Algemeen rapport: Wijk Deurne Noord

Vergelijkbare documenten
Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

Er is ook een rapport beschikbaar dat dieper ingaat op de samenstelling van de bevolking of demografie van Antwerpse gebieden.

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Kinderarmoede in Antwerpen

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Sociale Zekerheid"

Het basisonderwijs in Antwerpen

PERSBERICHT Brussel, 15 mei 2017

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Lunchgesprek: Armoede in Gent

Hoofdstuk 3 KINDEREN EN DE WERKSITUATIE VAN HUN OUDERS

Lunchgesprek: Armoede in Gent

GOK in het Antwerpse basisonderwijs

Welzijnsbarometer 2015

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

Diversiteit in Wijken: Kiel, Borgerhout Intra Muros Noord, Borgerhout Intra Muros Zuid, Deurne Noord

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Hoofdstuk 2 KINDEREN IN HUN GEZINSCONTEXT: EEN BLIK OP DE DIVERSITEIT

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

FOCUS "Senioren en het OCMW"

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

PERSBERICHT Brussel, 22 december 2015

Tewerkstelling Werkzaamheidsgraad 9 Aandeel werkenden in de bevolking van 20 tot en met 64 jaar naar herkomstgroep in

basisonderwijs: overzicht in cijfers

Sint-Lambrechts-Woluwe

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

COULEUR LOCALE Mechelen Diversiteit in Mechelen

WORKLESS HOUSEHOLDS IN VLAANDEREN Hoofdstuk 21

MAATSCHAPPELIJKE POSITIE GENTENAARS NAAR NATIONALITEIT EN HERKOMST

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

PERSBERICHT Brussel, 25 juni 2013

FOCUS Situatie vóór het leefloon

Omgevingsanalyse kinderopvang in Antwerpen 2012

Bijlage I. Sociaal-economische achtergrondcijfers en Nationale en Europese indicatoren voor sociale insluiting

basisonderwijs: overzicht in cijfers

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT JANUARI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Leeftijd en geslacht jaar jaar jaar. Studieniveau en geslacht Laag Midden Hoog

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

en aan kinderen uit het lager en secundair onderwijs.

RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS

Bevolkingsprognoses Antwerpen

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Sessie 2. Ook in Gent: mensen komen en gaan!

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Demografie SAMENVATTING

LaboXX 2. Bijlage E1: Bevolkingsprognoses Antwerpen Studiedienst stadsobservatie Bestuurszaken stad Antwerpen

Tabel 4.1 geeft een overzicht van de verdeling van de deels werkloos, deels werkend (DWDW)-en naar leeftijdsniveau.

PERSBERICHT Brussel, 24 september 2015

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

VDAB WERKLOOSHEIDSBERICHT MEI Kerncijfers werkloosheid. Evolutie Werkloosheid. NWWZ Vlaams Gewest - absolute aantallen

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

De uitkeringsafhankelijkheid van de bevolking met een niet-eu-herkomst

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT BRUSSEL

Brussels Observatorium voor de Werkgelegenheid

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Woonwagenbewoners 6 Aantal woonwagengezinnen in 2003 en

Transcriptie:

Algemeen rapport: Wijk Deurne Noord Dit rapport geeft een statistisch beeld van Wijk Deurne Noord. In dit rapport beschrijven we het gebied dat u samenstelt uit buurten, wijken of districten aan de hand van een aantal algemene kerncijfers in verband met bevolking, economie en arbeidsmarkt, inkomen en armoede, onderwijs, huisvesting en leefbaarheid. Dit rapport is bedoeld om een beeld te krijgen van een gebied dat u zelf samenstelt, en dit te vergelijken met zijn context. Standaard wordt vergeleken met de stad Antwerpen. Gebieden binnen één district kunnen met dit district vergeleken worden, gebieden binnen één postzone met die postzone, enzovoorts. U kunt via de knop "wijzigen" hierboven onbeperkt gebieden van hetzelfde niveau kiezen om uw interessegebied samen te stellen. U kunt ook zelf kiezen met welke bovenliggende niveau's u wil vergelijken. Dit rapport is aangemaakt op 7-12-2016. De meest actuele versie vindt u steeds on-line op de website 'Stad Antwerpen in Cijfers'. Voor dit rapport werden deze gebieden geselecteerd: Wijk Deurne Noord. Hieronder wordt dit gebied op kaart voorgesteld. In dit rapport beschouwen we de gekozen gebieden als één geheel. 2016 Totaal aantal inwoners 518.368 Inhoud 1. Demografie 1.1. Bevolking algemeen 1.2. Bevolking volgens herkomst 1.3. Huishoudens 1.4. Bevolkingsloop 2. Economie en arbeidsmarkt 2.1. Bedrijfsvestigingen 2.2. Arbeidsmarkt 3. Inkomen en armoede 4. Onderwijs 5. Wonen 6. Woonomgeving

1. Demografie 1.1. Bevolking algemeen De volgende tabellen en grafieken geven de evolutie van de bevolking weer van Deurne Noord en de verdeling volgens geslacht en leeftijd. De meest recente bevolkingsgevens zijn voor 1 januari. Er is ook een uitgebreid rapport over demografie en over de bevolkingsloop beschikbaar. Aantal inwoners, 2016 Totaal aantal inwoners Wijk Deurne Noord 20.990 Stad Antwerpen 518.368 Bron: Stad Antwerpen, Districts- en loketwerking Evolutie aantal inwoners Geïndexeerde evolutie aantal inwoners

Leeftijdspiramide, 2016 Verdeling inwoners volgens leeftijd, 2016

Geïndexeerde evolutie aantal inwoners volgens leeftijd

1.2. Bevolking volgens herkomst In deze sectie bekijken we de verdeling van de bevolking volgens etnische herkomst in Deurne Noord. Op de buurtmonitor benaderen we herkomst op drie manieren. Herkomst wordt in eerste instantie benaderd via de geboortenationaliteit van de vader. Indien de vader bij geboorte een andere nationaliteit had, beschouwen we deze nationaliteit als de herkomstnationaliteit van de persoon in kwestie. Indien de gegevens vand de vader niet gekend zijn, gebruiken we de herkomstnationaliteit van de moeder als criterium. Indien ook deze niet gekend is, geldt de nationaliteit bij geboorte als criterium. In onderstaande grafiek wordt voor de geselecteerde gebieden de verdeling naar herkomst weergegeven. "Nieuwe Belgen" zijn Belgen die ooit een andere nationaliteit hadden. "Nieuwste Belgen" zijn Belgen die steeds Belg zijn geweest maar afstammen van een moeder met een vreemde herkomst. Aandeel allochtonen en Belgen bij geboorte met allochtone origine, 2016 Geïndexeerde evolutie aantal allochtonen, Belgen bij geboorte met allochtone origine en autochtonen

Leeftijdspiramide autochtoon/allochtoon, 2016 Verdeling inwoners naar herkomst (gedetailleerd), 2016

Procentuele groei aantal inwoners per herkomstgroep, 2016 tegenover 2012

1.3. Huishoudens De volgende tabellen en grafieken geven de evolutie van de huishoudens weer en de verdeling volgens huishoudtype en -grootte. Aantal huishoudens, 2016 Aantal huishoudens Wijk Deurne Noord 8.257 Stad Antwerpen 239.720 Bron: Stad Antwerpen, Districts- en loketwerking Evolutie aantal huishoudens Geïndexeerde evolutie aantal huishoudens

Gemiddelde huishoudgrootte, 2016 Verdeling huishoudens volgens huishoudtype, 2016

Verdeling huishoudens volgens huishoudgrootte, 2016

1.4. Bevolkingsloop In de paragraaf rond bevolkingsloop bekijken we de verhuisbewegingen, de geboorten en de sterften. Het verhuissaldo is het verschil tussen het aantal aankomsten in Deurne Noord en het aantal vertrekken. Evolutie verhuissaldo Evolutie verhuissaldo per 1.000 inwoners

Het natuurlijk saldo is het verschil tussen het aantal geboorten in Deurne Noord en het aantal sterften Evolutie aantal geboorten, sterften en natuurlijk saldo Evolutie aantal geboorten per 1.000 inwoners

Evolutie aantal sterften per 1.000 inwoners Evolutie natuurlijk saldo per 1.000 inwoners

2. Economie en arbeidsmarkt In de paragraaf rond economie en arbeidsmarkt worden een aantal indicatoren opgenomen rond bedrijfsvestigingen, werkenden en werklozen 2.1. Bedrijfsvestigingen Om een beeld te geven van de economische structuur van de wijk gaan we na hoeveel vestigingen aanwezig zijn en hoe deze verdeeld zijn over de verschillende economische sectoren. Een bedrijfsvestiging is de plaats waar de economische activiteit daadwerkelijk plaatsvindt. De indeling van de economische sectoren is de nacebelcodering van 2008. Om een zicht te krijgen op enkele andere aspecten van de Antwerpse economie, sla er het rapport Economie op na. Aantal bedrijfsvestigingen, 2016 aantal vestigingen Wijk Deurne Noord 1.866 Stad Antwerpen 95.141 Bron: VKBO Aantal bedrijfsvestigingen per km², 2016 Verdeling bedrijfsvestigingen naar economische sector, 2016

Verdeling bedrijfsvestigingen naar economische sector, 2016

2.2. Arbeidsmarkt In de paragraaf arbeidsmarkt bekijken we de tewerkstelling en de werkloosheid. We geven het aantal loontrekkenden, zelfstandigen, de werkzaamheidsgraad, het aantal niet werkende werkzoekenden en de werkloosheidsdruk. Bij de parameters rond werkloosheid maken we eveneens een opsplitsing naar herkomst. Deze wordt bepaald door de nationaliteit bij geboorte. Er is ook een uitgebreid rapport over loontrekkenden, zelfstandigen, de werkzaamheidsgraad, het aantal niet werkende werkzoekenden en de werkloosheidsdruk beschikbaar. De werkzaamheidsgraad is de verhouding tussen het aantal effectief werkenden op beroepsactieve leeftijd (18 t.e.m. 64 jaar) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Deze maat geeft aan in welke mate de inwoners effectief werken. De werkloosheidsdruk is de verhouding tussen het aantal niet werkende werkzoekenden op beroepsactieve leeftijd (18 t.e.m. 64 jaar) en de bevolking op beroepsactieve leeftijd. Deze maat geeft aan in welke mate de inwoners te kampen hebben met werkloosheid. Aantal werkenden, zelfstandigen en loontrekkenden, 2012 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal werkenden 6.822 186.946 Aantal zelfstandigen 590 28.156 Aantal loontrekkenden 6.240 158.791 Bron: Kruispuntbank Sociale Zekerheid Werkzaamheidsgraad en activiteitsgraad, 2012 Evolutie aantal niet werkende werkzoekenden

Werkloosheidsdruk naar herkomst, 2016

3. Inkomen en armoede In deze paragraaf bekijken we achtereenvolgens gegevens over inkomens, inwoners die financiële steun ontvangen van het OCMW en inwoners in een gezin met een zogenaamde "low work intensity". Deze laatste indicator leggen we kort uit. Individuen die zich in een huishouden bevinden waar weinig of geen betaalde arbeid verricht wordt, hebben significant meer kans om zich in een situatie van inkomensarmoede of het ontberen van alledaagse consumptiegoederen te bevinden dan huishoudens waar (quasi) iedereen voltijds aan de slag is (Eurostat, 2010). Het aandeel quasi-baanloze gezinnen wordt gemeten aan de hand van de arbeidsintensiteit op huishoudniveau of de Work Intensity at household level (WI). De werkintensiteit wordt op jaarlijkse basis berekend. Voor elke maand gaat men het arbeidsvolume van alle gezinsleden op arbeidsleeftijd (in dit geval 18-59 jaar uitgezonderd studenten tussen 18 en 24 jaar) na en zet men dit af tegen de potentiële arbeidsprestaties op gezinsniveau (in het geval alle gezinsleden op arbeidsleeftijd een jaar lang voltijds zouden werken). Indien de gezinsleden gezamenlijk minder dan 20% (WI is kleiner dan 0,2) van de potentiële werktijd aan de slag waren, dan worden ze als armoederisicogroep beschouwd. Doorgaans worden volgende categorieen van lage arbeidsintensiteit opgenomen: WI is kleiner dan 20%: huishouden waar de gezinsleden gezamelijk minder dan 20% van de potentiële werktijd aan de slag zijn. Deze gegevens zijn niet opgenomen in dit rapport. WI=0: huishouden waar de gezinsleden niet werken, jobless households. Dit gegeven wordt voorgesteld in dit rapport. Verdeling belastingsplichtigen volgens inkomensschijf, 2013 Gemiddeld en mediaan inkomen, 2013

Evolutie gemiddeld netto belastbaar inkomen Evolutie mediaan netto belastbaar inkomen

Aantal inwoners in een gezin met financiële steun OCMW, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Totaal inwoners in een gezin met financiele steun 988 32.955 Totaal inwoners in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 860 26.316 Totaal inwoners in een gezin met leefloon 682 21.806 Totaal inwoners in een gezin met equivalent leefloon 223 5.505 Aantal inwoners in een gezin dat een toelage ontvangt van het OCMW 138 3.663 Aantal inwoners in een gezin dat bijstand voor uitgaven ontvangt van het OCMW 439 15.638 Aantal inwoners in een gezin dat een waarborg ontvangt van het OCMW 395 13.622 Bron: OCMW, Antwerpen Evolutie aantal inwoners in een gezin met financiële steun OCMW

Geïndexeerde evolutie aantal inwoners in een gezin met financiële steun OCMW Aandeel inwoners in een gezin met financële steun OCMW, leefloon of equivalent leefloon, 2015

Aandeel inwoners in een gezin met Low work intensity (0%), 2012

4. Onderwijs Hieronder staan een aantal basisgegevens over leerlingen in het basis- en secundair onderwijs. We gaan achtereenvolgens in op leerlingenaantallen, verdeling volgens studierichting, schoolse vertraging en de kansarmoede-criteria in het onderwijs (SES-leerlingen). Deze SES-indicatoren betreft het aandeel indicatorleerlingen, het aandeel leerlingen met een laagopgeleide moeder, het aandeel leerlingen dat een schooltoelage ontvangt en het aandeel dat thuis geen Nederlands spreekt. Indicatorleerlingen zijn leerlingen met een laag opgeleide moeder of leerlingen die een schooltoelage ontvangen. Het gaat in alle gevallen om leerlingen die in Antwerpen wonen. Aantal leerlingen basis- en secundair onderwijs, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal leerlingen basisonderwijs 3.349 63.261 Aantal leerlingen secundair onderwijs 1.682 34.684 Bron: Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer Evolutie aantal leerlingen basisonderwijs Evolutie aantal leerlingen secundair onderwijs

Geïndexeerde evolutie aantal leerlingen basis- en secundair onderwijs Verdeling leerlingen basisonderwijs volgens hoofdstructuur, 2015

Verdeling leerlingen secundair onderwijs volgens studierichting, 2015 Aandeel leerlingen met schoolse vertraging, 2015

Aandeel leerlingen volgens GOK-criteria, 2015

5. Wonen In deze paragraaf komen voornamelijk gegevens rond huisvesting aan bod. We bekijken achtereenvolgens het woningpatrimonium volgens woningtype, eigenaarschap, de verkoopprijzen, sociale huisvesting en woningen die geregistreerd staan als ongeschikt of onbewoonbaar. Bevolkingsdichtheid, 2016 Aantal woningen volgens woningtype, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Eengezinswoningen 2.798 76.392 Rijhuizen 2.774 64.231 Halfopen huizen 23 8.684 Alleenstaande huizen. 3.445 Meergezinswoningen 5.605 182.766 Aantal woningen 8.404 259.189 Speciale waarden: Bron:. Verborgen waarde Kadaster Verdeling woningen volgens woningtype, 2015

Aandeel woningen bewoond door de eigenaar, 2015 Gemiddelde verkoopprijs woningen, 2014

Aandeel sociale woningen, 2015 Aandeel ongeschikte en onbewoonbare woningen, 2014

6. Woonomgeving In de paragraaf rond woonomgeving worden gegevens gepresenteerd met betrekking tot commeciële basisvoorzieningen, groen en open ruimte. Daarnaast bekijken we ook nog sluikstort en indicatoren rond blootstelling aan stikstofdioxide en lawaaioverlast. Relatieve aanwezigheid commerciële voorzieningen, 2015 Aandeel oppervlakte voor speelruimte, buurtgroen en buurt open ruimte, 2016

Aantal sluikstorten per km², 2015 Aandeel inwoners blootgesteld aan stiktofdioxide boven EU-norm en geluidsoverlast, 2015

Rapport Demografie: Wijk Deurne Noord Dit rapport geeft een beschrijvend overzicht over de huidige kenmerken van de bevolking van de stad Antwerpen en over de evolutie van deze kenmerken. Via dit rapport kan je een beeld krijgen van een gebied dat je zelf samenstelt en het vergelijken met een ruimer gebied. Standaard wordt vergeleken met de stad Antwerpen. Gebieden binnen één district kunnen met dit district vergeleken worden, gebieden binnen één postzone met die postzone, enz. Je kan in de selectievakjes bovenaan onbeperkt gebieden van hetzelfde niveau selecteren en zo je interessegebied samen te stellen. Je kan ook zelf kiezen met welke bovenliggende niveaus je wil vergelijken. Dit rapport is gegenereerd op 7-12-2016. De meest actuele versie vind je steeds online op de website 'Stad in Cijfers'. Voor dit rapport werden deze gebieden geselecteerd: Deurne Noord. Hieronder wordt het geselecteerde gebied op kaart voorgesteld. In dit rapport beschouwen we de gekozen gebieden als één geheel. Als vergelijkingsgebied werd Antwerpen gekozen. We gaan niet in op de processen achter de bevolkingsevoluties, namelijk verhuisbewegingen, geboorten en sterften. Een uitgebreid rapport over deze processen vindt u elders op de Databank onder de naam 'Rapport Bevolkingsverloop.' De gegevens over demografie zijn afkomstig van de stad Antwerpen, Districts- en Loketwerking. Inhoud 1. Algemeen 2. Vergrijzing en vergroening 3. Bevolking volgens herkomst 4. Huishoudens 5. Bevolkingsprognose stad Antwerpen

1. Algemeen De eerste figuren geven een aantal kerncijfers weer. Er worden een aantal belangrijke evoluties weergegeven omtrent demografie in de bevolking. We kijken hierbij naar het bevolkingsaantal, de bevolkingsdichtheid, het relatieve verhuissaldo, het natuurlijke saldo en verdeling van de bevolking naar geslacht. Tabel: Totaal aantal inwoners en de bevolkingsdichtheid (pers/km²)van Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Totaal aantal inwoners [aantal] 20.990 518.368 Bevolkingsdichtheid [pers/km²] 11.549 2.538 Bron: Stad Antwerpen, Districts- en loketwerking Tabel: Evolutie van het aantal inwoners in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen 2002 16.774 462.217 2003 16.890 464.215 2004 17.085 465.532 2005 17.154 468.244 2006 17.529 470.041 2007 17.698 473.265 2008 17.994 477.306 2009 18.561 482.510 2010 18.809 484.850 2011 19.113 492.149 2012 19.646 506.225 2013 20.180 511.716 2014 20.408 514.432 2015 20.821 516.009 2016 20.990 518.368 Bron: Stad Antwerpen, Districts- en loketwerking Om beide evoluties in één grafiek te kunnen voorstellen, werden de cijfers geïndexeerd naar het eerst getoonde jaar (index=100). Een cijfer hoger dan 100 wijst dus op een stijging, een cijfer lager dan 100 op een daling ten opzichte van het eerst getoonde jaar in de grafiek. Grafiek: Evolutie van het aantal inwoners in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, indexcijfer

Grafiek: Evolutie van de bevolkingsdichtheid in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen De volgende twee figuren gaan na of de groei of krimp van de bevolking komt door migratie of door natuurlijk verloop, of door beide. Het migratiesaldo vertelt of een gebied inwoners verliest of wint door migratiestromen. Grafiek: Evolutie van het relatief verhuissaldo (per 1000 inwoners) in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen

Het natuurlijk saldo is het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal sterften in een gebied. Grafiek: Evolutie van het natuurlijk saldo (per 1000 inwoners) in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen In de volgende grafieken bekijken we de samenstelling van de bevolking naar geslacht en leeftijd. De evolutie van het aandeel mannen wordt hieronder weergegeven. Grafiek: Evolutie van het percentage mannen in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen

De beste manier om de structuur van de bevolking naar leeftijd en geslacht te bekijken, is met een bevolkingspiramide. Grafiek: Bevolkingspiramide - Aantal inwoners naar geslacht en leeftijd in Wijk Deurne Noord, 2016 Grafiek: Bevolkingspiramide - Aandeel inwoners naar geslacht en leeftijd in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016

2. Verjonging en vergrijzing We gaan hier iets dieper in op de evoluties naar leeftijd in de bevolking. We bekijken eerst de evolutie van het aandeel jongeren, mensen van actieve leeftijd en ouderen. Neemt het aandeel ouderen toe, dan spreekt men van vergrijzing. Neemt het aandeel jongeren toe, spreken we van een vergroening. Beide kunnen ook tegelijkertijd van toepassing zijn. We gaan daarna in op de evolutie van de aantallen van deze groepen. Grafiek: Verdeling van het aantal inwoners naar leeftijd in Wijk Deurne Noord In de volgende grafieken laten we zien hoe de evolutie van het aantal jongeren, mensen op actieve leeftijd en ouderen eruit ziet in Wijk Deurne Noord in verhouding tot Stad Antwerpen. Om deze cijfers vergelijkbaar te maken, laten we een indexcijfer zien. Dat betekent dat we nagaan hoeveel inwoners er zijn in deze gebieden in een bepaald jaar, voor elke 100 inwoners die er waren in het eerste jaar. Grafiek: Evolutie van het aantal 0-17 jarigen in Wijk Deurne Noord en Stad, indexcijfer

Grafiek: Evolutie aantal 18-64 jarigen in Wijk Deurne Noord en Stad, indexcijfer Grafiek: Evolutie aantal 65-plussers in Wijk Deurne Noord en Stad, indexcijfer

We bekijken vervolgens de ouderen en de jongeren in detail. We bekijken hiervoor de evolutie van deze aantallen jongeren en ouderen per leeftijdscategorie. We geven in de grafieken per leeftijdscategorie het verschil tussen het aantal inwoners van deze leeftijd ten opzichte van het eerste weergegeven jaar. Grafiek: Evolutie aantal jongeren in Wijk Deurne Noord en Stad, absolute groei Grafiek: Evolutie aantal ouderen in Wijk Deurne Noord en Stad, absolute groei

3. Bevolking volgens herkomst In deze sectie bekijken we de verdeling van de bevolking volgens etnische herkomst. Op Stad in Cijfers benaderen we herkomst op drie manieren. Methode 1. Op basis van de huidige nationaliteit. Vanaf 2000. Zo krijgen we een onderverdeling in Belgen en vreemdelingen. Methode 2. Op basis van de individuele nationaliteitsgeschiedenis. Vanaf 2004. Wie Belg is, maar ervoor een vreemde nationaliteit had, wordt als allochtoon beschouwd. Vanaf 2007 weten we ook in detail wat de vorige nationaliteit was. Door een verbetering in de kwaliteit van de bronbestand in de loop van 2011, zijn de cijfers van methode 2 in 2012 niet helemaal vergelijkbaar met oudere cijfers. Vóór 2012 was het op basis van de Antwerpse gegevens niet mogelijk de exacte herkomstnationaliteit te achterhalen van degenen die buiten Antwerpen van nationaliteit veranderden. Van hen weten we enkel dat ze van nationaliteit veranderden door de datum van de laatste nationaliteitswijziging te vergelijken met de geboortedatum. Vanaf 2012 hebben we zicht op de eerste nationaliteit (nationaliteit bij geboorte), ook als deze gebeurde alvorens deze persoon in Antwerpen kwam wonen. Methode 3. Op basis van herkomst. Vanaf 2012. Herkomst wordt cascadegewijs bepaald volgens volgende hiërarchie: 1/eerste nationaliteit van de vader, 2/eerste nationaliteit van de moeder, 3/eerste nationaliteit van het individu en 4/huidige nationaliteit. De etniciteit wordt in eerste instantie bepaald aan de hand van de eerste nationaliteit van de vader. Indien de vader bij geboorte een vreemde nationaliteit heeft, krijgt de persoon deze als herkomst toegewezen. Indien de eerste nationaliteit van de vader Belg is of niet gekend, wordt gekeken naar de eerste nationaliteit van de moeder. Indien dit een vreemde nationaliteit is, krijgt de persoon deze als herkomst toegewezen. Indien de moeder van bij geboorte Belg is of de nationaliteit van de moeder niet gekend is, gaan we over naar de eerste nationaliteit van het individu. Indien het individu een vreemde geboortenationaliteit heeft, krijgt hij deze als herkomst toegewezen, indien hij van bij geboorte Belg is of de eerste nationaliteit niet gekend is, gaan we over naar de huidige nationaliteit en wordt dit als herkomst toegewezen. Het volstaat om op één van deze variabele vreemd te scoren om een vreemde herkomst te krijgen. Alleen personen die op de vier variabelen 'Belg' scoren, krijgen een Belgische herkomst toegewezen. De voorwaarde is dat moeder of vader eveneens in Antwerpen woont. Alleen de geografische indeling wordt gepresenteerd. In de geografische indeling worden vluchtelingen bij de overeenkomstige nationaliteit geteld. In onderstaande grafiek wordt voor de geselecteerde gebieden de verdeling naar herkomst weergegeven. "Nieuwe Belgen" zijn Belgen die ooit een andere nationaliteit hadden. Bij gebrek aan een betere naam noemen we Belgen die steeds Belg zijn geweest, maar afstammen van een moeder met een vreemde herkomst "Nieuwste Belgen". Beide groepen samen noemen we "Belg uit migratie". Grafiek: Samenstelling van de bevolking nationaliteit en herkomst in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016

Onderstaande grafiek laat zien dat de evolutie van het aantal Belgen en autochtonen volgens methode 2 en 3 doorgaans niet vergelijkbaar zijn. De evolutie van het aantal autochtonen volgens methode 2 wordt positief beïnvloed door de geboortes van kinderen van allochtonen. Deze kinderen krijgen immers dikwijls van bij de geboorte de Belgische nationaliteit. Deze zijn dan autochtoon volgens methode 2. De evolutie van het aantal Belgen wordt bovendien verder positief beïnvloedt door naturalisaties (het verwerven van de Belgisch nationaliteit). Doordat methode 2 in de periode 2004-2011 ongewijzigd bleef, is het mogelijk deze cijfers in de tijd te vergelijken. Cijfers voor 2011 en 2012 zijn niet vergelijkbaar omwille van een verandering in de methode en de basisdata. Grafiek: Evolutie van de bevolking volgens nationaliteit en herkomst in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen Voor 2015 kunnen we de evolutie van de bevolking volgens de drie methodes naast elkaar zetten. Het aantal Belgen (methode 1), het aantal autochtonen (methode 2), en het aantal autochtonen (herkomst ouders meegerekend, methode 3) evolueren duidelijk niet op dezelfde manier. Grafiek: Absolute groei van de bevolking volgens nationaliteit en herkomst in Wijk Deurne Noord, 2016 t.o.v. 2012

Grafiek: Aandeel autochtonen en allochtonen volgens de derde methode in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016 Grafiek: Aandeel allochtonen (herkomst ouders meegerekend)in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016

Grafiek: Bevolkingspiramide naar herkomst (ouders meegerekend) in Wijk Deurne Noord, 2016 Grafiek: Bevolking naar herkomst en gezinspositie in Wijk Deurne Noord, 2016

4. Huishoudens In deze paragraaf komen de huishoudens aan bod. Het totaal is dus het aantal gezinnen, niet het aantal personen. We bekijken de evolutie van het aantal huishoudens en de verdeling van de huishoudens volgens de huishoudtypologie in Wijk Deurne Noord. Tabel: Aantal huishoudens in Wijk Deurne Noord en Stad Antwerpen, 2016 Aantal huishoudens Wijk Deurne Noord 8.257 Stad Antwerpen 239.720 Bron: Stad Antwerpen, Districts- en loketwerking Grafiek: Evolutie van het aantal huishoudens in Wijk Deurne Noord Grafiek: Huishoudens naar type in Wijk Deurne Noord t.o.v. in Stad Antwerpen, 2016

Grafiek: Huishoudens naar grootte in Wijk Deurne Noord t.o.v. in Stad Antwerpen, 2016 Grafiek: Aantal huishoudens in Wijk Deurne Noord, 2016 t.o.v. 2006

4. Bevolkingsprognose stad Antwerpen De Studiedienst maakt periodiek bevolkingsprognoses op voor de hele stad. Het is niet mogelijk betrouwbare voorspellingen te maken voor delen van de stad. Voor een bevolkingsprognose dient men steeds enkele aannames of hypothesen te formuleren over migratie, vruchtbaarheid en levensverwachtingen in de toekomst.

Armoede in Wijk Deurne Noord Dit rapport geeft een beschrijvend overzicht van armoede in de stad Antwerpen. Via dit rapport kan je een beeld krijgen van een gebied dat je zelf samenstelt en het vergelijken met een ruimer gebied. Standaard wordt vergeleken met de stad Antwerpen. Gebieden binnen één district kunnen met dit district vergeleken worden, gebieden binnen één postzone met die postzone, enz. Je kan in de selectievakjes bovenaan onbeperkt gebieden van hetzelfde niveau selecteren en zo je interessegebied samen te stellen. Je kan ook zelf kiezen met welke bovenliggende niveau's je wil vergelijken. Dit rapport is aangemaakt op 7-12-2016. De meest actuele versie vind je steeds on-line op de website 'Stad Antwerpen in Cijfers'. Voor dit rapport werden deze gebieden geselecteerd: Wijk Deurne Noord. Hieronder wordt het geselecteerde gebied op kaart voorgesteld. In dit rapport beschouwen we de gekozen gebieden als één geheel.

Inhoud In een eerste deel bekijken we de inkomensgegevens. Vervolgens bekijken we personen die beroep doen op financiële steun. In een derde en vierde deel worden onderwijs- en werkgerelateerde indicatoren die kaderen binnen het armoedeverhaal opgelijst. Tenslotte wordt een beeld geschetst van personen binnen gezinnen met een lage werkintensiteit. 1. Inkomens 2. Financiële steun 2.1 Steuntrekkers OCMW 2.1.1 Leefloon en equivalent leefloon 2.1.2 Leefloon en equivalent leefloon naar nationaliteit 2.1.3 Leefloon en equivalent leefloon naar gezinstype 2.1.4 Andere vormen van financiële steun 2.2 Vervangingsinkomens 65-plussers 3. Onderwijs 3.1 Schoolse vertraging 3.2 GOK-indicatoren 4. Werk 4.1 Werkzaamheid 4.2 Werkloosheid 5. Low work intensity 6. Kansarmoede-index

1. Inkomens De inkomensgegevens zijn afkomstig van de Algemene Directie Statistiek en Economische informatie (ADSEI). Ze worden uit de belastingsaangiften geëxtraheerd. Het niveau is het individu of de belastingsplichtige en dus niet de belastingsaangifte. Onder netto inkomen wordt verstaan: het brutoloon na aftrek van sociale bijdragen en beroepskosten, vermeerderd met andere belastbare netto inkomsten (uit onroerende goederen, uit kapitaal en roerende goederen, en uit diverse andere bronnen). Het betreft enkel het belastbaar inkomen, niet-belastbare componenten zijn dus niet opgenomen in dit concept. In onderstaande figuur worden de belastingsplichtigen ingedeeld in 11 inkomensklassen. Het referentiejaar voor de inkomensgrenzen is 2007. Anno 2012 liggen de geïdexeerde inkomensgrenzen dus hoger. De bolletjes verwijzen naar Wijk Deurne Noord. Rode bolletjes wijzen op significant grotere aandelen in vergelijking met Antwerpen, de rode tinten op hogere aandelen. Aandeel belastingsplichtigen per inkomensklasse, 2013 Gemiddeld en mediaan inkomen, 2013

Evolutie gemiddeld netto belastbaar inkomen Evolutie mediaan netto belastbaar inkomen

2. Financiële steun Een tweede indicator met betrekking tot armoede zijn de inwoners die gebruik maken van financiële steun. Ingeval men over geen of onvoldoende financiële middelen beschikt via loon of een uitkering (werkloosheid, ziekte/invaliditeit, brugpensioen, uitkering loopbaanonderbreking, ), kunnen personen op beroepsactieve leeftijd OCMW-steun ontvangen. We geven zowel cijfers over leefloon als over andere vormen van financiële OCMW-steun. Personen die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, kunnen geen beroep meer doen op OCMW-steun (althans wat betreft leefloon), tenzij tijdelijk, wanneer men in afwachting is van een goedkeuring voor een ander vervangingsinkomen (Inkomensgarantie voor Ouderen of Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden), of uitzonderlijk, wanneer men als niet-eu er niet beschikt over een Belgische of Europese verblijfsvergunning van lange duur en/of geen voltijdse betrekking heeft gehad van minstens 312 dagen. De Inkomensgarantie voor Ouderen of het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden is een (bijkomende) financiële ondersteuning voor personen die niet voldoende pensioenrechten hebben opgebouwd of over onvoldoende inkomsten beschikken. De gegevens met betrekking tot de inwoners (beneden 65 jaar) die financiële OCMW-steun ontvangen zijn afkomstig van de gegevensregistratie van het OCMW Antwerpen. Het gaat over steuntrekkers die in de loop van het betreffende jaar een uitkering ontvangen. Ook inwoners, die slechts een deel van het jaar steun ontvingen, worden meegeteld. De gegevens met betrekking tot de inwoners van 65 jaar of ouder die een vervangingsinkomen ontvangen zijn afkomstig van het Intermutualistisch Agentschap. Het gaat over de samenvoeging van twee momentopnames tijdens het betreffende jaar. Beide cijfers mogen daarom geenszins samengeteld worden! Deze gegevens geven geen volledig beeld van armoede. Enerzijds hanteert men inkomensgrenzen bij het toekennen van onder andere het leefloon. Wie een inkomen boven deze grens heeft, ontvangt geen steun maar kan nog steeds in een precaire situatie leven. Anderzijds is de evolutie van het aantal inwoners met steun niet enkel afhankelijk van de evolutie met betrekking inkomens, maar ook van veranderingen in wetgeving en beleid met betrekking tot financiële steun. 2.1 Steuntrekkers OCMW 2.1.1 Leefloon en equivalent leefloon We stellen in eerste instantie gegevens ter beschikking over twee types van steun: Leefloon: wie over onvoldoende middelen beschikt (geen loon, werkloosheidsuitkering, ziekteuitkering kan beroep doen op een leefloon. Er zijn een aantal voorwaarden om recht te hebben op een leefloon: men moet aan bepaalde nationaliteitsvoorwaarden en leeftijdsvoorwaarden voldoen, men moet permanent op Antwerps grondgebied verblijven, men moet alle mogelijke uitkeringen hebben aangevraagd en moet bereid zijn om werk te zoeken. Equivalent leefloon: wie niet aan de voorwaarden voldoet voor een leefloon, kan bij wijze van gunst beroep doen op het equivalent leefloon. Inwoners met leefloon / equivalent leefloon, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen aantal OCMW steuntrekkers 305 11.318 aantal steuntrekkende niet-eu'ers 184 5.866 Totaal inwoners in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 860 26.316 Totaal inwoners met niet EU nationaliteit in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 436 11.481 Bron: OCMW, Antwerpen Percentages inwoners met leefloon / equivalent leefloon in de bevolking (algemeen en nationaliteit niet EU), 2015

Evolutie percentages inwoners met leefloon / equivalent leefloon in de bevolking (algemeen en nationaliteit niet EU)

2.1.2 Leefloon en equivalent leefloon naar nationaliteit In deze paragraaf gaan we verder in op het verband tussen nationaliteit en het gebruik van het leefloon en equivalent leefloon. Inwoners met leefloon / equivalent leefloon volgens nationaliteit, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Totaal inwoners met Belgische nationaliteit in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 362 12.945 Totaal inwoners met nationaliteit West-Europa in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 36 987 Totaal inwoners met nationaliteit Zuid-Europa in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 8 335 Totaal inwoners met nationaliteit Oost-Europa in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 93 1.543 Totaal inwoners met nationaliteit West-Azië in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 105 3.199 Totaal inwoners met nationaliteit Noord-Afrika in een gezin met leefloon /equivalent leefloon 35 1.140 Bron: OCMW, Antwerpen Aandeel inwoners met leefloon / equivalent leefloon per nationaliteit, 2015 Evolutie aandeel inwoners met leefloon / equivalent leefloon per nationaliteit

2.1.3 Leefloon en equivalent leefloon naar gezinstype In deze paragraaf gaan we verder in op het verband tussen de gezinssituatie en het gebruik van het leefloon en equivalent leefloon. Inwoners met leefloon / equivalent leefloon volgens gezinstype, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Totaal alleenstaanden met leefloon /equivalent leefloon 193 9.812 Totaal inwoners in een eenoudergezin met leefloon /equivalent leefloon 280 6.908 Totaal inwoners in een gezin met samenwonend koppel zonder kinderen met leefloon/equivalent leefloon 129 3.209 Totaal inwoners in een gezin met samenwonend koppel met kinderen met leefloon /equivalent leefloon 258 6.371 Bron: OCMW, Antwerpen Aandeel inwoners met leefloon / equivalent leefloon per gezinstype, 2015 Evolutie aandeel inwoners met leefloon / equivalent leefloon per gezinstype

2.1.4 Andere vormen van financiële steun Naast een leefloon of equivalent leefloon kan een persoon bijkomend beroep doen op alternatieve vormen van steun: Toelage: het OCMW kent een aantal toelagen toe, zoals de huurtoelage, verwarmingstoelage, onderhoudsgeld,... Bijstand bij uitgaven: voor tal van uitgaven verleent het OCMW financiële bijstand: voor medische uitgaven, energiefactuur, huishuurwaarborg,... Waarborg: het gaat hier o.a. over warme maaltijden, voedselpakketten, verhuizingen, medische waarborg,... Aantal inwoners met een andere vorm van OCMW-steun, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal inwoners in een gezin dat een toelage ontvangt van het OCMW 138 3.663 Aantal inwoners in een gezin dat bijstand voor uitgaven ontvangt van het OCMW 439 15.638 Aantal inwoners in een gezin dat een waarborg ontvangt van het OCMW 395 13.622 Bron: OCMW, Antwerpen Aandeel inwoners met een andere vorm van OCMW-steun, 2015 Evolutie aandeel inwoners met een andere vorm van OCMW-steun

2.2 Vervangingsinkomens 65-plussers Personen op pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar of ouder) die niet voldoende pensioenrechten hebben opgebouwd of over onvoldoende inkomsten beschikken, hebben in de meeste gevallen - recht op een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (GIB) of inkomensgarantie voor ouderen (IGO). In uitzonderlijke gevallen of tijdelijk - in afwachting van een aanvraag voor een Inkomensgarantie voor Ouderen - kan door het OCMW een leefloon worden uitbetaald. Alle onderstaande cijfergegevens in 2.2 omvatten telkens zowel de personen die een GIB, IGO of OCMW-leefloon ontvangen. Inwoners (65+) met een vervangingsinkomen (IGO, GIB of LL) volgens geslacht, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal mannelijke 65-plussers met een vervangingsinkomen 90 2.590 Aantal vrouwelijke 65-plussers met een vervangingsinkomen 147 4.594 Aantal 65-plussers met een vervangingsinkomen 237 7.195 Bron: Intermutualistisch Agentschap Percentage inwoners (65+) met een vervangingsinkomen (IGO, GIB of LL) volgens geslacht, 2015 Evolutie percentage inwoners (65+) met een vervangingsinkomen (IGO, GIB of LL) volgens geslacht

3. Onderwijs Onderwijs speelt een belangrijke rol in de toekomstige maatschappelijke positie van een individu. Hier worden enkele indicatoren getoond die een beeld schetsen van kwetsbare jongeren in het onderwijs. Dit doen we enerzijds aan de hand van de schoolde vertraging, anderzijds door de indicatoren van het gelijke onderwijskansendecreet te bekijken. De gegevens over onderwijs zijn afkomstig van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs. Cijfers betreffen steeds de tellingen die op 1 februari worden uitgevoerd; dit betekent dat cijfers voor 2011 deze zijn voor het schooljaar 2010-2011. Het gaat het steeds over inwoners van Antwerpen, ongeacht waar zij naar school gaan. Dus ook Antwerpenaren die buiten de stad naar school gaan, zitten in deze cijfers vervat. Echter leerlingen van buiten Antwerpen die in de stad naar school gaan, zijn hier niet opgenomen. De cijfers zijn dus zeker niet het aantal leerlingen die naar een Antwerpse school gaan. Deze cijfers kunt u wel opvragen in het thema Leerlingenstromen op de buurtmonitor. 3.1. Schoolse vertraging Schoolse vertraging is een indicator van een moeilijke schoolloopbaan. Leerlingen met een moeilijke schoolloopbaan lopen een grotere kans om in armoede terecht te komen. Hierbij moet wel onderlijnd worden dat niet elke leerling die schoolse vertraging oploopt of die een moeilijke schoolloopbaan kent ook daadwerkelijk in de armoede terecht komt. Aantal leerlingen met schoolse vertraging, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal leerlingen gewoon lager onderwijs met schoolse vertraging 455 7.465 Aantal leerlingen gewoon lager onderwijs met meer dan 1 jaar schoolse vertraging 52 923 Aantal leerlingen gewoon voltijds secundair onderwijs met schoolse vertraging 789 14.756 Aantal leerlingen gewoon voltijds secundair onderwijs met meer dan 1 jaar schoolse vertraging 241 4.511 Bron: Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer Aandeel leerlingen met schoolse vertraging, 2015

Evolutie aandeel leerlingen met schoolse vertraging

3.2. GOK-indicatoren Het GOK-decreet wil uitsluiting, sociale scheiding en discriminatie tegengaan en heeft daarom speciale aandacht voor kinderen uit kansarme milieus. Op die manier wil men alle kinderen dezelfde optimale mogelijkheden bieden om te leren en zich te ontwikkelen. In het kader van Gelijke Onderwijskansen (GOK) worden gegevens over de thuissituatie van kinderen verzameld. Deze cijfers brengen in kaart hoeveel kinderen tot kansengroepen behoren en waar ze naar school gaan. Op basis van die gegevens worden scholen ondersteund in de begeleiding van de kinderen. De verzamelde gegevens zijn: 4 socio-economische indicatoren: De ouders behoren tot de rondtrekkende bevolking De moeder is niet in het bezit van een diploma hoger secundair onderwijs De leerling wordt tijdelijk of permanent buiten het eigen gezinsleven opgenomen Het gezin heeft recht op een schooltoelage (vanaf 2010-2011) en 1 culturele indicator: De thuistaal is niet het Nederlands Indicatorleerlingen zijn leerlingen met een laagopgeleide moeder of leerlingen die een schooltoelage ontvangen. De data en figuren hieronder opgelijst hebben betrekking op het basisonderwijs. Voor het secundair onderwijs hebben we voorlopig geen GOK-criteria voorhanden. Hieronder wordt weergegeven hoeveel kinderen voldoen aan enkele GOK-criteria. Een leerling kan aan meerdere criteria voldoen. Klik op het criterium om te zien wat de precieze defintie is. Aantal GOK-leerlingen naar subindicator, 2015 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Aantal indicator-leerlingen basisonderwijs 2.462 36.491 Aantal leerlingen met thuistaal niet Nederlands 1.684 26.287 Aantal leerlingen met laag opgeleide moeder 1.860 26.950 Aantal thuisloze leerlingen 6 272 Aantal leerlingen uit trekkende bevolking 160 861 Aantal leerlingen met schooltoelage 1.838 26.107 Aantal leerlingen basisonderwijs (GOK-telling) 3.156 60.475 Bron: Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, Afdeling Begroting en Gegevensbeheer, GOK-tellingen Aandeel GOK-leerlingen naar subindicator t.o.v. het totaal aantal leerlingen, 2015

Evolutie aandeel indicatorleerlingen Evolutie aandeel leerlingen met thuistaal niet Nederlands

Evolutie aandeel leerlingen met laagopgeleide moeder Evolutie aandeel leerlingen met schooltoelage

4. Werk Om het risico op armoede te bepalen is de positie op de arbeidsmarkt een traditionele indicator. Wie werk heeft, heeft een veel lager armoederisico dan wie werkloos of inactief is. We bekijken in deze paragraaf de mate waarin mensen werk hebben en de werkloosheid. 4.1. Werkzaamheid We bekijken de mate waarin de mensen werken via de werkszaamheidsgraad. Dit is de verhouding van de werkenden van 18 t.e.m. 64 jaar t.o.v. de bevolking van 18 t.e.m. 64 jaar. De gegevens zijn afkomstig van de Kruispuntbank Sociale Zekerheid. Evolutie werkzaamheidsgraad Werkzaamheidsgraad naar leeftijd, 2012

4.2. Werkloosheid Om de werklozen in kaart te brengen, gebruiken we gegevens over niet werkende werkzoekenden van de VDAB. We bekijken de werkloosheid naar een aantal demografische kenmerken, werkloosheidsduur en scholing. Evolutie aantal niet werkende werkzoekenden Geïndexeerde evolutie aantal niet werkende werkzoekenden

De werkloosheidsdruk is de verhouding tussen de werklozen (niet werkende werkzoekenden) van 18 t.e.m. 64 jaar en de bevolking van 18 t.e.m. 64 jaar. Opgelet: dit is niet hetzelfde als de werkloosheidsgraad. Dat is het aantal werklozen gedeeld door de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is dat deel van de bevolking van 18 t.e.m. 64 jaar dat ofwel werkt, ofwel werkzoekend is. De werkloosheidsgraad is niet opgenomen in dit rapport. In onderstaande figuur wordt de werkloosheidsdruk weergegeven naar geslacht, leeftijd en herkomst. Herkomst wordt bepaald op basis van huidige en eerste nationaliteit. In de figuur wijst een rood/blauw bolletje op een ratio die slechter scoort dan deze van de stad, een groen/paars wijst op een betere score. Werkloosheidsdruk naar geslacht, leeftijd en herkomst, 2016 Verdeling niet werkende werkzoekenden volgens werkloosheidsduur, 2016

In onderstaande figuur wordt het aandeel langdurig werklozen ten opzichte van het totaal aantal werklozen bestudeerd. Dit zegt dus niet noodzakelijk iets over de evolutie van het totaal aantal langdurig werklozen. Evolutie aandeel niet werkende werkzoekenden die langer dan 1 jaar werkloos zijn Verdeling niet werkende werkzoekenden volgens opleidingsniveau, 2016

In onderstaande figuur wordt het aandeel kortgeschoolde werklozen ten opzichte van het totaal aantal werklozen bestudeerd. Dit zegt dus niet noodzakelijk iets over de evolutie van het totaal aantal langdurig werklozen. Evolutie aandeel kortgeschoolde niet werkende werkzoekenden

5. Low work intensity Individuen die zich in een huishouden bevinden waar weinig of geen betaalde arbeid verricht wordt, hebben significant meer kans om zich in een situatie van inkomensarmoede of het ontberen van alledaagse consumptiegoederen te bevinden dan huishoudens waar (quasi) iedereen voltijds aan de slag is (Eurostat, 2010). Het aandeel quasi-baanloze gezinnen wordt gemeten aan de hand van de arbeidsintensiteit op huishoudniveau of de Work Intensity at household level (WI). De werkintensiteit wordt op jaarlijkse basis berekend. Voor elke maand gaat men het arbeidsvolume van alle gezinsleden op arbeidsleeftijd (in dit geval 18-59 jaar uitgezonderd studenten tussen 18 en 24 jaar) na en zet men dit af tegen de potentiële arbeidsprestaties op gezinsniveau (in het geval alle gezinsleden op arbeidsleeftijd een jaar lang voltijds zouden werken). Indien de gezinsleden gezamenlijk minder dan 20% (WI is kleiner dan 0,2) van de potentiële werktijd aan de slag waren, dan worden ze als armoederisicogroep beschouwd. In de analyses worden volgende categorieen van lage arbeidsintensiteit opgenomen: WI is kleiner dan 20%: huishouden waar de gezinsleden gezamelijk minder dan 20% van de potentiële werktijd aan de slag zijn WI=0: huishouden waar de gezinsleden niet werken, jobless households. Een paar opmerkingen: De work intensity of arbeidsintensiteit wordt berekend op niveau van het huishouden. Wanneer cijfers op individueel niveau weergegeven worden, gaat het over het aantal individuen residerend in een huishouden met een lage arbeidsintensiteit. Het betreft inwoners tussen 0 en 60 jaar. Het betreft private huishoudens. Collectieve huishoudens (bvb. instellingen als rust- en verzorgingstehuizen, ziekenhuizen, gevangenissen en kloostergemeenschappen) worden niet in de analyses opgenomen. Etniciteit wordt cascadegewijs bepaald op basis van 1/eerste nationaliteit van de vader, 2/eerste nationaliteit van de moeder, 3/eerste nationaliteit van het individu en 4/huidige nationaliteit van het individu. In onderstaande tabellen en figuren wordt per categorie het aantal/aandeel individuen weergegeven enerzijds in een gezin met een arbeidsintensiteit lager dan 20% en anderzijds in een gezin waar niemand werkt (jobless households of WI=0). Aantal inwoners in een gezin met low working intensity (LWI) -20% naar leeftijd, herkomst en gezinspositie, 2012 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Inwoners (0-60j) in een huishouden met WI<20% 3.350 87.074 Min 18-jarigen in een huishouden met WI<20% 1.117 24.503 Autochtone Belgen in een huishouden met WI<20% 816 23.001 Noord-West-Europeanen in een huishouden met WI<20% 217 8.481 Zuid-Europeanen in een huishouden met WI<20% 93 2.582 Oost-Europeanen in een huishouden met WI<20% 79 2.867 Maghreb en Midden Oosten in een huishouden met WI<20% 1.254 27.269 Rest herkomst in een huishouden met WI<20% 888 22.568 Alleenstaanden in een huishouden met WI<20% 629 24.141 Samenwonenden zonder kinderen in een huishouden met WI<20% 305 7.667 Samenwonenden met kinderen in een huishouden met WI<20% 640 13.840 Alleenstaande ouders in een huishouden met WI<20% 211 5.570 Bron: Kruispuntbank Sociale Zekerheid Aandeel inwoners in een gezin met low working intensity (LWI) -20% naar leeftijd, herkomst en gezinspositie, 2012

Aantal inwoners in een gezin met low working intensity (LWI) 0% naar leeftijd, herkomst en gezinspositie, 2012 Wijk Deurne Noord Stad Antwerpen Inwoners (0-60j) in een huishouden met WI=0 1.947 56.665 Min 18-jarigen in een huishouden met WI=0 593 14.506 Autochtone Belgen in een huishouden met WI=0 570 16.975 Noord-West-Europeanen in een huishouden met WI=0 108 5.539 Zuid-Europeanen in een huishouden met WI=0 46 1.573 Oost-Europeanen in een huishouden met WI=0 54 1.807 Maghreb en Midden Oosten in een huishouden met WI=0 617 15.703 Rest herkomst in een huishouden met WI=0 549 14.908 Alleenstaanden in een huishouden met WI=0 481 19.550 Samenwonenden zonder kinderen in een huishouden met WI=0 203 5.375 Samenwonenden met kinderen in een huishouden met WI=0 303 6.942 Alleenstaande ouders in een huishouden met WI=0 143 3.931 Bron: Kruispuntbank Sociale Zekerheid Aandeel inwoners in een gezin met low working intensity (LWI) -20% naar leeftijd, herkomst en gezinspositie, 2012

6. Kansarmoede-index De Studiedienst ontwikkelde een index die de kansarmoede meet op buurtniveau. Zij maakt het mogelijk om de graad van kansarmoede te vergelijken tussen gebieden en in de tijd. Let wel, het geeft echter geen idee van het absoluut aantal mensen dat in armoede leeft. Het is een schaal die een waarden kan behalen van 0 tot 10, waarbij 0 staat voor geen kansarmoede en waarbij 10 staat voor een zeer hoge graad van kansarmoede. De index is samengesteld uit volgende 3 indicatoren: De verhouding langdurig niet werkende werkzoekenden tussen 18 en 64 jaar t.o.v. de bevolking tussen 18 en 64 jaar De verhouding OCMW-steuntrekkers tussen 18 en 64 jaar t.o.v. bevolking tussen 18 en 64 jaar Het aandeel belastingsplichtigen met een netto belastbaar inkomen lager dan 10.000 euro (geïndexeerd) t.o.v. het totaal aantal belastingsplichtigen. De berekening gebeurt als volgt: de buurten worden per indicator in 11 klassen onderverdeeld. Iedere klasse krijgt een score van 0 tot 10 (0 voor de eerste klasse, 1 voor de tweede klasse,..., 10 voor de laatste klasse). Daarbij staat 10 voor de hoogste graad van kansarmoede. Vervolgens wordt per buurt het gemiddelde van deze scores genomen. Om een score van verschillende buurten samen te nemen, of om de score van wijken, postzones etc. te berekenen, maken we het naar bevolking gewogen gemiddelde van deze scores. Als een buurt met score 7 en 100 inwoners wordt opgeteld bij een buurt met score 8 en 1000 inwoners, is het resultaat dus 7,91. Bij deze index horen enkele bemerkingen: Een eerste bemerking betreft het feit dat de grens tussen arm en niet arm hier arbitrair is: de kansarmoede-index is een schaal van de minst arme buurten binnen de stad tot de meest arme buurten van de stad. Er is echter geen enkel objectief criterium om aan te geven waar de scheidslijn ligt tussen kansarme en nietkansarme buurten. Ten tweede wordt hier aan elke indicator een gelijk gewicht gegeven. Ten derde werden in deze index enkel indicatoren opgenomen die rechtstreeks met armoede te maken hebben. In tegenstelling tot de vorige DSP kansarmoede index werden indicatoren zoals aantal sociale woningen en aantal vreemdelingen hier niet opgenomen. Een laatste belangrijke bemerking betreft het feit dat we hier op het buurtniveau werken. Het zijn de buurten die de kenmerken toegewezen krijgen. De kenmerken zelf hebben echter betrekking op personen of individuen (werkloosheid, gezinsinkomens, ). Men moet zich hier dus behoeden voor de zogenaamde ecologische fout. Dat wil zeggen dat de verbanden die op het niveau van een buurt opgaan niet noodzakelijk opgaan op het niveau van de individuen. Met andere woorden: wanneer een buurt een hoge graad werklozen, OCMW-steuntrekkers en lage inkomens telt, wil dat niet noodzakelijk zeggen dat de individuen die in deze buurt wonen én werkloos zijn, én een OCMW-uitkering ontvangen én een laag inkomen hebben zijn. Omgekeerd wil het dus ook zeggen dat er in niet kansarme buurten, geen personen wonen die weldegelijk kansarm zijn. De overlappingen van problemen op het niveau van een buurt komen niet noodzakelijk overeen met een opeenstapeling van problemen op het niveau van de individuen. Kansarmoede-index, 2015

Evolutie kansarmoede-index