LEERKRACHTGEDEELTE ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR Omschrijving van de activiteit De leerlingen tunen een papieren schaalmodel van een auto op basis van geschreven instructies. Fase Overgang fase alfabetisering gevorderde geletterdheid Taaldoelen en leesvoorwaarden / deelvaardigheden Taaldoelen: 2 De leerlingen kunnen op beschrijvend niveau relevante informatie uit schriftelijke teksten verwerken. Concreet: de leerlingen kunnen op beschrijvend niveau vereenvoudigde instructies verwerken zodat ze een praktische opdracht goed kunnen uitvoeren. Deelvaardigheden: 10. De leerlingen hebben voldoende motorische vaardigheden. Competenties 4 Functionele competenties De lln beschikken over de nodige technische en motorische vaardigheden. Duur Lesschema Fase Organisatie Activiteit Materiaal 1 klassikaal de lln herhalen de regels voor tunen kopieerblad met de regels voor tunen 2 klassikaal individueel de lln lezen de instructies voor het tunen van een papieren schaalmodel en voeren ze uit 3 klassikaal de lln bespreken de getunede schaalmodellen en checken of de tuning reglementair is Voorbereiding kopieerbladen met de instructies, het schaalmodel en de stickers hard papier, plakband, scharen, meetlatten, lijm, potlood, verf of stiften de afgewerkte schaalmodellen
Verzamel het nodige materiaal voor het tunen van de schaalmodellen. Zoek eventueel op internet andere papieren schaalmodellen. Lesverloop Fase 1 (voorgesprek vooractiviteit) Herinner de leerlingen aan de vorige activiteit waarbij ze de do s en don ts van tunen hebben gelezen en besproken. Laat de leerlingen de regels nog eens kort formuleren. Vertel hen dat ze zelf een auto gaan tunen... wel geen echte maar een papieren model. Natuurlijk moeten ze de regels voor tunen respecteren. Verder mogen ze hun fantasie botvieren. Fase 2 (uitvoering mits ondersteuning) Deel de kopieerbladen uit met de handleiding voor de praktische opdracht. Laat leerlingen hardop de eerste drie instructies lezen (één instructie per leerling). Geef feedback op het lezen, bijvoorbeeld: Dit woord begint met au. Weet je nog welke klank dat is; hoe zeg je dat (au)? In welk woord komt dat nog voor (blauw, gauw)? Weet je wat dat woord betekent (lijm)? Wat zou het kunnen zijn; wat heb je nodig om de papieren auto in elkaar te zetten? Check of de leerlingen begrijpen wat ze moeten doen. Laat hen bijvoorbeeld de instructies in eigen woorden herhalen en vraag hen op te sommen wat je nodig hebt. Deel vervolgens de kopieerbladen uit met het schaalmodel van de auto en papier, schaar en lijm. Geef de nodige tijd om de eerste instructies effectief uit te voeren. Laat de leerlingen vervolgens instructies 4 tot en met 6 hardop lezen; geef opnieuw feedback op het lezen. Check nogmaals of de leerlingen begrijpen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld: Heb je alles om de opdracht goed uit te voeren? Wat heb je nog nodig, lees eens goed bij nummertje vier (meetlat). Deel meetlatten uit. Het meten is een opdracht waarvoor gecijferdheid nodig is: hoeveel centimeter is je model breed / lang en hoe breed / lang kan je ontwerp dan zijn? Ga hier indien nodig klassikaal op in. Geef de nodige tijd om instructies 4 tot en met 6 uit te voeren. Laat de leerlingen vervolgens instructies 7 en 8 hardop lezen. Geef feedback op het lezen en check of de leerlingen begrijpen wat ze moeten doen. Deel het kopieerblad uit met de stickers en deel potloden, stiften of verf uit om te kleuren. Geef de leerlingen de tijd om de auto s te kleuren en van stickers te voorzien. Sluit af met het lezen van instructie 9. Fase 3 (nabespreking afsluitende activiteit) Bespreek de getunede schaalmodellen. Laat de leerlingen vertellen hoe hun auto er uitziet en waarom ze hem zo hebben getuned. Ga na of de auto s reglementair in orde zijn. Stel vragen als:
Is je auto wel in orde zo; zit dat stuk niet te laag? Waarom heb jij voor die sticker gekozen? Differentiatie / ondersteuning Laat door moeilijke lezers enkel de vetgedrukte (makkelijkere) woorden verklanken en op basis daarvan de instructie formuleren. Een andere mogelijkheid is om een gealfabetiseerde leerling of een meer gevorderde leerling te koppelen aan een nietgealfabetiseerde of minder gevorderde leerling. De minder gevorderde leerling kan eerst de vetgedrukte woorden verklanken en de meer gevorderde leerling daarna de hele instructie. Differentiatie / aanpassing - / + (+) Je kan de leerlingen ook stil laten lezen en alleen aan begripscontrole doen door te vragen om de instructies in eigen woorden te formuleren. Op die manier wordt de oefening functioneler maar je kan dan wel het technisch lezen minder opvolgen (zeker omdat er ook afbeeldingen zijn op basis waarvan de leerlingen de instructies kunnen raden). Tip: Heeft je school een afdeling metaal? Misschien kan je dan een schaalmodel laten solderen.
KOPIEERBLAD ACTIVITEIT: MIJN KAR MOOIE KAR Wat heb je nodig? Tekening van auto Blad met stickers Hard papier Plakband Schaar Lijm Meetlat Potlood Verf of stiften Hoe doe je het?
1. Plak de auto op hard papier. Lijm overal. 2. Knip de tekening uit. 3. Doe lijm op de stroken. Zet de auto in elkaar.
4. Meet de auto. Hoe groot moeten de nieuwe delen zijn? 5. Teken stukken om je auto te tunen. Teken ze op hard papier. Let op: de stukken moeten passen.
6. Knip de delen uit. Plak ze aan de auto. 7. Geef je auto een mooie kleur.
8. Maak je auto af met een print. Teken er iets op. Vlammen of iets anders. Of kies een sticker van het blad. 9. Je auto is klaar. Veilig rijden!