VLAAMSE OVERHEID inventarisatie van het onroerend erfgoed : ORGELS Provincie Brabant (Vlaams-Brabant) Administratieve entiteit LEUVEN Gemeente HEVERLEE Parochiekerk Sint-Lambertus (Waverse baan) Arrondissement Leuven KERK De eerste kapel in Heverlee zou opgericht zijn in de VIII ste e. In de XII de e. werd het (nu nog bestaande) Romaanse bedehuis opgetrokken. Wegens bouwvalligheid werd het oude kerkje herbouwd in 1721. Vanaf 1757 werd Heverlee (dat al van in de 12 de e. afhing van het kapittel van de Sint-Bartholomeuscollegiale in Luik) een zelfstandige parochie met begevingsrecht door de nabije norbertijnenabdij van Park (dit recht om de pastoor te benoemen hield stand tot 1824). In 1782-1783 richtten de Norbertijnen op een andere plaats een nieuwe kerk op voor de parochie Heverlee. [Het oude kerkje werd overgenomen door de hertog van Arenberg die het in zijn domein integreerde; later liet hij het omvormen tot woning voor zijn rentmeester. In de jaren 1960 werd het gebouw opnieuw als kapel gerestaureerd, ten gebruike voor de universitaire parochie.] In de jaren 1875-1880 werd - op enkele meter van de oude - een nieuwe kerk gebouwd; toen dit gebouw in 1880 ten volle in gebruik was genomen werd de oude kerk afgebroken. A. Het doksaalorgel Tekst oorspronkelijk verschenen in A. Fauconnier & P. Roose : Het Historisch Orgel in Vlaanderen, (orgelinventaris) deel IIb, Provincie Brabant (arrondissement Leuven), uitg. Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, Rijksdienst voor Monumenten- en Landschapszorg, Brussel 1977; zie blz. 317-320. ORGEL Auteur & bouwjaar instrument : (volgens naamplaatje) Orgue construit par L. Vandeplas facteur d'orgues et clerc-organiste de cette église 1882 Er werd materiaal herbruikt van het orgel uit de oude kerk, dat naar constructie-eigenschappen te oordelen mogelijks een werk was van de orgelmakers Delhaye uit Antwerpen. Laatste herstellingswerken : firma H. Van de Loo (Leuven), 1948
Het orgel, dat al van ca. 1960 onbespeelbaar was, is na de ingebruikname van resp. een electronium en een koororgel (1994, zie verder) op het doksaal blijven staan (een gedeelte van de inhoud is verwijderd). INSTRUMENT Klaviatuur - vrijstaande speeltafel - eiken klavieren Dispositie registertrekkers op 2 horizontale rijen boven het klavier : 19 18 17 16 15 14 13 12 11 22 20 10 09 08 07 06 05 04 03 02 01 21 T Gr.Org. Pos. Péd. 01. Montre 8 02. Bourdon 16 03. Bourdon 8 04. Quinte 2 2 /3 05. Flute 4 06. Prestant 4 07. Doublette 2 08. Bombarde 16 09. Trompette 8 10. Clairon 4 T = Tremblant 11. Salicional 8 12. Larigot 1 1 /3 13. Bourdon 8 14. Prestant 4 15. Dolce 8 16. Piccolo 2 17. Flute 4 18. Basson basse 8 19. Hautbois 8 sup 20. Violoncelle 8 péd.sép. 21. Sousbasse 16 péd.sép. 22. Bombarde 16 basse péd.sép. 04, 05, 12, 14, 15, 17 = nieuwe registerplaatjes (vermoedelijk Van de Loo) voetbediend : Acc. du grd. orgue au péd. Acc. des claviers Expression du postitif (niet-graduele pedaal) manuaalomvang : C - g 3 pedaalomvang : C - c 1 Pijpwerk - het pijpwerk van 1882 heeft een hoger tingehalte dan de rest Groot orgel Bourdon 16 : dateert van 1882 Montre 8 : id. Bourdon 8 : id. Flute 4 : wijde mensuur Prestant 4 : ouder getransformeerd pijpwerk; Delhaye?
Quinte 2 2 /3 : ingekorte strijker?; enkele van de kleinste pijpen zijn conisch Doublette 2 : van 1882 Bombarde 16, gecombineerd met Trompet 8 : 1882; sporadisch zijn er oudere elementen in verwerkt Clairon 4 : van 1882 Positief Salicional 8 : recent; met snijbaarden Larigot 1 1 /3 : getransformeerde voormalige 2 v? Bourdon 8 : oud; de baspijpen zijn in eik Prestant 4 : van 1882 Dolce 8 : id. Piccolo 2 : id.; conisch Flute 4 : 1882 Basson-hautbois : - Pedaal Bombarde 16 : met houten bekers; opgesteld in de voet van de positiefkast Sousbasse 16 : houten pijpwerk; geschroefde voorslagen Violoncelle 8 : - Windladen Groot orgel - vermoedelijk van 1882 Positief - oude windlade die qua constructie kenmerken vertoont eigen aan werk van Delhaye - sleeplade met gespijkerde pijpstokken - de kleppen worden achteraan met een veer aangedrukt vanuit een schuine kam - deze lade heeft 10 slepen waarvan 2 gedeeld (achteraan stonden waarschijnlijk een trompet en clairon) - uitgebreid met 2 cancellen (f# 3 en g 3 ) Tractuur - van 1882; mechanisch ORGELKAST - gedeelde neo-gotische orgelkast, met houten sierpijpen - in de kast zijn restanten (panelen) van een oudere kast verwerkt HUIDIGE TOESTAND instrument : grondig vervallen; onbespeelbaar meubel : in verval onderhoud : geen meer datum onderzoek : maart 1976
BIBLIOGRAFIE 1) De Schalmei, jg. III, 1948, blz. 24, rubriek "Mixturen" (= orgelnieuws) : HEVERLEE : gerestaureerd orgel in de St-Lambertuskerk door dhr. Van de Loo. Dispositie : [... ] Pater G. De Vos der Abdij Keizerberg speelde het orgel in met de volgende werken : [... ] Onze correspondent van Leuven verwijst naar de zeer "harde" klavieren en vraagt zich af "hoe de Pater het daarop anderhalf uur heeft kunnen uithouden". 2) J.-P. Felix & G. Huybens : Leuvense orgelgids, Jaarboek 1985 van de Leuvense Orgelkring; blz. 126-127; - blz. 126 : vermelding orgelbouwer, bouwjaar en dispositie; afbeelding van de speeltafel; - blz. 127 : afbeelding orgel. 3) P. De Becker : De sleutel van de kerk, Uitgegeven t.g.v. het 125-jarig bestaan van de huidige Sint-Lambertuskerk te Heverlee in het jaar 2005, uitg. Parochiale Werken Sint- Lambertus vzw, Heverlee 2005; zie blz. 83-89. 4. Het orgel 4.1. Het Vandeplas-orgel Op het doksaal staan nog altijd de getuigen van het orgel dat L. Vandeplas, orgelbouwer en koster-organist van Sint- Lambertus, in 1882 in de nieuwe kerk voltooide. Op de twee kasten met houten sierpijpen, de windlade van het groot orgel en resten van de speeltafel na, werd alles verwijderd. Beide kasten staan aan weerszijden van het doksaal, een bouwwijze die het roosvenster niet verbergt. De ene kast herbergde het pijpwerk van het hoofdwerk of groot orgel, bediend door het onderste manuaal. In de kast boven de stookplaats stonden de pijpen van het positief (bovenmanuaal). Ook de zelfstandige pedaalregisters zouden in de voet van de positiefkast hebben gestaan. De meeste pijpen alsook de windlade van het groot orgel dateren waarschijnlijk van 1882. De windlade van het positief en een aantal pijpen zijn van veel vroegere datum. Deskundigen menen dat het oude materiaal afkomstig is van een orgel van Delhaye, een Antwerps geslacht van orgelbouwers, even beroemd als de Van Peteghemfamilie uit Gent. 10 10. Het historisch orgel in Vlaanderen, deel II Brabant Arrondissement Leuven, Brussel, 1977. Was dat oude materiaal afkomstig van het orgel van de tweede Sint-Lambertuskerk? Was dit een instrument van Delhaye? We hadden niet de tijd om dat uit te pluizen. Naar een interieurfoto van de afgebroken kerk te oordelen, moet dat (voor een bescheiden kerk) een instrument geweest zijn van respectabele afmetingen: hoofdwerk, rugpositief en, een al of
niet, aangehangen pedaal? [afb.] Het orgel uit de 18 de eeuw in de vorige kerk [ingevoegd : uitsnit uit een oude prentkaart van het interieur van de oude kerk] Het staat vast dat Jean-Joseph Delhaye in de eerste helft van de achttiende eeuw bij ons orgels heeft gebouwd: [n.v.d.r. : dit moet zijn "eerste helft van de 19 de eeuw"!] Diest, Kumtich, Wezemaal, Tongerlo, Goetsenhoven. 11 11. Patrick Roose, Het J.J. Delhaye-orgel van de Onze-Lieve- Vrouwkerk te Zandbergen gerestaureerd, in Orgelkunst XXIV ste jaargang nr. 4. Als dat oude materiaal afkomstig was van het vroegere orgel, waar is dan de rest naartoe? Het werkstuk van Vandeplas telde 23 registers met heel wat combinatiemogelijkheden. Maar de tuttiklank met de te luidruchtige tongspelen klonk banaal en niet evenwichtig. De oorverdovende bombarde 16 werd trouwens om die reden het zwijgen opgelegd. Toch kon je met de labiaalpijpen, mits spaarzaam en oordeelkundig registreren, een prachtige plenumklank laten horen. Ook het klein- en minder klein romantische repertoire kwam goed tot zijn recht. Een bijzonderheid nog: bij manuaalkoppeling moest je heel wat kracht in je vingers verzamelen om de toetsen naar beneden te drukken. Vlug staccatospel was (bij manuaalkoppeling) zo goed als onmogelijk. [afb. van het doksaalorgel] In 1948 herstelde de Leuvenaar Hubert Van de Loo het instrument. Dom Devos van Keizersberg speelde het bij die gelegenheid in. Maar geen tien jaar later bevond het orgel zich reeds in een erbarmelijke situatie. In de positiefkast was het alsof de pijpen aan de waslijn te drogen hingen. Ook de nieuwe warmeluchtverwarming was niet ideaal voor een orgel. Ongevraagd begonnen pijpen mee te spelen, bij sommige registers klonken twee naast elkaar liggende pijpen tegelijk. Soms was gelijktijdig gebruik van groot orgel en positief niet mogelijk wegens verschil in toonhoogte. Wijlen Theo Verheggen, organist van de Sint-Pieterskerk te Turnhout, probeerde hier en daar nog wat, maar dat kon niet beletten dat het orgel de jaren zestig net niet overleefde. 4.2. Het Dereux-orgel Zoals in de meeste kerken stonden de zangers en het orgel op het doksaal boven de hoofdingang. In augustus 1957, dus nog vóór het Concilie, hebben de Belgische bisschoppen richtlijnen uitgegeven waarin te lezen stond: "De normale plaats van het zangkoor is niet meer op het doksaal, maar veeleer vooraan, dicht bij het priesterkoor." 12 12. "Rond het altaar des Heren", Hoofdstuk I, par. 5,C. Eén jaar later, op 3 september 1958 bepaalde Rome zelf "dat het orgel op een geschikte plaats in de nabijheid van het hoofdaltaar zijn plaats moest krijgen, tenzij een oude gewoonte of een bijzondere reden het anders wil." 13
13. Instructies van de Ritencongregatie, nr. 67. Dus na de restauratie van de kerk verhuisden de zangers van de "zangzolder" naar het koor vooraan. Maar wat met de begeleiding? Er bestonden een aantal alternatieven. Het bestaande orgel opnieuw restaureren en van op het doksaal bedienen? Die oplossing paste niet in de geest van die tijd, ook al was er een geldschieter. Bovendien was dat geld weggegooid als men niets deed aan de verwarmingsinstallatie. Het bestaande orgel geheel of gedeeltelijk restaureren en herplaatsen? Een nieuw koororgel bouwen? De doorbraak van de Dereux-orgels heeft die oplossingen negatief beïnvloed. Het Dereux-orgel was een zogenaamd elektrostatisch orgel dat van een pijporgel opgenomen weergaf via twee luidsprekers. Daarom beweerde men dat het klonk als een echt pijporgel. Dat is wel lichtjes overdreven, maar we moeten wel toegeven dat van alle niet-pijporgels, dit het meest "echt" klonk. De analoge elektronische orgels van toen, waren in niets vergelijkbaar met de digitale instrumenten van nu. Bovendien was Dereux, bij vergelijkbaar volume en vergelijkbare kwaliteit, goedkoper dan die elektronische orgels. Op aanraden van, heeft men voor deze oplossing gekozen. Sommige organisten waren toen van oordeel dat dit hét instrument zou worden voor de kerken met bescheiden middelen. Het vergde zoveel als geen onderhoud (beweerde men) en het moest nooit worden gestemd. Dat belet niet dat we op 25 jaar zo twee instrumenten totaal versleten hebben. Tegenstanders van Dereux weigerden "dat ding" een orgel te noemen. Zij spreken nog altijd van een elektronium. Wijlen dom Devos werd eens gepolst of hij niet eens voor één keer wou komen spelen. Zijn antwoord: "Op een orgel? Ja, maar niet op dat ding"! Voorjaar 1991 bleek dit orgel niet meer te herstellen, temeer daar het huis Dereux reeds geruime tijd ter ziele was gegaan. Wij bleven verweesd achter met een "kortademig" harmonium met ouderwetse trappers, tot deken Van Echelpoel enkele maanden later voor zichzelf een elektronisch Johannus huisorgel aankocht, dat we voor de eredienst mochten gebruiken in afwachting van een definitieve oplossing. Op Allerzielen 1991 werd dit kleine orgel voor het eerst bespeeld tijdens de plechtige avonddienst. 4.3. Het Adema-orgel [cfr. infra ]
4) P. De Becker : De sleutel van de kerk, Uitgegeven t.g.v. het 125-jarig bestaan van de huidige Sint-Lambertuskerk te Heverlee in het jaar 2005, uitg. Parochiale Werken SintLambertus vzw, Heverlee 2005. *Van de nieuwe kerk (1782, afgebroken 1880) bestaan nog een aantal interieur-foto's; één ervan - waarop het orgel zichtbaar is - is weergegeven op blz. 55 : Binnenzicht van de tweede kerk naar het orgel toe.
ICONOGRAFIE 1) K.I.K.(Brussel), afd. Fototheek, cliché M244082 (1975), zicht naar het doksaal KIK-IRPA, Brussel
2) foto Onroerend Erfgoed, orgelinventaris, aug. 2011
B. Het koororgel (sinds 1994) ORGEL Auteur & bouwjaar instrument : (volgens naamplaat)* P.J. Adema & Zoon AMSTERDAM. Bouwjaar : 1904 Het orgel was gebouwd voor de in 1986 afgebroken kapel van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis in Amsterdam. Onder de naamplaat van de bouwer is een koperen plaatje bevestigd met volgende gegraveerde tekst : Gerestaureerd en geplaatst 1994 door S. de Wit & Zn ORGELBOUW Nieuw Vennep *De firmanaam "P.J. Adema (en Zoon)" werd gebruikt van 1877 tot 1916; vanaf 1898 werd de pneumatische tractuur toegepast. INSTRUMENT Klaviatuur - vrijstaande speeltafel, vóór het orgel - registerschakelaars : neer te drukken korte "pianotoetsen" met erbovenop een zwarte kleine schuifknop om het register weer uit te schakelen - boven elke registerknop is een rond proceleinen naamplaatje gekleefd, en daarboven een dito plaatje (kleiner) met een nummer (1-19) Dispositie - registerschakelaars 1-19, op één horizontale rij 01 Pedal koppel I 02 Pedal koppel II 03 Bourdon 16 04 Prestant 8 05 Holpijp 8 06 Salicional 8 07 Octaaf 4 08 Mixtuur 3-4 st 09 Roerfluit 8 10 Viola 8 11 Vox cœlestis 8 [ab c 0 ] 12 Fluit harm. 4 13 Piccolo 2 14 Trompet 8 15 Fagot-Hobo 8 16 Subbas 16 17 Open bas 8 18 Manual koppel 19 Octavkop. grave Manual II
03-08 = Manual I, witte naamplaatjes 09-15 = Manual II, roze naamplaatjes 16-17 = Pedal, azuurblauwe naamplaatjes 01-02 & 18-19, tweekleurige naamplaatjes - druktoetsen onder het klavier (4 witte, 1 zwarte) : P MF F T O - zweltrede voor II manuaalomvang : C - g 3 pedaalomvang : C - d 1 - in de originele dispositie van 1904 werden in 1964 volgende wijzigingen gebracht : I. Roerfluit 4 vervangen door Mixtuur III-IV II. Fluit Harmoniek 8 Roerfluit 8 II. Violine 4 Fluit Harmoniek 4 - pijpwerk hoofdzakelijk uit 1904; de mixtuur is nieuw en fel neobarok - geen tongwerken op het hoofdwerk; een forse Trompet op het Manual II, ook de Fagot-Hobo is vrij sterk ten opzichte van de labialen - er is een ernstig winddruktekort op het Manual II (bijv. de laagste tonen van de Vox cœlestis geven enkel een boventoon) - oorspronkelijk pneumatische tractuur, geëlectrificeerd in 1994 ORGELKAST - het orgel is geplaatst in de absis, op de plaats van het vroegere hoogaltaar - één gesloten kubusvormige kist (nieuw), witgeverfd, met een natuurhouten façade (oud) ervoor geplaatst Huidige toestand - normaal (afgezien van het windprobleem) datum onderzoek : augustus 2011 (actualisatie inventaris Vlaams-Brabant) BIBLIOGRAFIE 1) Het Adema-Orgel in de Sint-Lambertuskerk - Heverlee; brochure (16 blz. A5, geen paginering) Programma van de plechtige inwijding op 17 september 1994. [citaat:] Van Amsterdam naar Heverlee Tot voor kort stond het Adema-orgel in de kapel van het OLV- Gasthuis in Amsterdam. Toen de kapel afgebroken werd, kon de "Stichting van Zoen" het instrument op het nippertje redden. De firma de Wit uit Nieuw
Vennep kreeg precies vier dagen tijd om het orgel te demonteren. Alles werd zorgvuldig ingepakt om ergens op een kerkzolder op restauratie en een nieuwe liturgische bestemming te wachten. Jan Van Mol, de organist die het orgel voor ons inspeelt, vestigde onze aandacht op een en ander. Hartje winter 1991 gingen we een kijkje nemen en de beslissing viel nog dezelfde week: dit orgel zou naar Heverlee komen. Het werd wachten tot begin 1994 eer het orderboek van de firma de Wit ruimte voorzag om met de restauratie te beginnen... P.J. Adema, de belangrijkste vertegenwoordiger van deze orgelbouwersfamilie, voltooide dit orgel in 1904. In Amsterdam stonden pijpen, windladen en balgen in een nis, afgesloten door een houten front. Het front werd behouden maar dit maakte wel enige aanpassing aan de kast noodzakelijk. Voor het overige is de opstelling (speeltafel) dezelfde als in Nederland. Met dit orgel krijgt Heverlee een degelijk begeleidingsinstrument voor parochiekoren en parochiegemeenschap. We mogen daar gerust aan toevoegen dat het niet zo verwende Leuvense orgellandschap er een historisch instrument heeft bijgekregen. 2) P. De Becker : De sleutel van de kerk, Uitgegeven t.g.v. het 125-jarig bestaan van de huidige Sint-Lambertuskerk te Heverlee in het jaar 2005, uitg. Parochiale Werken Sint- Lambertus vzw, Heverlee 2005; zie blz. 83-89. 4. Het orgel [... ] 4.3. Het Adema-orgel Nu werd het tijd voor een definitieve oplossing, daar was iedereen van overtuigd, en niet in het minst deken Van Echelpoel. Met Jan Van Mol, organist van Sint-Paulus in Antwerpen, als gids, trokken we naar Amsterdam waar op een kerkzolder een gedemonteerd orgel op een nieuwe bestemming lag te wachten. Het is de verdienste van de heer van Zoen, van de gelijknamige orgelstichting, dat het orgel niet op de schroothoop terechtkwam. [afb. "Het huidige ADEMA-orgel"] Ook al komt ons orgel uit Amsterdam, toch maken we even een ommetje langs Frankrijk op bezoek bij de belangrijkste orgelbouwer van de 19 de eeuw: Aristide Cavaillé-Coll. [... ] Ook elders in Europa volgen orgelbouwers zijn voorbeeld. Zo ook in Nederland waar de gebroeders Adema met het beroemde orgel van de Moses- en Aäronkerk voor het eerst de stijl en de kwaliteit van Cavaillé-Coll bij onze noorderburen introduceerden. Naast nog een aantal grote orgels plaatsten ze heel wat twee-manuaal-instrumenten van meer bescheiden omvang ten behoeve van (o.a. Amsterdamse) kloosterkapellen. Het is het orgel uit 1904 van het afgebroken O.-L.- Vrouwgasthuis in Amsterdam dat nu in onze kerk is te horen. De
bestelling gebeurde einde 1991 bij Joost Dewit uit Nieuw Vennep. Het werd echter wachten tot begin 1994 eer het orderboek van de firma Dewit ruimte voorzag om met de restauratie te beginnen. Om de kosten voor de aankoop en de installatie van het orgel te helpen dragen, organiseerde de Parochieploeg met de hulp van alle organisaties een groot parochiefeest in zaal PAVO op zaterdag 22 november 1992. Om dit orgel vooraan in onze kerk te kunnen plaatsen moest het sacramentsaltaar worden verplaatst naar zijn oorspronkelijke plaats vooraan links, waar vroeger het O.-L.-Vrouwaltaar was. De firma De Wit uit Heverlee metste een bakstenen platform en onze parochiaan Arthur Roesems was zo vriendelijk een houten podium voor het zangkoor te timmeren en te bekleden. Nog even naar Cavaillé-Coll. De enige thans bespeelbare orgels van zijn hand in ons land kunnen we beluisteren in Hasselt en hier vlakbij op de Waversebaan in de kapel van de paters Jezuïeten. Qua omvang zijn ze vergelijkbaar met ons orgel. Bij de Jezuïeten staat dus een orgel van de meester, bij ons dat van de leerling. Inwijding Op zaterdag 17 september 1994 in de namiddag werd het nieuwe orgel ingewijd en ingespeeld. Wie anders dan Jan Van Mol kon in aanmerking komen om ons orgel in te spelen. Zijn programmakeuze was aangepast aan de stijl en dispositie van het instrument: korte stukken van Lemmens, zogenaamde offertoires van Cesar Franck, met ook een belangrijker werk van deze componist: pastorale, waar vooral de hobo het pastoraal karakter oproept. Jan Van Mol besloot zijn concert met het allegro vivace uit de overbekende vijfde symfonie van Charles Marie Widor. Voor dit laatste werk heb je echter drie klavieren nodig en Jan Van Mol moest tot de grenzen van de mogelijkheden van het orgel gaan. Beide parochiale koren, aan het orgel begeleid door Rik Van Brussel, en onder leiding van zuster Depauw en Jan Swennen, verzorgden het inwijdingsgedeelte en zorgden voor een intermezzo. Deken Van Echelpoel zegende het orgel in met volgende gebed: [... ]
INTERNET http://www.adema-kerkorgelbouw.nl/ 1. onder "AMSTERDAM, ONZE LIEVE VROUWEGASTHUIS (1904)" 1904 - P.J. Adema en Zoon, nieuwbouw Hoofdwerk C-g 3 Bourdon 16' Prestant 8' Holpyp 8' Salicionaal 8' Octaaf 4' Roerfluit 4 Pedaal C-f 1 Subbas 16' Openbas 8' Zwelwerk C-g 3 Fluit Harmoniek 8' Viola 8' Vox Coelestis 8' Violine 4 Piccolo 2' Trompet 8' Fagot Hobo 8' Koppelingen Pedaal - Hoofdwerk Pedaal - Zwelwerk Hoofdwerk - Zwelwerk Octavkoppel Grave Zwelwerk Speelhulpen Tremolo Vaste combinaties P - MF - F - Tutti 1964 - Adema s Kerkorgelbouw / Hubert Schreurs, dispositiewijziging: Roerfluit 4 Mixtuur III-IV Fluit Harmoniek 8 Roerfluit 8 Violine 4 Fluit Harmoniek 4 1986 - sluiting kapel wegens uitbreiding van het ziekenhuis. 1991 - orgel verkocht aan de St. Lambertuskerk te Heverlee (B) 1994 - plaatsing van het orgel in Heverlee door de firma S. de Wit. De tractuur wordt geëlektrificeerd. 2. onder "HEVERLEE (B), ST. LAMBERTUSKERK (1904/1994)" 1904 - P.J. Adema en Zoon, nieuwbouw voor het Onze Lieve Vrouwegasthuis te Amsterdam. 1964 - Adema s Kerkorgelbouw / Hubert Schreurs, dispositiewijziging : Roerfluit 4 Mixtuur III-IV Fluit Harmoniek 8 Roerfluit 8 Violine 4 Fluit Harmoniek 4 1986 - sluiting kapel wegens uitbreiding van het Gasthuis.
1991 - orgel verkocht aan de St. Lambertuskerk te Heverlee (B) 1994 - plaatsing van het orgel in Heverlee door de firma S. de Wit. De tractuur wordt geëlektrificeerd. Hoofdwerk C-g 3 Bourdon 16' Prestant 8' Holpyp 8' Salicionaal 8' Octaaf 4' Mixtuur III-IV Pedaal C-f 1 Subbas 16' Openbas 8' Zwelwerk C-g 3 Roerfluit 8' Viola 8' Vox Coelestis 8' Fluit Harmoniek 4 Piccolo 2' Trompet 8' Fagot Hobo 8' Koppelingen Pedaal - Hoofdwerk Pedaal - Zwelwerk Hoofdwerk - Zwelwerk Octavkoppel Grave Zwelwerk Speelhulpen Tremolo Vaste combinaties P - MF - F - Tutti Literatuur * Orgels in Amsterdam 1 : Rooms-Katholieke en Oud-Katholieke kerken en instellingen / Cor Boer, Theo Proeskie. - Amsterdam: Annie Bank, 1980. * Amsterdams Adema-orgel naar België / Gerco Schaap. - In: De Orgelvriend, jrg. 37 nr. 5, mei 1995.
ICONOGRAFIE foto's Onroerend Erfgoed, orgelinventaris, aug. 2011