De bekering van Vlaanderen (Deel 2: ) Frankische koning, Roomse keizer

Vergelijkbare documenten
Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.1 Leenheren en leenmannen ( ) ( ) Plundering Rome door Alarik in 410, tekening uit de 20 e eeuw

TIJD VAN MONNIKEN EN RIDDERS. 732: Karel Martel verslaat de Arabieren bij Poitiers

Het Frankische rijk. Bedreigd door de islam. Monniken en Ridders

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon. les 1: Wie waren de graven van Loon

Karel de Grote Koning van het Frankische Rijk

Toetsvragen Geschiedenis Toelatingstoets Pabo. Tijdvak 3 Toetsvragen

Uiteenzetting Geschiedenis Aantekeningen Hoofdstuk 3

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

Tijd van monniken en ridders ( n. Chr.) 3.3 Christendom in Europa. De verspreiding van het christendom in geheel Europa.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis 3.3 het christendom in Europa de islam in Europa + antwoorden Leerdoelen

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

DE VROEGE MIDDELEEUWEN ( )

Karel de Grote en het feodale stelsel. Rilana Kuiters. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Info plus Het leenstelsel

Romeinen. Romeinen. Germanen

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

Verspreiding christendom vmbo12

Tijd van Grieken en Romeinen. 2.4 De late oudheid. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

TIJDLIJN VAN DE MIDDELEEUWEN TIJDLIJN

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

De bekering van Vlaanderen (Deel 1: )

Ontdekking. Dorestad teruggevonden

Hendrik I van Brabant: Leuven, ca Keulen, 5 september 1235

Holland 1000 jaar geleden. Meer weten? Klik hier

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Oudenburg in het Brugse Ommeland

Verspreiding christendom vmbo12

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, De Romeinse Erfenis

Paragraaf 1 t/m 13 6/7 en 11 minder belangrijk. Hoofdstuk 3: De Middeleeuwen

Tijd van Grieken en Romeinen. Romeinen. Romeinen. 1. Invallen door Germaanse stammen

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Toelichting beelden tijdbalk Argus Clou Geschiedenis groep 7

DE VOLLE MIDDELEEUWEN ( )

23 oktober 2011 Daguitstap regio Oudenaarde

De klassieke tijdlijn

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Staatsvorming hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Johanna van Constantinopel: tussen 1194 en 1200 Marquette, 5 december 1244

3. Door de kruistochten werden de wegen naar het Oosten weer bekend en werd

In het oude Rome De stad Rome

Feodalisme hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Dagboek Sebastiaan Matte

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

Het christendom. : *nog een hoofdstad *de christenen werden belangrijker in Europa *het kloosterleven *begrippen

Het Rijk wordt in tweeën gesplitst om de volgende reden, waardoor het verval intrad:

TERRACOTTALEGER HET. & De erfenis van de eeuwige Keizer van China EXPO > PEDAGOGISCH DOSSIER JAAR LUIK GUILLEMINS TGV STATION

Kopstukken: Constantijn de Grote I. Prof.dr. L.V. Rutgers

Nu'ge bouwwerken Realis5sche beeldhouwkunst Schilderkunst met perspec5ef Veel mozaïek Vereren van de keizer Afname geloof in goden Toename geloof in

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Willem II van Holland:?, februari Hoogwoud, 28 januari 1256

Verslag Geschiedenis Hoofdstuk 3 - vragen en antwoorden

Heeft God Zijn kinderen feesttijden gegeven?

Boudewijn met de IJzeren Arm schaakt Judith

Altena. Middeleeuwen. In de. Werkblad

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon

Archeologen vinden bijzondere geldschat bij zuidelijke muur in Jeruzalem

Robert van Thorote: Thourotte, begin 13e eeuw Fosses, 16 oktober 1246

in Brussel? In de 14 de eeuw bestond België nog niet.

Naam: FLORIS DE VIJFDE

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.


Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

6 Stefanus gevangengenomen

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 3: Van Mohammed tot Karel de Grote

Hoe reageerde de mensen in Israël op de overwinning op de Filistijnen?

Koptische, Gotische, Armeense, Ethiopische en Syrische vertaling

Even herhalen. democratie. militaire dril. slimme list. Gwijde van Dampierre. Leliaerts Guldensporenslag

Mensen en Regels. Hoofdstuk 1B5

GULDENSPORENSLAG 1302

Middeleeuwen. door: Joshua Murray Vogelenzang groep

Lodewijk II van Nevers: Nevers, ± 1304 Slag bij Crécy, 26 augustus 1346

Lesschema 2 graad t.g.v. 500 jaar Koninklijke Sint Sebastiaansgilde Essen

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Ridder Hendrik van Norch en familie.

het boek Daniël seizoen in de school van God in het vuur oorlog en vrede

Deel 5: Romeinse Rijk Project: Bij de Gallo- Romeinen in de vicus Tienen. HB pg

DINGEN DIE JE MOET WETEN

Kastelen in Nederland

Tijd van monniken en ridders ( ) 3.2 Hofstelsel en horigen. ( )

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor?

Journal of Nobility Studies

Frederik Smekens Vak:Godsdienst Opdracht: de 7 deugden in het Christendom

Keizer Frederik III: Innsbruck, 21 september Linz, 19 augustus 1493

1 Belangrijk in deze periode

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 en 4

Opdrachtenblad leerlingen

Transcriptie:

De bekering van Vlaanderen (Deel 2: 751-987) Frankische koning, Roomse keizer

De stamboom van de Pipiniden. Pipijn I, de Oudste is ook gekend als Pipijn van Landen, terwijl zijn kleinzoon, Pipijn II, de Middelste, ook bekend staat onder de naam Pipijn van Herstal. Vanaf de late zevende eeuw slaagde één van dergelijke families erin om macht te concentreren ten nadele van haar concurrenten én de koningen van de deelrijken: de familie van de Pipiniden. Ze heette zo omdat, volgens aloude Germaanse traditie, de naam Pipijn van vader op zoon werd overgeleverd. Hun grote kans kwam in 751. In Rome werd de paus bedreigd door een opdringende Germaanse stam, de Langobarden. De paus vond steun bij een gretige Pipijn III, de Korte. Die had flink wat gezag uitgebouwd op de roem van zijn vader, Karel Martel, die in 732 nabij Poitiers de inval van de islam in Zuid-Europa had tegengehouden. Pipijn III pleegde in 751 een staatsgreep, sloot de laatste koning van de Merovingische dynastie in een klooster op, en werd door de paus tot koning gezalfd. Zo werd zijn gezag gelegitimeerd. Zo begon de dynastie der Pipiniden of der Karolingen, genoemd naar de meest beroemde van haar leden, Karel de Grote. Pipijn III en zijn zoon Karel konden hun Frankische rijk uitbreiden tot aan de Elbe en de Pyreneeën. Ze traden ook op als beschermheren over Rome. In 800 liet Karel zich tot keizer van het Romeinse rijk kronen, een verre maar heel ambitieuze herinnering aan de glorieuze Oudheid.

De troon van keizer Karel de Grote in de Paltskapel in Aken getuigt van de grootheidswaanzin van de keizer. Hij zit op een eerste verdieping. Een trapje dichter bij God dan het gewone volk. Deze marmeren troon is een kopie van het origineel. Dat slaat natuurlijk allemaal op de grote Europese politiek en onze gewesten komen daarin niet rechtstreeks aan bod. Wel hadden de Karolingen hier grote domeinen en twee van de Pipijns waren afkomstig uit onze streken. Zo is de stamvader van de Pipijns (Pipijn I, de Oude) ook gekend onder de naam Pipijn van Landen. Ook Herstal was een gegeerd verblijf en de Ardense wouden een uitverkoren jachtgebied. Pipijn II, de Middelste, kleinzoon van Pipijn van Landen, stond ook bekend onder de naam Pipijn van Herstal. Karel bouwde Aken uit tot de hoofdstad van zijn grote rijk, een nieuw Rome. Voor de nog bestaande paltskapel (zie foto hierboven) stonden beroemde Byzantijnse voorbeelden uit Ravenna en Constantinopel model.

Leenstelsel steekt de kop op

Detail van het schrijn van keizer Karel de Grote uitgevoerd in verguld zilver en opgesmukt met vele halfedelstenen. Het pronkstuk staat in de schatkamer van de Dom van Aken. Karel de Grote en zijn zoon Lodewijk de Vrome hadden een bestuursprogramma dat zich inspireerde op de christelijke Oudheid: een billijk bestuur en een vorst met verantwoording bij God over de rechtvaardige uitoefening van zijn zending. Die ideologie werd onderbouwd door theologen. Het traditionele mondelinge stamrecht konden ze niet opzij schuiven, maar ze slaagden er wel in om op eigen initiatief wetten af te kondigen. Aan het hoofd van de gouwen werden ambtenaren met een controlefunctie aangesteld. Ze voerden de titel van graaf. Met die titel werden later; bij de opkomst van het leenstelsel, ook regionale heersers aangeduid, zoals Boudewijn I de IJzeren in Vlaandergouw. Helaas konden deze ambitieuze bestuurshervormingen nauwelijks worden waargemaakt. Al in de Merovingische tijd was de voorraad edel metaal geslonken, en konden munten maar in beperkte aantallen geslagen worden. Ambtelijke en militaire verplichtingen kon de koning haast enkel vergoeden met gronden, zowat de enige vorm van zijn rijkdom. Deze duur betaalde aanhankelijkheid maakte de koning erg kwetsbaar. De feodaliteit of het leenstelsel diende zich aan. Het wegschenken van domeinen om de trouw van grote heren af te kopen, leidde op termijn tot de uitputting van de beschikbare koninklijke domeinen en versterkte de macht van die heren. Goddelijke zalving en ideologie werden ingehaald door de realiteit van macht en rijkdom. Die evolutie tekende de interne zwakte van het Frankische rijk. Erger nog, het rijk kende geen abstracte staatsidee naar Romeins model. De Germaanse traditie waarbij bezit, ook koninkrijken zelf, in gelijke delen onder de zonen werden verdeeld, bleef nog lang belangrijk. Dat betekende dat elke gebiedsuitbreiding in een volgende generatie door dynastiek toeval ongedaan kon worden gemaakt.

Deze miniatuur uit de negende eeuw stelt Lodewijk de Vrome voor als verdediger van het kruis. De letters in rasterpatroon vormen verzen. Zo gebeurde na de dood van Lodwijk de Vrome. In 843 werd het beroemde Verdrag van Verdun gesloten onder zijn drie zonen. Het Frankische rijk werd verdeeld in West-Francië, met Karel de Kale (de latere schoonvader van Boudewijn I) aan het hoofd, Oost-Francië, en het zogenaamde Middenrijk. In het eerste herkent men de vormen van het latere Frankrijk, in het tweede die van Duitsland. Het Middenrijk, het belangrijkste en daarom ook toegewezen aan de oudste zoon Lotharius I, liep van Friesland tot Midden-Italië. Het omvatte de hoofdsteden Aken en Rome, en langsheen die as waren de contacten tussen Noord- en Zuid-Europa ook concreet het gemakkelijkst. In 855 werd dat Middenrijk echter opnieuw in drie verdeeld, weer als gevolg van dynastiek toeval. Toen ontstond een noordelijk rijk van Friesland tot de Jura. Sinds 843 wonnen onze gewesten aan territoriaal belang. De Schelde en de Boven-Maas werden in 855 de scheiding tussen West-Francië en het Middenrijk. Een rijksgrens dus, en dat betekent dat gemeenschappelijke cultuurkarakteristieken dwars op die grens staan. De taalgrens bijvoorbeeld, een stabiele lijn van west naar oost. Beïnvloeding is er ook aan weerskanten van de Kanaal- en Noordzeekust. In het oudste Nederlands zijn duidelijke sporen van Saksische invloed, terwijl het in de Maasvallei aansluit bij het Rijn-Frankisch. De Schelde zou tot in de zestiende eeuw de officiële grens blijven tussen Frankrijk en Duitsland. Dat belette het graafschap Vlaanderen niet om met één voet op Franse en met de andere op Duitse bodem te staan. Een groeiend solidariteitsgevoel van de landsheerlijkheden, plus de dynastieke belangen van Bourgondiërs en Habsburgers leidden tot de vorming van de XVII Provinciën, de Nederlanden dus, die zich aan die oude grens niet stoorden. Het paleis van Karel de Kale in Petegem In een oorkonde van 864 wordt Petegem voor het eerst vernoemd. Koning Karel de Kale was dan op bezoek in wat één van zijn verblijfplaatsen moet zijn geweest. Hij kwam wellicht inspecteren hoe het zat met de aanleg van een prille verdedigingslinie tegen de Vikingen langsheen de Schelde. Als die immers stroomafwaarts al Antwerpen en Gent voorbijgevaren waren, kwamen ze gemakkelijk terecht in stroomopwaarts gelegen gebied, met steden als Doornik en Kamerijk. Dat waren oude Romeinse steden die als bisschopszetel nog enige welstand ten toon spreidden en een gretige buit vormden.

De opgravingen te Petegem brachten de resten van een paleis aan het licht, erg rudimentair naar onze normen, gerieflijk naar die van de tijd. De opgravingen zijn later weer toegedekt en bevinden zich nu onder een fraai gazon. Zo was er onder meer een verwarmingssysteem aangelegd in het paleis, waarbij warme lucht onder de vloer werd verspreid. Verder was er de 'kamer' (het privé-vertrek van de vorst), een 'aula' (de officiële ontvangstruimte) en een kapel. Later moet als gevolg van de feodale verbrokkeling het domein in handen gekomen zijn van de adellijke familie 'van Petegem', een van de meest aanzienlijke van het graafschap Vlaanderen. Karolingische Renaissance De Karolingische tijd is een zeer gespleten periode. De ambitie van de heersende dynastie om zich met Byzantium te meten, was bijzonder groot. Een mooi voorbeeld daarvan is de cultuurbeweging bekend als Karolingische Renaissance. Renaissance duidt op een bewust terugkijken en tegelijk opkijken naar de Oudheid. Het was op alle vlakken een zeer elitaire bedoening, zowel in de bestuursideologie en -praktijk, als in de kunst en cultuur. Zo werd een nieuw schrifttype ingevoerd, de zogenaamde Karolingische minuskel. Dat moest een einde maken aan de grote waaier van moeilijk leesbare lettersystemen. Uit de abdijen van onze gewesten bleven schitterende handschriften bewaard met indrukwekkende miniaturen. Het nieuwe schrift vergrootte de leesbaarheid en de kwaliteit van de afschriften die van die teksten werden gemaakt. Ook nam de communicatiesnelheid en de correctheid van geschriften toe.

Eenzelfde verwarring bestond in het gebruik van een al aanzienlijk verwaterd Latijn, dé geleerde taal bij uitstek. Een meer klassieke vorm werd voortaan in geschriften gebruikt, en dat gold eigenlijk in heel Europa tot in de late Middeleeuwen en zelfs nadien. Naast deze aandacht voor de klassieke erfenis had Karel de Grote, die zelf de grootste moeite met schrijven had, belangstelling voor de Germaanse traditie. Zo liet hij de verhalen uit die sfeer optekenen. Ze bleven jammer genoeg niet bewaard. De mooiste realisatie op het gebied van de bouwkunst was de paltskapel te Aken. Schitterende materialen ondersteunden een ingewikkelde symboliek... maar de materialen waren afkomstig van Romeinse resten in Italië. Zelf bestond de vaardigheid niet meer om iets van die kwaliteit te verwezenlijken. Bouwen was dus meteen roofbouw op het antieke Rome. Het leenstelsel krijgt vaste vorm Schoolplaat door Edmond Van Offel met een voorstelling van lijfeigenen die groeten als hun heer langsrijdt. Het leenstelsel was gegroeid uit de oude traditie van trouw van een vazal aan een heer, een clanleider, die dan voor bescherming zorgde. De heer betaalde bepaalde diensten met geld, en bij gebrek daaraan met landerijen. Hij die domeinen kreeg en trouw zwoer was de 'leenman'; hij die gaf de 'leenheer'.

Leenmannen probeerden - en met succes - deze in vruchtgebruik gekregen goederen erfelijk te maken. Deze lenen ontsnapten in bijna alle gevallen aan de controle van de leenheren. Leenmannen werkten in toenemende mate 'voor eigen rekening'. Het mooiste en een van de vroegste voorbeelden is juist dat van de kleine landheer en ambtenaar Boudewijn met de IJzeren Arm in de jaren 860. Die gouwgraaf uit het Brugse slaagde erin om door de roof van Judith, de dochter van de koning van West-Francië (Karel de Kale), van deze laatste nog andere gouwen af te pingelen: de pagus Aardenburg, wellicht ook de pagus Gent. Deze uitbreiding zou een aanzet zijn voor de succesvolle expansie van het graafschap Vlaanderen, dat honderd jaar later zuidwaarts tot aan de Somme zou reiken en nog een eeuw nadien oostwaarts tot aan de Dender. De Noormannen komen!

Met vlugge snekken voeren de Vikingen de inhammen aan de kust binnen. Op deze zeil- en roeiboten stonden vervaarlijke drakarkoppen waarvan dit exemplaar uit de negende eeuw bij Zele in de Schelde is opgevist. De Annales Vedastini (jaarboeken van de Sint-Vaastabdij, bij Atrecht) beschrijven jaar na jaar, maar heel kort en selectief, de gebeurtenissen in het Frankische Rijk tijdens het laatste kwart van de negende eeuw. De monnik uit het klooster die de kroniek bijhield, vertelt hoe hij in 880 met eigen ogen een aanval van de Noormannen had gezien. ''Abt Gozlinus en het leger dat bij hem was besloot tegen de Noormannen ten strijde te trekken. Ze zonden aan hen die aan de overkant van de Schelde woonden een boodschap om op een vaste dag samen te komen, zo dat de enen van hieruit, de anderen van daaruit hen zouden verdelgen. Maar de afloop was niet zoals verhoopt. Niets van wat ze deden liep voorspoedig af, en ze konden maar nauwelijks ontsnappen door schandelijk op de vlucht te slaan. Velen van hen werden gevangen genomen en gedood. De angst en het beven dat de Noormannen verspreidden kwam neer op de inwoners van het land. Uitgelaten over hun overwinning stopten zij niet om dag en nacht kerken in brand te steken en het christelijke volk aan hun juk te onderwerpen. Toen sloegen alle monniken, kanunniken en nonnen, van tussen Schelde en Somme, en van over de Schelde met de relieken van de heiligen op de vlucht, wat ook hun leeftijd of status was. Die Denen spaarden niemand, ook niet wie al van leeftijd was, maar zetten alles te vuur en te zwaard. Gozlinus en zij die bij hem waren zagen dat ze geen weerstand konden bieden. Begin oktober werd het leger ontbonden en ieder keerde naar zijn thuis terug. De Noormannen of Denen echter verwisselden van standplaats en in de maand november bouwden ze in Kortrijk een kamp om er te overwinteren... Een gulzige vlam verteerde het hele land'. Frans of Duits? Ten oosten van de Schelde lag Lotharingen, zelf een afsplitsing van het Middenrijk, in 925 onder de controle van de Duitse koningen gekomen. Later verbrokkelde het gebied nog meer in Neder- en Opper-Lotharingen. Uit Neder-Lotharingen ontstonden later een reeks landsheerlijkheden: het graafschap Leuven, dat nadien hertogdom Brabant werd, en in de verdere geschiedenis van onze gewesten de grote concurrent van Vlaanderen zou worden. In het oosten ontwikkelde zich langzaam een landsheerlijkheid onder het bestuur van een bisschop: het prinsbisdom Luik.

Een vegeelde postkaart van het Steen in Antwerpen, ooit gebouwd als verdediging van de Schelde. Tot voor kort was het in gebruik als Nationaal Scheepvaartmuseum. De strijd tussen Vlaanderen en Neder-Lotharingen, en ruimer tussen de Franse en de Duitse koningen, leidde tot de oprichting van versterkte burchten langsheen de Schelde rond 970. Drie ervan zijn bekend: Antwerpen, Ename (bij Oudenaarde) en Valenciennes, maar ongetwijfeld lagen er daar nog kleinere tussen, gecontroleerd door feodale heren van lagere rang. Sporen van de Antwerpse versterking zijn nog gedeeltelijk bewaard nabij het Steen. Versterkingen aan de Schelde en andere rivieren, hoe primitief ook, moesten voordien ook de Vikingen tegenhouden. Karel de Grote had in Gent zelfs een heuse vloot gebouwd om hen te bestrijden. Hij kwam zelf de werf inspecteren.

Kaart van de invallen van de Vikingen in onze streken in de periode 810-892. De verkenningstochten van de Vikingen brachten hen tot op de oevers van Canada en via Rusland ook tot in Constantinopel. In onze contreien voeren ze vooral de mondingen van de rivieren op, op zoek naar buit. De historische verslagen uit die tijd, wijzen vooral op hun verwoestingen, zeer vaak met de nodige overdrijvingen. Men kan niet om de haverklap een nederzetting compleet platbranden en beroven; zoveel welstand was er nu ook weer niet. Wellicht had hun komst een gemengde bedoeling, vooral om handel te drijven en als dat niet lukte, dan maar plunderen. Die plunderingen hebben trouwens een nieuw elan gegeven aan de handel op lange afstand en dus van circulatie van rijkdommen. Zo werden verschillende muntschatten uit het Middellandse-Zeegebied opgegraven en de uit abdijen geroofde gouden voorwerpen kregen in versmolten vorm zeker een nieuwe bestemming.

Aan het einde van de negende eeuw telde de kustlijn van Frans-Vlaanderen tot Zeeuws-Vlaanderen een reeks versterkingen, waarschijnlijk gebouwd door de graaf van Vlaanderen. De typische cirkelvormige structuur van deze burchten blijft onder meer in het stadsplan van Veurne bewaard. Stinkend rijke abdijen De belangrijkste bisschopskerken lagen, zoals gezegd, buiten het gebied dat we nu Vlaanderen noemen. Sinds de hervormingen van de Karolingen volgden de meest toonaangevende abdijen de Regel van Benedictus: Sint-Baafs en Sint-Pieters te Gent, de Sint-Trudoabdij in Sint-Truiden. De rijkdommen van deze abdijen, met duizenden, zoniet tienduizenden hectaren grond, staken vaak de ogen uit van de feodale heren. De controle over een abdij verwerven was een geschikt middel om de eigen financiële tekorten te dekken. Zo wisten de graven van Vlaanderen hun kas te spijzen als 'lekenabten' van een rist abdijen. Dat 'lekenabt' heeft steevast een negatieve bijklank, maar vaak waren zij het die de monniken tot een strengere levensregel aanporden. Bekend bleef de steun van de graven aan de hervormer Geraard van Brogne in de tiende eeuw. Oppervlakkige religiositeit Stoeten en feesten ontstonden in de negentiende eeuw als romantische terugblik op een glorieus middeleeuws verleden. Zo evoceerden de inwoners van Sint-Truiden in 1893 met praalwagens hun heilige Trudo en de abdij die hij had gesticht.

Onder de Merovingen waren al bekeringsactiviteiten begonnen en die werden onder de Karolingen voortgezet. Missionarissen trokken zelfs verder Duitsland in. Een klooster te Torhout was een draaischijf van waaruit men uitzwermde. De goede bedoelingen van vele missionarissen ten spijt bleef de kerstening echter nog vele eeuwen niet meer dan een laagje vernis. Tempels waren natuurlijk gesloopt, maar plekken van heidense devotie zoals bomen of bronnen, werden gewoon door het christendom hergebruikt. Het bleef nog verscheidene eeuwen een religie gebaseerd op heidense rituelen. De controle op het hart en op de gedachte zou pas lang nadien een kans krijgen. Zelfs in de vrome heiligenlevens die van koningen of prinsessen werden geschreven is dat externe aspect geaccentueerd. Boze geesten en getover zijn nog alom tegenwoordig. Over de gewone man en zijn nog veel primitievere religie hoort men eigenlijk nooit. Ons beeld van die tijd is dat van een kleine, rijke en superieure elite die de troosteloze armoede van de gewone man nauwelijks onderkende.