B&W.nr.: 08.0136, d.d. 19 februari 2008 B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp ondertekening huurintentieverklaring CWI Behoudens advies van de commissie BESLUITEN 1. akkoord te gaan met de ondertekening van de huurintentieverklaring met het CWI voor huisvesting van het Bedrijfsverzamelgebouw voor Werk en Inkomen in het voormalig belastingkantoor, Stationsplein 7 te Leiden; 2. nader overleg voeren met het CWI omtrent het aangaan van de huurovereenkomst, waarvoor een eerste concept is gemaakt. Samenvatting Het college is akkoord gegaan met de ondertekening van de huurintentieverklaring met het CWI voor huisvesting van het Bedrijfsverzamelgebouw voor Werk en Inkomen in het voormalig belastingkantoor aan het Stationsplein 7 te Leiden.
(CONCEPT) HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE ONDERGETEKENDEN De gemeente Leiden, Stadhuisplein 1 te Leiden, hierbij vertegenwoordigd door de heer @@@@, h hierna te noemen 'verhuurder', En Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), gevestigd te Amsterdam aan de Naritaweg (1043 BP), hierbij rechtsgeldig vertegenwoordigd door @@@@@ hierna te noemen 'huurder', ZIJN OVEREENGEKOMEN Het gehuurde, bestemming 1.1 Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder een gedeelte van de bedrijfsruimte, hierna 'het gehuurde' genoemd, gelegen aan het Stationsplein 7 (2312 AJ) te Leiden kadastraal bekend Gemeente Leiden sectie L nummer 2278 gedeeltelijk, welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op de als bijlagen bij deze overeenkomst gevoegde en daarvan deeluitmakende door partijen geparafeerde tekening en een door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering, waarin wordt aangegeven welke installaties en andere voorzieningen wel, en welke installaties en andere voorzieningen niet, tot het gehuurde behoren en waarin tevens een beschrijving van de staat van het gehuurde wordt gegeven, eventueel aangevuld met door partijen geparafeerde foto s. 1.2 Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als kantoorruimte ten behoeve van de uitvoering van haar taken. 1.3 Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestem-ming aan het gehuurde te geven dan omschreven in 1.2. 1.4 De hoogst toelaatbare belasting van de vloeren van het gehuurde bedraagt
Voorwaarden 2.1 Van deze overeenkomst maken deel uit de ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE' en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230A BW, gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Den Haag op 11 juli 2003 en aldaar ingeschreven onder nummer 72/2003, hierna te noemen 'algemene bepalingen'. De inhoud van deze algemene bepalingen is partijen bekend. Huurder en verhuurder hebben een exemplaar van de algemene bepalingen ontvangen. 2.2 De algemene bepalingen waarnaar in 2.1 wordt verwezen, zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken of toepassing daarvan ten aanzien van het gehuurde niet mogelijk is. Duur, verlenging en opzegging 3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van 5 jaar, ingaande op 1 april 2008 en lopende tot en met 31 maart 2013.. 3.2 Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van 5 jaar, derhalve tot en met 31 maart 2018.. Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 5 jaar. 3.3 Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van een huurperiode met inachtneming van een termijn van tenminste één jaar. 3.4 Opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot of per aangetekend schrijven. Huurprijs, omzetbelasting, huurprijsaanpassing, betalingsverplichting, betaalperiode 4.1 De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis zegge: 4.2 Partijen komen overeen dat verhuurder geen omzetbelasting over de huurprijs in rekening brengt. Indien géén met omzetbelasting belaste verhuur wordt overeengekomen is huurder naast de huurprijs een afzonderlijke vergoeding aan verhuurder verschuldigd, ter compensatie van het nadeel dat verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt dan wel zal lijden, omdat de omzetbelasting op de investeringen en exploitatiekosten van verhuurder niet (meer) aftrekbaar zijn. Het gestelde in 19.1 t/m 19.9 algemene bepalingen is dan niet van toepassing. 4.3 Indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen maken huurder en verhuurder gebruik van de mogelijkheid om op grond van Mededeling 45, besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571, af te zien van het indienen van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Huurder verklaart door ondertekening van de huurovereenkomst mede ten behoeve van de rechtsopvolger(s) van verhuurder, dat hij het gehuurde blijvend gebruikt of blijvend laat gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van omzetbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat. 4.4 Het boekjaar van huurder loopt van tot en met 4.5 De huurprijs wordt jaarlijks per voor het eerst met ingang van aangepast overeenkomstig 9.1. t/m 9.4 algemene bepalingen. 4.6 De vergoeding die huurder verschuldigd is voor door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten wordt bepaald overeenkomstig 16 algemene bepalingen. Op deze vergoeding wordt een systeem van voorschotbetalingen met latere verrekening toegepast, zoals daar is aangegeven. 4.7.1 De betalingsverplichting van huurder bestaat uit:
de huurprijs; - de afzonderlijke vergoeding indien geen met omzetbelasting belaste verhuur is overeengekomen - de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen; - het voorschot op de vergoeding voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting; - - 4.7.2 Huurder is geen omzetbelasting meer over de huurprijs verschuldigd indien het gehuurde niet langer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen. Als dat het geval is, komen de in 19.3.a algemene bepalingen bedoelde vergoedingen voor de omzetbelasting in de plaats en wordt de in 19.3.a sub I bedoelde vergoeding bij voorbaat vastgesteld op..% van de actuele huurprijs. 4.8. Per betaalperiode van 3 kalendermaand(en) bedraagt bij aanvang van de huurovereenkomst: - de huurprijs - de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting of - de afzonderlijke vergoeding als genoemd in 4.2 indien geen met omzetbelaste verhuur wordt overeengekomen of de in 4.7.2. genoemde vergoeding(en) indien niet meer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen - het voorschot op de vergoeding voor door of vanwege verhuurder verzorgde bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting - - totaal zegge: 4.9 Met het oog op de datum van ingang van de huur, heeft de eerste betaling van huurder betrekking op de periode van 1 april 2008 tot en met 30 juni 2008 en is het over deze eerste periode verschuldigde bedrag. Dit bedrag is inclusief omzetbelasting, ook wat de omzetbelasting over de huurprijs betreft, doch alleen als huurder omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd is. Huurder zal dit bedrag voldoen vóór of op uiterlijk 1 april 2008.. 4.10 De uit hoofde van deze huurovereenkomst door huurder aan verhuurder te verrichten periodieke betalingen als weergegeven in 4.8 zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro s en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betalingen betrekking hebben volledig zijn voldaan. 4.11 Tenzij anders vermeld, luiden alle bedragen in deze huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende algemene bepalingen exclusief omzetbelasting. Leveringen en diensten 5. Als door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten komen partijen overeen -
- - Bankgarantie 6. Het in 12.1 algemene bepalingen bedoelde bedrag van de bankgarantie wordt bij deze tussen partijen vastgesteld op éénmaal de jaarhuur zegge:. Beheerder 7.1 Totdat verhuurder anders meedeelt, treedt als beheerder op de gemeente Leiden, afdeling @@@@, doorkiesnummer 071 - @@@@@. 7.2 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, dient huurder zich voor wat betreft de inhoud en alle verdere aangelegenheden betreffende deze huurovereenkomst met de beheerder te verstaan. Bijzondere bepalingen 8. Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud. plaats datum plaats datum...... (handtekening verhuurder) (handtekening huurder)
Bijlagen: 1) - algemene bepalingen - tekening van de gehuurde bedrijfsruimte - proces-verbaal van oplevering - bankgarantie - - - Afzonderlijke handtekening(en) van huurder(s) voor de ontvangst van een eigen exemplaar van de ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW als genoemd in 2.1. Handtekening huurder(s): 1
HUURINTENTIEVERKLARING De ondergetekenden: Centrale organisatie werk en inkomen (CWI), gevestigd te (1043 BP) Amsterdam en kantoorhoudende aan de Naritaweg 1, in deze vertegenwoordigd door de heer Drs. C. Franke, lid Raad van Bestuur, hierna te noemen huurder en Gemeente Leiden, gevestigd te Leiden en kantoorhoudende aan Stadhuisplein 1 (2311 EJ), in deze vertegenwoordigt door de heer Drs. H.J.J. Lenferink, Burgemeester, hierna te noemen verhuurder hierna gezamenlijk te noemen: partijen Overwegende: o o o o o dat op 1 januari 2002 de Wet Structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) in werking is getreden; dat ter uitvoering van de Wet Suwi de diensten van CWI, UWV en de Gemeentelijke Sociale Dienst, zullen worden samengebracht in een bedrijfsverzamelgebouw (BVG); dat Gemeente Leiden eigenaar/verhuurder is van het pand te Leiden aan het Stationsplein 7 en CWI in het kader van de BVG-vorming een deel hiervan wenst te huren; dat CWI bij de ontwikkeling van het BVG de belangen behartigt van UWV; dat partijen de afspraken omtrent ontwikkeling en realisatie van het BVG en de mogelijk door hen te sluiten huurovereenkomst in de onderhavige huurintentieverklaring vast wensen te leggen; Verklaren het hierna volgende te zijn overeengekomen: Artikel 1 Intentie 1. Partijen stellen zich ten doel om te komen tot de ontwikkeling en realisatie van een BVG te Leiden aan het Stationsplein 7 en het sluiten van een huurovereenkomst. Partijen zullen nadere afspraken maken over het tijdstip van ingebruikname en een eventuele huurvrije periode. 2. Partijen komen overeen dat de locatie, zoals beschreven in artikel 2, uiterlijk 30 september 2008 beschikbaar zal zijn. Artikel 2 Locatie 1. Het BVG beschikt minimaal over totaal 1425 m2 VVO. 2. De hierna weergegeven ruimteverdeling is in beginsel als volgt: Gemeenschappelijke ruimten: 75 m² VVO Gemeente: 325 m2 VVO, frontoffice CWI: 850 m2 VVO, beursvloer, frontoffice en backoffice. UWV: 100 m2 VVO, frontoffice Overig (derden): 75 m2 VVO Bovengenoemde aantallen zijn gebaseerd op de huidige behoeften van de afzonderlijke partijen en zullen te zijner tijd nader worden vastgesteld. Vaststelling vindt plaats op basis van NEN 2580 en vastlegging in de vorm van een meetcertificaat, dat als bijlage onderdeel zal vormen van de
beoogde huurovereenkomst. Het BVG wordt primair op de parterre van het gebouw Stationsplein 7 gehuisvest met een mogelijke overloop naar de 1 e verdieping. 3. Het BVG beschikt over een fietsenstalling met 50 plaatsen en over parkeerplaatsen, voor gehandicapte bezoekers en medewerkers. 4. Het BVG voldoet aan de ter zake gestelde eisen voortvloeiend uit het bouwbesluit en overige toepasselijke wet- en regelgeving en wordt zodanig opgeleverd dat voor verdere afwerking en inrichting geen bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden meer benodigd zijn (oplevering casco plus ). 5. Het BVG wordt kaal met een geëgaliseerde vloer opgeleverd en bevat tenminste de volgende voorzieningen: aansluiting waterleiding en riolering aansluiting elektra (230 Volt installatie) ventilatie-, koel- en verwarmingsinstallatie databekabeling voorzieningen plafondsysteem regelbare (werkplek)verlichting volgens ARBO-norm noodverlichting brandmeldinstallatie beveiligings- c.q. toegangscontrolesysteem sanitaire ruimten buitenzonwering 6. De nadere precisering en/of indeling van bovengenoemde voorzieningen, en eventueel extra door huurder gewenste voorzieningen, vindt in onderling overleg plaats. 7. Huurder draagt voor eigen rekening en risico zorg voor de inrichting van het gehuurde. Artikel 3 Voorwaarden Partijen zullen zich gezamenlijk inspannen om te komen tot de realisatie van het BVG en totstandkoming van de huurovereenkomst, met inachtneming van in ieder geval het navolgende: a. het BVG dient te voldoen aan de eisen zoals beschreven in de dienstverleningsovereenkomst d.d. 23 mei 2005, en waarin huurder met UWV en GSD de onderlinge samenwerking heeft vastgelegd en voor zover relevant de daaruit voortvloeiende huisvestingseisen; b. toetsing van de locatie aan het Centraal Programma van Eisen (CPVE) CWI, versie 1 d.d. 8 october 2002. Huurder kan onderdelen van dit document wijzigen indien sprake is veranderde inzichten binnen CWI c.q. gewijzigde wetgeving; c. de haalbaarheidsrapportage uitgevoerd door CWI d.d. 23 mei 2007. Artikel 4 Uitgangspunten huurovereenkomst 1. Een huurovereenkomst komt pas tot stand na een schriftelijk besluit tot goedkeuring van de Raad van Bestuur van CWI. Schriftelijke vastlegging van de huurovereenkomst geschiedt conform de door CWI aangepaste modelhuurovereenkomst kantoorruimte ROZ 2003. 2. Partijen streven naar een maximale flexibiliteit in de huurovereenkomst, zodat invulling kan worden gegeven aan de marktgerichte groei- en krimpscenario s. 3. Huurder opteert voor een huurtermijn van vijf jaar wat betreft de huurondergrens, met een optie tot verlenging van vijf jaar. De marktconforme huurprijs bedraagt (prijspeil 1 januari 2008) maximaal 140,00 per m2 VVO en maximaal 1.000,00 per parkeerplaats, vrij van BTW. Huurder baseert
zich wat betreft de marktconformiteit op de Inventarisatie huurprijsranges marktconforme kantoorgebouwen. 4. De voornoemde huurprijzen worden niet verhoogd met een toeslag ter compensatie van de niet verrekenbare BTW over de koopsom, dit gezien het gebouw waar het BVG Leiden voorzien is gehuisvest te worden, ouder is dan tien jaren en als zodanig buiten de compensabele BTW valt. 5. Indexering van de huurprijs vindt jaarlijks plaats overeenkomstig de indexering van het Centraal Bureau voor de Statistiek, voor het eerst 12 maanden na de huuringangsdatum. 6. Partijen zullen afzonderlijke bepalingen opstellen inzake de door huurder te gebruiken gemeenschappelijke voorzieningen (zoals vergaderruimten, kantine en receptie etc.), waarbij het gebruik naar rato van het aantal gehuurde m2 VVO zal worden vastgesteld. 7. De huurders van het BVG zullen, indien van toepassing, een afzonderlijke dienstverleningsovereenkomst opstellen omtrent de door of namens de verhuurder te leveren facilitaire diensten, met inachtneming van de Europese richtlijn voor het plaatsen van overheidsopdrachten en vigerende raamovereenkomsten die ter zake door huurder zijn afgesloten. De door of namens verhuurder te leveren diensten zijn aantoonbaar concurrerend en marktconform qua prijs en kwaliteitsniveau. Artikel 5 Looptijd en beëindiging Deze intentieverklaring treedt in werking onmiddellijk na ondertekening door partijen en eindigt van rechtswege: a. indien partijen uiterlijk op 30 juni 2008 niet tot overeenstemming komen over de voorwaarden tot realisatie van het BVG of de voorwaarden van de huurovereenkomst of in geval de planontwikkeling te veel afwijkt van de door partijen opgestelde voorwaarden en uitgangspunten; b. indien zich onvoorziene omstandigheden voordoen, waaronder in ieder geval begrepen politieke besluitvorming, die van dien aard zijn dat partijen elkaar redelijkerwijs niet aan deze intentieverklaring kunnen houden; c. door ondertekening van de huurovereenkomst. Artikel 6 Algemeen 1. Partijen dragen ieder de eigen kosten verbonden aan (de voorbereiding en opstelling van) de intentieverklaring en de daaruit voortvloeiende overeenkomst(en). Indien, ondanks voldoende inspanningen van partijen om tot overeenstemming te komen, geen huurovereenkomst tot stand komt, zullen partijen over en weer aan elkaar geen kosten verschuldigd zijn en evenmin andere verplichtingen jegens elkaar hebben. 2. Kennisgevingen die partijen op grond van deze intentieverklaring aan elkaar zullen doen, vinden schriftelijk of per fax plaats door daartoe bevoegde vertegenwoordigers van partijen. Mondelinge mededelingen, toezeggingen of afspraken hebben geen rechtskracht, tenzij deze schriftelijk door daartoe bevoegde vertegenwoordigers van partijen zijn bevestigd. 3. Elk geschil betreffende de totstandkoming, de uitleg of de uitvoering van deze intentieverklaring alsmede elk ander geschil ter zake van of in verband met deze verklaring, zal ter beslechting aan de bevoegde rechter te Amsterdam worden voorgelegd. Aldus overeengekomen en in tweevoud getekend te, Amsterdam,.. Leiden,..
Centrale organisatie werk en inkomen Gemeente Leiden Drs. C. Franke Lid Raad van Bestuur Drs. H.J.J. Lenferink Burgemeester