Beheerspunten en Vereisten Integrated Farm Assurance GROENTEN & FRUIT

Vergelijkbare documenten
Checklist Integrated Farm Assurance GROENTEN- EN FRUITMODULE

CONTROL POINTS AND COMPLIANCE CRITERIA INTEGRATED FARM ASSURANCE NEDERLANDSE VERSIE

Risicoanalyse Voedselveiligheid Bedrijfsprocessen

Doel van deze beoordelingslijst

Zelf-audit GLOBALG.A.P. Groenten en Fruit v4.0 (optie 1)

Checklist Integrated Farm Assurance. Nederlandse Versie In geval van twijfel geldt de Engelse versie Final Version 4.0_Mar2011

Hygiëne en productcontaminatie - risicobeoordeling Bedrijfsgegevens Naam bedrijf: Naam zaakvoerder:

NTWG The Netherlands behorend bij richtlijnen AF 3.1 ; FV Pagina 1

Checklist Integrated Farm Assurance MODULE ALLE AGRARISCHE BEDRIJVEN

PRI 3254 Groothandel groenten en fruit - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3254] v1

PRI 3238 Fabrieksvaartuig (garnalenkotters) - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3238] v1

CKCert cvba Technologiepark 2/3 B-9052 Zwijnaarde T v0.0

BEHEERSPUNTEN EN VEREISTEN IFA V4.0 NEDERLANDSE VERSIE (in geval van twijfel geldt de Engelse versie) Minor Must

PRI 3263 Sorteren en/of verzamelen van eieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3263] v1

Gearchiveerd op 01/09/2014

Scienta Nova ISO Verbeterpunten en voorbeelden met foto s van SC 35 UK 158 Z 402

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

Gearchiveerd op 02/02/2015

Gearchiveerd op 01/01/2017

Nieuwe versie GobalGap

Zelf-audit GLOBALG.A.P. Groenten en Fruit v5.0 (optie 1)

(VO 183/2005 Bijlage III) De productie-eenheid is zo ontworpen dat zij adequaat kan worden gereinigd.

TRA 3193 Levensmiddelen ZONDER erkenningsplicht - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3193] v1

Checklist Integrated Farm Assurance PLANTAARDIGE PRODUCTIE

Verificatielijst specifieke eisen voor slachthuis pluimvee en lagomorfen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

HACCP in eipakstation Opfriscursus HACCP 2013

Factsheet 1/8 RIKILT GroentenFruit Huis


BIOREMEDIATIESYSTEMEN WETTELIJK KADER. Annie Demeyere Dep.L&V Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling

BIJLAGE 1: CHECKLIST AANVRAAG ERKENNING IN HET KADER VAN VERORDENING EG Nr. 1774/2002 ART COMPOSTEERINSTALLATIES

Gearchiveerd op 05/01/2015

1 Algemene bepalingen

2. Opslag Deze paragraaf is alleen van toepassing op bedrijven waar tussenopslag van akkerbouwproducten plaats vindt.

TRA 3205 Groothandel levensmiddelen - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3205] v1

Controlelijst: SI Erkenningverl. en -onderhoud Versie 1 januari 2019 Eigenaar: TO Slachtplaatsen

Deel 3. Persoonlijke hygiëne

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN POOTGOEDTELER

Teeltwisseling in de tomatenteelt

DIS 2289 Detailhandel ambulant in brood en patisserie: Infrastructuur, inrichting en hygiëne [2289] v7

Teeltwisseling en komkommerbontvirus

TUSSENHANDEL IN DIERVOEDERS (HYGIËNECODE/GMP + B 3.2)

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Deel 6. Persoonlijke hygiëne

2.7 Eisen aan de bedrijfsomgeving (IFS5 ; 4.6) 2.9 Beheersing van vreemde materialen (IFS5 ; 4.9) 2.11 Ontvangst van goederen en opslag (IFS5 ; 4.

Verschillen en overeenkomsten Keurmerk kinderboerderijen vs. Goed voor Elkaar / Prima voor Elkaar

Gearchiveerd op 01/07/2013

EUREPGAP protocol voor vers fruit en groenten

CKCert cvba Technologiepark 2/3 B-9052 Zwijnaarde T v0.0

1. Belang Hygiënecode

PRI 3234 Verzendingscentrum aquacultuurweekdieren - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIËNE [3234] v2

DANIELS OFP B.V. SPECIFICATIE BIOLOGISCHE RODE UIEN (2012-1)

Beheerspunten & Vereisten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

CKCert cvba Technologiepark 2/3 B-9052 Zwijnaarde T v

Gearchiveerd op 03/03/2015

Vermarkten op maat 2019 Graaninname

Behoort bij raadsvoorstel , titel: Afvalstoffenverordening Utrechtse Heuvelrug 2016.

Schoon eindigen voor een schone start

Veiligheidsprocedures voor schoolkeukens

Op hebben wij uw bedrijf bezocht. Bijgaand treft u het rapport van deze inspectie.

Afvalstoffenverordening Eemnes 2017

DIS 2251 Horeca ambulant: Infrastructuur, inrichting en hygiëne [2251] v7

Samenvatting van de Productkenmerken. Racumin foam

EUREPGAP Checklist. Bedrijfsnaam: Gapnummer: Auditor: AgroControl. ok par. not ok

Deel 6. Persoonlijke hygiëne

Integrated Farm Assurance-standaard Versie 5

VISSERIJVAARTUIGEN. Plaatscode: PL61 Activiteitencode: AC57 Productcode: PR INFRASTRUCTUURVOORWAARDEN: verordening (EG) nr. 853/2004.

DANIELS OFP B.V. SPECIFICATIE BIOLOGISCHE GELE UIEN (2012-1)

Gearchiveerd op 01/01/2017

Enkele tips om op kamp voedselnarigheden te vermijden. Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Samenvatting van de Productkenmerken STRONG

Intitulé : MINISTERIËLE REGELING van 23 november 2004 ter uitvoering van artikel 12, tweede lid, van de Slacht- en keuringsverordening

Gearchiveerd op 04/01/2012

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Gearchiveerd op 03/02/2014

Gelijkwaardigheid van niet-geaccrediteerde laboratoria (conform NEN-EN ISO/IEC 17025)

PCC HYGIËNEPROTOCOL RINGROT 2.2 RICHTLIJNEN CENTRALE VERWERKER

Veilig werken. Veilig werken met gewasbeschermingsmiddelen - basis

Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf

-meter en de ph- en EC-meter.

Samenvatting van de Productkenmerken. Super Caid Muizenkorrels

Samenvatting van de Productkenmerken. Raid Baits

Gearchiveerd op 01/02/2016

Gearchiveerd op 01/11/2017

FIPAH presenteert: Opslag en dosering van hulpstoffen voor beton en mortel

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Checklist Keukenhygiëne Woonvormen. Checklist gebaseerd op de Hygiënecode voor Woonvormen Januari

Basisvoorwaarde Risico Tips Hulpmiddelen. Versleping door de lucht of materialen en werkgereedschappen. Bouw en inrichting

Ingangscontrole PSTVd kweekmateriaal aardappel Gebaseerd op het Compartimenteringsprotocol aardappelkweekbedrijf van de NVWA

gearchiveerd op 03/03/2009

6S Puntenlijst Productie

1 Algemene bepalingen

Het bepaalde in deze beschikking is niet van toepassing op:

Het is belangrijk om een goede categorie indeling te gaan volgen:

Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid Werkinstructies hygiëne gemeentelijke crisisopvang voor vluchtelingen Oktober 2015, versie 4

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Checklist salmonellabestrijding versie 1.0

Samenvatting van de productkenmerken van een biocide

Beoordelingsrapport Construction Product Regulation* * CPR - REGULATION (EU) No 305/2011

Veiligheidsinformatieblad volgens 2001/58/EG

Transcriptie:

EUREPGAP Beheerspunten en Vereisten Integrated Farm Assurance GROENTEN & FRUIT Voorlopige Nederlandse versie. In geval van twijfel geldt de Engelse versie. V3.0-1_2JULY07 Geldig vanaf 2 juli 2007 Spichernstr. 55, D-50672 Köln (Cologne); Germany Tel: +49-221-57993-25 http://www.eurepgap.org

IFA - GROENTEN EN FRUIT Section: Contents FV Page: 2 of 12 INHOUD HOOFDSTUK GF GROENTE EN FRUIT MODULE FV. 1 UITGANGSMATERIAAL FV. 2 BODEM- EN SUBSTRAATBEHEER FV. 3 IRRIGATIE/FERTIGATIE FV. 4 OOGST FV. 5 PRODUCTBEHANDELING (N.V.T. wanneer er geen productbehandeling plaatsvindt)

Page: 3 of 12 FV. FV. 1 GROENTE EN FRUIT MODULE UITGANGSMATERIAAL FV. 1. 1 Keuze ras of uitgangsmateriaal FV. 1. 1. 1 FV. 2 Is de teler zich bewust van het effect van de wijze van opkweek van het plantmateriaal/uitgangsmateriaal (bijvoorbeeld zaadproducerende gewassen) op de geregistreerde productie? BODEM- EN SUBSTRAATBEHEER In de teelt van uitgangsmateriaal worden teelttechnieken en maatregelen toegepast die het gebruik van hulpstoffen zoals gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in de geregistreerde gewassen kunnen minimaliseren. FV. 2. 1 Grondontsmetting (nvt wanneer er geen grondontsmetting plaatsvindt) FV. 2. 1. 1 Is er een geschreven rechtvaardiging voor het gebruik van chemische grondontsmettingsmiddelen? Er is geschreven bewijs en een onderbouwing voor het gebruik van chemische grondontsmetting met vermelding van locatie, datum, actieve stof, dosering, methode van toediening en de toepasser. Het gebruik van methylbromide als grondonsmetter is niet toegestaan. Alleen NVT wanneer geen grondontsmettingsmiddelen zijn gebruikt. FV. 2. 1. 2 Is de veiligheidstermijn vóór het planten opgevolgd? De veiligheidstermijn moet geregistreerd worden. FV. 2. 2 SUBSTRATEN (nvt wanneer geen substraat gebruikt wordt) FV. 2. 2. 1 FV. 2. 2. 2 Neemt de teler deel aan een substraatrecyclingprogramma indien beschikbaar? De teler registreert de hoeveelheden gerecycled substraat en de data van de recycling. Facturen/afleverbonnen van het recyclebedrijf worden geaccepteerd. Als er niet deelgenomen wordt aan een recyclingprogramma, moet dit verantwoord worden. Als er chemicaliën gebruikt worden om substraten te ontsmetten voor hergebruik, is dan de locatie, de datum van ontsmetting, middel, methode van ontsmetting, naam uitvoerder en veiligheidstermijn geregistreerd? Als substraten op het bedrijf ontsmet worden, moet de naam of de referentie van het perceel, de boomgaard of kas geregistreerd worden. Indien ontsmetting elders plaatsvindt moeten de naam en de locatie van het bedrijf dat het substraat ontsmet geregistreerd worden. Het volgende is geregistreerd: data van ontsmetting (dag/maand/jaar); merknaam en werkzame stof; apparatuur (bv 1000 l-tank enz); methode (bv dompelen, benevelen); naam uitvoerder (persoon die middelen toepast en ontsmetting uitvoert); en de veiligheidstermijn. FV. 2. 2. 3 Voor natuurlijke substraten, kan worden aangetoond dat het niet afkomstig is uit aangewezen beschermde gebieden? Er zijn documenten aanwezig waaruit de origine van de gebruikte substraten blijkt. Deze documenten tonen aan dat de substraten niet afkomstig zijn uit aangewezen beschermde gebieden.

Page: 4 of 12 FV. 3 IRRIGATIE/FERTIGATIE FV. 3. 1 Kwaliteit van irrigatiewater FV. 3. 1. 1 Wordt er in de risicoanalyse (CB.3.6.2) rekening gehouden met microbiële verontreinigingen? In overeenstemming met de risicoanalyse (als er een risico op microbiële verontreiniging is) is er een gedocumenteerd analyseresultaat met daarin de relevante microbiële verontreinigingen. FV. 3. 1. 2 Wanneer de risicoanalyse dit vereist, is er actie ondernomen op afwijkende resultaten? Er zijn registraties beschikbaar met daarin de genomen maatregelen en besluiten. FV. 4 OOGST FV 4. 1 Hygiëne FV. 4. 1. 1 Is er een risicoanalyse uitgevoerd voor het oogst- en transportproces op het teeltbedrijf? Er is een gedocumenteerde en bijgewerkte (jaarlijks herziene) risicoanalyse betreffende fysische, chemische en microbiologische verontreinigingen en door mensen overdraagbare ziekten, specifiek voor de producten. Het moet ook 4.1.2 tot en met 4.1.9 bevatten. De risicoanalyse moet zijn aangepast aan de grootte van het bedrijf, het gewas en het technische niveau van het bedrijf. Niet n.v.t. FV. 4. 1. 2 Zijn gedocumenteerde hygiëneprocedures geïmplementeerd voor het oogstproces? De bedrijfsleider of een ander aangewezen persoon is verantwoordelijk voor de implementatie van de hygiëneprocedures. Niet n.v.t.. FV. 4. 1. 3 Hebben medewerkers basisinstructies op gebied van hygiëne ontvangen alvorens met producten te werken? Er moet bewijs aanwezig zijn dat de medewerkers training hebben gehad betreffende persoonlijke hygiëne en kleding (bv handenwassen, het dragen van sieraden, de lengte en het schoonhouden van vingernagels, etc.) en persoonlijk gedrag (bv niet roken, spugen, etc.) (referentie AF 3.1.1.) FV. 4. 1. 4 Zijn de hygiëne-instructies en procedures om besmetting van het product te voorkomen geïmplementeerd? Er is bewijs dat de medewerkers de hygiëne-instructies en procedures opvolgen. Inpakkers moeten middels geschreven istructies (in de juiste talen) en/of pictogrammen zijn getraind om fysische (zoals slakken, stenen, insecten, messen, fruitresten, horloges, mobiele telefoons, etc.), microbiologische en chemische besmetting van het product tijdens het inpakken te voorkomen.

Page: 5 of 12 FV. 4. 1. 5 Worden oogstfust en oogstgereedschap schoongemaakt, onderhouden en beschermd tegen besmetting? Herbruikbaar oogstfust, oogstgereedschap (zoals scharen, messen, snoeischaren, etc) en oogstapparatuur (machines) worden schoongemaakt en onderhouden. Om besmetting van het product te voorkomen is er een schoonmaak- en desinfectieschema aanwezig (minimaal 1 keer per jaar). FV. 4. 1. 6 FV. 4. 1. 7 Worden bedrijfsvoertuigen die gebruikt worden voor het transport van geoogst product schoongemaakt en goed onderhouden? Hebben oogstmedewerkers die direct in contact komen met het product, toegang tot een schone handenwasgelegenheid? Bedrijfsvoertuigen die gebruikt worden voor het transport van geoogst product en die ook voor andere doeleinden gebruikt worden, worden schoongemaakt en onderhouden. Om productbesmetting te voorkomen is een schoonmaakschema aanwezig (met verontreinigingen als grond, vuil, organische meststoffen, gemorste stoffen, etc). Vaste of mobiele handenwasgelegenheid om handen schoon te maken en te desinfecteren is toegangkelijk voor oogstmedewerkers. Niet n.v.t.. FV. 4. 1. 8 Hebben oogstmedewerkers toegang tot schone toiletten in de buurt van het werk? Vaste of mobiele toiletgelegenheden zijn gebouwd met materialen die gemakkelijk schoon te maken zijn. Ze zijn voorzien van een opvangbak zodat verontreiniging van het gewas in het perceel wordt voorkomen. De toiletten zijn toegankelijk voor oogstmedewerkers binnen 500 meter en ze zijn in goede hygiënische staat. Wanneer iemand onafhankelijk werkt kan de 500 m afstand worden vergroot mits er redelijk en adekwaat transport beschikbaar is. Niet.n.v.t. FV. 4. 1. 9 FV. 4. 2 FV. 4. 2. 1 Worden de productverpakkingen alleen gebruikt voor het product (groente en fruit)? Oogstfust wordt alleen gebruikt voor product (groente en fruit) (geen landbouwchemicaliën, smeermiddelen, olie, schoonmaakchemicaliën, gewasresten of andere overblijfselen, lunchzakjes, gereedschappen, etc.). Wanneer trailers, wagens, karren etc, die voor meerdere doeleinden gebruikt worden ingezet worden om product op te laden moeten ze schoongemaakt worden voor gebruik. Verpakken in eindverpakking tijdens de oogst (van toepassing wanneer tijdens de oogst in het perceel / de kas in eindverpakking wordt verpakt waarbij het laatste menselijke contact met het product plaatsvindt) Houdt de hygiëneprocedure van het oogstproces rekening met het bewerken en verpakken van geoogst product in het perceel, de boomgaard of de kas? FV. 4. 2. 2 Is er een gedocumenteerde werkwijze voor kwaliteitscontrole aanwezig om te verzekeren dat aan de gedefineerde kwaliteitscriteria wordt voldaan? Alle producten die direct in het perceel, boomgaard of kas bewerkt en verpakt worden, moeten 's nachts van het perceel gehaald worden, in overeenstemming met de hygiënerisicoanalyse voor het oogstproces. Alle producten die op het perceel verpakt zijn moeten afgedekt worden om verontreiniging te voorkomen van éénmaal verpakte producten. Er is een werkwijze voor kwaliteitscontrole aanwezig om te verzekeren dat de producten verpakt worden volgens de gedocumenteerde kwaliteitscriteria.

Page: 6 of 12 FV. 4. 2. 3 Is het verpakt product beschermd tegen verontreiniging? FV. 4. 2. 4 Is een eventueel collectie/ opslag /distributiepunt voor in het perceel verpakt product goed onderhouden, hygienisch en schoon? FV. 4. 2. 5 Is verpakkingsmateriaal dat gebruikt wordt voor het verpakken op het perceel zodanig opgeslagen dat het beschermd wordt tegen verontreiniging? FV. 4. 2. 6 Worden restanten verpakkingsmateriaal en ander afvalmateriaal (geen productafval) verwijderd van het perceel? FV. 4. 2. 7 FV. 4. 2. 8 Als verpakte producten opgeslagen worden op het bedrijf, worden temperatuur en luchtvochtigheid (indien van toepassing) beheerst en registraties daarvan bijgehouden en bewaard? Wanneer ijs of water gebruikt wordt bij productbehandeling op de oogstlocatie, is het (gemaakt van) drinkwater en wordt er onder hygiënische omstandigheden gewerkt om besmetting te voorkomen? Al het in het perceel verpakt product moet beschermd zijn tegen verontreiniging. Wanneer verpakt product op het bedrijf wordt opgeslagen moet de opslagplaats schoongemaakt worden. Verpakkingsmateriaal moet zodanig worden opgeslagen dat het beschermd wordt tegen verontreiniging. Restanten van verpakkingsmateriaal en ander afvalmateriaal (geen productafval) moeten worden verwijderd van het perceel. Temperatuur en luchtvochtigheid (indien van toepassing) worden beheerst en registraties worden bijgehouden en bewaard, in overeenstemming met de resultaten van de risicoanalyse en de kwaliteitseisen wanneer verpakt product wordt ogeslagen op het bedrijf. IJs of water dat gebruikt wordt op de oogstlocatie moet geproduceerd zijn van drinkwater en moet onder hygiënische omstandigheden gebruikt worden om besmetting te voorkomen. FV. 5 PRODUCTBEHANDELING (N.V.T. wanneer er geen productbehandeling plaatsvindt) FV. 5. 1 Uitganspunten voor hygiene FV. 5. 1. 1 Is er een hygiëne risicoinventarisatie en risicoanalyse uitgevoerd voor het productbehandlingsproces, dat al de hygiëneaspecten van het productbehandelingsproces omvat? Er dient een gedocumenteerde en recente (jaarlijks herziene) risicoanalyse van de mogelijke risico's en een risico inventarisatie van de fysische, chemische en microbiologische verontreinigingen en menselijk overdraagbare ziekten uitgevoerd te zijn op de productbehandelingslocatie. FV. 5. 1. 2 Is er een hygiëneprocedure geimplementeerd voor het productbehandelingsproces? De verantwoordelijkheid voor de implementatie van de hygiëneprocedure dient een onderdeel te zijn van de hygieneprocedure.

Page: 7 of 12 FV. 5. 2 Persoonlijke hygiëne FV. 5. 2. 1 Hebben medewerkers de basis instructies op het gebied van hygiëne ontvangen voorafgaand aan het product behandlingsproces? Er dient bewijs aanwezig te zijn waaruit blijkt dat de medewerkers een training hebben ontvangen over overdraagbare ziekten, persoonlijke hygiëne, kleding, handenwassen, het dragen van sieraden en de lengte en reiniging van nagels. Ook moet aantoonbaar zijn dat persoonlijk gedrag over roken, eten, spugen, kauwen en gebruik van parfum is behandeld. FV. 5. 2. 2 Volgen de medewerkers de hygiëne-instructies voor productbehandeling op? Er dient bewijs aanwezig te zijn waaruit blijkt dat de medewerkers de hygiëne instructies opvolgen. FV. 5. 2. 3 Zijn alle medewerkers juist gekleed voor het doel om verontreiniging van de producten te voorkomen? Al de medewerkers dragen de juiste kleding die schoon zijn en geschikt om verontreiniging te voorkomen. Dit hoort een onderdeel van de risico inventarisatie te zijn, afhankelijk van het type verwerking. FV. 5. 2. 4 Wordt er alleen gerookt, gegeten (gekauwd) en gedronken in de daarvoor bestemde ruimten? Er mag alleen gerookt, gegeten en gedronken in de daarvoor bestemde ruimten.drinken van water is toegestaan. FV. 5. 2. 5 Zijn hygiëne-instructies duidelijk zichtbaar voor medewerkers en bezoekers in de verpakkingruimte? Hygiëne instructies dienen duidelijk zichtbaar te zijn voor medewerkers en bezoekers in de verpakkingruimte. FV. 5. 3 Sanitaire faciliteiten FV. 5. 3. 1 Hebben medewerkers in de verpakkingsruimten toegang tot schone toiletten en handwasgelegenheid in de nabijheid van het werk? Toiletten zijn in goede hygiënische staat. Toiletten mogen niet direct uitkomen in een ruimte waar product aanwezig kan zijn, tenzij de deur zelfsluitend is. Handenwasgelegenheid met niet-geparfumeerde zeep, water en mogelijkheid handen te drogen moet toegankelijk en dichtbij het toilet zijn. FV. 5. 3. 2 Zijn er duidelijk zichtbare instructies aanwezig die de medewerkers instrueren handen te wassen voor aanvang van het werk? Tekens moeten duidelijk zichtbaar zijn met duidelijke instructies dat handen gewassen dienen te worden voor aanvang van het werk, met name na gebruik van het toilet, eten, etc.

Page: 8 of 12 FV. 5. 3. 3 Zijn er omkleedruimtes aanwezig voor de medewerkers? De omkleedruimtes moeten gebruikt worden voor omkleden en zo nodig dient veiligheidskleding aanwezig te zijn. FV. 5. 3. 4 Zijn er afsluitbare opbergruimtes aanwezig voor medewerkers? Afsluitbare opbergruimtes moeten aanwezig zijn in de omkleedruimte om persoonlijke eigendommen veilig op te bergen. FV. 5. 4 Verpak- en opslagruimte FV. 5. 4. 1 Worden de locatie en de apparatuur voor productbehandeling schoongemaakt en onderhouden om besmetting te voorkomen? FV. 5. 4. 2 Worden schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, etc bewaard op een zodanige wijze dat chemische besmetting van het product wordt voorkomen? FV. 5. 4. 3 Zijn schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, etc. die in contact kunnen komen met het product, erkend voor gebruik in de voedingsmiddelenindustrie ("foodgrade") en worden doseringsvoorschriften opgevolgd? Om besmetting te voorkomen moeten de locatie en de apparatuur voor productbehandeling (bijvoorbeeld proceslijnen en machines, muren, vloeren, opslaglocaties, pallets, etc) worden schoongemaakt en/of onderhouden volgens een schoonmaakschema met een omschreven minimum frequentie. Schoonmaak- en onderhoudregistraties moeten worden bewaard. Schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, etc. worden bewaard op een daarvoor bestemde plaats, gescheiden van de locatie waar product wordt verpakt om chemische besmetting van het product te voorkomen. Er bestaat gedocumenteerd bewijs (bijvoorbeeld melding op het etiket of technische specificatie) dat schoonmaakmiddelen, smeermiddelen, etc. die in contact kunnen komen met product, geschikt zijn voor gebruik in de voedingsmiddelenindustrie. FV. 5. 4. 4 Zijn heftrucks en ander transportmateriaal schoon en goed onderhouden en van dien aard dat besmetting van het product wordt voorkomen? Intern transport moet onderhouden worden om besmetting van het product te voorkomen, met extra aandacht voor rookgassen. Heftrucks en ander transportmateriaal moeten elektrisch of met gas aangedreven zijn. FV. 5. 4. 5 Worden afkeurd product en afval op een duidelijk aangewezen plaats opgeslagen en worden deze plaatsen regelmatig schoongemaakt en/of gedesinfecteerd? Afgekeurd product en afval moeten op duidelijk aangeduidde en afgescheiden plaatsen opgeslagen worden on besmetting met het product te voorkomen. Deze plaasten worden regelmatig schoongemaakt en/of gedesinfecteerd volgens het schoonmaakschema.

Page: 9 of 12 FV. 5. 4. 6 Worden er breukvrije lampen of lampen met een beschermkap gebruikt boven sorteer-, weeg- en opslaglocaties? Lampen en armaturen boven het product of materiaal dat gebruikt wordt voor productbehandeling zijn van een veilig type of zijn zodanig beschermd of afgedekt dat verontreiniging van voedsel in geval van breken voorkomen wordt. FV. 5. 4. 7 Zijn er geschreven procedures voor het omgaan met glas en doorzichtig hard plastic aanwezig? Er zijn geschreven procedures voor het omgaan met glas en doorzichting hard plastic in locaties waar productbehandeling, klaarmaken van product en opslag plaatsvindt. FV. 5. 4. 8 Zijn verpakkingmaterialen schoon en opgeslagen op schone en hygiënische plaatsen? Verpakkingsmaterialen (incl. herbruikbare kratten) zijn opgeslagen op schone en hygiënische plaatsen om besmetting van product te voorkomen totdat ze gebruikt worden FV. 5. 4. 9 Is de toegang van dieren tot de locaties beperkt? Er worden maatregelen genomen om de toegang van dieren te beperken. FV. 5. 5 Kwaliteitscontrole FV. 5. 5. 1 Is er een gedocumenteerde werkwijze voor kwaliteitscontrole aanwezig om te verzekeren dat aan de gedefineerde kwaliteitscriteria wordt voldaan? FV. 5. 5. 2 Zijn temperatuur en luchtvochtigheid (waar van toepassing) metingen uitgevoerd en geregistreerd waar de verpakte producten zijn opgelagen op het bedrijf? FV. 5. 5. 3 Voor producten die gevoelig zijn voor daglicht (bv. aardappelen) is de toegang van daglicht in de lange termijn opslag beheersbaar? FV. 5. 5. 4 FV. 5. 5. 5 Is er een voorraadbeheerssyteem? Is er een werkwijze voor het controleren van meetapparatuur en temperatuurmeters? Er is een werkwijze voor kwaliteitscontrole aanwezig om te verzekeren dat de producten verpakt worden volgens de gedocumenteerde kwaliteitscriteria. Wanneer verpakte producten worden opgeslagen op het bedrijf dienen de temperatuur en luchtvochtigheid (waar van toepassing) te worden gemeten en geregistreerd in overeenkomst met het resultaat van de hygiene risico inventarisatie. Controle op toegang van daglicht in de lange termijn opslag. Opslag van producten is op dusdanige manier ingericht, dat de maximale productkwaliteit en veiligheid kan worden verzekerd. Apparatuur welke wordt gebruikt voor gewicht en temperatuur metingen moeten routinematig worden gecontroleerd in overeenkomst met een risicoanalyse.

Page: 10 of 12 FV. 5. 6 Controle ongedierte en vogels FV. 5. 6. 1 Zijn alle toegangsmogelijkheden van de gebouwen of apparatuur afgeschermd (waar praktisch mogelijk) om de toegang van ongedierte en vogels te voorkomen? FV. 5. 6. 2 Zijn er plattegronden met lokdozen en/of vallen? Visuele inspectie. Niet n.v.t., tenzij bij extensieve productie. Plattegrond met overzicht van lokdozen moet aanwezig zijn. Niet n.v.t., tenzij bij extensieve productie. FV. 5. 6. 3 Zijn lokdozen zodanig geplaatst dat andere dieren (geen ongedierte) geen toegang hiertoe hebben? Visuele inspectie, andere dieren (anders dan ongedierte) mogen geen toegang hebben tot de lokdozen. Niet n.v.t., tenzij bij extensieve productie. FV. 5. 6. 4 Is er een gedetaileerde registratie van de controle van ongedierte en de genomen acties? Registratie van ongedierte controle en vervolg acties. De teler mag een eigen registratie hiervan hebben. Controle dient plaats te vinden wanneer er aanwijzingen zijn van ongedierte. Wanneer ongedierte is waargenomen, dient de teler een contract te hebben met een ongedierte bestrijder of een bewijs van bevoegdheid om de ongedierte zelf te bestrijden. FV. 5. 7 Naoogst wassen/spoelen nvt wanneer er geen na-oogst wassen of spoelen plaatsvindt FV. 5. 7. 1 FV. 5. 7. 2 Is de bron van het naspoelwater dat gebruikt wordt voor wassen van het product van drinkwaterkwaliteit of geschikt verklaard door bevoegde autoriteiten? Indien gerecirculeerd water gebruikt wordt voor een laatste spoeling van het product, is dit water gefilterd, en worden ph, concentratie van en de mate van blootstelling aan desinfecterende middelen regelmatig gemonitoord? Het water is geschikt verklaard door bevoegde autoriteiten en/of tijdens de laatste 12 maanden is er een wateranalyse uitgevoerd op het punt van binnenkomst in de was/spoelinstallatie. De uitslagen van de gemeten parameters voldoen aan geaccepteerde WHO (Wereldgezondheidsorganisatie)-normen of worden als veilig beschouwd voor de voedingsmiddelenindustrie door bevoegde autoriteiten. Indien gerecirculeerd water gebruikt wordt voor een laatste spoeling van het product, dan is dit water gefilterd en gedesinfecteerd. De ph, concentratie van en de mate van blootstelling aan ontsmettende middelen worden regelmatig gemonitoord, en registraties hiervan worden bewaard. Voor het filteren van water moet een doeltreffend filtersysteem aanwezig zijn voor vaste stoffen en suspensies. Voor het filtersysteem is een beschreven schoonmaakschema aanwezig dat is afgestemd op het gebruik en het watervolume.

Page: 11 of 12 FV. 5. 7. 3 Is het laboratorium dat wateranalyses uitvoert een geschikt laboratorium? FV. 5. 8 Na-oogstbehandelingen nvt wanneer er geen na-oogstbehandelingen plaatsvinden De analyse van het water dat gebruikt voor het spoelen/wassen van het product moet worden uitgevoerd door een laboratorium dat ISO 17025 geaccrediteerd is, of een vergelijkbare nationale norm, of dit laboratorium moet middels documentatie kunnen aantonen dat het bezig is accreditatie te verkrijgen. FV. 5. 8. 1 FV. 5. 8. 2 Worden alle instructies op het etiket opgevolgd? Worden er alleen biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt voor na-oogsttoepassing op het te beschermen product die officieel zijn toegelaten in het land van gebruik? Er zijn heldere procedures en documentatie aanwezig, bijvoorbeeld registraties van toepassing van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. Deze procedures en documentatie tonen aan dat de instructies op het etiket voor toegepaste middelen zijn opgevolgd. Alle naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen die op het geoogste product gebruikt worden, zijn officieel geregistreerd of toegelaten door de bevoegde overheidsorganisatie in het land van toepassing, en goedgekeurd voor gebruik in het land van toepassing en voor gebruik op het specifieke product, zoals aangeven op de etiketten van de biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. Als er geen officieel registratiesysteem bestaat, zie EurepGap-richtlijn in Bijlage 2 van dit document en de FAO International Code of Conduct on the Distribution and Use of Pesticides (FAO Internationale gedragscode voor de distributie en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen). FV. 5. 8. 3 Worden alleen biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt op het product bestemd voor verkoop in de EU, die niet verboden zijn in de Europese Unie? De registraties van naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen bevestigen dat op het product dat onder EurepGap geteeld is en bestemd is voor verkoop in de E.U., de afgelopen 12 maanden geen biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen gebruikt zijn die verboden zijn in de E.U. (EC Prohibition Directive List 79/117/EC) FV. 5. 8. 4 Is er een bijgewerkte lijst aanwezig waarop de goedgekeurde biociden, waxen en na-oogst gewasbeschermingsmiddelen staan die op het product gebruikt zijn of mogelijk gebruikt gaan worden? Er is een recente gedocumenteerde lijst aanwezig van alle actueel toegelaten biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen die gebruikt zijn of mogelijk gebruikt gaan worden voor naoogstbehandeling op het product geteeld onder EUREPGAP in de laatste 12 maanden. Niet n.v.t.

Page: 12 of 12 FV. 5. 8. 5 Is de technisch verantwoordelijke persoon voor het productbehandelingsproces in staat om competentie en kennis aan te tonen over de toepassing van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen op het product? FV. 5. 8. 6 Worden alle toepassingen van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd, met inbegrip van het productkenmerk (bijvoorbeeld partij)? FV. 5. 8. 7 Is de toepassingslocatie van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? FV. 5. 8. 8 FV. 5. 8. 9 FV. 5. 8. 10 FV. 5. 8. 11 FV. 5. 8. 12 FV. 5. 8. 13 FV. 5. 8. 14 Zijn de toepassingsdata van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Is het type behandeling van naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Is de handelsnaam van het product van naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Is de hoeveelheid van het product van naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Is de naam van de toepasser van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Is de rechtvaardiging van de toepassing van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen geregistreerd? Wordt bij alle toepassingen van naoogstbehandelingen ook rekening gehouden met punt CB.8.6 van dit document? De technisch verantwoordelijke persoon voor toepassing van naoogst biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen kan een afdoende niveau van technische competentie aantonen middels nationaal erkende diploma s of officiële training. De partijcode (lot/batch) van het behandelde product wordt geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. Het geografische gebied, de naam of referentie van het bedrijf of de verpakkingsruimte waar de behandeling is toegepast worden geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. De exacte data (dag/ maand/ jaar) van de toepassingen worden geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. Het type behandeling dat gebruikt wordt voor toepassing op het product (zoals spuiten, dompelen, begassen) wordt geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. De handelsnaam en de actieve stof van de toegepaste producten worden geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. De hoeveelheid van het product die wordt toegepast in gewicht of volume per liter water of een andere draagstof wordt geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. De naam van de toepasser die het gewasbeschermingsmiddel heeft toegepast op het product wordt geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. De algemene naam voor de ziekte of plaag die bestreden wordt geregistreerd in alle registraties van naoogstbehandelingen van biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen. Er is gedocumenteerd bewijs dat aantoont dat de teler bij alle toepassingen van naoogstbehandelingen met biociden, waxen en gewasbeschermingsmiddelen rekening houdt met controlepunten CB.8.6 van dit document en ook zo handelt.