CZO Opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg Projectgroep CZO Accreditatie Opleidingen Ambulancezorg Nederland



Vergelijkbare documenten
De opleiding tot verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Opleidingseisen van de opleiding tot verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg

DESKUNDIGHEIDSGEBIED EN EINDTERMEN AMBULANCEVERPLEEGKUNDIGE

De beschrijving van het deskundigheidsgebied van de ambulanceverpleegkundige is ontleend aan het functieprofiel ambulanceverpleegkundige.

Ambulanceverpleegkundige

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

1.4. De kinderverpleegkundige organiseert en coördineert de verpleegkundige zorg rond het zieke kind.

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Verzamelen en interpreteren van gegevens

De eindtermen van de opleiding tot recovery verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Samenwerken aan Zorgcoördinatie

Ambulancezorg in Nederland

Toelichting De kerncompetentie vakinhoudelijk handelen vormt de rode draad van elke leerweg. De andere kerncompetenties zijn daarbij ondersteunend.

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Staat van vaste activa Financiering deelnemende gemeenten Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV

: Verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg

Functieprofiel doktersassistent(e)

Deskundigheidsgebied en Eindtermen van de opleiding tot Endoscopieverpleegkundige

DESKUNDIGHEIDSGEBIED BACHELOR MEDISCHE HULPVERLENING

Er ligt een visie/onderwijsmethodiek ten grondslag aan de uitwerking van de opleiding

Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg

Procedure Wijziging Acute Zorgaanbod Brabant 20 juni 2013

Highlights Ambulances in-zicht 2011

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Competentieprofiel van de genetisch consulent

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

De opleiding tot dialyseverpleegkundige. De context

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot dialyse verpleegkundige

SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

Referentielijst 2013 Nota Verantwoorde Ambulancezorg

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care kinderverpleegkundige

Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde

Managementsamenvatting

Samenhang. GHOR Zuid-Holland Zuid. uw veiligheid, onze zorg

Tijd Doel Werkvorm Benodigdheden

Dispatcher MKA. schaal 7, max bruto per maand op fulltime basis

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Body of Knowledge. Kwalificatiedossier Verpleegkundige mbo. Werkversie /12 Verpleegkundige mbo v0.1

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

TUSSENPROFIEL VAN DE HUISARTS IN OPLEIDING. Jaar 1. Versie 2

De 6 Friesland College-competenties.

Deskundigheidsgebied en Eindtermen

In de praktijk wat kan, op school wat moet

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

Assisteren bij Sport en Recreatie

Bas Leerink. Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Functionele omschrijving van de voedingsprofessional BeweegKuur

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

De opleiding tot recoveryverpleegkundige 1. De context

Hoe voorspellend is MKA triage voor A1 en A2?

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Grootschalige Geneeskundige Bijstand Geneeskundige hulpverlening bij grote incidenten

OPLEIDING SPOEDEISENDE HULP VERPLEEGKUNDIGE

SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS

ZEKERHEID EN PERSPECTIEF

Intensivecareverpleegkundigen werken op de afdeling Intensive Care, intensivecarekinderverpleegkundigen

PROFESSIONEEL STATUUT AERREA B.V.

Competentieprofiel van de opleider CHVG

Inzet centralist op de Meldkamer voor Ambulancezorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Keuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137

Uniform Begrippenkader Ambulancezorg

Toetsingskader Toezicht op zorgnetwerken rond cliënten in de thuissituatie

LANDELIJK ADVIES SCHOLINGSPROGRAMMA ZORGAMBULANCE- PROFESSIONALS

Gedragsindicatoren HBOV cohort

Visie op verpleegkundige professionaliteit

Uniform Begrippenkader Ambulancezorg

1. Introductie vragenlijst

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk

Beschrijving Functiegebied Medisch Management binnen de ambulancezorg

Specificaties. Medewerker maatschappelijke zorg. Verdieping doelgroepen

De omschreven werkvelden waarin de genetisch consulent werkzaam is, zijn: - oncogenetica; - cardiogenetica;

Zorg coördinatie in Kansen voor gemeenschappelijk triage, afgestemde uitgifte en coördinatie van zorg

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Bestuurlijke afspraken patiëntveiligheid ambulancezorg

Intern. Extern. En indien nodig met: Rolbeschrijving Zorgconsulent Palliatieve Zorg

De opleiding tot spoedeisendehulpverpleegkundige. De context

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Nota van toelichting. Algemeen

FUNCTIEFAMILIE 1.2 Klantenadviserend (externe klanten)

Zorginnovaties en technologie

Opleidingseisen van de opleiding tot ambulanceverpleegkundige

CONVENANT. SLOTERVAART ZIEKENHUIS VEILIGHEIDSREGIO Amsterdam-Amstelland SAMENWERKINGSAFSPRAKEN VOOR RAMPEN EN CRISES

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

Transcriptie:

10-04-2013 DESKUNDIGHEIDSGEBIED EN EINDTERMEN OPLEIDING VERPLEEGKUNDIG CENTRALIST MELDKAMER AMBULANCEZORG CZO Opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg Projectgroep CZO Accreditatie Opleidingen Ambulancezorg Nederland

Inleiding deskundigheidsgebied en eindtermen opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg (CZO) Deskundigheidsgebied verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg Eindtermen opleiding verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg Leden Projectgroep Dhr. Drs. A.J.H.M. Kurvers, voorzitter Dhr. W.J.G.G. Gruijters, secretaris, programmamanager Ambulancezorg Nederland Mevr. L.E.J. van der Roest, MSc, secretaris, programmamanager Ambulancezorg Nederland Mevr. E. van Aperloo, verpleegkundig centralist Meldkamer Ambulancezorg Dhr. R. Ars, V&VN-Ambulancezorg Dhr. Drs. R.J.A.M. Brendel, Academie voor Ambulancezorg Dhr. Drs. C.J.W. Desserjer, Vereniging van Branche- opleidingsinstituten Gezondheidszorg Dhr. Dr. M. Honigh, Ambulancezorg Nederland Dhr. S.S. Schoemaker, V&VN- Ambulancezorg Dhr. Drs. R. de Vos, Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg Dhr. Drs. J.P. Versluis, MBA, Academie voor Ambulancezorg 1

Inleiding deskundigheidsgebied en eindtermen opleiding verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg (CZO) 1. Introductie De beschrijving van het deskundigheidsgebied van de Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg is ontleend aan het functieprofiel verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg. Het begrip competentie verwijst naar het vermogen om bepaalde taken uit te kunnen voeren en de daarbij optredende beroeps specifieke vraagstukken of problemen op te lossen binnen een beroeps specifieke context. Onder competentie wordt verstaan: Een persoonlijke bekwaamheid die gevormd wordt door een combinatie van kennis, vaardigheden en attitude die nodig is om in een bepaalde taak- of werksituatie adequaat, effectief en efficiënt te handelen. Voor de verpleegkundig centralist geeft het profiel richting aan de door de student te behalen en het door de opleiding te toetsen kwalificatieniveau als beginnend beroepsbeoefenaar. Om te bezien of de verpleegkundig centralist verantwoord kan worden ingezet, zijn de antwoorden op de volgende vragen van belang: - is de benodigde theoretische kennis aanwezig; - is er voldoende inzicht om de samenhang te begrijpen tussen het uitvoeren van de taken en de context waarbinnen de taken worden uitgevoerd; - zijn de praktische vaardigheden aanwezig en worden deze op peil gehouden? In de documenten Deskundigheidsgebied Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg en Eindtermen opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg worden het deskundigheidsgebied en de taakgebieden met competenties van de verpleegkundig centralist beschreven. De beschrijving voldoet aan de voorwaarden van het College Zorgopleidingen (CZO). 2. Taakgebieden van de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg Binnen het domein van medische hulp- en dienstverlening hebben verpleegkundig centralisten een eigen deskundigheid waarmee zij zich onderscheiden van andere zorgverleners. De professionaliteit van de verpleegkundig centralist is gebaseerd op de specifieke combinatie van kennis, kunde, attitude en specifieke persoonskenmerken die nodig zijn om te functioneren volgens de professionele standaard. De professionaliteit omvat niet alleen de telefonische triage en zorgtoewijzing aan de zorgvrager, maar ook het functioneren als verpleegkundig centralist binnen een organisatie, de ontwikkeling van het beroep en de eigen professionele ontwikkeling, ofwel de competentiegebieden. 1

In het competentieprofiel wordt voor de formulering en de indeling van de eindtermen gebruik gemaakt van de CanMEDS-taakgebieden. Het functioneren van de verpleegkundig centralist wordt beschreven in eindtermen volgens de CZO methodiek en wordt verdeeld in de volgende taakgebieden: 1. Vakinhoudelijk handelen 2. Communicatie 3. Samenwerking 4. Kennis en wetenschap 5. Maatschappelijk handelen 6. Organisatie 7. Professionaliteit 2.1 Taakgebied: Vakinhoudelijk handelen Vakinhoudelijk handelen is het centrale taakgebied van de verpleegkundig centralist. Binnen dit taakgebied combineert de verpleegkundig centralist competenties uit alle taakgebieden. Hij maakt gebruik van wetenschappelijke kennis, van vaardigheden en heeft een professionele houding om binnen het deskundigheidsgebied patiëntgericht te functioneren. Binnen het competentiegebied verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg vallen al die taken die direct te maken hebben met het professioneel handelen van de verpleegkundig centralist in relatie tot de zorgvragers. De kerntaken van de verpleegkundig centralist liggen zowel binnen het gebied van intake, indicatiestelling en zorgtoewijzing, als binnen het specifieke gebied van zorgkennis en deskundigheid in afstemming en overleg met ketenzorg partners waarbij de verpleegkundig centralist kennis dient te hebben van het door gezondheidswerkers gehanteerde begrippenkader. Binnen dit taakgebied zijn de volgende taakgebieden te onderscheiden: - door toepassing van de DABC-systematiek een beeld vormen van de mogelijke aanwezigheid van een (acute) zorgvraag; - door middel van een systematische verzameling van gegevens een beeld vormen van de zorgvrager, van diens fysieke, sociale en geestelijke conditie en van zijn uitgangssituatie betreffende gezondheid en bestaan; - plannen van de zorg en stellen van prioriteiten betreffende urgentie en zorgtoewijzing; - uitvoeren van het vervolgtraject op basis van de urgentie-uitkomst. 2.2 Taakgebied: Communicatie Binnen het taakgebied communicatie draagt de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg zorg voor een effectieve communicatie en interactie met zorgvragers, met patiënten en andere betrokkenen. De verpleegkundig centralist bouwt daartoe een effectieve (intake) relatie op met de zorgvrager en met andere hulpverleners en past communicatietechnieken en middelen doelgericht toe. 2

2.3 Taakgebied: Samenwerken Binnen het taakgebied samenwerken werkt de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg met anderen samen om optimale patiëntenzorg te realiseren. De verpleegkundig centralist past daarbij samenwerkingsvaardigheden doelgericht toe en draagt bij aan een effectieve interdisciplinaire en multidisciplinaire samenwerking en ketenzorg. De verpleegkundig centralist handelt doelgericht op basis van actueel inzicht in de expertise van andere zorgverleners en verwijst daar waar nodig. 2.4 Taakgebied: Kennis en Wetenschap De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg onderbouwt de zorg op wetenschappelijk verantwoorde wijze en bevordert de ontwikkeling en implementatie van vakkennis. De principes van evidence-based practice vormen hierbij de kern. 2.5 Taakgebied: Maatschappelijk handelen Binnen het taakgebied maatschappelijk handelen maakt de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg op een verantwoorde manier gebruik van zijn deskundigheid en invloed om de gezondheid en het welzijn van patiënten te bevorderen. De verpleegkundig centralist levert een bijdrage aan de maatschappelijke erkenning en legitimatie van het beroep. Kern is het maatschappelijk verantwoord uitoefenen van het beroep en het optimaliseren van de ambulancezorg. 2.6 Taakgebied: Organisatie Werken in en vanuit de Regionale Ambulance Voorziening (R AV) omvat de taken die een verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg vervult ten behoeve van de RAV waar vanuit ambulancezorg wordt verleend. Hij vertaalt nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied naar de zorgverlening binnen de eigen RAV. De verpleegkundig centralist heeft in het kader van kwaliteitszorg als taak de ambulancezorg te optimaliseren en de veiligheid van de patiënt te waarborgen. 2.7 Taakgebied: Professionaliteit Het taakgebied professionaliteit omvat het hanteren, bevorderen en onderhouden van de vakbekwaamheid. Reflectie op de eigen competenties is hierbij een essentiële vaardigheid. Belangrijke taak is het optimaliseren van het persoonlijk functioneren als verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg op de zes verschillende taakgebieden. Optimaliseren van het persoonlijk functioneren als verpleegkundig centralist vereist een hoge mate van vakbekwaamheid in de integratie van vakinhoudelijke deskundigheid, communicatieve vaardigheid, interdisciplinaire samenwerking binnen de keten van zorg, ontwikkeling van vakkennis en van maatschappelijke versterking van het beroep binnen de specifieke context van het domein ambulancezorg. 3

Deskundigheidsgebied Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg Context De Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg (VCMKA) werkt binnen de sector ambulancezorg. Ambulancezorg is de zorg die beroepsmatig wordt geboden om een patiënt binnen het kader van zijn aandoening of letsel hulp te verlenen en waar nodig adequaat te vervoeren met inachtneming van datgene wat op grond van algemeen beschikbare medische en verpleegkundige kennis vereist is, dan wel de patiënt te verwijzen naar een andere zorgverlener. Ambulancezorg omvat het gehele proces van intake, indicatiestelling, urgentiebepaling, meldersinstructie, zorgtoewijzing, zorg ter plaatse, vervoer, behandeling en verzorging onderweg tot en met overdracht van de patiënt in het ziekenhuis. Het hoofddoel van ambulancezorg is het behalen van individuele gezondheidswinst op basis van de zorgbehoefte van de individuele patiënt. Ambulancezorg heeft zich in de afgelopen 15 jaar ontwikkeld van een sector gericht op vervoer, tot een sector gericht op (ac ute) zorg. De dagelijkse activiteiten van ambulancezorg bestaan uit spoedeisende- en geplande ambulancezorg. Ambulancezorg is prehospitale (keten)zorg en is daarmee primair onderdeel van de keten van acute zorg. Daarnaast houdt ambulancezorg zich bezig met interklinisch vervoer. De ambulancezorg opereert binnen het regionale zorgnetwerk tezamen met onder meer huisartsen (-posten), ziekenhuizen, verloskundigen, geestelijke gezondheidszorg en thuiszorg. Naast onderdeel van de keten van acute zorg, is de ambulancezorg ook onderdeel van de keten van openbare orde en veiligheid. Dit speelt met name ten tijde van grootschalige evenementen, bij calamiteiten en bij rampen in het kader van de Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de Regio (GHOR). Ambulancezorg is mobiele zorg en komt naar de patiënt toe. Ambulancezorg varieert in de mate van spoed en planbaarheid. Er wordt daarom een onderscheid gemaakt tussen spoedeisende (niet-planbare) en planbare ambulancezorg. Spoedeisende ambulancezorg Bij spoedeisende zorg moet de ambulancezorg snel ter plaatse kunnen zijn. Er is intentie om zorg te verlenen én om de patiënt te vervoeren. De urgentie wordt door de Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg (VCMKA) bepaald. De situatie ter plaatse is bepa lend voor wat er vervolgens gebeurt: zorg verlenen en vervoeren, alleen zorg verlenen of geen van beide of verwijzen naar een andere zorgverlener. Spoedeisende ambulancezorg is per definitie niet planbaar. De spoedeisende zorg valt uiteen in: A1-urgentie (A1-inzet): Een spoedeisende inzet in opdracht van de centralist in geval van acute bedreiging van de vitale functies van de patiënt of in het geval dat dit gevaar pas na beoordeling door de ambulance-eenheid ter plaatse kan worden uitgesloten. De inzet wordt zo snel mogelijk uitgegeven door de centralist op de meldkamer en de ambulance-eenheid dient zo snel mogelijk ter plaatse te zijn. De ambulance maakt altijd gebruik van optische en geluidssignalen. A2-urgentie (A2-inzet): Een inzet in opdracht van de verpleegkundig centralist naar aanleiding van een zorgvraag waaruit blijkt dat er geen sprake is van direct levensgevaar, maar waarbij er wel sprake kan zijn van (ernstige) gezondheidsschade en de ambulance zo snel mogelijk ter plaatse dient te 4

zijn. De ambulance kan hierbij, onder bepaalde voorwaarden, gebruik maken van optische en geluidssignalen. Planbare ambulancezorg De planbare ambulancezorg wordt in de dagelijkse praktijk ook wel besteld vervoer genoemd. Er worden afspraken gemaakt met de patiënt, c.q. de aanvrager, over het moment waarop de ambulance aankomt bij de patiënt en waar de patiënt naar toe gebracht wordt. Bij de planbare ambulancezorg, onvoorziene situaties daargelaten, wordt altijd een patiënt vervoerd. Veelal betreft het vervoer van patiënten van, tussen en naar ziekenhuizen, andere zorginstellingen en het eigen woonadres. Evenals voor de spoedeisende ambulancezorg is er in de planbare ambulancezorg sprake van hoog- en laag complexe zorg. Het planbare ambulancevervoer heeft een B-urgentie. Een groot deel van de B-ritten is tijdsgebonden en dient binnen een afgesproken termijn te worden uitgevoerd. Patiëntencategorie De Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg heeft te maken met alle patiëntencategorieën, van alle leeftijden en met uiteenlopende gezondheidsproblemen van alle medisch specialismen. De verpleegkundig centralist heeft te maken met zorgvragers die worden geconfronteerd met acute situaties als gevolg van een ongeluk, een incident of met een acuut optredende aandoening of ziekte. De complexiteit van zorg neemt toe door een toename van het aantal oudere en chronisch zieke zorgvragers. De complexiteit van zorg wordt groter bij gelijktijdig optreden van somatische, functionele, psychische, psychiatrische en sociale problemen, bij snelle wisselingen in de gezondheidstoestand en wanneer deze problemen elkaar beïnvloeden. Omdat de levensduur van de Nederlandse bevolking toeneemt zullen ouderdomsziekten toenemen alsook de kans op het tegelijkertijd voorkomen van twee of meerdere stoornissen of aandoeningen bij een patiënt (comorbiditeit). De toenemende diversiteit aan leefstijlen (multiculturalisatie) vraagt specifieke vaardigheden van de verpleegkundig centralist om hulpvragen te verduidelijken, behoeften te onderkennen en om een passend zorgaanbod te bieden. Taakgebied Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg De Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg werkt op de meldkamer ambulancezorg (MKA). De Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg (VCMKA) vormt zich door toepassing van de DABC-systematiek een beeld van de mogelijke aanwezigheid van een (acute) zorgvraag en vervolgens door middel van een systematische verzameling van gegevens een beeld van de zorgvrager, van diens fysieke, sociale en geestelijke conditie en van zijn uitgangssituatie betreffende gezondheid en bestaan. De verpleegkundig centralist plant de zorg en stelt prioriteiten betreffende urgentie en zorgtoewijzing. De meldkamer ambulancezorg is zowel onder reguliere als onder opgeschaalde omstandigheden het loket voor aanvragen en toewijzing voor ambulancezorg. De verpleegkundig centralist is voor de meldingen die in de meldkamer ambulancezorg worden aangeboden verantwoordelijk voor het meldproces (triage 1, zorgtoewijzing, zorginstructie en coördinatie). 1 Telefonische triage is indiceren welke vorm van acute zorg moet worden geïndiceerd met welke urgentie en door wie de zorg moet worden verleend. Uitgangspunt is dat de triagist met ondersteuning van systematische triage veilige, verantwoorde en doelmatige zorg verleent. 5

Ook is de verpleegkundig centralist mede verantwoordelijk voor het coördineren van de ondersteuning door andere zorgverleners en/of hulpverleners tijdens het proces van ambulancezorg. De meldkamer ambulancezorg maakt deel uit van de zorgketen van reguliere (niet spoed) en spoedeisende medische hulpverlening (SMH) waarbij verschillende hulpverleners en organi - saties betrokken zijn: de individuele huisarts, de huisartsenpost (HAP), de eerstelijns verlos - kundige, de ambulancezorg (reguliere ambulances en specialistisch vervoer), Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ), Thuiszorg, Mobiel Medisch Team (MMT) en het ziekenhuis. Binnen de veiligheidsketen werkt de meldkamer ambulancezorg samen met de meldkamer van brandweer en/of politie tijdens incidenten en/of tijdens een opgeschaalde hulpverleningssituatie. Daarnaast vervult de meldkamer ambulancezorg een rol binnen de GHOR-keten in de opgeschaalde situatie. De deskundigheid van de verpleegkundig centralist manifesteert zich op drie kern taakgebieden: 1. Het meldproces 2 bij de Meldkamer Ambulancezorg rondom intake, het indiceren van het vervolgtraject, zorgtoewijzing en zorginstructie (aanname -triage-knipmoment-uitgiftemelderinstructie-ritopdracht-verwijzing-zelfzorgadvies); 2. De verzorging van het logistieke proces; 3. De uitvoering van afspraken en procedures in de MKA in de opgeschaalde situatie. De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg krijgt te maken met een grote diversiteit aan meldingen en melders en met een diversiteit aan context waarbinnen zorg dient te worden verleend. De verpleegkundig centralist communiceert effectief en efficiënt en stelt prioriteiten in deze diversiteit. De verpleegkundig centralist zoekt waar nodig samenwerking met ketenpartners in dit proces. Specifiek verpleegkundig zorggebied De variëteit en mogelijke complexiteit van zorgvragen die de verpleegkundig centralist ontvangt, vereist een specifieke deskundigheid die ook tijdens routinetaken alertheid vraagt. Intake, indicatiestelling en zorgtoewijzing zijn risicovolle, niet-voorbehouden handelingen. Op deze risicovolle handelingen is het wettelijk systeem betreffende voorbehouden handelingen en de overdracht daarvan van toepassing. Hiervoor is specifieke zorgkennis nodig en in voorkomende gevallen afstemming en overleg met ketenzorgpartners waarbij de verpleegkundig centralist kennis dient te hebben van het door gezondheidswerkers gehanteerde begrippenkader. Een goede en veilige zorgverlening door de verpleegkundig centralist is gebaseerd op drie componenten. Deze drie componenten; communicatie, medische kennis en logistiek inzicht zijn te onderscheiden maar nooit te scheiden. Het communicatie aspect vraagt een specifieke deskundigheid waarbij de verpleegkundig centralist door het toepassen van de juiste methodiek komt tot een objectieve indicatiestelling en zorgadvies en daardoor de juiste melderinstructie kan geven. Bijzondere aandacht vraagt de diversiteit en complexiteit van telefonische aanvragen. Daarbij maakt de verpleegkundig centralist gebruik van bij de situatie passende gesprekstechnieken die passen bij de aanvrager en bij het niveau van de communicatie. 2 Proces ambulancezorg: zorgintake en indicatie, zorgtoewijzing en coördinatie, zorgadvisering, ambulancezorgverlening, overdracht en nazorg. Uniform begrippenkader ambulancezorg, 2013. 6

De verpleegkundig centralist dient op basis van een melding te komen tot een indicatiestelling. Deze meldingen zijn in de regel gebaseerd op toestandsbeelden. Dit vereist van de verpleegkundig centralist dat zij/hij beschikt over medische kennis en inzicht in een grote diversiteit aan situaties, zodat de verkregen informatie kan worden geïnterpreteerd naar urgentie en vervolgtraject en naar melderinstructie in voor de melder begrijpelijke taal. Van de verpleegkundig centralist wordt verwacht dat hij/zij door het toepassen van dynamisch ambulancemanagement 3 voortdurend een zo groot mogelijke spreiding en beschikbaarheid van ambulancezorg in het verzorgingsgebied realiseert. Het logistieke proces dat ondersteund wordt door planningen en schema s vraagt specifieke competenties. Het vraagt van de verpleegkundig centralist een anticiperend vermogen en besluitvaardigheid om risicovolle beslissingen tijdig bij te sturen en passend te reageren wanneer dit noodzakelijk blijkt. Om het meldproces patiëntveilig te laten verlopen werkt de verpleegkundig centralist volgens professionele standaarden. Door middel van triage komt de verpleegkundig centralist tot een beeld van de zorgvrager en van diens fysieke, sociale en geestelijke conditie dat dient te leiden tot een juiste indicatiestelling voor een ritopdracht en/of alternatieve actie 4. De verpleegkundig centralist werkt volgens vastgestelde procedures en routines. Hierbij worden enerzijds de afspraken binnen de eigen organisatie en binnen de keten van acute zorg bedoeld en anderzijds de vigerende wet- en regelgeving en jurisprudentie. ICT speelt bij de ontwikkeling van de MKA een belangrijke rol. ICT biedt de verpleegkundig centralist snelheid en ondersteuning en draagt daarmee bij aan een ondersteunende multidisciplinaire samenwerking. De verpleegkundig centralist beschikt over de vaardigheden om binnen een digitale werkomgeving zijn beroep uit te oefenen. 3 Definitie dynamisch ambulancemanagement: de ambulancevoertuigen worden zodanig door de MKA gepositioneerd binnen de regio of bewegen zich zodanig door de regio, dat zij maximaal inzetbaar zijn (AZN beleidsnotitie, juni 2009). 4 Doorverwijzing naar een andere zorg- of hulpverlener, melderinstructie, zelfzorgadvies, overig. 7

Eindtermen Opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg 1. Vakinhoudelijk handelen De Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg (VCMKA) vormt zich door toepassing van de DABC-systematiek een beeld van de mogelijke aanwezigheid van een (acute) zorg - vraag en vervolgens door middel van een systematische verzameling van gegevens een beeld van de zorgvrager, van diens fysieke, sociale en geestelijke conditie en van zijn uitgangssituatie betreffende gezondheid en bestaan. handelt conform de geldende standaarden in de meldkamer ambulancezorg op onder meer medisch, technologisch, communicatief, juridisch en logistiek gebied; onderkent de symptomen die kenmerkend zijn voor een verhoogde morbiditeit en mortaliteit; hij/zij onderkent een (potentieel) vitale bedreiging van de gezondheid van de patiënt; onderkent en reageert op veranderingen in het toestandsbeeld 5 van de patiënt; bepaalt op basis van het toestandsbeeld in relatie tot de standaard van zorg, de reële zorginzet (soort en urgentie); begrijpt en gebruikt de voor de meldkamer ambulancezorg relevante medische begrippen; werkt op methodische wijze; hanteert beslismomenten tijdens het gesprek, de inzet van de ambulance, het starten van de melderinstructie, het beëindigen van het gesprek etc.; bewaakt de continuïteit van zorg. De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg plant de zorg en stelt prioriteiten betreffende urgentie en zorgtoewijzing. past dynamisch ambulancemanagement toe en handelt conform regionale afspraken; beschikt over en benut relevante geografische gegevens; zet de beschikbare zorgcapaciteit zo efficiënt en doelmatig mogelijk in; beschikt over ICT basisvaardigheden en gebruikt deze voor een optimale patiëntenzorg; maakt gebruik van planningsmodules en ondersteunende programma s. De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg voert op basis van de urgentieuitkomst het vervolgtraject uit. zet advies/instructie in; zet specialistische zorg in; stelt prioriteiten, ook in situaties waarin geen protocollen, standaarden of behandelingsvoorschriften voorhanden zijn. 5 Toestandsbeeld is de beschrijving van de actuele gezondheidssituatie door middel van protocollen en triagehulpmiddelen. 8

2. Communicatie De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg draagt zorg voor een effectieve communicatie en interactie met zorgvrager en andere betrokkenen. De verpleegkundig centralistmeldkamer ambulancezorg: bouwt een effectieve (intake)relatie op met de zorgvrager en andere hulpverleners, hierbij rekening houdend met het vermogen en autonomie van de zorgvrager, alsook met professionele normen en waarden; communiceert, informeert en overlegt met betrokken hulpverleners in de keten van (acute) zorg; maakt in uiteenlopende situaties de juiste keuze uit verschillende gesprekstechnieken en vormen; houdt de regie in het gesprek tijdens het proces van intake en zorgtoewijzing; geeft heldere en doelgerichte melderinstructie; maakt een duidelijke zorgafspraak met de zorgvrager; hanteert vooraankondiging en draagt zorg voor overdracht zo mogelijk door middel van vaste overdrachtsinstrumenten. 3. Samenwerking De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg organiseert de MKA zorg als onderdeel van de keten van de zorgverlening die de zorgvrager doorloopt en die gericht is op het welzijn van de zorgvrager en past binnen de professionele normen. De verpleegkundig centralist onderkent het belang van een goede samenwerking, afstemming en communicatie met ambulance-zorgverleners en handelt dienovereenkomstig. De verpleegkundig centralist levert een actieve bijdrage in het aangaan en onderhouden van intercollegiale en multidisciplinaire samenwerkingsrelaties (politie & brandweer). verwijst waar nodig naar andere hulpverleners; is zich bewust van de rol die hij/zij inneemt ten opzichte van zijn gesprekspartner en is in staat te schakelen tussen rollen; draagt bij aan een effectieve multidisciplinaire samenwerking en ketenzorg; hanteert zowel de rol van leider als van volger; levert effectief intercollegiaal consult, met erkenning van de eigen expertise; reflecteert op het handelen van anderen en geeft op professionele wijze feedback. 4. Kennis en wetenschap De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de functie van de verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg. levert bijdragen aan de kwaliteit(zorg) van de ambulancezorg; neemt kennis van resultaten van wetenschappelijk onderzoek en past die waar mogelijk toe in de beroepspraktijk; werkt permanent aan de ontwikkeling van zijn/haar deskundigheid en levert een bijdrage aan die van collega s; draagt bij aan intercollegiale kwaliteitszorg en legt aan beroepsgenoten verantwoording af over het eigen professioneel handelen; 9

voert scholingsactiviteiten uit (b ijvoorbeeld een klinische les) voor aankomende en/of zittende beroepsgenoten; begeleidt (junior) collega s in het kader van praktijkleren en adequaat functioneren in de organisatie. 5. Maatschappelijk handelen De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg levert een bijdrage aan de maatschappelijke erkenning en legitimatie van de functie verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg. handelt in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving; informeert over (voorwaarden voor) zorgbeleid met personen en instanties binnen en buiten de eigen organisatie; heeft kennis van sociaal-culturele verschillen in pijn- en ziektebeleving; treedt conform de beroepsstandaard op bij incidenten die de veiligheid van patiënten en/of medewerkers betreffen. 6. Organisatielidmaatschap De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg werkt effectief en doelmatig binnen de organisatie ambulancezorg en binnen de gehele keten van zorgverlening. De verpleegkundig centralist committeert zich aan de rechten en plichten als werknemer en als professional in de arbeidssituatie. De verpleegkundig centralist draagt als organisatielid bij aan de continuïteit en effectiviteit van de organisatie ambulancezorg (RAV). 7. Professionaliteit De verpleegkundig centralist meldkamer ambulancezorg zorgt voor de eigen professionele ontwikkeling. heeft inzicht in de eigen normen; maakt eigen normen ondergeschikt aan professionele standaarden; heeft een reflectieve beroepshouding, dat wil zeggen dat de verpleegkundig centralist de keuzes die hij maakt en de beslissingen die hij neemt zorgvuldig overdenkt; inhoudelijk, procesmatig en moreel; brengt de eigen beroepsontwikkeling in kaart en definieert eigen leervragen (deskundigheidsborging); levert een bijdrage aan de ontwikkeling van de professionele standaarden binnen het meldkamerproces; geeft feedback aan collega s binnen de eigen beroepsorganisatie; legt aan collega s en management verantwoording af over effectiviteit en efficiency van het eigen professioneel handelen. 10

Instroomeisen De instroomeisen zijn: De student staat in het BIG-register geregistreerd als verpleegkundige; De student heeft gedurende de opleiding een dienstverband met een Regionale Ambulance Voorziening (RAV) en is werkzaam op een meldkamer ambulancezorg; Het dienstverband met een RAV bedraagt 36 uur per week dan wel tenminste 24 uur per week onder evenredige verlenging van het praktijkdeel van de opleiding. Opleidingsduur De duur van de opleiding Verpleegkundig Centralist Meldkamer Ambulancezorg: Minimum aantal praktijkuren: 645 klokuren; Minimum aantal lesuren theorie:140 klokuren. 11