wat zijn negatieve getallen? Een negatief getal is een getal dat kleiner is dan 0. Een negatief getal is kleiner dan 0.

Het externe beleid van de Atheense polis ( v. Chr.).

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

Ledenpanel Januari 2016

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

Samenvatting door Mia 911 woorden 14 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Sprekend verleden. De Trojanen

Samenwerking als ideaal voor een verscheurd Europa

Natalia Tsvetkova. Samenvatting

Het is met veel emotie dat ik u welkom heet in de Belgische Senaat.

35 oefenvragen over de Tweede Wereldoorlog 1

'Links is niet links meer'

Wat is de aanleiding tot de Eerste Wereldoorlog? De moord op Frans-Ferdinand van Oostenrijk.

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Tijdvak II. november : 30-10:00.

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2019-I

2. De bewoners van de aarde. Degenen die dronken zijn van de valse leer van Babylon. Ze aanbidden het beest en zijn beeld.

De 1 e Wereldoorlog inleiding (9.1)

PLATOWEDSTRIJD 2016 Situering

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

From the Press to Politics and Back. When do Media set the Political Agenda and when do Parties set the Media Agenda? D.J.

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

De Tien Tijdvakken. Tijd van de jagers en boeren, tot 3000 v.c.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen


Wereldoorlog 2: de opmars van Duitsland (les 03 6des) Geschiedenis 6MEVO-6EM-6EI-6IW VTI Kontich

3 september Onderzoek: Internationale spanningen en conflicten

Eindexamen geschiedenis havo I

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

Geschiedenis Samenvatting: PTA H2 1

Eindexamen geschiedenis havo II

B1 Hoofddorp pagina 1

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Koude Oorlog. SE 3 Tijdvak 1 AVONDMAVO MIDDAGMAVO GESCHIEDENIS Deze toets bestaat uit 38 vragen

Transcriptie:

Artikel: Bipolariteit en de Peloponnesische oorlog. De internationale polis-gemeenschap van 431 tot 404 v. Chr. Auteur: Joris Burmeister Verschenen in: Skript Historisch Tijdschrift, jaargang 14.4, 211-220. 2014 Stichting Skript Historisch Tijdschrift, Amsterdam ISSN 0165-7518 Abstract: Not available. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Skript Historisch Tijdschrift is een onafhankelijk wetenschappelijk blad dat vier maal per jaar verschijnt. De redactie, bestaande uit studenten en pas afgestudeerden, wil bijdragen aan actuele historische debatten, en biedt getalenteerde studenten de kans om hun werk aan een breder publiek te presenteren. Een abonnement op Skript kost 20 euro per jaar. U kunt lid worden door het machtigingsformulier in te vullen op www.skript-ht.nl. Ook kunt u een e-mail sturen naar de redactie, dan krijgt u het machtigingsformulier thuisgestuurd. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de redactie. Artikelen ouder dan een jaar zijn gratis te downloaden op www.skript-ht.nl/archief. Skript Historisch Tijdschrift Spuistraat 134, kamer 558 1012 VB Amsterdam www.skript-ht.nl info@skript-ht.nl

JORIS BURMEISTER Bipolariteit en de Peloponnesische oorlog De internationale polis-gemeenschap van 431 tot 404 voor Christus "I doubt seriously whether a man can think with full wisdom and with deep convictions regarding certain of the basic international issues today who has not at least reviewed in his mind the period of the Peloponnesian war and the fall of Athens." Aldus George C. Marshall in een rede aan de Universiteit van Princeton in 1947. Marshall, Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken in de beginjaren van de Koude Oorlog, suggereerde hier een parallel tussen de Peloponnesische Oorlog en de internationale context waarvan hij zelf deel uitmaakte. 1. Hedley Buil, The anarchical society. A study ol order in world politics (Houndmills, Basingstoke, Hampshire, Londen 1985) 13-16. 211 Ook sommige politicologen trekken deze parallel wanneer zij op beide oorlogen hetzelfde model van toepassing achten. De Verenigde Staten, 'protagonist van de vrije wereld' en steunend op een militair overwicht in de lucht en op zee, stonden tegenover de 'totalitaire' en meer op de landstrijdkrachten georiënteerde Sovjet-Unie. In het klassieke Griekenland bestreden tussen 431 en 404 v.chr. bondgenootschappen rond Athene en Sparta elkaar, respectievelijk de Delisch-Attische Zeehond met de vloot als zwaartepunt en de Peloponnesische Bond met als ruggegraat de infanterie. Eerder, in de Perzische Oorlogen (500-479 voor Christus), hadden Athene en Sparta nog gezamenlijk de Perzische invallers weerstaan. Aanvankelijk was de gemeenschappeujke Helleense identiteit als gevolg hiervan nadrukkelijker op de voorgrond getreden in de gehele internationale Griekse polis-gemeenschap.' Net als de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie na hun overwinning op hun gezamenlijke vijand, de As-mogendheden, groeiden Athene en Sparta vervolgens echter uit elkaar. Vooral in politicologische kring wordt het bipolaire model behalve op de Koude Oorlog ook van toepassing geacht op de Peloponnesische Oorlog. Onder bipolariteit wordt een situatie verstaan waarin de controle over de internationale politiek is geconcentreerd bij slechts twee staten die beslissen over oorlog en vrede. De voornaamste wisselwerking en contacten spelen zich af tussen beide antagonisten en tussen de hegemon en de aan hem ondergeschikte staten. Reeds in het proces naar de bipolaire structuur wordt de mogelijkheid tot onafhankelijke politieke keuzes van staten - ook van de twee alliantieleiders - in steeds grotere mate beperkt door de

2. Peter J. Fliess, Thucydides and the politics of bipolarity (Louisiana 1966) 13-14, 22; K.J. Holsti, International politics. A framework for analysis (4e druk; Englewood Cliffs, New Jersey 1983) 90. 3. Tijdens de Koude Oorlog Imam Alexis de Tocqueville In de belangstelling. Deze had honderd jaar daarvoor de rnogelijl<heid van een wereldheerschappij van de Verenigde Staten en tsaristisch Rusland geopperd. Alexis de Tocqueville, De la democratie en Amérique. Oeuvres completes I (Parijs 1966) 430. 4. Thucydides, Historiai, 123.5, 6; 88; 118.2. Thucydides 5. Fliess, Bipolarity 13-14, 21-26, 66-72, 164. 'wetmatigheden' van het model.^ Maar in hoeverre werden de ontwikkelingen in de Peloponnesische Oorlog inderdaad bepaald door zulke wetmatigheden? Is bijvoorbeeld de onvermijdelijkheid van de Peloponnesische Oorlog geen wijsheid achteraf?' De geschiedschrijver Thucydides was ooggetuige van het trefifen tussen de Delisch-Attische Zeebond en de Peloponnesische Alliantie. Hij zag Sparta's vrees voor de groeiende macht van Athene als een belangrijke lange-termijnoorzaak van het ontstaan van de Peloponnesische Oorlog. Deze angst 'noodzaakte' de Peloponnesische hegemon de wapens tegen Athene op te nemen." Het verging Athene inderdaad voorspoedig. Deze stad, niet Sparta, behield ook na de jaren zeventig van de vijfde eeuw het politieke initiatief en was succesvol in het beschermen van de loniërs, de Grieken aan de westkust van Klein-Azië, tegen de Perzen. Nadat de Helleense symmachie - het verbond tegen Perzië - uiteengevallen was, laaiden de vijandigheden tussen de 2^bond en de Peloponnesische Alliantie met tussenpozen op. Onder Atheense leiding had de Zeebond de kracht de aanvallen van met name Sparta en Corinthe te doorstaan. In het begin van de jaren veertig kwam er vrede, eerst met Pereië (de Calliasvrede), daarna in Griekenland zelf De 'Dertigjarige Vrede' van 446 voor Christus was een erkenning van de status quo: Atheense triremen (oorlogsgaleien met drie roeiersdekken boven elkaar) beheersten de zee terwijl de Peloponnesische Bond rond Sparta's elitetroepen, de Spartiaten, het vasteland domineerde. De Zeebond, oorspronkelijk opgericht tegen de dreiging uit het oosten, bleef intact en onder leiding van Pericles bloeide Athene als nooit tevoren. De politicoloog Peter Fliess vindt dat Thucydides op de juiste wijze de fundamentele kwestie heeft blootgelegd: de tweedeling tussen Athene en Sparta. Volgens Riess echter zijn de imphcaties hiervan aan de Griekse historicus voorbijgegaan. Door uit te gaan van de wetmatigheden van bipolariteit is de onvermijdelijkheid van de Peloponnesische Oorlog voor Fliess een feit^ Met het oplopen van de spanningen eind jaren dertig van de vijfde eeuw nam de manoeuvreerruimte van poleis en politici vanzelfsprekend af Maar uitspraken over wetmatigheden en het systematisch verlies van handelingsvrijheid, daar zou Pericles verbaasd van hebben opgekeken. Drie beperkte crises moesten voorafgaan aan het uitbreken van de Peloponnesische Oorlog. In woord en daad poogden Corinthe en Megara de Peloponnesische hegemon tot oorlog met Athene te bewegen. Corinthe's felle aanklacht tegen Athene en aansporing tot krachtige maatregelen tijdens een 212

6. Thucydides, 168-71; 119-124. 7. Naast de Potidaea-crisis blijkt dit bijvoorbeeld uit gebeurtenissen rond Amphipoiis enkele jaren later Thucydides, in Amphipoiis als Atheens eskader-commandant, werd na een mislukte actie verbannen. In ballingschap schreef hij zijn Historiai. bondsvergadering is nog in Thucydides' Historiai na te lezen.* Megara, lange tijd een beduidende handelsmacht en ooit lid van de Zeebond, was geleidelijk richting Peloponnesische Bond opgeschoven. Om deze ontwikkeling ongedaan te maken kondigde Athene in 432 voor Christus de zogeheten 'Megarische decreten' af Een economische wurggreep die Megara inderdaad bijna door de knieën deed gaan. Corinthe, lid van de Peloponnesische Alliantie maar met commercieelmaritieme belangen, zag haar positie bedreigd door het succesvolle Athene. De handelsstad werd in het defensief gedwongen in de crises rond Corcyra (het huidige Korfoe) en Potidaea, staten waar zij als moederstad bovendien nog banden mee onderhield. Ook Athene bleek namelijk bijzondere waarde te hechten aan een verbond met Potidaea.^ Satellieten met sterallures 8. Michael Mandelbaum, The nudear revolution. International politics before and after Hiroshima (Cambridge 1982) 151-152. 9. Naar hem werd de Archidamische Oorlog (431-421 v.chr, de eerste fase van de Peloponnesische Oorlog) vernoemd. De tactiek van Corinthe en Megara is een goed voorbeeld van entrapment. Entrapment binnen een alliantie houdt in dat een participant (in dit geval Sparta) tegen zijn wil door een ander (Corinthe, Megara) terechtkomt in een conflict waarin voor hem geen primaire belangen liggen; het bondgenootschap functioneert op een moment waarop het dat niet zou moeten doen. Hiertegenover staat hetrisicovan abandonment, dat een alliantielid door een ander in de steek wordt gelaten; het bondgenootschap werkt op het moment suprème niet. Angst voor entrapment leeft meestal bij de belangrijkste alliantieleden, vrees voor abandonment bij de minder groten.* De entrapment-situaties en de onoverzichtelijke aanloop naar de Peloponnesische Oorlog doen sommigen ter vergelijking grijpen naar het ontbranden van de Eerste Wereldoorlog, waarbij de groten door kleintjes werden meegesleept. In 431 voor Christus konden de minder groten als Corinthe en Megara in ieder geval tevreden zijn. Onder leiding van de Spartaanse koning Archidamos vielen Spartiaten samen met bondgenootschappelijke eenheden Attica, het gebied rond Athene, binnen.' De Attische hegemon leverde geen slag maar trok zich terug achter de 'lange muren' die haar met de 213

haven van Piraieus verbonden, vertrouwend op de tijd en de vloot. Haar triremen vormden de levensader naar de buitenga Fiiess, Bipoiarity, 67-68, 71, wereld, het imperium in en aan de Aegeïsche Zee en de, o sh, nternationa aanvoerroute van graan door de Hellespont. politics, 99, 103, 314-315. Binnen de bipolaire structuur is er logischerwijs geen plaats voor staten die geen partij wensen te kiezen of poleis die zich van de in tweeën gedeelde wereld totaal afzijdig pogen te houden.'" Vanaf het van kracht worden van de Dertigjarige Vrede in 446 voor Christus tot het uitbreken van de oorlog vijftien jaar later zien we dan ook neutrale en geïsoleerde poleis opgeslokt worden door ofwel de Zeehond ofwel de Peloponnesische Alliantie. In de Peloponnesische Oorlog zette dit proces zich voort. Thera en Achaea moesten kleur bekennen en voor het neutrale Cycladische eiland Melos verscheen tot tweemaal toe een dreigend Zeebondeskader. In 416 voor Christus, de tweede expeditie, volgde de bezetting van Melos. Alle mannelijke overlevenden werden omgebracht, vrouwen en kinderen kwamen op de slavenmarkt terecht. Atheense kolonisten zorgden daarop voor de herbevolking van Melos. Zo kwam op een wel heel drastische wijze een einde aan de eigenwijze politieke koers van een klein eiland. =) Delisch-AtcLsche zeehond E nud Peloprainesische bond k ^ w v ^ Neutrale statai De Griekse internationale polis-geneenschap aan de vooravond van de Peloponneslschs Oorlog (431 v.clir.)j^^&raie' 214

^ Er waren ook poleis die neutraal bleven. Deze status legde bijvoorbeeld Argos geen windeieren. De stad met haar grote f!> verleden voer er economische wel bij. En ondanks de nabijheid van Sparta slaagden de Argiven erin om hun positie te '1 handhaven. Noorderlijker moesten de Aetoliërs er wel voor naar de wapens grijpen, maar ook zij zagen uiteindelijk hun neutraliteit gerespecteerd. Verder van het strijdtoneel, dichter "' bij de rand van de Griekse polis-gemeenschap, was het eenvoudiger om aan de eigen koers vast te houden. Met ^0, ' succes isoleerden Cyrene, Kreta en Epirus zich, geholpen 'i "'^- "" door natuurlijke omstandigheden. Thessalië en Macedonië sloegen een andere weg in. Thessalië, officieel gelieerd aan Athene, nam aan het begin van de oorlog slechts één keer deel aan schermutselingen en ondernam een aantal jaren later ' niets tegen een Spartaanse opmars door haar territorium. Athene had meer kunnen verwachten van deze strategisch gelegen staat met een veelgeroemde cavalerie, wat toentertijd een uitzonderlijk wapen was. Daarbij had Thessalië grote invloed op het orakel van Delphi, een panhelleense instelling. Macedonië koos letterlijk half partij met als doel de Attische hegemon en Sparta in de eigen regio tegen elkaar uit te spelen. Zo kon het gebeuren dat er tijdens de twintigjarige regeerperiode van koning-perdiccas II negen maal van alliantie gewisseld werd. Logisch derhalve dat Thucydides Thessalië en Macedonië.bij het opsommen van de alliantiele- 11. Thucydides, 119. dgn buiten beschouwing liet." Poleis in Zuid-Italië en op Sicilië, ooit vanuit het moederland gekoloniseerd, vormden het westelijke gedeelte van de Griekse internationale gemeenschap. Er waren voldoende contacten met het oosten, maar geen van deze poleis behoorde tot de Delisch-Attische Zeehond of de Peloponnesische Alliantie. Niettemin domineerde een Peloponnesische gezindheid. Sparta gold immers als de grootste afnemer van Siciliaans graan. En Syracuse, de belangrijkste stadstaat in de 4' regio, had Corinthe als moederstad. Sparta probeerde deze sympathieën tevergeefs te verzilveren. Athene wilde bovenal voorkomen dat het de aanzienlijke Syracusaanse vloot in de Aegeïsche Zee tegenover zich zou vinden. Attische imperiale ambities en het streven om de graantoevoer naar Sparta af te snijden stonden op de tweede plaats. Een constante waar de kleine West-Griekse poleis rekening mee dienden te houden was het regionale Syra- ' ' cusaanse hegemoniestreven. Voor het nodige tegenwicht - ' klopten deze stadstaten in 427 voor Christus dan ook bij ' ; Athene aan. Het aantal Z^ebond-triremen dat de Ionische Zee,'. " overstak groeide daarop gestaag. Al te warme belangstelling van Athene deed de ongerustheid bij de kleine Westgriekse 215 /. p/i/i'

12. Idem, IV 58-65.1, 2; Edward A. Freeman, The history of Sicily from the earliest times III, the Athenian and Carthaginian invasions (Oxford 1892) 52. poleis echter toenemen. Het was hen er niet om te doen geweest de ene dreiging door een andere te vervangen. Op een bijeenkomst te Gela (424 voor Christus) verzochten de gastheren de te hulp gevraagde vloot om te vertrekken. Ook Syracuse voegde zich bij het koor dat de Attische hegemon de 'Siciliaanse deur' wees. Hermocrates, een Syracusaanse diplomaat, formuleerde hierbij hypocriet een soort Monroedoctrine.'^ Een Sicilië voor de Sicilianen in het openbaar, maar in Hermocrates' gedachten waarschijnlijk een Sicilië voor de Syracusanen. Uiteindelijk voldeed het Zeebondeskader aan het verzoek en roeide weer oostwaarts. n-v Kemphanen ; "v,":-.{'*".'^' \;i,' itt"!... ; 'At :,. Acht jaar later werd echter wederom gevraagd om Atheense interventie tegen Syracusaanse hegemoniale aspiraties. De politicus Nicias waarschuwde de Atheense volksvergadering terecht voor Siciliaans entrapment maar de Zeebond ant- 13. Thucydides, VI9-14. woordde desondanks met een grootscheepse expeditie tegen Syracuse." In Zuid-Italië en op Sicilië koos een aantal poleis partij, andere bleven neutraal. Na verloop van tijd kreeg Syracuse hulp van de Peloponnesische Bond. Het Delisch- Attische expeditieleger werd in 413 voor Christus verrassend., verslagen. Dat was bovenal een verdienste van de aangevallen stad zelf, de derde partij. Waar Athene eerder zo bevreesd voor was gebeurde. Syracuse, met zijn nieuw verworven.-* status en met diverse Westgriekse bondgenoten, verscheen op " - het Aegeïsche strijdtoneel van de twee kemphanen. Lang was de Peloponnesische Bond dit voordeel echter niet gegund. Segesta, dezelfde polis die eerder de Delisch-Attische Zeef,. bond om steun had verzocht tegen Syracuse, achtte het opportuun om ditmaal Carthago te hulp te roepen, een niet-.. Griekse stad aan de Noordafrikaanse kust De drastisch optredende Carthaagse troepen waagden tot twee keer toe de overtocht. De Zuid-Italische en Siciliaanse triremen zagen zich genoodzaakt de Aegeïsche Zee te verlaten. Ze werden hiertoe niet gedwongen door omstandigheden die gedicteerd werden door Griekse tegenstellingen, maar door een staat die nota bene buiten de Griekse polis-gemeenschap stond. Hoe was het gesteld met de politieke bewegingsvrijheid binnen de Delisch-Attische Zeebond en de Peloponnesische Bond? De wijze waarop Thucydides beide allianties aanduidt is veelzeggend: louter 'Atheners' voor de Zeebond, terwijl bij de omschrijving van de Peloponnesische Alliantie naast.i-j 216

14. Idem, V 18.1; verder passim. Sparta ook de bondgenoten expliciet worden vermeld.'* D Zeehond stond dan ook min of meer gelijk aan een Atheens imperium. De bondgenoten vergrootten hun afhankelijkheid 15. Idem, 119;99. van Athene nadat zij waren overgestapt van een bondscontri' butie in de vorm van schepen naar een financiële bijdrage." ' " ' ' Met de definitie van bipolariteit in het achterhoofd zijn de ' verhoudingen binnen de Peloponnesische Bond met name " informatief ten tijde van de Niciasvrede (421-413 voor Christus), het tweede gedeelte van de Peloponnesische ' Oorlog. Deze tussen de Delisch-Attische Zeehond en Pelo ' >r. ponnesische Alliantie gesloten overeenkomst was genoemd naar Nicias, de Atheense architect ervan. De territoriale 16. Idem. 1/26.3. aspecten van het verdrag hielden ruwweg een terugkeer in naar de status quo ante. Het was echter een 'labiele vrede'.'* De problemen begonnen reeds bij het ondertekenen. Sparta's bondgenoten Corinthe, Thebe, Megara en Elis weigerden met 17. Idem, V17.2. de vredcsvoorwaarden in te stemmen en konden zich dat ook veroorloven.'' De onvrede van Corinthe en Megara met Sparta's politiek is niet verrassend. Zij voelden zich in de steek gelaten, abandoned, hun grieven van vóór de Peloponnesische Oorlog hadden immers niets aan actualiteit ingeboet. Megara had namelijk de eigen haven, Nisaea, aan Atheense troepen moeten prijsgeven. Corinthe was intussen druk '' >' ' -. doende om de vrede te ondergraven. Corinthische diplomaten die enti^pment nastreefden gooiden waar mogelijk olie op het < vuur. Een derde bondgenoot, Thebe, wenste haar oorlogswinst, Plataea en de grensvesting Panacium, niet zomaar te ontruimen in dienst van de vrede. Uiteindelijk kwam de Boeoüsche hegemon buiten Sparta om een regeling met 18. Idem, V 26.2,3. Athene overeen, een bilateraal vredesverdrag dat elke tien dagen verlengd diende te worden." Ook Panactum werd overgedragen, maar pas na ontmanteling van de vestingwerken. Dat dit niet bevorderlijk was voor de goede onderlinge verhoudingen zal duidelijk zijn. Ook Elis tenslotte zag locale ambities door de vrede in het gedrang komen. Deze onafhankelijke opstelling van de bondgenoten hadden Athene en Sparta samen nog tot een aparte regeling doen besluiten. Dit verdrag, eveneens in 421 voor Christus gesloten, bracht bij velen in de Griekse wereld de vrees naar i9. Diodorussicuius, Bibiiothekes boven dat Athene en Sparta aanstuurden op verdeling van hlstorlkes, XII 75.2,4.,., " T^ i. i. i i i.t- polis-gemeenschap. Drie jaar later raakten bij Mantinea vrijwel het maximale aantal Spartiaten, gesteund door diverse ' bondgenoten, slaags met een coalitie van Argos, Mantinea en ':' Athene. Dat er ondanks het verdrag met Sparta dertienhon' '', '"< derd Atheense militairen aan de kant van Argos en Mantinea " ' meestreden was de inbreng van Alcibiades, in Athene politiek.if... ' tegenstander van de bedachtzamere Nicias. Nicias zou uitein217 ^" ',! "

20. Deze fase staat bekend als de schap. Dit ging overigens niet ten koste van eerder genoem delijk plichtsgetrouw sterven gedurende de Siciliaanse expeditie die hij zelf nooit gewild had, terwijl Alcibiades ongrijpbaar bleef. Met een opvoeding onder voogdij van de beroemde Pericles en wijsgerig gevormd door Socrates bleek Alcibiades er geen been in te zien om tijdens de Peloponnesische Oorlog verschillende malen van kamp te wisselen. Na het vroegtijdig verlaten van het grotendeels door hemzelf opgezette Siciliaanse avontuur bekleedde hij adviseurschappen bij aartsvijanden Sparta en de Perzische satraap (landvoogd) Thissaphemes om uiteindelijk weer als commandant terecht te komen in zijn moederstad. Daar stapte hij ook nog van de oligarchische naar de democratische factie over. De uitkomst van de slag bij Mantinea (418 voor Christus) Alcibiades was opzienbarend: het overleven van Sparta als machtsfactor werd dit keer niet door een treffen met de gedoodverfde il» vijand Athene bepaald, maar in een confrontatie met vooral Argos, een polis die buiten het traditionele dualisme stond. h:^ De Niciasvrede was over het algemeen een periode waarin een sturende hand van Sparta moeilijk te ontdekken was, laat staan dat er van een bipolair model sprake kan zijn geweest. v^.; ; Bij Mantinea echter bleken de Spartiaten andermaal niet te verslaan. Argos beperkte zich daarop weer tot zijn aloude» r neutrale koers. In 413 voor Christus barstten de vijandelijkheden weer op grote schaal los tussen de Delisch-Attische Zeebond en de Peloponnesische Alliantie. Koning Agis van Sparta opende de :, -, finale van de Peloponnesische Oorlog met de bezetting van het Attische fort Deceleia, maar de strijd breidde zich meer dan daarvoor uit over grote gedeelten van de polis-gemeen- 'DeceleTsch-lonische Oorlog; 413-. ^ ^ j.. ^ / ^ J I I J - C i l - 404vC hr neutrale en geïsoleerde staten.'^ Ondanks het Sicüiaanse ; debacle en de daaropvolgende toename van ontrouw binnen,, de Zeebond bleek de Attische hegemon over voldoende veerkracht te beschikken om het pleit nog lang onbeslecht te laten.... 21. Buil, Anarchical society, 247-248; Fliess, Bipolarity, 39, 42-52, 62-97, 119-127, 137; Holsti, International politics, 90-91, 325-327. Paideia en agoge 218 Bij de beschrijving van het bipolaire stelsel in de Peloponnesische en Koude Oorlog wordt er nogal eens gewezen op de belangrijke rol van ideologie in deze structuur.^' In het klassieke Griekenland dicteerden verwantschapsbanden of de tegenstelling democratie (Athene's regeervorm) - oligarchie (de praktijk in Sparta) echter niet automatisch de coalitievorming. Zo zien we in de Siciliaanse expeditie Doners uit

22. Simon Hornblower, The Greek world 479-323 B.C. (Londen en New York 1983) 14. 23. Thucydides, IV 64.3,4. 24. Simon Hornblower, 'Greece: the history ol the classical period in: John Boardman, Jasper Griffin en Oswyn Murray ed.. The Oxford history of the classical world (Oxford en New York 1986) 124155, aldaar 130,131: Hornblower, Greek worid, 94,95,236. 25. Hornblower, -Classicalperiod,143-144; Hornblower, Greek world, 127-128. 219 Corcyra tegen hun stamgenoten strijden. Zo had Athene het gemunt op het eveneens democratische Syracuse. Phthonos, een belangrijke constante in de Griekse geschiedenis, blijkt ook geen eenduidige invloed te hebben. Letterlijk vertaald als afgunst of nijd, kan de betekenis hiervan voor het Griekse internationale systeem het beste omschreven worden als schaakborddenken: polis A die moeilijkheden heeft met de aangrenzende polis B, knoopt als vanzelfsprekend vriendschappelijke banden aan met buurman C van B, indien tussen deze beide ook onenigheid bestaal^ ^ Tegelijkertijd met de versterking van de blokindeling zijn de keuzes onder invloed van phthonos ook een verzwakking van de tweedeling. De voorkeur van de poleis werd hierbij niet bepaald door 'internationale' belangen. Dit had gevolgen voor het machtsevenwicht. Hermocrates stelde in zijn Monroe-doctrine immers het 'Siciliaan-zijn' van hemzelf en zijn mede-eilandbewoners boven zowel het traditioneel Griekse schaakborddenken als de historische verwantschapsbanden. Niet-Siciliaanse Grieken noemde hij letterlijk buitenlanders.^ Voor de historicus Simon Homblower spelen de tegenover elkaar staande Atheense paideia ('cultuur') en Spartaanse agoge ('tucht') een belangrijke rol. Een tweedeling wordt onderstreept door de afwezigheid van ideologische magneetwerking bij onder meer Thebe.^ De vraag is echter of de oorzaak van dit laatste niet gezocht moet worden bij een hiaat in de bronnen. Ook de militaire faam van de Boeotische hegemon had aantrekkingskracht kunnen uitoefenen. Athene trok zich terug achter de 'lange muren'; zeker bij het begin van de Peloponnesische Oorlog vormde handhaven haar strategie. Sparta werd hierdoor tot het initiatief gedwongen, dat wil zeggen tot het nemen van stappen die leidden tot ontmanteling van de Delisch-Attische Zeebond. Dit bezorgde de Peloponnesische hegemon het etiket bevrijder van Hellas.^ Sparta afficheerde zich op deze wijze, maar handelde er niet steeds naar. De Peloponnesische Bond had bijvoorbeeld meer triremen nodig om de impasse te kunnen doorbreken. De bondgenootschappelijke bijdrage in de Peloponnesische Alliantie bestond echter niet uit tribuut, zoals bij de Zeebond, maar uit het leveren van troepen. Definanciënom oorlogsgaleien te bouwen en te bemannen moesten daarom van elders komen. Na decimering van het omvangrijke expeditieleger van de Delisch-Attische bond op Sicilië, zag de Perzische koning zijn kans schoon om de Ionische Zeebond-poleis opnieuw te claimen. Perzisch geld stroomde daarop richting Peloponnesus. Dit ging logischerwijze wel vergezeld met de eis van het opgeven van die staten waar het in de Perzische Oorlogen allemaal om begonnen was geweest. Iets waarmee

Sparta, ook als 'bevnjder van Hellas', uitemdelijk geen moeite had. Hoewel ideologie wel voor enige aanscherping V van het Atheens-Spartaans dualisme zorgde, bleek ook hier dat dit niet altijd doorslaggevend was. ' Perzië stond, net als Carthago, buiten de Griekse internationale polis-gemeenschap. Vanzelfsprekend waren er contaci ten, maar Perzen en Carthagers namen bijvoorbeeld niet deel aan de Olympische spelen, spraken nu eenmaal geen Grieks en gingen ook niet te rade bij het orakel van Delphi. Wel was Carthago een machtsfactor gebleken waarmee de westelijke Grieken rekening mee dienden te houden. Sterker gold dit nog voor Perzië ten aanzien van de gehele Helleense gemeenschap. Met het toepassen van het bipolaire model op de realiteit van de Peloponnesische Oorlog is zeer veel omzichtigheid vereist. Belangrijke vertroebelende factoren treden hierbij aan het licht er was geenszins sprake van een wetmatige, onaf- '' -. wendbare koers richting oorlog. Binnen de polis-gemeenschap bestond bovendien voldoende ruimte voor een autonome < ' koers van een aantal staten en voor verrassende diplomatieke machinaties tijdens met name de Niciasvrede. Beslissend bleek tenslotte niet een ideologische. tweedeling maar een inmenging van buiten de Griekse!,^, wereld. Dat is echter moeilijk verenigbaar met een model waar twee polen het beeld behoren te bepalen. Toch was een interventie van buiten de polis-wereld uiteindelijk beslissend voor de afloop van de Peloponnesische Oorlog. In 404 voor Christus ti"ok de Peloponnesische Bond aan het langste eind. Op Sparta's voorspraak werden de vredesvoorwaarden mild gehouden. De opzet was dat een nog voldoende angst inboezemende Atheense polis de ambities van met name de bondgenoten Corinthe en Thebe in toom zou kunnen houden. Tevergeefs, in de daaropvolgende eeuw werd de strijd om de hegemonie voortgezet De Griekse internationale polis-gemeenschap verzwakte zichzelf steeds meer en maakte, r. zo - de Philippicds van Demosthenes ten spijt - en zeker niet onontkoombaar, de weg vrij voor 'buitenlandse' machten. Het was echter niet Perzië dat profiteerde. Het Macedonië van Philippus II en Rome plukten de vruchten van deze ontwikkelingen. Net als bij de polis-wereld zou het wel vaker voorkomen dat een internationale gemeenschap van speler tot speelbal werd. 220