Ruimte voor Kunst in de Tarwewijk



Vergelijkbare documenten
Kunst in de Tarwewijk Een onderzoek naar de mogelijkheden voor een creatieve Oost-West-As in de Tarwewijk

Samen naar een toekomstbestendige vrijetijdseconomie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

creatieve oplossing voor tijdelijke leegstand

Programma Zelfbouw Rotterdam

Adviesrapport: Krachtige kern Olst. Minor Stedelijke vernieuwing Datum: Klas: MRSVE School: Saxion Hogescholen

'Maak werk van Vrije tijd in Brabant'

HERBESTEMMINGSINFORMATIE PROFESSIONALS

De kunst van samen vernieuwen

1. De Vereniging - in - Context- Scan Wijk-enquête De Issue-scan en Stakeholder-Krachtenanalyse Talentontwikkeling...

Geen woorden maar daden

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

STAPPENPLAN REALISATIE TAAKSTELLING VERGUNNINGHOUDERS

Werklocaties. Nota Kantoren Rotterdam samengevat. 19 juni 2019

Samen vormgeven aan de toekomst

Vormgeversoverleg Eindhoven

Projectplan Herinrichting van het Zuidelijk Stationsgebied Gouda

Hoe in de toekomst om te gaan met sociaal ondernemers als huurder van gemeentelijk Maatschappelijk Vastgoed?

Ruimte voor de maatschappij van morgen BRAINPORT SMART VILLAGE

Vastgoed. Plan van Aanpak. Versie: Definitief Bestandsnaam: Datum opgesteld: Voor akkoord: Plan van aanpak: Vastgoed.

Nummer raadsnota: Bl Onderwerp: Beschikbaarstelling van krediet voor planontwikkeling winkelcentrum Arkendonk

Plannen Economische Agenda

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

CONCEPT SOLARIS HERBESTEMMING VAN BRAAM HOUCKGEESTKAZERNE

DE MELKFABRIEK ONZE MISSIE IN 10 PRINCIPES

Alleen organisaties met een culturele doelstelling en zonder winstoogmerk kunnen een aanvraag indienen.

Nieuw-Mathenesse Stedelijk, Modern en Gastvrij

Mode Maastricht verbindt, ontwikkelt en etaleert.

Centrum Management - Plan van Aanpak (2013) 1. Inleiding

Stelling II. Creativiteit is de belangrijkste eigenschap voor innovatie.

Samenvatting Twente Index 2016

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur


Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Discussiestuk ten behoeve van vaststelling nadere criteria bewonersinitiatieven

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Dit bestemmingsplan is voornamelijk conserverend van aard, maar een drietal ontwikkelingen wordt mogelijk gemaakt, te weten:

Persons who generate or conceive ideas and plans

Veldwerkopdracht Utrecht in ontwikkeling

Welzijn voor iedereen. Meerjarenperspectief Basis Infrastructuur Welzijn, , Welcom

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

Bespreeknotitie Uitgangspunten buurthuis van de toekomst en voorzieningen in algemeen

Voorzieningenkaart Laagdrempelig ontmoeten in Zuid

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Vastgoedbeheer met een culturele invulling

CKV Festival CKV festival 2012

Actieprogramma Toeristische Verblijfsaccommodaties Stadsregio Amsterdam. Februari 2007

CALL#2 GEZONDE WONINGMARKT

Bijeenkomst 4 november... 2 Conclusie:... 2 Kern:... 2 Quotes Politiek... 3 Verslag per thema... 4 Werken en Ondernemen... 4 Wonen... 4 Imago...

Theo Koot Ivo de Nooijer Raffi Balder

De sociale top 2018 in Utrecht. 25 juni 2018

Binnenstadsvisie Eindhoven

De stad als onderneming?

Prestatievoorstel & verantwoording 2014 (bijlage bij subsidiebeschikking)

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van..., nr..., Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving;

Sociale kracht in Houten Burgerpeiling 2014

Cultureel Perspectief in Rijswijk

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

STARTNOTITIE EVENEMENTENBELEID

Plan van aanpak Het plan van aanpak voor dit project bestaat uit drie fasen:

Hidde Dirks b

Geachte leden van de Vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Toeleg Meedoen & Samenwerken in Breda

VRIJETIJDSONDERZOEK ZUIDOOST BRABANT

Aanbieden notitie A16 corridor en Rotterdam University Business District. De VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam verzoeken het college daarom:

Tweede Europese Forum over de cohesie Georganiseerd door de Europese Commissie

oprichting oprichting C.o.i kaart #1/7 Breda, city of imagineers de tijd is rijp. een initiatief van de vereniging voor de beeldindustrie

Visie van SLAK Atelierbeheer op provinciaal cultuuren erfgoedbeleid

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

weer thuis in de stad

OVERZICHTSNOTITIE INZENDINGEN

VERGADERING GEMEENTERAAD d.d.. AGENDA NR. Vul agendanr in. VOORSTEL Kunst- en cultuurbeleid Gennep De Kunst van Samen. Aan de Gemeenteraad

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

3D Design Academy S4C Programma Amsterdam Oost, 2014

GEZOCHT: CULTURELE ONDERNEMER VOOR EXPLOITATIE DAVO PUBLIEKSRUIMTEN

vitale buren maken vitale buurten DE STRATEGISCHE KOERS VAN DE VOORZORG

- Ideeënconsultatie Circuit Zandvoort -

PROJECTPLAN CITY RANCH, LEEGHWATERKWARTIER, HOOFDDORP Tejo Remy & René Veenhuizen

Beter worden in wat we samen zijn!

Lerende gebouwen. meer comfort & minder energie. 2e Expert meeting TAG, 7 oktober 2015, Haagse Hogeschool, Delft

CULTUREEL ERFGOED EN DE VERTALING NAAR RUIMTELIJKE PLANNEN

Ontwerpvoorstel aan de raad

Eerst even: terug naar de bedoeling Preventief en Collectief wijkgericht Werken

Eerst even: de bedoeling Transformatie-opgave:

Projectformat Agenda van Twente, jaarschijf 2010 Aanvrager: gemeente Almelo Project : Transitiestrategie Noordflank Bijlagen:

Cultuurparticipatie in Dordrecht.

AANPAK BINNENSTAD SCHIEDAM

ONTWIKKELING KERNGEBIED VEEMARKTKWARTIER

College van Gedeputeerde Staten statenvoorstel. Aan Provinciale Staten, PS2008MME13-1 -

Centrum Zeist. Stedenbouwkundige verkenning. April 2019

Beleidsaanbevelingen

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Transitie circulaire economie en stad in een ruimtelijke/stedenbouwkundige context

Woonvisie. Gemeente Nuth Raadsbijeenkomst 12 april 2016

Effectmeting. Rotterdam maakt werk van creativiteit

Stimulering ondernemerschap en bestrijding winkelleegstand een gouden combinatie. Wout Gelderloos Farid Darkaoui 20 januari 2015

Werkplan 2011 stichting Hommes Foundation.

Jaarbeurs van de toekomst

Transcriptie:

Ruimte voor Kunst in de Tarwewijk Een onderzoek naar de mogelijkheden voor een creatieve Oost-West-As in de Tarwewijk M.M. Schelvis Juli 2008 Advies & Onderzoek 1

Voorwoord De afgelopen maanden heb ik voor dit onderzoek veel en vaak rondgelopen in (Oud-)Charlois en de Tarwewijk. Ik ben daarbij onder de indruk geraakt van de enorme spirit, doortastendheid en veerkracht waarmee men deze wijken probeert op te bouwen en te ontwikkelen. Hun inzet vormde voor mij een bron van inspiratie, die je op de moeilijke momenten in het onderzoek de kracht geven om door te gaan juist omdat het gaat om de toekomst van die mensen en de wijken waarin ze wonen en werken. Bij de totstandkoming van dit onderzoeksrapport zijn veel mensen betrokken en belangrijk geweest. Ik dank Chris Bouma voor de opdracht en het gestelde vertrouwen. Ook wil ik de mensen bedanken die hun kennis en ervaring met mij hebben gedeeld bij het onderzoek naar een creatieve Oost-West-route in de Tarwewijk-Charlois. Met name Ivo van de Baar van Wandschappen, Kamiel Verschueren van de St. BAD, Jannie Hommes, Nina Boas, Jaap Verheul van de St. NAC, cultuurscout Jolanda Copier, Leo van Loon van de Creative Factory, Harry Schumacher, Esmé Valk, Sjoerd Westbroek, Mariska Stuijt, Eric Dullaert van Cultureel Denkwerk, Marjolein Jong en Cees Flameling van de deelgemeente Charlois, Ruth Höppner van Bureau Frontlijn, Adrie Lesuis van Vestia, Nico Ros van de Nieuwe Unie, collega s van de Hogeschool Rotterdam en nog vele anderen. Ieder heeft op haar of zijn eigen wijze bijgedragen aan het onderzoek. Bijzondere dank gaat uit naar Stefan Schmidt voor zijn advies bij het maken van de foto s van de betrokken panden. Verder wil ik Ilse van Uden bedanken voor haar moral support en praktische tips en familie en vrienden die de afgelopen maanden mij regelmatig moesten missen als ik weer op pad moest voor het onderzoek. Juli 2008, Michel Schelvis Over de auteur Michel Schelvis (1958) is freelance onderzoeker en adviseur. Hij studeerde aan de Kunstacademie, de Sociale Academie en de Erasmus Universiteit. Thans is hij als hogeschooldocent verbonden aan de Willem de Kooning Academie van de Hogeschool Rotterdam en lid van de examencommissie. Voorheen werkte hij onder meer bij het Ministerie van Justitie en de Raad voor de Kinderbescherming. Hij vervulde diverse bestuursfuncties bij politieke, maatschappelijke en culturele instellingen 2

Managementsamenvatting Onderzoeksverslag Kunst in de Tarwewijk Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de programmacoördinator Creativiteit van het Kunst en Cultuurprogramma van het Pact op Zuid. Centraal in het onderzoek stond de vraag wat er nodig is om een culturele Oost-West-as tussen Creative Factory en Oud-Charlois tot stand te brengen. Deze as zou een aftakking moeten worden van de centrale Noord-Zuid-as. Tijdens het onderzoek zijn aan de vraagkant zowel de huidige (in Oud-Charlois en CF) als potentiële creatieve ondernemers in kaart gebracht, terwijl aan de aanbodzijde gericht gezocht is naar geschikte objecten in het gebied van de Tarwewijk en Oud-Charlois. Tevens is relevante literatuur- en deskresearch verricht en is met betrokken partijen als deelgemeente, corporaties, OBR etc. gesproken. Uit het onderzoek komt naar voren dat er veel vraag is naar werkruimte voor creatieve ondernemers in dit gebied. Deze vraag komt zowel van de huidige populatie kunstenaars in Oud-Charlois als van de zakelijke creatieve dienstverleners uit de Creative Factory, die viervoudig overtekend is en waarvoor ook doorstromingsmogelijkheden worden gezocht. Daarnaast bleken er nog vele (groepen) kunstenaars binnen en buiten de Tarwewijk op zoek naar betaalbare ruimte. Tegelijkertijd is geconstateerd dat in het bewuste gebied veel leegstand is. Een inventarisatie van mogelijk geschikte objecten leverde meer dan 40 panden op. Nader onderzoek wijst echter uit dat deze panden om allerlei verschillende redenen niet direct beschikbaar zijn. Veel panden zijn in klein particulier bezit, blijven ondanks de leegstand gereserveerd voor een andere bestemming of kunnen alleen gebruikt worden tegen een marktconform tarief. Voor veel creatieve ondernemers is dit niet op te brengen. Daarnaast is een gebrek aan overeenstemming en afstemming geconstateerd in visie en beleid bij de betrokken partijen. Weliswaar staan er in vele nota s van verschillende organisaties positief geformuleerde ambities, onduidelijk is wie welke uitgangspunten hanteert bij het realiseren van beleid. Duidelijk is dat de betrokken woningcorporaties weinig strategisch bezit hebben in het beoogde gebied (Tarwewijk), de samenwerking van de corporaties met de creatieve sector ontwikkelt zich nu in een tegengestelde richting van de route. De retoriek van beleid en literatuur ten spijt moet de conclusie luiden dat ondanks de grote vraag van creatieve ondernemers naar betaalbare ruimte en het aanbod van leegstaande geschikte potentiële objecten er bij de huidige stand van zaken nu onvoldoende draagvlak (beschikbaar aanbod) is voor een oost-west-as die de Tarwewijk verbindt met Oud-Charlois en Creative Factory. Dringend gewenst is in elk geval een duidelijke regie en samenwerking tussen alle betrokken partijen. Gezien de huidige ontwikkelingen aan de oostzijde van de Tarwewijk waarbij studentenhuisvesting aan de Dordtselaan in onderzoek is, de Creative Factory bezig is met de realisatie van nevenvestigingen in dit gebied en de kunstenaars die woonachtig zijn in de wijk zich verenigd hebben onder de noemer Kunstelevator wordt door de verwerving van een leegstaand schoolpand op de hoek van de Katendrechtse Lagendijk en de Bas Jongeriusstraat een aantal functies (werk en ontmoetingsplek) gecombineerd die de noord-zuid-as (tussen Maashaven en Zuidplein) versterkt maar bovendien als een bruggenhoofd fungeert waardoor op termijn vorm gegeven kan worden aan de oost-westroute. Wanneer het Pact op Zuid dit belang steunt kan een gericht en gecoördineerd beleid voor de verwerving van dit pand mogelijk worden, gecombineerd met een scherper doelgroepenbeleid 3

welke creatieve ondernemers het beste zouden passen in en bij de geformuleerde doelstellingen. Werkruimte voor creatieve ondernemers die een relatie hebben met de Creative Factory kan doorstroming vanuit de CF naar werkplekken in de omgeving bevorderen. Afnemende detailhandel biedt nu en in de toekomst potentiële goede locaties. Ook kan ruimte in het pand toegewezen worden aan kunstenaars die naast autonome productie van kunst, aantoonbaar gericht zijn op ontwikkelingen in de wijk. Wanneer een beperkt deel van het pand in gebruik wordt genomen als ontmoetingsplek voor kunstenaars die werkzaam zijn in de wijk, inclusief de ondernemers van de CF zullen ook de kunstenaars die werkzaam zijn in Oud Charlois, gezien de positionering van het pand in de wijk, deze plek weten te vinden. Een actief tentoonstelling- en activiteitenbeleid zal de culturele en positieve uitstraling van het pand versterken. De keuze actief te zijn aan de randen van de Tarwewijk garandeert de op gezinnen gerichte gebiedsontwikkeling in de wijk. 4

Inhoudsopgave Voorwoord Managementsamenvatting Blz. Hoofdstuk 1 Aanleiding en opzet van het onderzoek 1 1.1. Inleiding 1 1.2 Onderzoeksvragen en opzet 1 1.3 Verloop van het onderzoek 2 Hoofdstuk 2 Theorie en Beleid 3 2.1 Het Pact op Zuid 3 2.2 Theorie en beleid in perspectief 3 2.2.1 Inleiding 3 2.2.2 De Creatieve Klasse 4 2.2.3 Economisch betekenis van creativiteit in Nederland 4 2.2.4 Creatieve Industrie in Rotterdam 4 2.2.5 De Rotterdamse strategie voor creatief ondernemerschap 5 2.2.6 Collegeprogramma B&W en uitvoeringsprogramma OBR 6 2.2.7 Afsluiting 6 2.3 Charlois en Kunst 7 2.3.1 Kunst en cultuurbeleid deelgemeente Charlois 7 2.3.2. Factoren bij de vestiging van kunstenaars in Charlois 7 2.3.3 Groeibriljant Oud-Charlois 7 2.3.4 Inventarisatie en analyse deelgemeente Charlois 8 2.3.4.1 Beschrijving Oud-Charlois 8 2.3.4.2 Beschrijving Tarwewijk 8 Hoofdstuk 3 Praktijkonderzoek 10 3.1 Inleiding: interviews sleutelfiguren 10 3.2 Ivo van de Baar (Wandschappen) 10 3.3 Leo van Loon (Creative Factory) 10 3.4 Kamiel Verschuren (St. BAD, St. NAC, Studio Pompstraat 11 3.5 Jannie Hommes (Galerie Hommes) 11 3.6 Nina Boas (Wohlfahrt, Bartstore) 11 3.7 Jaap Verheul (St. NAC) 12 Hoofdstuk 4 De vraag naar ruimte voor creatieve ondernemers 13 4.1 De vraag vanuit Oud-Charlois en de Creative Factory 13 4.2 Kunstcentrum 13 4.3 Studioproject 14 4.4 Kunstelevator 14 Hoofdstuk 5 Het aanbod aan beschikbare ruimte 16 5.1 Inleiding 16 5.2 Samenvatting resultaten 16 5.2.1 Uitkomsten nader onderzoek 16 5.2.2 Ontwikkellocaties in Charlois 17 5.3 Beleid van het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam (OBR) 17 5.4 Visie van de Stichting Kunstaccomodaties Rotterdam (SKAR) 18 5.5 Corporaties 19 5.5.1 Vestia 19 5.5.2 De Nieuwe Unie 19 5

Hoofdstuk 6 Analyse en interpretatie 20 6.1 Inleiding 20 6.2 Analyse 20 6.2.1 Analyse van de vraag 20 6.2.2 Analyse van het aanbod 21 6.2.3 Analyse van de inhoud 21 6.3 Interpretatie 22 Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen 23 7.1 Conclusies 23 7.2 Aanbevelingen 23 7.3 Epiloog 23 Bijlagen: Intentieverklaring NAC Inventarisatie panden Fotogalerij Overzichtskaart kunstenaars Tarwewijk 6

Hoofdstuk 1 AANLEIDING EN OPZET VAN HET ONDERZOEK 1.1 Inleiding Vanuit het Kunst- en Cultuurprogramma van het Pact op Zuid is een cultuur-as vastgesteld die vanaf het noordelijk deel van de stad naar en door het zuidelijk deel loopt naar het Zuidplein. Deze as volgt de metrolijn, waarbij de stations knooppunten vormen die de centrale as kruisen en verbinden met oost-west routes met culturele bedrijvigheid. Een van die oost-west routes is de te ontwikkelen verbinding die de Tarwewijk vormt tussen de Creative Factory bij metrostation Maashaven en concentraties van kunstenaars in en rond Oud-Charlois. In dit onderzoeksrapport wordt aangegeven wat er nodig is om deze verbinding op een succesvolle wijze tot stand te brengen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de programmacoördinator Creativiteit van het Kunst en Cultuurprogramma Pact op Zuid en was gericht op het in kaart brengen van de wensen en behoeften van de huidige en de potentiële creatieve ondernemers in het gebied alsmede welke concrete ruimtelijke mogelijkheden er zijn om hieraan invulling te geven. 1.2 Onderzoeksvragen en opzet Het onderzoek bestond uit drie afzonderlijke fasen, waarbij aan elke fase een aantal specifieke onderzoeksvragen gekoppeld waren. De fasen met bijbehorende onderzoeksvragen zijn: Fase 1: Inventarisatie huidige situatie creatieve ondernemers in Charlois Onderzoeksvragen: - Wie zijn de huidige creatieve ondernemers in Charlois? - Welke kenmerken (type kunst) kunnen hierbij worden genoemd? - Wat zijn de motieven geweest om zich in Charlois te vestigen? - Welke wensen en behoeften heeft men t.a.v. toekomstige vestiging? - Is men bereid door te stromen naar andere plaatsen binnen Charlois en aan welke (ruimtelijke en financiële) eisen moet in elk geval worden voldaan. Fase 2: Identificatie potentiële creatieve ondernemers in Charlois/ Tarwewijk en hun wensen. Onderzoeksvragen: - Wie zijn de potentiële (mogelijk toekomstige) creatieve ondernemers in Charlois? - Welke kenmerken kunnen hierbij worden genoemd? - Welke motieven, wensen en behoeften bestaan er bij de potentiële doelgroep t.a.v. vestiging in een bepaald gebied? - Zijn er in Charlois plekken die aan deze eisen kunnen voldoen? Fase 3: Inventarisatie ruimtelijke voorzieningen voor kunstenaars in Charlois/Tarwewijk Onderzoeksvragen: - Welke objecten zijn geschikt als werkruimte voor zowel de bestaande als de potentiële doelgroep? - Welke aanpassingen zouden hierbij eventueel gedaan moeten worden? - Wat is de huidige staat van het object (al of niet bewoond) en wie is de eigenaar (particulier, woningcorporatie etc.)? - Zijn er bij gebleken geschiktheid mogelijkheden om de objecten te verwerven? 7

1.3 Verloop van het onderzoek Om bovenstaande onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden is gekozen voor kwalitatieve onderzoeksmethoden. Allereerst is er tijdens de voorbereidende deskresearch relevante informatie geselecteerd, bestaande uit literatuur, beleidsnotities en onderzoeken op het gebied van creatieve industrie in het algemeen en meer bijzonder gericht op de situatie in Rotterdam en Charlois/ Tarwewijk. Deze gegevens worden samengevat gepresenteerd in Hoofdstuk 2. Voor het praktijkdeel van het onderzoek is ervoor gekozen om een aantal sleutelfiguren te interviewen, die inzicht hebben in de te onderzoeken materie waaronder de bestaande en de potentiële doelgroep voor dit gebied. De veronderstelling was dat een deel van de huidige creatieve ondernemers in Oud-Charlois en de Creative Factory door zou willen en kunnen stromen naar een andere geschikte plaats binnen de (Tarwe)wijk. In Hoofdstuk 3 wordt een verkorte weergave van de interviews met deze sleutelfiguren gegeven waarbij zowel de eerdere ervaringen, de huidige situatie als de wensen en behoeften ten aanzien van de toekomst aan de orde komen. Afstemming heeft plaatsgevonden met Eric Dullaert van Cultureel Denkwerk die onderzoek naar de openbare ruimte in het gebied uitvoert. In Hoofdstuk 4 worden de wensen en behoeften van de bovengenoemde potentiële doelgroep uit Oud-Charlois en de Creative Factory nogmaals samengevat. Daarnaast zijn er in de loop van het onderzoek een aantal kunstenaars(collectieven) geïdentificeerd, die belangstelling hebben voor een werkplek in het gebied. In aanvulling op de eerstgenoemde groep zijn hun wensen en behoeften ten aanzien van werkruimte geïnventariseerd. Nadat de vraagkant in kaart is gebracht wordt in Hoofdstuk 5 nader ingegaan op het aanbod aan beschikbare ruimte voor creatieve ondernemers in Charlois/ Tarwewijk. Om het aanbod in het gebied te onderzoeken zijn diverse bezoeken aan het gebied gebracht waarbij mogelijk beschikbare panden zijn genoteerd en gefotografeerd. Later is de lijst aangevuld met gegevens van het OBR, de SKAR en de corporaties. Over de objecten is zoveel mogelijk informatie ingewonnen over grootte, eigendom en bestemming. De volledige lijst met gegevens en een overzicht met foto s van de betrokken panden is opgenomen in de bijlagen. In Hoofdstuk 6 worden de eerder verkregen gegevens geanalyseerd en geïnterpreteerd. Hierin komt de relatie tussen kunst en economie nader aan de orde en welke rol dit speelt in de situatie in Charlois en de Tarwewijk. In Hoofdstuk 7 worden vervolgens conclusies getrokken en aanbevelingen gedaan. 8

Hoofdstuk 2 THEORIE EN BELEID 2.1 Het Pact op Zuid Bij de start en gedurende het verloop van het onderzoek is ook gekeken naar de context van het vigerende beleid en de achterliggende theorie van het Pact op Zuid, zodat oplossingen die werken kunnen worden onderscheiden van minder goed werkende methoden. Het programma Pact op Zuid is in 2006 ontstaan uit samenwerking tussen een aantal woningcorporaties, de betrokken deelgemeenten en de gemeente Rotterdam om Rotterdam- Zuid een nieuwe fysieke, sociale en economische impuls te geven. Daarbij werd afgesproken voor een periode van 10 jaar één miljard euro in het gebied te investeren. Dit was nodig omdat Zuid de afgelopen decennia was verworden tot een gebied met vooral kansarme bewoners, hoge werkloosheid, te kleine en verouderde huizen, criminaliteit, armoede, hoge schooluitval, gezondheidsproblemen etc.. Centraal in het Pact op Zuid staan de twee hoofddoelstellingen: het vergroten van de bewonerstevredenheid en het tegengaan van selectieve migratie. Een van de belangrijkste middelen om dit te realiseren is een apart Kunst en Cultuurprogramma, waarmee op drie speerpunten wordt ingezet, het (im)materiële erfgoed van Zuid, het stimuleren en inzetten van de creativiteit van Zuid en de beleving en gebruik van de openbare ruimte. De verschillende deelprogramma s worden in fasen (respectievelijk ontdekken, ontsluiten en ontwikkelen) ingezet om verbindingen, betrekkingen en belevingen te genereren. De deelprogramma s dienen wel samenhang te vertonen om versnippering te voorkomen. In schema: Verbinden Betrekken Beleven Ontdekken Erfgoed Openbare ruimte Ontsluiten Erfgoed Creativiteit Ontwikkelen Creativiteit Openbare ruimte In de programmauitwerking van het Kunst en Cultuurprogramma wordt als centrale opdracht geformuleerd: het leveren van een creatieve bijdrage aan de fysieke, economische en sociale pijlers van het Pact op Zuid waarbij zij in het bijzonder de rol van verbindende factor moet gaan spelen. Het onderzoek naar de Oost-West route Charlois is onderdeel van het programma Creativiteit van het Kunst en Cultuurprogramma. Hierbij wordt echter tevens gekeken naar de andere programma s Erfgoed en Openbare ruimte om de aansluiting zo veel mogelijk te bevorderen. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op de fysieke aspecten, maar ook de economische en sociale component moet hierin zoveel mogelijk worden meegenomen. In die zin is er sprake van een integrale benadering. 2.2 Theorie en beleid in perspectief 2.2.1 Inleiding Over de relatie tussen creativiteit en economie is al veel geschreven. Het is in dit bestek niet goed mogelijk een compleet overzicht te geven van de literatuur die zich met dit onderwerp bezighoudt. Hier is ervoor gekozen om een cross section van relevante literatuur te behandelen, waarbij naast algemene ook meer specifiek aspecten aan bod zullen komen. 9

2.2.2 De Creatieve Klasse Sinds Richard Florida een aantal jaren geleden het begrip Creatieve Klasse introduceerde is er veel discussie geweest over de wetenschappelijke maar ook economische waarde van zijn theorieën. Volgens Florida hebben de aanwezigheid van veel creatieve professionals in een stedelijke omgeving een gunstig effect op de economische ontwikkeling van een gebied. Deze creatieve klasse, die als aanjager voor stedelijke ontwikkeling fungeert, omvat in zijn theorie niet alleen de klassieke creatieven als beeldend kunstenaars, musici, architecten en ontwerpers maar ook een veel bredere groep zoals wetenschappers, docenten en advocaten etc.. In zijn meest recente werk The Flight of the Creative Class uit 2005 richt hij zich meer op de vraag hoe de creatieve klasse kan worden behouden. Hoewel de fundamentele discussie vanuit wetenschappelijk oogpunt interessant genoemd kan worden, gaat het hier vooral om de praktische toepassing voor de casus van Charlois. Er zal aan de hand van een aantal verschenen wetenschappelijke en beleidsnotities over de Nederlandse, Rotterdamse en meer specifiek de lokale situatie in Zuid en Charlois een theoretisch kader worden getracht te schetsen, waaraan de plannen getoetst kunnen worden. Dit is mede van belang om te zien welke oplossingen in de praktijk kunnen werken. 2.2.3 Economische betekenis van creativiteit in Nederland In 2005 verscheen het mapping document Creativiteit in kaart gebracht onder redactie van vertegenwoordigers van de Ministeries van Economische zaken en OC&W. In dit document, bedoeld als discussiestuk voor een conferentie over het onderwerp, werd de economische betekenis van creativiteit in Nederland nader onderzocht en waar mogelijk werden knelpunten gesignaleerd en vragen c.q. aanbevelingen voor het beleid geformuleerd. Opvallend is dat er geen sterke relatie kon worden gevonden voor economische groei en de aanwezigheid van creatieve bedrijven, maar de aanwezigheid van de creatieve klasse wel belangrijk is voor werkgelegenheidsgroei en bedrijvigheid binnen de sector zelf. Ook werd aangegeven dat creatieve innovatie op zichzelf een steeds belangrijkere factor in het economische proces aan het worden is, maar de focus (van de overheid) nu nog sterk gericht is op technologische innovatie. Aanbevolen werd dat de overheid zich hierin actiever zou moeten gaan opstellen, in specifieke sectoren als opdrachtgever maar ook meer voorwaardescheppend. Zo zouden meer bedrijfskundige vaardigheden, een betere bescherming van de intellectuele eigendom en versterking van het zelforganiserend vermogen van de creatieve industrie wenselijk zijn, mede met het oog op een betere toegang tot de kapitaalmarkt en internationale markten. Daarnaast zouden economische en technische opleidingen meer creativiteit in hun curriculum moeten opnemen. Over Rotterdam wordt nog specifiek in het rapport opgemerkt dat de belangrijkste knelpunten die gesignaleerd werden waren: onvoldoende kennisdeling en communicatie tussen betrokkenen, lacunes en zwakke plekken in de infrastructuur (mensen, plekken en verbindingen) en een tekort aan kapitaal en alternatieve financieringsbronnen. 2.2.4 Creatieve Industrie in Rotterdam Het TNO-rapport EPS 2005-06 Creatieve Industrie in Rotterdam in opdracht van het OBR constateert dat de creatieve industrie een snelle groei heeft doorgemaakt en gedijt in een stedelijke omgeving. In Rotterdam komt 3,3 % van de totale werkgelegenheid voor rekening van de creatieve industrie, maar met een gemiddelde groei van 8% per jaar over de periode 1996-2003 tegen 2,2 % voor de gehele Rotterdamse economie. Daarin ligt het aandeel van de creatieve industrie in Rotterdam uitgedrukt in groeicijfers dus hoger. In het rapport worden drie sectoren onderscheiden: de creatieve zakelijke dienstverlening, media en entertainment 10

en de kunstensector. Qua werkgelegenheid neemt de eerstgenoemde sector met bijna de helft van de (voltijdse) banen de belangrijkste plaats in gevolgd door media en entertainment met een derde van de banen. De kunstensector genereert nog geen 20 % van de werkgelegenheid in de creatieve economie, maar houdt met een groei van 8 % wel gelijke tred met de gehele Rotterdamse creatieve economie. In Rotterdam groeit de media en entertainment sector echter het sterkst met 13,3 %, terwijl de groei van de zakelijke creatieve industrie enigszins achterblijft met 5,2 % (tegen 7,4 % in Amsterdam). Voor de gehele creatieve industrie geldt dat er in Rotterdam vergeleken met andere economische sectoren sprake is van een relatief sterke regionale oriëntatie. 2.2.5 De Rotterdamse Strategie voor creatief ondernemerschap In een in 2006 verschenen nota van de Economic Development Board Rotterdam (EDBR) en de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) wordt een strategie in drie hoofdlijnen ontworpen: versterken stedelijke infrastructuur en stimuleren creatief ondernemerschap, het geven van prioriteit aan kansrijke creatieve sectoren en het zichtbaar maken van de creatieve sector middels ruimtelijk beleid en communicatie. Deze strategie dient een tweeledig doel: 1. het verhogen van de aantrekkelijkheid van Rotterdam als woonstad met een inspirerend cultureel klimaat, aantrekkelijk voor creatief talent en als vestigingsstad voor innovatieve en kennisintensieve bedrijven (meer middeninkomens in de stad en meer creatieve ondernemers) 2. het verhogen van het economisch rendement van het creatief cluster (meer banen, meer toegevoegde waarde) door een grotere dynamische interactie tussen (creatieve) ondernemers, (culturele) ondernemers, stedelijke diensten en kennisinstellingen. Belangrijke concrete acties die genoemd worden om bovenstaande doelen en strategie te verwezenlijken zijn o.a. : - het wegnemen van belemmerende regelgeving op het gebied van vestiging - tijdelijk gebruik van leegstaand vastgoed - toepassen stimuleringsregelingen - versterken en samenwerken creatieve vakopleidingen - ontwikkeling samenhangende keten per cluster - instellen van creatieve zones Hoewel in de in de nota voorgestelde zones Rotterdam-Zuid nog niet of nauwelijks voorkomt (alleen het RDM-terrein op Heijplaat wordt genoemd) wordt ook gesteld dat een sterke culturele en evenementensector en erkenning van de intrinsieke waarde van kunst en cultuur bijdragen aan de quality of life en het inspirerend vermogen van een stad. Door middel van kunstsubsidies worden emotionele waarde, beleveniswaarde en uitstraling van de stad gedefinieerd en hiermee wordt betekenis en identiteit gegenereerd voor bewoners en bezoekers. Om te voorkomen dat dit alleen op de korte termijn is gericht wordt gepleit voor een lange termijn benadering waarbij de creatieve stad vooral de ruimte moet krijgen om zich redelijk autonoom dwars door geijkte sectoren en schaalniveaus te ontwikkelen. 11

2.2.6 Collegeprogramma B&W en uitvoeringsprogramma OBR In het uitvoeringsprogramma Creatieve economie 2007-2010 van het OBR, die een uitwerking is van het Collegeprogramma 2006-2010 worden bovenstaande uitgangspunten vertaald in concrete doelstellingen en beoogde effecten. In schema: doelstellingen effecten effecten Toename arbeidsplaatsen van 10.000 naar 12.000 in 2010 Stimuleren en totstandbrengen van crossovers Zichtbaarheid creatieve sector vergroten Groei van het aantal bedrijven en de werkgelegenheid binnen de creatieve industrie met 20% Productinnovatie door verbindingen te leggen binnen de creatieve sector zelf en tussen creatieve sector en overig bedrijfsleven Imagoverbetering van Rotterdam als creatieve stad De economische multiplier van de creatieve economie zorgt voor bovengemiddelde groei in andere bedrijfssectoren (vliegwieleffect) Aantrekkelijk woon en werkklimaat voor hoger opgeleiden en creatieve klasse Om bovenstaande doelstellingen te kunnen effectueren worden in de notitie aan aantal randvoorwaarden en instrumenten genoemd. Hier wordt niet op alle genoemde punten ingegaan mede omdat in het Collegeprogramma vooral wordt ingezet op de sectoren AV/nieuwe media, architectuur & design, mode en muziek & dans. Deze worden gezien als een hefboom voor groei en vernieuwing in andere sectoren. Voor dit onderzoek zijn een aantal van de genoemde instrumenten wel van belang. Het gaat hier met name om de loketfunctie van de gemeente voor de creatieve industrie (versterking ondernemerschap), het Innovatiefonds, het zelf ontwikkelen door het OBR zoals bij de Creative Factory in de Maassilo, het makelen en schakelen met vastgoedpartijen als corporaties, het bemiddelen en aanbieden van tijdelijke culturele huisvesting mede ter bestrijding van (langdurige) leegstand. Hierbij fungeert de SKAR als cultuurmakelaar, waarbij een beheerpakket wordt aangeboden. Verder kunnen in dit verband nog de aanpassing van belemmerende regelgeving, het bevorderen van creatieve netwerken en verdere professionalisering en ontwikkeling van ondernemerschap worden genoemd als instrumenten die kunnen bijdragen aan realisering van de beoogde doelstellingen. 2.2.7 Afsluiting De hierboven genoemde onderzoeken en beleidsnotities behandelen vooral de Nederlandse en Rotterdamse situatie met betrekking tot creatieve economie. Hieronder zullen een drietal rapporten aan de orde komen, die zich meer richten op de specifieke situatie in Charlois mede in relatie tot Charlois als vestigingsplaats voor kunstenaars. 12

2.3 Charlois en kunst 2.3.1 Kunst en cultuurbeleid deelgemeente Charlois Ter voorbereiding op een nog te verschijnen beleidsnotitie over kunst en cultuurbeleid heeft de deelgemeente Charlois een aantal uitgangspunten en doelstellingen geformuleerd. Het deelgemeentelijk beleid vormt een aanvulling op en uitwerking van de door de gemeente aangegeven speerpunten. Hierbij geeft Charlois onomwonden aan te willen kiezen voor meer kunst en cultuur, omdat dit de sociale cohesie bevordert, de aantrekkelijkheid van het gebied om te wonen vergroot en de lokale economie wordt gestimuleerd. Hiertoe worden twee concrete doelstellingen geformuleerd: - maximale participatie van de bewoners in kunst en cultuur - positieve beeldvorming van Charlois door kunst en cultuur De eerstgenoemde doelstelling moet worden gerealiseerd door een aanbod te creëren dat aansluit bij de wensen en behoeften van alle groepen Charloisers evenals een volwaardige culturele infrastructuur. Verder moet Community Arts en het verenigingsleven worden gestimuleerd. Voor de tweede doelstelling, de positieve beeldvorming van Charlois, worden als middelen genoemd: het faciliteren van kunstenaars, cultureel ondernemers en broedplaatsen, meer kunst in de buitenruimte en het inzetten van kunst bij transformatie ofwel bij de permanente veranderingen in de wijk door slopen, bouwen en verhuizen. In 1999 is door de toenmalige deelraad een Wijkvisie deelgemeente Charlois 2000-2010 vastgesteld, waarin plannen voor de verschillende wijken zijn opgesteld. In 2005-2006 zijn deze plannen, waarin verschillende ambities en maatregelen worden geformuleerd, opnieuw bekeken en aangepast nu voor 2005-2010. Voor Oud-Charlois wordt bij de maatregelen nog wel melding gemaakt van faciliteren door het aanbieden van goedkope atelierruimte aan kunstenaars en het stimuleren van evenementen als de Atelierroute, bij de herziene visie voor de Tarwewijk wordt dit niet expliciet genoemd. 2.3.2 Factoren bij de vestiging van kunstenaars in Charlois In een rapport, getiteld: Kunsten of kosten:vestigingslocaties van kunstenaars, van de opleiding Planologie van de Universiteit van Utrecht (oktober 2005), waarbij het empirisch deel is uitgevoerd in Charlois, wordt geconcludeerd dat kunstenaars vooral kiezen voor een bepaalde locatie wegens betaalbaarheid en omvang van de werkruimte. Aanwezigheid in de wijk van andere kunstenaars is relatief minder belangrijk, maar wel bij de keuze van de stad van vestiging. Rotterdam is aantrekkelijk vanwege de uitstraling en het culturele klimaat, maar vanwege de betaalbaarheid vestigen kunstenaars zich niet in het stadscentrum maar in de wijken rondom het centrum, waar ze toch onderdeel van de stad zijn. Sociale factoren spelen vooral op stedelijk niveau, terwijl fysieke factoren op het schaalniveau van het pand van belang zijn. 2.3.3 Groeibriljant Oud-Charlois De Prijs van Leegstand is een verslag van de bevindingen van de Projectgroep Kunst in Panden, Groeibriljant Oud-Charlois (januari 2006). In het kader van de Groeibriljant-status heeft een groep actieve en betrokken bewoners van Oud-Charlois zich ingezet om leegstaande (bedrijfs)ruimten te gebruiken voor de huisvesting van kunstenaars. Hoewel mede door de 13

inzet van de actieve bewoners Oud-Charlois op de kaart is gezet als culturele broedplaats is men over de bijdrage van het OBR en WOM in de samenwerking minder tevreden. Een gemiddelde huurprijs van 90 euro per m2 is voor de meeste startende culturele ondernemers niet haalbaar. Het bezit is ook sterk versnipperd (veel verschillende ook particuliere eigenaren), waardoor een centrale aanpak lastig is. Gehoopt werd dat OBR en WOM hierin een voortrekkersrol wilden spelen, maar dat is niet gebeurd waardoor er nog steeds veel panden leeg staan. 2.3.4 Inventarisatie en analyse deelgemeente Charlois In een inventarisatie en analyse van de deelgemeenten die deelnemen in het Pact op Zuid van de Stichting Nieuwe Rotterdamse Cultuur van juni 2007 wordt kunst en cultuur als motor voor wijkgerichte ontwikkeling gezien. Per wijk in Rotterdam-Zuid wordt een korte beschrijving gegeven van de desbetreffende wijk, de huidige situatie, accommodaties en locaties, potentiële partners voor het Pact op Zuid en een SWOT-analyse van het gebied, waarin zowel kansen en bedreigingen als sterktes en zwaktes aan bod komen. De twee wijken die voor dit onderzoek van belang zijn, Oud-Charlois en de Tarwewijk komen ook aan bod. 2.3.4.1 Beschrijving Oud-Charlois In Oud-Charlois bevinden zich een aantal monumentale panden rond het oude kerkje uit 1467 en verder langs de Boergoensevliet, een groene singel, die doorloopt tot aan het Zuiderpark. Daarnaast is er een grote voorraad (grotendeels gerenoveerde) sociale huurwoningen. Er zullen de komende jaren meer koopwoningen worden gebouwd, ook voor andere woonvormen zoals aanleunwoningen, woongroepen en woonwerk-units volgens de Wijkvisie Charlois 2000-2010. Er zijn relatief veel restaurants gevestigd en Ahoy en Theater Zuidplein zijn dichtbij gelegen. Van de bewoners van Oud-Charlois behoort 64% tot de lagere inkomensgroep. Oud-Charlois staat op de lijst van 40 probleemwijken (of prachtwijken) die door minister Vogelaar zijn aangewezen voor een intensieve aanpak. Er is in de wijk veel leegstand van woon- en werkruimten. Mede door de inzet van een aantal zeer actieve wijkbewoners en kunstenaars (zie ook hierboven) is in Oud-Charlois de afgelopen jaren steeds meer een concentratie van culturele en kunstzinnige activiteiten en instellingen ontstaan. Er zijn inmiddels vele ateliers, galeries en andere exposeerruimten gecreëerd waaronder ook een Japans cultureel centrum. De betrokken kunstenaars en bewoners hebben zich in allerlei vormen georganiseerd en gemanifesteerd. Hier volgt een niet-uitputtende opsomming: Stichting BAD, Stichting NAC, Studio Pompstraat, Wandschappen, Wohlfahrt en de BART-store. Er is een jaarlijkse Open Atelierroute en er worden verschillende andere activiteiten georganiseerd. De betrokkenen hebben een intensief contact en sommige zijn bij meerdere initiatieven betrokken. In zekere zin kan er gesproken worden van een culturele gemeenschap of community. Een aantal jaren geleden werd ook de Groeibriljant toegekend. Tegelijkertijd is er zoals aangegeven nog veel problematiek. Er is een culturele en economische tweedeling tussen de verschillende bevolkingsgroepen en de eigendom van het vastgoed is sterk versnipperd, waardoor een gerichte aanpak van de leegstand dreigt te stagneren. 2.3.4.2 Beschrijving Tarwewijk De Tarwewijk ligt in de driehoek Brielselaan (Maashaven), Dordtselaan en Pleinweg en heeft een geheel andere atmosfeer. Langs de Brielselaan staan de oude graansilo s waaraan de wijk zijn naam te danken heeft, sommigen hiervan zoals de Meneba behoren tot het industrieel 14

erfgoed, terwijl andere zoals de Maassilo bij metrostation Maashaven een nieuwe bestemming krijgen, hierin wordt de Creative Factory gevestigd. In de wijk staan voornamelijk sociale huurwoningen die tussen 1920 en 1930 zijn gebouwd en deels in de jaren 80 en 90 zijn gerenoveerd. Er zijn weinig winkels of horeca in de wijk. De problemen zijn hier verhoudingsgewijs groter dan in Oud-Charlois, 72% van de bewoners behoort tot de lage(re) inkomens en op en rond de Dordtselaan en met name in de Millinxbuurt was tot voor kort veel overlast door criminaliteit, drugs(handel) en verpaupering. Het gebied behoort ook tot de Vogelaarwijken en is in 2003 door de gemeente aangewezen als zogenaamde hotspot, waarbij leefbaarheid, veiligheid en vervuiling integraal worden aangepakt. Dit beleid begint zijn vruchten af te werpen, ondanks dat tussen bewoners(groepen) van verschillende afkomst en achtergrond nog wel spanningen kunnen bestaan. Kunst en cultuur is in deze wijk minder zichtbaar aanwezig, hoewel op de Dordtselaan tot voor kort activiteiten als de Dordtsalon werden georganiseerd. In het algemeen zijn de kunstenaars in de Tarwewijk veel minder georganiseerd vergeleken met Oud-Charlois. Verder spelen hier dezelfde problemen met betrekking tot leegstand en versnippering van eigendom van het vastgoed. Rondom station Maashaven zal met de komst van de Creative Factory en het onlangs verrezen Queen of the South met daarin gevestigd het Arthotel in elk geval een meer culturele uitstraling ontstaan. Echter, veel van de genoemde problemen zijn nog steeds aanwezig en kunnen een bedreiging vormen voor nieuwe kwetsbare initiatieven. 15

Hoofdstuk 3 PRAKTIJKONDERZOEK 3.1 Inleiding: interviews sleutelfiguren Om de onderzoeksvragen te kunnen beantwoorden zijn in het kader van het onderzoek een aantal zogenaamde sleutelfiguren geïnterviewd, personen die door positie, kennis en ervaringen in staat werden geacht doelgerichte informatie te verstrekken over de doelgroep(en) en problematiek. Jolanda Copier, cultuurscout van de Stichting Nieuwe Rotterdamse Cultuur (zie ook de inventarisatie van de NRC hierboven) heeft de culturele kaart van Charlois samengesteld en ter beschikking gesteld voor het onderzoek. Daarnaast heeft zij het onderzoek via de nieuwsbrief onder de aandacht gebracht van betrokkenen en geïnteresseerden. Een aantal belanghebbenden en belangstellenden hebben zich hierop gemeld. Hieronder zal telkens kort de relevante informatie uit de gesprekken worden weergegeven. Hiermee wordt getracht een beeld te schetsen van de huidige populatie en voor de Oost-west route mogelijk potentiële populatie. 3.2 Ivo van der Baar (Wandschappen) Er nemen in Oud-Charlois ongeveer 140 kunstenaars deel aan de Open Atelierroute, dit is 80 á 90 % van de totale populatie. Alleen al bij de Stichting BAD in de Talingstraat zitten 16 kunstenaars waaronder docenten van de Willem de Kooning Academie. Op Heijplaat (met o.a. het RDM-terrein) zitten rond de 20 kunstenaars en volgens van de Baar zitten er in de Tarwewijk 10-15 kunstenaars. De meerderheid van de kunstenaars in Charlois is autonoom, maar er worden ook meer toegepaste vormen aangetroffen. In sommige gevallen wordt heel ambachtelijk gewerkt. Op dit moment hebben de woningcorporaties Vestia en de Nieuwe Unie, die een deel van de panden beheren een kunst- en cultuurbeleid dat op verschillende plekken in Oud-Charlois wordt toegepast. Zo worden de huren voor de panden in de Wolphaertsstraat kunstmatig laag gehouden en voor 10 jaar vastgezet. Niettemin zijn op termijn overloopgebieden wenselijk waar mensen naar kunnen doorstromen. Hierbij spelen vooral financiële motieven, de kosten mogen niet te hoog zijn. De wensen en eisen t.a.v. werkruimte kunnen per kunstenaar nogal verschillen, soms heel ambachtelijk, maar sommige kunstenaars werken ook veel digitaal, dit kan vaak vanuit huis. Om doorstroming mogelijk te maken moet voorkomen worden dat er platgetreden paden worden bewandeld. Kunstenaars spelen een rol in de samenleving en kunnen relevant zijn bij de ruimtelijke upgrading van een buurt, maar lossen zelf geen problemen op. De beeldende kunst lijkt soms het stiefkindje binnen de discussie over creatieve industrie. Hierop moet volgens van der Baar een visie ontwikkeld worden. 3.3 Leo van Loon (directeur Creative Factory) In de Creative Factory, die 15 mei officieel geopend is zullen 60 bedrijven gevestigd worden, waarvan ongeveer de helft bestaat uit startups, nieuwe ondernemingen, maar er zitten ook gerenommeerde bedrijven als Excite en CCCP bij. Tot op het laatst werd er nog druk verbouwd om de geplande datum te kunnen halen, maar het is uiteindelijk gelukt. De meerwaarde van de Creative Factory bestaat vooral uit de samenwerking met partners. Er was vanaf het begin veel belangstelling voor de Creative Factory. Er is 2240 m2 beschikbaar en voor het viervoudige ingetekend. Er waren de afgelopen weken soms wel 25 aanvragen per week. Er is dus blijkbaar een grote vraag naar dit soort initiatieven. De Creative Factory is een BV, maar wordt in het kader van de Kansenzones actief ondersteund door het OBR, die eigenaar is van de Maassilo en waarmee een zogenaamde business-case is afgesproken, 16

waardoor de jonge bedrijven niet direct op te hoge kosten worden gejaagd. Boven de 300 m2 ligt de huurprijs tussen de 50 tot 100 euro per m2. De deelnemende bedrijven zijn geselecteerd op inhoud: media, muziek, ontwerp en events ofwel de zakelijke creatieve dienstverlening, daarnaast is ook gekeken naar de ambitie om te groeien en samen te werken. Succesvolle bedrijven zullen op een bepaald moment weer moeten doorstromen naar andere plekken en ook de enorme vraag naar ruimte in de Creative Factory geeft aan dat er behoefte is aan alternatieven, al dan niet tijdelijk. 3.4 Kamiel Verschuren (St. BAD, St. NAC, Studio Pompstraat) De Stichting BAD is een kunstenaarscollectief dat in 88 is opgericht en in 91 vanuit Crooswijk naar Charlois is gekomen en een oud schoolgebouw aan de Talingstraat heeft gekraakt. De groep bestaat nu uit 13 kunstenaars waarvan een deel ook in het gebouw woont. Er is ook ruimte voor gastateliers. Binnenkort gaan Vestia en het OBR het gebouw overnemen, waarbij de huidige functie behouden zal blijven. Studio Pompstraat is een productiewerkplaats voor 4 kunstenaars, maar wordt ook door andere kunstenaars gebruikt. De Stichting NAC (Nieuwe Charloise Ateliers) is een beheersorganisatie voor de corporaties die door kunstenaars (bijgestaan door een jurist en accountant) wordt gerund. Deze organisatie beheert nu tegen de 100 panden in Oud-Charlois waaronder de Wolphaertsstraat. Hier gaat wel veel tijd in zitten, waardoor men niet altijd meer aan het eigenlijke werk toekomt. De grens lijkt wat betreft de capaciteit van de Stichting wel in zicht te komen. Voor heel Oud-Charlois is er een wachtlijst waarop inmiddels zo n 60 personen staan. Zij zoeken vooral klaslokalen of een standaardatelier, maar ook winkelpanden kunnen heel geschikt zijn. 3.5 Jannie Hommes (Galerie Hommes) Jannie Hommes is advocaat en galeriehoudster in Oud-Charlois en oud-voorzitter van de Groeibriljant Oud-Charlois. Zij was ook medeauteur van het rapport de Prijs van Leegstand (zie hierboven). Uit dit rapport kwam naar voren dat er veel leegstand was, maar ook veel behoefte aan werkruimte voor kunstenaars. Het grote struikelblok was de veel te hoge huurprijzen. De Stichting Kick is de opvolger van de Groeibriljant en probeert bemiddeling en matching te bevorderen. De behoefte is nog steeds aanwezig maar de huren van bedrijfsruimten zijn nog steeds het grote probleem. De eigenaren zijn vaak particulieren of woningcorporaties. De Kansenzonesubsidies bieden voor kunstenaars maar beperkte ruimte. Mogelijkheden in de aangrenzende Tarwewijk zou welkom zijn. Veel van de kunstenaars waar het hier om gaat werken min of meer tussen autonoom en ambachtelijk in. Volgens de Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) zijn er maar 21 geregistreerde kunstenaars in de Tarwewijk, terwijl het werkelijke aantal veel hoger moet liggen. Overigens geeft Hommes nog aan dat de infrastructuur met name op de Brielselaan verbetering behoeft, er zijn nu nauwelijks mogelijkheden of routes om te fietsen of te wandelen. 3.6 Nina Boas (Wohlfahrt, BARTstore) In de Wohlfahrt in de Wolfaertsstraat werken en wonen in totaal zo n 60 mensen, waaronder Nina Boas. Het is een onderdeel van de Stichting NAC, die het complex beheert voor de Nieuwe Unie. De huren worden kunstmatig laaggehouden en dit is voor 10 jaar vastgesteld en loopt nu zo n 2 jaar. Er is een pot waarin zowel corporatie de Nieuwe Unie als NAC met Groeibriljantgeld beide een ton deponeren en waaruit onderhoudskosten en andere kosten 17

worden betaald. In de BARTstore, die de Cultuurprijs heeft gewonnen kunnen kunstenaars hun spullen verkopen. Veel mensen in de Wohlfahrt zijn afkomstig uit Twente van de AKI (kunstacademie). Daar zijn er minder mogelijkheden voor werk en trekken mensen naar Oost- Berlijn of Rotterdam en komen dan in Oud Charlois terecht. Er is mede hierdoor voldoende animo voor nieuwe plekken ook voor de zittende mensen. Er is sowieso behoefte aan meer en grotere werkruimten ook bij Boas zelf. Men is minder gehecht aan de gemeenschap Wohlfahrt als men een betere plek elders in de wijk of de Tarwewijk kan krijgen. Bij NAC melden zich ook gemiddeld 2 aanvragers per dag. 3.7. Jaap Verheul (St. NAC) In aanvulling op het verhaal van Nina Boas en op verzoek van de opdrachtgever is Jaap Verheul van de Stichting NAC gevraagd een toelichting te geven op de regeling betreffende de Wohlfahrt. In de bijlage is de oorspronkelijke intentieverklaring van de St. NAC opgenomen. Wegens overlijden van de oprichter van de voorloper van NAC, de Stichting Klein 14, is de Stichting Nieuwe Charloise Ateliers (NAC) 4 jaar geleden opgericht. Er waren op dat moment 15 panden in beheer op om-niet basis terwijl er 15 andere panden gekraakt waren. Na overleg met de deelgemeente Charlois en eigenaar de Nieuwe Unie hebben de betrokken kunstenaars zich verenigd in de St. NAC. Op basis van een inventarisatie van de technische staat van onderhoud van het blok Wolphaertsstraat, waaruit naar voren kwam dat de kosten op 350.000 euro zouden komen, is een constructie bedacht om de kosten te kunnen dekken. Het benodigde bedrag is door 3 partijen samengebracht, de Nieuwe Unie voor 100.000 euro, eveneens 100.000 euro vanuit de Groeibriljant-gelden en 150.000 euro geleend geld door de St. NAC. De Stichting lost dit bedrag af door een vergoeding te vragen aan de gebruikers van de ateliers. Deze vergoeding bedraagt 100 euro per maand, waarvan 30 naar de aflossing gaat, 30 gereserveerd wordt voor de OZB en de resterende 40 euro in een pot gaat voor onderhoudskosten en calamiteiten. Wat uit deze pot overblijft wordt eventueel met aanvulling van subsidie ingezet voor kunst en cultuuractiviteiten in de wijk of stad. Deze constructie is voor 10 jaar vastgesteld. 18

Hoofdstuk 4 DE VRAAG NAAR RUIMTE VOOR CREATIEVE ONDERNEMERS 4.1 De vraag vanuit Oud-Charlois en de Creative Factory Uit de bovenstaande gegevens komt naar voren naar dat er zowel bij de Creative Factory als in Oud-Charlois behoefte bestaat aan alternatieven. De Creative Factory is voor viermaal overtekend en nog steeds melden zich belangstellende bedrijven aan. Verder is het niet ondenkbaar dat door vertraging bij de oplevering er uitwijkmogelijkheden moeten worden gecreëerd voor bedrijven die hun vorige onderkomen al hebben opgezegd maar nog niet in de Factory terecht kunnen. Gelijkwaardige bedrijfsruimte op korte afstand zou hiervoor een mogelijke oplossing bieden. Gelet op de aard van de bedrijven die voor de Factory in aanmerking komen (zakelijke creatieve dienstverlening) zal representativiteit hierbij ook een belangrijke rol spelen. In elk geval worden hieraan andere eisen gesteld dan aan de ateliers van autonoom en/of ambachtelijk werkende kunstenaars, zoals in Oud-Charlois. Deze lijken in elk geval minder gehecht aan de community waarvan ze op dit moment deel uitmaken. Zowel uit onderzoek als uit de interviews komt naar voren dat sociale factoren op stedelijk en minder op lokaal niveau spelen en dat de betaalbaarheid in relatie tot de grootte van de ruimte de belangrijkste factoren zijn bij vestiging van kunstenaars in een bepaald gebied. In elk geval is de verwachting gerechtvaardigd dat een aantal van de zittende kunstenaars uit Oud-Charlois evenals een aantal op de wachtlijst van de Stichting NAC gebruik zouden maken van de mogelijkheid van beschikbare ruimte in de Tarwewijk of elders in Charlois of Zuid. De specifieke wensen kunnen echter per kunstenaar nogal verschillen, afhankelijk van het type kunst. Sculpturen en installaties hebben meer ruimte nodig dan kunstenaars die meer tweedimensionaal werken. Bij digitale kunst is de ruimte minder belangrijk en kan uitstekend met wonen gecombineerd worden. Bij zowel de ondernemers uit de Creative Factory als de kunstenaars uit Oud-Charlois zal het vooral gaan om individuele matching van de beschikbare ruimte in het gebied met de specifieke wensen en eisen die de aanvrager aan de ruimte stelt. Later zal hier nader op worden ingegaan. Om inhoudelijke redenen en vanwege de beschikbaarheid is ook of liever juist gekeken naar ruimte voor groepen of collectieven van ondernemers of kunstenaars. Clustering en concentratie van culturele activiteiten levert behalve schaalvoordelen ook andere voordelen op. Mogelijkheden tot samenwerking en zichtbaarheid nemen toe alsmede de mogelijkheid voor het creëren van een culturele infrastructuur in een bepaald gebied, mits in combinatie met andere randvoorwaarden. Dit wordt verder in dit onderzoek nader toegelicht en geconcretiseerd voor deze casus. In elk geval hebben zich in de loop van het onderzoek een drietal groepen of collectieven aangemeld die in aanmerking wilden komen voor een geschikte ruimte of gebouw. Hieronder zullen deze groepen kort worden beschreven. 4.2 Kunstcentrum De contactpersoon van deze groep kunstenaars is Harry Schumacher (Studio Illusha), die momenteel al in het KUNST-gebouw aan het Maastunnelplein in Oud-Charlois werkt. Hij werkte in het verleden ook wel samen met de andere kunstenaars uit Oud-Charlois, maar niet structureel. De andere kunstenaars uit de groep wonen en werken thans op verschillende plaatsen in en rond Rotterdam. De groep bestaat in elk geval uit acht personen die verschillende disciplines beoefenen zoals vormgeving, video-art, installaties, interieurarchitectuur maar ook schilderkunst. Zij hebben het plan om een Kunstcentrum op te richten met een tweeledige basis. Allereerst geeft het centrum een onderkomen aan kunstenaars om in ateliers hun eigen autonome werk te ontwikkelen. De bundeling van ateliers in een centrum 19

versterkt de positie van de kunstenaars naar buiten toe. Huisvesting van een galerie in het centrum is een van de manieren om met de directe omgeving in contact te komen. De groep wil ook gezamenlijk opdrachten realiseren en de meeste kunstenaars hebben ervaring in het geven van workshops, het organiseren van exposities en aanverwante activiteiten. De verscheidenheid aan disciplines komt de flexibiliteit bij het beantwoorden van opdrachten ten goede. Creatieve stimulering en inspiratie van de directe omgeving, waarbij ook andere projecten creatief ondersteund kunnen worden is het tweede grondbeginsel van het Kunstcentrum. Hieronder valt ook het actief organiseren van evenementen. Het aantal deelnemende kunstenaars is afhankelijk van de beschikbare ruimte, maar in elk geval is minimaal 1200 m2. Uitgegaan wordt van 100 m2 per kunstenaar (in elk geval 8) naast 2 gemeenschappelijke ruimten (een voor vuil en een voor schoon werk) van ieder 100 m2, een audio/video-studio (ook 100 m2) en een galerie (150 m2). Bij meer beschikbare ruimte kunnen meer kunstenaars gehuisvest worden en/of gastateliers, oefenruimtes voor muziek en theater en workshopruimtes worden gerealiseerd. Het initiatief zou worden ondersteund door de woningcorporaties. 4.3 Studioproject Het studioproject is een voorstel voor kunstenaarsateliers met een publiek programma, vertegenwoordigd door Esmé Valk en Sjoerd Westbroek. Het gaat om een internationale groep kunstenaars, die allen aan het Piet Zwart Instituut (Masteropleiding van de Willem de Kooning Academie in R dam) hebben gestudeerd. Zij zijn op zoek naar een studiogebouw waar zowel individueel kan worden gewerkt als gemeenschappelijke activiteiten kunnen worden georganiseerd. Deze activiteiten zullen op zeer regelmatige basis plaatsvinden (in elk geval eens per twee weken) voor eenieder die geïnteresseerd is. Gedacht wordt aan lezingen, presentaties, filmscreenings, open studio s en een boekenclub. De geschatte totale ruimte is ca. 330 m2, verdeeld in segmenten waarbij sommigen meer ruimte nodig hebben dan anderen. Concreet willen 6 personen een studio van ca 30 m2 en 4 hebben ca 20 m2 nodig. Daarnaast wordt gedacht aan een gaststudio van 30 m2 en een ruimte voor presentaties en projecten van ca 40 m2. Bij een grotere of meer beschikbare ruimte zijn er nog meer kunstenaars die zich zouden willen aansluiten. Qua prijs denkt men aan 25 euro per m2 per jaar exclusief vaste lasten (uitgezonderd de algemene ruimtes) en men wil graag ramen en verwarming in de ruimten. De groep is afkomstig uit Nederland, Groot-Brittannië, Finland, Oostenrijk, Duitsland en Servië en heeft ook een brochure van hun werk ter beschikking gesteld. De individuele activiteiten omvatten alle disciplines van de beeldende kunst, waaronder fotografie, video, film, installatie en tekenen. Men heeft voor Rotterdam als vestigingsplaats gekozen vanwege de op de buitenwereld gerichte traditie. Door vanuit de verbondenheid van individuele en collectieve ervaring hun werk ter discussie te stellen wil men een bijdrage leveren aan het kunstklimaat in Rotterdam. 4.4 Kunstelevator De groep Kunstelevator bestaat voor een groot deel uit kunstenaars die al in de Tarwewijk gevestigd zijn. De contactpersonen voor het onderzoek zijn Mariska Stuijt en Theo Huijgens, die tot voor kort de Dordtsalon op de Dordtselaan heeft georganiseerd en actief heeft meegewerkt aan het onderzoek. Men is bezig een stichting op te richten, maar ze beschikken nog niet over een gemeenschappelijke ruimte voor activiteiten en ook aan individuele ruimte is behoefte. In de Tarwewijk zijn meer kunstenaars gevestigd dan eerst werd aangenomen. De RRKC ging eerder uit van 21 geregistreerde kunstenaars, terwijl Ivo van der Baar het aantal op 10 á 15 schatte. Volgens de opgave van Stuijt en Huijgens hebben zij in elk geval 36 20