Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8

Vergelijkbare documenten
Markt en overheid - uitwerkingen bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. vwo Frans Etman

Groei of krimp? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 7 en 4K Hoofdstuk 5 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 2

Domein Markt. Uitwerking. Zie steeds de eenvoud!! totale winst, elasticiteit. Frans Etman

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 vrijdag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Hoe wordt inflatie berekend? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 1 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V1/5.1

LESBRIEF VERVOER. havo 4 blok 3

Werken voor loon of voor winst? bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 4 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/K/5A: 1.9 en 1.

Samenvatting Economie Rekonomie

Een overzicht van de factoren die de omvang van de gevraagde hoeveelheid van een artikel bepalen.

HT3: Vraag en aanbod

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Samenvatting Economie Consument en Producent

Examen HAVO. Economie 1

WAARDOOR NEEMT DE VRAAG TOE OF AF?

Eindexamen economie 1 havo 2000-I

Eindexamen economie 1-2 havo 2002-II

samenvatting micro economie. Onderdeel perfect werkende markt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 3/7 samenvatting

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Eindexamen economie 1-2 vwo 2007-I

Samenvatting Economie Lesbrief Vervoer

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Oefeningen vraag en aanbod

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Samenvatting Economie Consument & Producent

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Samenvatting Economie Module 2

Economie Module 3. De marktstructuur is het geheel van kenmerken van de markt die het marktevenwicht beïnvloeden.

qwertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuio pasdfghjklzxcvbnmqwertyuiopasdfghjkl zxcvbnmqwertyuiopasdfghjklzxcvbnmq wertyuiopasdfghjklzxcvbnmqwertyuiop

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Hoofdstuk 1: Vraag en aanbod

Eindexamen economie 1-2 vwo 2003-II

Economie Module 3 H1 & H2

Remediëringstaak: Vraag en aanbod

Domein D: markt (module 3) havo 5

Samenvatting Economie Module 3 Hoofdstuk 1

Correctievoorschrift HAVO

KOSTPRIJSVERHOGENDE BELASTINGEN. In de onderstaande getallenvoorbeelden gaan we uit van de aanbodfunctie: Qa = 60P

Slagvaardig met geld!

1 Volledige of volkomen competitieve markten Om te spreken van volkomen concurrentie moeten er 4 voorwaarden vervuld zijn:

Examen VMBO-GL en TL - COMPEX

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

Lesbrief Vraag en Aanbod 1 e druk

UIT grafische elasticiteiten

Hoofdstuk 2: Prijsvorming door vraag en aanbod

Economie Module 2 & Module 3 H1

UIT de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Consument en producent

Eindexamen economie 1-2 vwo I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

2.1 De vraag naar spijkerbroeken

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Domein D markt. Opgaven. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

Domein D: markt (module 3) vwo 4

Domein D markt UITWERKINGEN. monopolie enzo. Zie steeds de eenvoud!! Frans Etman

1. De productiemogelijkhedencurve van een land verschuift naar boven. Waardoor kan dit verklaard worden?

De prijs van een cd is gestegen met 25% ten opzichte van het basisjaar.

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Domein Markt. Zie steeds de eenvoud!! uitwerking totale winst. Frans Etman

HT1: Vraag en aanbod - marktevenwicht

pdf05 GEMEENSCHAPPELIJK LANDBOUWBELEID in de EU

Hoofdstuk 2: Wat produceert een onderneming?

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Economie. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL

Lesbrief CBS, inflatie en indexcijfers

Extra opgaven hoofdstuk 15

economie CSE GL en TL

Samenvatting Economie Module 2, 3, 4

Eco samenvatting; hs 2 + 5

Kees begint voor zichzelf (of niet)!

Klas 4m2 Economie Leerling instructie Koehandel

1. Lees de vragen goed door; soms geeft een enkel woordje al aan welke richting je op moet.

Eindexamen economie 1 havo I

Examen VMBO-KB. economie CSE KB. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Eindexamen economie 1 vwo 2008-I

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

De mate waarin de gevraagde hoeveelheid van een product(qv) gevoelig is voor een verandering van de prijs van het product (p).

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op.

Correctievoorschrift HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen economie 1-2 vwo II

Samenvatting Economie Vervoer

Domein D: markt. 1) Nee, de prijs wordt op de markt bepaald door het geheel van vraag en aanbod.

Eindexamen economie havo I

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

Herhalingsoefeningen Thema 1: Perfect competitieve markten

Eindexamen vwo economie I

Eindexamen economie 1-2 havo 2007-II

2 Constante en variabele kosten

Examen HAVO - Compex. economie 1

Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang:

Betalingsbereidheid: hoeveel een consument bereidt is om voor een product te betalen.

Examen VWO. economie 1,2. tijdvak 1 maandag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

Markt en overheid bij Pincode 5e ed. 4GT Hoofdstuk 5 en 6 aanvullend lesmateriaal n.a.v. vernieuwde syllabus EC/V/1: 7 en 8 De markt, marktsector en particuliere sector het zijn alle drie benamingen die gebruikt worden voor bedrijven die goederen of diensten aanbieden aan mogelijke klanten. Wat heeft de overheid met de markt te maken? In deze lesbrief kijken we nog eens naar de markt en naar de rol die de overheid speelt op de markt. 1 Nog niet zo lang geleden had je als boer te maken met een melkquotum. Een melkquotum betekent dat je een maximale hoeveelheid melk mag produceren. Als je meer melk levert, moet je een boete betalen. Nu mag je als boer zo veel melk produceren als je wilt. Lees het bericht hieronder en beantwoord de vragen. a Wat betekent de melkprijzen staan onder druk? b In de tekst staat dat boeren vanuit hun eigen belang redeneren. Wat is dat belang van de boeren zelf? c Leg uit waarom het eigen belang van de boeren niet goed is voor de hele zuivelsector. Herstel zuivelmarkt nog niet in zicht De zuivelmarkt heeft het moeilijk. De melkprijzen staan onder druk en boeren leveren te veel melk voor de vraag die er is. Dat zegt Rob van Dongen van zuivelproducent FrieslandCampina. Het overschot aan melk op de wereldmarkt is zorgelijk, vindt hij. Veel boeren hebben sinds de afschaffing van het melkquotum hun productie verhoogd. Boeren redeneren vaak vanuit hun eigen belang. Maar dat is niet altijd goed voor de totale zuivelsector. Op dit moment zou het beter zijn als de boeren minder melk leveren. Bron: omropfryslan.nl Producten worden verhandeld op een markt. Dat kan een concrete markt zijn, zoals de plaatselijke weekmarkt of een rommelmarkt, maar net zo goed een winkel. Bij economie gaat het vaker over een abstracte markt. Dan heb je het over alle vraag naar en alle aanbod van een product. De zuivelmarkt is hier een voorbeeld van. Op de markt komt het aanbod van producenten. De vraag komt van hun klanten. Vraag en aanbod bepalen de evenwichtsprijs. Dat is de prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs, noem je de evenwichtshoeveelheid. Als de vraag toeneemt en het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs. Als het aanbod toeneemt en de vraag gelijk blijft, daalt de prijs. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 1

2 a Is de rommelmarkt op een marktplein een concrete of abstracte markt?. b Een verkoper op deze rommelmarkt verlaagt halverwege de middag de prijzen van zijn spullen. Waarom verlaagt de verkoper zijn prijzen, denk je?.. 3 Lees het bericht over de zuivelmarkt op de vorige bladzijde. a Waarom is de zuivelmarkt een abstracte markt? b Wie zijn op de zuivelmarkt de aanbieders? c Verklaar met behulp van de begrippen vraag en aanbod waarom de melkprijs daalt. 4 Vul in de zinnen hieronder de juiste woorden in. Op de markt ontstaan een tekort als (a) stijgt of (b) daalt. Het gevolg daarvan is dat de prijs zal (c) Er ontstaat een overschot als (d) stijgt of (e) daalt. In dat geval zal de prijs (f) Vraag en aanbod hebben invloed op de prijs. Omgekeerd heeft een prijsverandering gevolgen voor de vraag en voor het aanbod. Als de prijs stijgt, komt er meer aanbod, want voor die hogere prijs kunnen meer producenten het product met winst verkopen. Als de prijs stijgt, neemt de vraag af, want als klant kun je of wil je niet zo veel voor dit product betalen. Dit samenspel van vraag, aanbod en prijs werkt het beste als er veel aanbieders en vragers zijn en de markt transparant is. In een transparante markt kun je de aangeboden producten en de prijzen goed met elkaar vergelijken. 5 a Waarom leidt een daling van de melkprijs tot minder aanbod? b Als de melkprijs daalt, neemt de vraag naar melk niet veel toe. Een prijsdaling bij tablets zorgt wel voor veel meer vraag. Geef een verklaring voor dit verschil. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 2

6 De grafiek hieronder is niet compleet. Er staat maar één lijn in. a Is de lijn in de grafiek de vraaglijn of de aanbodlijn? b Neem de grafiek over in je schrift en teken er nu met rood ook de ontbrekende lijn in. Vul ook de legenda in. Een makelaar heeft in de Oranjewijk onderzocht hoeveel mensen bij een bepaalde prijs hun huis willen verkopen en hoe groot de vraag naar huizen in deze wijk is. Verkoopprijs Aanbod Vraag 175.000 0 40 200.000 5 35 225.000 10 30 250.000 15 25 275.000 20 20 300.000 25 15 325.000 30 10 350.000 35 5 Legenda:. lijn. lijn 7 Lees uit de grafiek van de woningmarkt in de Oranjewijk de volgende gegevens af. a Wat is de evenwichtsprijs? b Hoeveel woningen kunnen er bij die prijs worden verkocht? c Hoeveel woningen kunnen er voor 175.000 worden verkocht? d En hoeveel voor 350.000? 8 Kies in de volgende zinnen de juiste woorden. a Hoe hoger de prijs, des te groter / kleiner de vraag. b Hoe hoger de prijs, des te groter / kleiner het aanbod. 9 Volgens de makelaar zal de vraag naar woningen bij dezelfde prijs toenemen als de inkomens stijgen. a Geef hiervoor een verklaring. b Komt er in de volgende gevallen meer of minder vraag naar koopwoningen? Verklaar elke keer waarom dat zo is. 1 De hypotheekrente stijgt. 2 De overheid geeft minder belastingvoordeel aan huiseigenaren. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 3

3 De werkloosheid stijgt. 4 Er worden minder huurwoningen gebouwd. 10 a Teken in de grafiek van de woningmarkt in de Oranjewijk (op de vorige bladzijde) een nieuwe vraaglijn. Ga er daarbij van uit dat de vraag naar woningen bij elke prijs stijgt met 5. Het aanbod verandert niet. b Lees uit de grafiek af: de nieuwe evenwichtsprijs is c Kies in de volgende zin de juiste woorden: De vraaglijn / aanbodlijn is verschoven naar links / rechts. 11 IJscentrum, het kenniscentrum voor de ambachtelijke ijsbranche, heeft onderzocht hoeveel vraag en aanbod er van vers schepijs is bij verschillende prijzen. Het resultaat staat in de tabel hieronder. a Maak aan de hand van deze gegevens op de volgende bladzijde een grafiek waarin je de vraaglijn en de aanbodlijn tekent. b Hoeveel omzet wordt er behaald bij de evenwichtsprijs? c Hoeveel ijs zal er verkocht worden voor een prijs van 2,10? d Hoe groot wordt het tekort aan ijs als de prijs wordt vastgesteld op 1,10? verkoopprijs* aanbod** vraag** 0,90 0 150 1,10 10 130 1,30 30 110 1,50 50 90 1,70 70 70 1,90 90 50 2,10 110 30 2,30 130 10 * per bolletje ** in miljoenen bolletjes ijs Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 4

Vraag en aanbod schepijs Prijs Aantal ( miljoen) Als er een vrije marktwerking is, komt de prijs tot stand door vraag en aanbod. Het nadeel van de vrije markt is dat de evenwichtsprijs voor sommige mensen te hoog is: zij kunnen die prijs niet betalen. Bij luxe goederen is dat niet erg. Maar bij basisbehoeften zoals wonen, kan de overheid maatregelen nemen om de prijzen betaalbaar te houden. De overheid kan de huurders bijvoorbeeld beschermen met: een maximumprijs: de prijs mag niet hoger worden dan deze vastgestelde prijs; subsidies of toeslagen voor mensen met lage inkomens; Omgekeerd zou de overheid producenten kunnen beschermen tegen te lage prijzen. In zo n geval kan ze een minimumprijs verplichten. In de praktijk gebeurt dit vrijwel nooit. 12 In Oranjeveen staan vijftig huishoudens ingeschreven die een betaalbare huurwoning zoeken. Het aanbod van betaalbare huurwoningen blijft daarbij ver achter. Bekijk de grafiek en beantwoord de vragen. a Hoeveel huishoudens kunnen geen huurwoning vinden als de beschikbare huizen verhuurd worden voor de evenwichtsprijs? Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 5

b Omdat de evenwichtsprijs voor veel mensen te hoog is, bepaalt de overheid dat de maximum huurprijs 450 mag zijn. Teken in de grafiek met een horizontale lijn deze maximumprijs. Schrijf het woord maximumprijs erbij. c Verklaar waarom de maximumprijs het tekort niet heeft opgelost. d Noem een andere maatregel die de overheid had kunnen nemen om meer mensen aan een huurwoning te helpen. Hoe de economie van een land georganiseerd is, kan heel verschillend zijn. Er zijn landen waar de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. Van marktwerking is geen sprake. Zo n economie noem je een planeconomie. China en Cuba waren in het verleden planeconomieën, nu is Noord-Korea dat bijvoorbeeld nog. Een economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt met regels of wetgeving, noem je een vrijemarkteconomie. Vaak worden de Verenigde Staten als voorbeeld hiervan gezien. Maar een honderd procent vrijemarkteconomie komt nergens voor, want overal is er wel een overheid die maatregelen neemt. 13 Zit ons land volgens jou dichter bij een planeconomie of bij een vrijemarkteconomie? 14 In januari 2016 was het aanbod op de arbeidsmarkt in ons land groter dan de vraag: er waren 574.000 werklozen. a Leg uit dat in een vrijemarkteconomie de lonen flink dalen als er veel werkloosheid is. Gebruik daarbij de begrippen vraag en aanbod. b Hoe komt het dat in ons land de lonen niet onbeperkt kunnen dalen? De Nederlandse economie is een mengvorm. Bedrijven mogen zelf weten wat ze verkopen. Vraag en aanbod bepalen daarbij de prijzen. Maar als het nodig is grijpt de overheid in om veiligheid te waarborgen, basisbehoeften betaalbaar te houden en iedereen een redelijk bestaan te garanderen. Zo n economie noem je een sociale markteconomie. De overheid geeft bijvoorbeeld regels voor: het minimumloon; arbeidsomstandigheden; uitkeringen bij ziekte, ouderdom, invaliditeit en werkloosheid. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 6

15 De overheid wil dat iedereen kan wonen. a Hoe zorgt de overheid ervoor dat huurwoningen voor iedereen betaalbaar zijn? Noem twee mogelijkheden. b Bedenk een voorbeeld van een product dat de overheid verboden heeft. Schrijf erbij waarom de overheid hier ingrijpt. c Hoe zie je aan de verkoop van alcohol en tabak dat de Nederlandse economie een sociale markteconomie is? Om te onthouden Evenwichtshoeveelheid Evenwichtsprijs Planeconomie Sociale markteconomie Transparante markt Vrijemarkteconomie Het aantal producten dat gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs. De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. Landen waar de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs. Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen, maar waar de overheid ingrijpt als dat nodig is om basisbehoeften betaalbaar te houden en iedereen een redelijk bestaan te garanderen. Als een markt transparant is, kun je de aangeboden producten en de prijzen goed met elkaar vergelijken. Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt met regels of wetgeving. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 7

Examentraining Vraag en aanbod Bij de vragen in deze opgave moet je soms gebruikmaken van informatiebronnen 1 en 2. Karin en Rudy zitten in het tweede jaar van een ICT-opleiding op het mbo. Zij willen een app ontwikkelen voor bedrijven. Het is de bedoeling dat zij deze app ook op de markt gaan brengen. De app kan dan tegen betaling worden gedownload. Karin heeft een vriendin, Nicole, die economie studeert. Nicole heeft voor Karin en Rudy onderzoek gedaan en het verband tussen de prijs van de app en de vraag naar de app (de vraaglijn) in een grafiek gezet. Gebruik informatiebron 1. 16 Karin en Rudy willen zoveel mogelijk omzet behalen. Karin zegt: De verkoopprijs van de app moet 0,50 zijn voor een zo hoog mogelijke omzet. Rudy is het niet met haar eens. We moeten om de hoogste omzet te krijgen de app voor 0,75 verkopen, zegt hij. Bereken dat een verkoopprijs van 0,50 een hogere omzet oplevert dan een verkoopprijs van 0,75. Schrijf je berekening op. Nicole komt na vier weken met nieuws: Hoera, de vraaglijn is verschoven! Gebruik informatiebron 2. 17 Is de gevraagde hoeveelheid apps gestegen of gedaald? Licht je antwoord toe bij een prijs van 0,50 per app. Karin en Rudy hadden niet verwacht dat de app daadwerkelijk geld zou opleveren. Nu blijkt dat dit wel het geval is, beginnen ze de smaak te pakken te krijgen. Vooral Karin wil meer gaan verdienen. Zij stelt voor om de prijs te verlagen. Volgens Rudy moeten ze ook naar de kosten kijken. Als de prijs niet hoog genoeg is, verdienen we onze kosten niet terug, zegt hij. 18 Karin en Rudy hebben vaste kosten en variabele kosten. De vaste kosten bedragen 1.000 en de variabele kosten 0,01 per verkochte app. Hoe meer apps er worden verkocht, hoe lager de kostprijs per app. Waarom is dat zo? A De variabele kosten kunnen over meer producten worden verdeeld. B De variabele kosten kunnen over minder producten worden verdeeld. C De vaste kosten kunnen over meer producten worden verdeeld. D De vaste kosten kunnen over minder producten worden verdeeld. Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 8

Gebruik informatiebron 2. 19 Rudy zegt: We moeten de app gaan verkopen voor 1,25. Dat levert ons de hoogste winst per app op. Waarom zal een verkoopprijs van 1,25 geen winst opleveren? informatiebron 1 Vraag naar de app van Karin en Rudy informatiebron 2 Vraag naar de app van Karin en Rudy Noordhoff Uitgevers, 2016 Pincode 4GT Lesbrief 4GT - Markt en overheid 9