Notitie. Update Jeugdwerkloosheid in Brabant (april 2006)

Vergelijkbare documenten
Bijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Bussemaker (PvdA) over de resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid.

RMC Regio: 0... Aantal geleverde namen met gegevens:.

Behoeftepeiling Taskforce Jeugdwerkloosheid. Amsterdam/Heerlen, mei 2007 drs. Edouard Buning drs. Evert Webers

Commissie Zorg, Welzijn en Cultuur

Hoofdlijnen voor het plan van aanpak voor de bestrijding van jeugdwerkloosheid

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Bijlage 2. Projecten bestrijding jeugdwerkloosheid

Aanval op de uitval. perspectief en actie

PARTICIPATIE: ÓÓK IN OOST-GRONINGEN!

RMC regio Haaglanden. Extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie. Loes Evers en Monaim Benrida Ministerie van OCW 5 juni 2015

VIP & Educatie ten behoeve van maatschappelijke participatie en re-integratie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Iedere jongere telt! Kenniscarrousel Regio 17 november 2016 Tjolina Proost en Marjet van Elten

Oplegvel Collegebesluit

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland

Raads inforrnatiebrief

Actieplan Jeugdwerkloosheid Utrecht-Midden

Meer Jongeren op een Leerbaan! Een handleiding in negen stappen. MKB Leerbanenplan & Taskforce Jeugdwerkloosheid

Format eindrapportage Jeugdactieplan Zaanstreek Waterland

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

Van school naar werk. Jongeren met een arbeidsbeperking aan het werk

Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer PDTJ/07/1069. Onderwerp Datum Contactpersoon

UITVOERINGSCONVENANT TASKFORCE JEUGDWERKLOOSHEID, CWI EN DEFENSIE 2005 en 2006

Jaarverslag Leerplicht Regionaal Bureau Leerplicht West-Brabant

Terugkoppeling motie 'Van bijstand naar baan' De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

In hoofdstuk 3 van het Jongerenoffensief staat welke doelstellingen de arbeidsmarktregio Twente zich stelt.

Businessplan Leren en Werken Noordoost Brabant

CONVENANT REGIONALE AANPAK VOORKOMEN EN BESTRIJDEN JEUGDWERKLOOSHEID

" Gemeente \jroningen

Presentatie commissie samenleving 8 december Re-integratie, Werkservicepunt, Jongerenloket en Jeugdwerkloosheid

Jongerenloket en zorg- en adviesteam

1 TRAJECT VAN SCHOOL TOT ARBEID

JONGERENLOKET JAARVERSLAG 2013

De aanpak van Inclusief Groep werkt! Werken leer je door te werken. We brengen mensen in bedrijf

AANBEVELING TER BESTRIJDING VAN WERK- LOOSHEID ONDER JEUGDIGEN. 9 januari 2004, Publicatienr. 2/04

EEN PREVENTIEPROJECT APRIL

FIGURES, FACTS & TRENDS

Mentorschap bestuurders in Fryslân West

Grijp de kansen! Handreiking maatwerkcursussen tegen jeugdwerkloosheid

BESLUITNOTA. Sluitende aanpak jongeren naar startkwalificatie en werk. Regio Hoogezand-Sappemeer, Haren en Slochteren

Intentieverklaring Versie:

Aanvraag voor regionaal actieplan Aanvraag door centrumgemeente Leiden in samenwerking met de 12 regionale PrO/VSOscholen

Doelomschrijving vier deelnemende scholen

RMC FUNCTIE EN DE VSV AANPAK

DIGITAAL AFSCHRIFT 2015_BW_00108

Juni Onderwerp: stand van zaken jeugdwerkloosheid. Geachte heer, mevrouw,

B&W Vergadering. Besluit 1. Het college stemt in met de Intentieovereenkomst van de bevoegde gezagen van de

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Jongeren aan de slag! Peter van Nunen.

Bijlage 1: Nadere analyse van de vrije inloop jongerenloket

Nieuwe kansen voor intermediairs

Voorstel: in te stemmen Leerplichtverslag 2008/2009 op grond van artikel 25 van de leerplichtwet. Vervolgens het verslag vaststellen

B&W-nr.: d.d Beleid ten aanzien van Stages en Werkervaringsplaatsen BESLUITEN. Behoudens advies van de commissie EP

MENUKAART PRO VSO ESF Uitgangspunten ESF voor de doelgroep leerlingen Praktijkonderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs

gemeente Eindhoven Betreft Stand van zaken stagebeleid gemeente Eindhoven

Eindverslag School Ex Programma 2011

Aanvraagformulier. (Regionaal) coördinerend persoon: Naam Functie. Organisatie. Telefoonnummer E- ma 1 adres

Actieplan Voorwoord

Bijlage bij visiedocument. Overzicht re-integratieactiviteiten en projecten. Gemeente Barneveld

Factsheets VSV. November 2005

Onderzoek Jongeren in de Wet werk en bijstand (WWB).

Vraaggestuurde re-integratie: methode of mythe? Arjan Heyma (SEO Economisch Onderzoek) 27 mei 2011

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Onderwerp: Bestrijding werkloosheid ouderen: ouderenambassadeurs

De Kandidatenmarkt. informatie & visie

BELACTIE VERLOREN ZONEN EN DOCHTERS

WEST-BRABANT WERKT EN PAKT DOOR!

voorkomt schooluitval en afstand tot de arbeidsmarkt voorkomt jeugdwerkloosheid en uitkeringsafhankelijkheid

De belangrijkste resultaten op thema 1: Activiteiten en resultaten voor SW medewerkers of medewerkers uit de Participatiewet

Tussenrapportage Taskforce Jeugdwerkloosheid. januari 2006 april 2006

Aan de voorzitters van de Commissie Jeugd en Burgerschap en de Commissie Sociale zaken, Werkgelegenheid, Economie en Internationale zaken

We eindigen met een algehele conclusie. Voor we ingaan op de afzonderlijke acties beschrijven we eerst de ontwikkelingen van de jeugdwerkloosheid.

Bijlage 1 Aanvraagformulier. (Regionaal) Naam Functie. Organisatie Telefoon nummer adres

MBO-instellingen en gemeenten

Netwerk 45+ werk.nl uwv.nl. Samen naar een nieuwe baan. Werk boven uitkering

De arbeidsmarkt in Holland- Rijnland vanuit economisch pespectief

Notitie Aanpak Jeugdwerkloosheid in Enschede 2013

Wat is een plusvoorziening? Wat is de plusvoorziening in RMC-regio 36b?

RMC, werk aan je toekomst! Voortijdig SchoolVerlaten. Uitleg over RMC en startkwalificatie

Arbeidsmarktregio Friesland

Factsheets jeugdwerkloosheid gemeente Ede

Stichting Empowerment centre EVC

Oplegnotitie Werkbedrijf

Toekomst schoolverlaters en oudere werknemers op de arbeidsmarkt:onderwijs, opleiding & begeleiding

Hoofdlijnen opzet opvangvoorziening jarigen

FINTREX ANALYSEERT DE MARKT

Samen duurzaam inzetbaar: de rol van de OR

1. Teller UZS in RMC Regio Utrecht

RMC Noord-Kennemerland. Presentatie PORA 6 januari 2016

Sectorplannen en Techniekpact: stand van zaken en regionale verknoping

PrO in beeld Factsheet ter oriëntatie en informatie voor gemeenten, provincie en werkgevers over Praktijkonderwijs in de regio Noord-Brabant

Oplegvel Collegebesluit

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Social Return in Groningen

Kwartaalrapportage 1/08

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

Aansluiting onderwijs arbeidsmarkt Henk Kremer

Commitment is Goed Banen zijn Beter Match is het best! Actieplan Taskforce Jeugdwerkloosheid 2005

JMi. Aanvraagformulier. (Ri o na al) Naam

Openbaar. Artikel 39 vragen van de fractie D66 over Bijsterhuizen. Alleen ter besluitvorming door het College. Conform advies Aanhouden Anders, nl.

Transcriptie:

Notitie Update Jeugdwerkloosheid in Brabant (april 2006) Concept 02 mei 2006 Notitie 1328 1 PSW Stationsplein 4 Postbus 1228 5200 BG s-hertogenbosch telefoon : (073) 612 43 25 telefax : (073) 612 85 75 e-mail : info@psw.nl

1. Aanpak jeugdwerkloosheid Bestrijding van de jeugdwerkloosheid is door de landelijke overheid tot speerpunt van beleid gemaakt. De basis daarvoor ligt in een gezamenlijke aanpak van de ministeries van Sociale Zaken en Onderwijs, die werd neergezet in het Plan van Aanpak Jeugdwerkloosheid van juni 2003. Het Ministerie van Onderwijs richt zich met name op preventie van jeugdwerkloosheid door extra inspanningen te verrichten om het voortijdig schoolverlaten (70.000 meldingen bij het RMC op jaarbasis) te voorkomen. Het Ministerie van Sociale Zaken richt zich met name op curatieve maatregelen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid. Taakstellingen daarbij zijn: de jeugdwerkloosheid (= percentage werkzoekenden onder jeugdige beroepsbevolking) mag niet hoger komen dan 15%. de jeugdwerkloosheid mag nooit meer dan het dubbele bedragen van de totale werkloosheid. Een belangrijk gevolg van de gezamenlijke aanpak van Onderwijs en Sociale Zaken is dat partners op regionaal niveau naar een meer integrale benadering van de jeugdwerkloosheid toe moeten. Voorheen hielden voornamelijk het onderwijs/rmc zich bezig met opleiden van jongeren tot een startkwalificatie-niveau, terwijl het CWI/Sociale Zaken zich richtten op toeleiding naar de arbeidsmarkt, ongeacht het opleidingsniveau van de kandidaat. In de nieuwe aanpak is het nodig dat er meer dwarsverbanden tussen beiden komen te liggen. Een voorbeeld is het feit, dat het CWI moet gaan registreren of een jongere al dan niet een startkwalificatie bezit en op basis daarvan acties moet gaan uitzetten, waarbij het onderwijs een belangrijke partner vormt. Ook moet er meer afstemming komen met RMC en leerplicht. Een belangrijk instrument in deze duale aanpak vormen de leerbanen. Een aantal landelijke initiatieven rond de aanpak van de jeugdwerkloosheid die hun weerslag hebben in de Brabantse regio s, zijn de volgende. 1.1 Landelijke Taskforce Jeugdwerkloosheid In het kader van het Plan van Aanpak Jeugdwerkloosheid hebben de Ministeries van Onderwijs en Sociale Zaken een Taskforce Jeugdwerkloosheid opgericht met als doelstellingen: creëren van 40.000 extra jeugdbanen in 4 jaar. De term jeugdbaan omvat verschillende typen werkplekken: het kan een BPV-plek (door het onderwijs erkende leerbaan) zijn, een stage, een werkervaringsplek of een reguliere baan ondersteunen van regio s bij aanpak jeugdwerkloosheid en bijeenbrengen partners voorlichting aan jongeren en hun ouders. In april 2006 geeft de teller op de site van de taskforce aan dat er 7334 nieuwe MKBleerbanen zijn en 28.761 extra jeugdbanen. Informatie over de activiteiten en resultaten van de Taskforce wordt verspreid via een wekelijkse elektronische nieuwsbrief en via de site van de Taskforce, www.jeugdwerkloosheid.nl.

1.2 Taskforce in Brabant De Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft 1 accountmanager per 4 RPA-regio s aangesteld vanuit het ministerie van Sociale Zaken. De 4 Brabantse RPA-regio s hebben gezamenlijk 1 accountmanager. Er zijn veel landelijke activiteiten, waarvan een aantal een link hebben met of uitwerking naar Brabant. De belangrijkste activiteiten worden hier toegelicht. Arbeidsmarktpaspoort jongeren De landelijke Taskforce Jeugdwerkloosheid heeft in 2004 in samenwerking met de ministeries van SZW en OCW het zogenaamde arbeidsmarkt paspoort ontwikkeld. Het paspoort, waarin kennis en competenties van jongeren kunnen worden vastgelegd, werd op 16 december 2004 geïntroduceerd. Het paspoort is bedoeld voor (werkloze) jongeren die hierin hun vaardigheden (competenties) en opgedane werkervaring kwijt kunnen. Door het arbeidsmarktpaspoort in te vullen en te gebruiken, krijgen jongeren meer zelfvertrouwen en zijn ze beter voorbereid op een sollicitatiegesprek. Daarnaast is het arbeidsmarktpaspoort een handig middel voor werkgevers om te zien wat jongeren in hun mars hebben. In 2004 hebben vier pilots plaatsgevonden om de bruikbaarheid van het instrument te onderzoeken: in Drenthe, Tiel, Dordrecht en Sittard. De taskforce heeft naar aanleiding van deze pilots een aantal adviezen opgenomen om het arbeidsmarktpaspoort verder te ontwikkelen tot een volwaardig instrument. Eén van die adviezen is bijvoorbeeld om middelen beschikbaar te stellen aan het CWI, zodat zij gebruik kunnen maken van het arbeidsmarktpaspoort. Meer informatie over het arbeidsmarktpaspoort is te vinden op www.arbeidsmarktpaspoort.nl. Het CWI blijkt nog niet bekend te zijn met het instrument onder de noemer arbeidsmarktpaspoort, maar werkt wel met het Europass CV. Het benutten en verder uitbouwen van de mogelijkheden van het arbeidsmarktpaspoort vormt eveneens één van de onderdelen in het Equalproject Connections van de gemeente s-hertogenbosch. Er wordt bekeken in hoeverre de regio's er mee kunnen of willen werken. Een eerste expertmeeting vindt plaats op 11 mei 2006. Concluderend valt op dat er verschillende initiatieven zijn om te werken met dit relatief nieuwe instrument. Binnen diverse projecten en organisaties is men bezig één en ander verder uit te ontwikkelen. Jongerenloketten. De taskforce zet begin 2006 in op het uitbreiden van het aantal jongerenloketten. Er zijn al meerdere jongerenloketten in Nederland, allemaal op een andere manier vorm gegeven. Volgens de taskforce is een jongerenloket 'de inzet en bereidheid binnen een gemeente om gezamenlijk de schouders te zetten onder de aanpak van voortijdig school verlaten en het bevorderen van jeugdwerkgelegenheid'. De taskforce heeft een handleiding gepubliceerd met de titel: 'jongerenloket: de praktijk' om gemeenten te ondersteunen bij het ontwikkelen van een jongerenloket (december 2005). Daarnaast organiseren de taskforce en OCW vanaf half april 30 leerateliers om gemeenten te ondersteunen bij de opzet van een eigen jongerenloket. De werkloze jongere in beeld De taskforce heeft opdracht gegeven tot het uitvoeren van een onderzoek om meer te weten te komen over de motieven van jongeren om al dan niet actief op zoek te gaan naar werk. De regio Eindhoven heeft hieraan meegewerkt. De bevindingen zijn vastgelegd in het rapport 'De werkloze jongere in beeld' (september 2005). Het onderzoek geeft zeer sterke indicaties dat de samenstelling van deze (niet bij officiële instanties ingeschreven) groep werkloze jongeren minder zorgelijk is dan vaak wordt gedacht. Opvallend is dat deze groep zich minder zorgen maakt over het vinden van werk. De voorzichtige conclusie luidt dat voor maximaal een kwart (10 tot 25%) on-

bekende werkloze jongeren in Nederland het van groot belang is dat ze binnen het bereik van het arbeidsmarktbeleid komen. De actieleider Eindhoven voegt daaraan toe dat het gaat om de jongeren met een complexe achtergrond. Jongeren met een goed sociaal netwerk en/of opleiding(smogelijkheden) redden zich vaak wel. Veel jongeren blijken tijdelijk uit beeld te zijn door bijvoorbeeld reizen of het werken als au-pair. Ondersteuning regio s bij het maken van RMC-verbeterplannen Een van de taken van de accountmanagers is het ondersteunen van regio s bij het maken van hun RMC-verbeterplannen. De Brabantse RMC s hebben in november 2005 een provinciale conferentie georganiseerd om knelpunten in de uitvoering van de RMC-taak landelijk onder de aandacht te brengen. Evenementen In februari 2005 vond er een Brabantse actiedag tegen Jeugdwerkloosheid plaats. Deze actiedag werd georganiseerd door de landelijke Taskforce Jeugdwerkloosheid in samenwerking met regionale partners. Er waren drie locaties: Breda, Eindhoven en Oss. De actiedag was een groot succes. De geregistreerde werkzoekende jongeren waren verplicht aanwezig te zijn. Op een actieve manier werden werkgevers aan de jongeren gekoppeld tijdens de bijeenkomst. In Breda zijn 200 belangstellenden op de bijeenkomst geweest, waarvan 26 jongeren aan een afspraak voor een sollicitatiegesprek zijn geholpen en 600 vacatures zijn gemeld. Daarnaast hebben wethouders van een aantal grotere gemeenten, het CWI, het RPA, het O&O-fonds voor de metaalbewerking, e.a. een Letter of Intent getekend voor de 'Aanpak Jeugdwerkloosheid Melalelektro en Installatie West- Brabant'. In Eindhoven heeft dit geleid tot de melding van 750 vacatures en 280 sollicitatiegesprekken. Meer informatie over deze actiedag in Brabant is te vinden op de site: http://www.big-match.nl. De keerzijde van het succes van de bijeenkomst was het feit dat moeilijk te volgen was hoe het traject daarna verliep. Door de grote aantallen kon men hier onvoldoende zicht op houden. In Oss waren 200 jongeren en 50 werkgevers aanwezig. Dit leidde tot de melding van 350 vacatures en 150 jongeren konden een afspraak maken voor een sollicitatiegesprek. In juni 2006 wordt opnieuw een big match bijeenkomst georganiseerd in Eindhoven. Dit keer wordt meer aandacht besteed aan de activiteiten die volgen op de bijeenkomst. Hiervoor heeft men aansluiting gezocht bij Fontys. 50 Studenten worden ingezet voor werving, selectie en begeleiding van de jongeren. Op de dag zelf voeren de studenten intakegesprekken met de jongeren. 1.3 MKB leerbanen Al voor de inrichting van de Taskforce Jeugdwerkloosheid nam MKB Nederland het initiatief om met steun van het ministerie van OC&W landelijk 10.000 extra leerbanen te scheppen voor leerlingen in het vmbo. Een landelijk MKB-actieteam stuurde kwartiermakers het land in om per regio actieplannen tot stand te brengen voor een x aantal leerbanen. In Brabant zijn in 2004 Regionale Actieteams Leerbanen van start gegaan in s- Hertogenbosch, Midden-Brabant en Oss-Uden-Veghel. In Zuidoost Brabant is men in 2005 van start gegaan met het Actieplan Leerbanen. De actieplannen richten zich inmiddels niet meer alleen op vmbo-leerlingen, maar ook op andere doelgroepen jongeren zoals jongeren in BBL-opleidingen bij een ROC en op jeugdwerklozen zon-

der startkwalificatie. In 2006 is in West-Brabant vanuit het RPA eveneens gestart met het actieplan Leerbanen en wil men 200 leerbanen creëren. In juni 2005 heeft PSW de resultaten van een quick scan Leerbanen opgeleverd. Deze inventarisatie had tot doel om inzicht te krijgen in de belangrijkste ontwikkelingen rond tekorten aan (leer)banen voor jongeren en extra wervingsinspanningen binnen de verschillende regio's in de provincie. Het tekort aan leerbanen wordt nu nog altijd gezien als een groot probleem. Deze tekorten doen zich vooral voor met betrekking tot de laagste opleidingsniveaus in het mbo; specifiek speelt het probleem in richtingen als de autotechniek, uiterlijke verzorging (kappers), administratie, zorg, detailhandel en bouw en voor specifieke doelgroepen zoals allochtonen en werkzoekenden zonder startkwalificatie. Daarnaast zijn er ook tekorten aan jongeren en voldoende leerbanen, bijvoorbeeld in de techniek. De targets van de actieplannen in Brabant lopen sterk uiteen. Hieronder is in een schema een overzicht opgesteld van gestelde targets en behaalde resultaten eind 2005 ). Regio Target (in 4 jaar) Behaald eind 2005 Midden-Brabant 1950 280 (22 feb 2006) s-hertogenbosch 350 190 (op 1 feb 2006 200 ingevuld) Oss-Uden-Veghel 500 41* Eindhoven 600 200 * gegevens uit managementinformatie way2go 2005, resultaten jobhunting: 41 In de regio Oss-Uden-Veghel geeft men aan dat de inzet van maatwerktrajecten heel hard nodig is. Omdat de jongeren zo vluchtig zijn in hun doelen, is een goede diagnose belangrijk. Door het opdoen van werkervaring krijgen ze zicht op hun competenties en daardoor raken ze meer gemotiveerd. Knelpunt bij de maatwerktrajecten is de werkdruk bij trajectbegeleiders. Jongeren vragen veel begeleiding en er zijn onvoldoende (structurele) middelen. Vanuit alleen de RMC-taak zou men onvoldoende kunnen doen aan deze problematiek. In de regio Eindhoven plaatst men kanttekeningen bij de het in het wilde weg acquireren van leerbanen en de focus op aantallen. De problematiek ligt complexer en er is vraag naar kwaliteit. Er zou sprake zijn van een mismatch op de arbeidsmarkt. In Eindhoven geeft men aan dat er meer aandacht zou moeten zijn voor bewuste studiekeuze bij jongeren. Deze keuze zou meer arbeidsmarktrelevant moeten zijn. Administratie, ICT en autotechniek op een laag niveau worden niet gevraagd vanuit werkgevers. Techniek, magazijn en grondwerk daarentegen mag meer bij jongeren onder de aandacht gebracht worden. Succesfactor in de regio Eindhoven is het werken op caseniveau. Vanuit de regiegroep (CWI, UWV, WZI, ROC e.a) is een actieteam samengesteld waar op caseniveau de jongeren besproken worden en de aanpak wordt overlegd. De jongeren met de complexe achtergrond vormen het grootste probleem. Deze achtergrond betekent dat er al allerlei instanties met de betreffende jongeren bezig zijn (hulpverlening, zorg, scholen, etc.). Het netwerk rondom de jongere moet meer samenwerken, zodat de jongeren niet van de ene naar de andere instantie gestuurd worden. Ze hebben daarin meer begeleiding nodig. In 's-hertogenbosch is het uitgangspunt bij de huidige activiteiten van begin af aan de complexe doelgroep onder de jongeren geweest. Het doel was de activiteiten voornamelijk te richten op jongeren die zelf geen leerbaan konden vinden. De leer-

baan wordt aangepast op de wens van de jongere, omdat de motivatie dan optimaal is. Wel is ook in deze regio voortdurend onderwerp van gesprek hoe je de beroepskeuze van jongeren meer kunt laten aansluiten bij de vraag van de arbeidsmarkt. De meeste activiteiten in de regio 's-hertogenbosch worden vormgegeven in het project connections (zie punt 2). In Midden-Brabant krijgt het actieplan vorm in het Werkstation Brabant. In april 2006 liggen de activiteiten even stil, omdat het uitvoeringsplan voor de komende periode teveel het beleid raakte van partner instellingen. Het doel was om meer regie te gaan voeren, terwijl eerst meer vanuit de praktijk werd gewerkt. Op 9 mei 2006 vindt een overleg plaats met de betrokkenen om te komen tot een nieuw uitvoeringsplan. De inzet daarbij is een scheiding tussen enerzijds een soort regiegroep en anderzijds een samenwerking op operationeel niveau. In West-Brabant worden de meeste activiteiten vormgegeven in het project Werken en Leren. Voor jongeren heeft men in Breda de Big-Match bijeenkomst gehad en getracht een project te starten met O&O-fondsen. Dit is echter niet goed van de grond gekomen. Gemeenten geven aan dat er onvoldoende aanbod is van jongeren voor de metaal. Ze willen graag de leeftijdgrens oprekken, omdat er wel oudere geschikte kandidaten zijn voor deze branche. Het RPA West-Brabant heeft ervoor gekozen om het project Werken en Leren voor alle leeftijden in te zetten en niet specifiek voor jongeren. Het formuleren van een kwantitatieve doelstelling bij het creëren van leerbanen is nieuw in West-Brabant. Men gaat er van uit dat dit haalbaar is door middel van de sectorale projecten die lopen of worden opgezet. Beleid in de regio is dat jongeren zonder startkwalificatie zoveel mogelijk terug gaan naar school. 1.4 Maatregelen CWI In 2006 geeft het CWI aan dat er een duidelijke daling te zien valt van de jeugdwerkloosheid en dat daardoor instrumenten weer anders moeten worden ingezet. Het probleem van ontbrekende startkwalificaties blijft wel bestaan. Er is steeds minder laaggeschoold werk voorradig, terwijl bepaalde branches (o.a. techniek) een tekort ervaren aan geschoold personeel. Het beleid van 'terug naar school' blijft daarom actueel. Het CWI ervaart dat gemeenten krachtiger beleid gaan voeren om jongeren op school te houden. Jongeren moeten soms meer gestuurd worden in de richting van de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Met de aantrekkende economische markt kiezen sommige groepen jongeren er echter voor om aan het werk te gaan indien mogelijk en niet langer naar school. Het gevaar is dat deze jongeren in een latere fase hun werk verliezen en dat dan alsnog het gebrek aan scholing voor problemen gaat zorgen. Met betrekking tot het acquireren van leerbanen, wordt ook dat gemakkelijk in economisch gunstige tijden. Echter, ook hier geldt een kwalitatief verschil in vraag en aanbod. 1.4.1 JOP-stages De Jop-stage (Jongeren ontwikkelings- en ervaringsplaatsen) wordt nog ingezet om een jongere werkervaring op te laten doen of om een werkgever meer mogelijkheden te geven iemand een kans te geven, zonder directe verplichtingen. De jop-stage is geen doel op zich, maar kan in een traject worden ingezet, indien nodig. Het instrument blijkt iets minder noodzakelijk nu de werkloosheid onder jongeren daalt en de werkgever weer moet zoeken naar arbeidskrachten. De JOP-stages kwamen maar moeizaam van de grond. Een van de problemen was, dat toestemming van de gemeente nodig is, die in veel gevallen uit bleef. Dit pro-

bleem is inmiddels veel minder aan de orde. Gemeenten geven makkelijker toestemming, zeker als ze zien dat de stage leidt tot een arbeidsovereenkomst en dus uitstroom uit de uitkering. 1.4.2 Leerbaancheque De leerbaancheque is per 1 januari 2005 stopgezet, aangezien er nauwelijks gebruik van werd gemaakt. 1.4.3 Jeugdbanen bij CWI Om het goede voorbeeld te geven, creëerde het CWI zelf landelijk 120 extra tijdelijke jeugdbanen voor jongeren. Na een half jaar stroomden de betrokkenen door naar andere banen. De bedoeling was om dit in 2005 te herhalen. In de eerste helft van 2005 is dit nog gebeurd, maar in de tweede helft is dit gestopt vanwege de daling van werkzoekenden en bezuinigingen bij het CWI. 1.4.4 Jongerenadviseurs bij CWI Veel CWI s hebben in 2003/2004 speciale jongerenadviseurs aangesteld. Bij een aantal CWI s in Brabant zijn deze jongerenadviseurs inmiddels weer verdwenen als gevolg van een krapper budget. Wel is er in 2006 sprake van 165 fte extra voor jongeren. Jongerenadviseurs bestaan dus nog wel, maar ze worden meer regulier ondergebracht. Als extra actie heeft het CWI in de laatste week van maart de "jongerenactieweek" gehouden, zowel in 2005 als in 2006. Hierbij is door veel vestigingen aandacht besteed aan de komende schoolverlaters. Het CWI heeft verder de taak om voorlichting op scholen te geven, men organiseert banenmarkten en speedmeets. 1.5 Conclusie De jeugdwerkloosheid daalt sterk. Er blijft echter een complexe groep over voor wie extra investeringen en projecten noodzakelijk blijven. Een goede startkwalificatie is nodig en de 'mismatch' tussen vraag en aanbod blijft een aandachtspunt. Het accent ligt bij veel betrokkenen op een goede kwalitatieve uitvoering van activiteiten en minder op het behalen van een x-aantal leerbanen. Het gevaar bij het laatste is het verlies van vertrouwen bij werkgevers als banen niet kunnen worden ingevuld. Ten aanzien van allochtonen wordt door betrokkenen uit alle regio's aangegeven dat ze veelal deel uitmaken van de groep jongeren met een complexe achtergrond. Als extra 'handicap' hebben ze te maken met vooroordelen en beeldvorming. Christine Rijper van het CWI zegt daarover dat het voor hen lastiger blijft om werk te vinden, ondanks het feit dat het veelal om in Nederland geboren jongeren gaat. Ze verwijst naar het MKB-allochtonen project, waarin het mogelijk was om adviseurs met allochtonen mee te laten gaan op gesprek bij een werkgever. Nu zijn daar de middelen niet meer voor. Het was echter een manier om meer allochtonen bij werkgevers voor te stellen en een kans te bieden en de beeldvorming te beïnvloeden. Allochtone jongeren vormen in de regio's en projecten geen afzonderlijke doelgroep, omdat ze veelal dezelfde problemen hebben als jongeren met een complexe achtergrond; sociale-maatschappelijke problemen, problemen met justitie, beroepskeuze met weinig kansen op de arbeidsmarkt, etc. Er zijn bij het CWI geen extra middelen om in te zetten voor de jongeren. Alles moet vanuit de bestaande mogelijkheden en dat is dan eigenlijk alleen de WVA. Wel kunnen gemeenten soms extra mogelijkheden bieden. Met name voor jongeren die wat extra ondersteuning nodig hebben.

2. Regionale/provinciale activiteiten in Brabant In Brabant zijn diverse activiteiten en projecten gericht op jonge werkzoekenden. Enkele daarvan zijn specifiek gericht op allochtone jongeren. Er zijn grote projecten zoals Equalprojecten, maar er zijn ook kleine lokale en minder zichtbare activiteiten. Deze voorbeelden vormen geen uitputtende lijst, maar voorbeelden van grotere, zichtbare projecten. 1. Het project Jeugdwerkcoöperaties, waarin de Provincie en Jeugdzorginstellingen participeren, gericht op het inrichten van 3 pilots Jeugdwerkcoöperaties die werk moeten bieden aan ongeveer 25 werkzoekende jongeren. De pilots lopen in Tilburg, Deurne en Roosendaal. In Tilburg zijn inmiddels ongeveer 16 jongeren bezig met hun eigen onderneming. Voorbeelden zijn een dansschool, zelfstandig fotografe en een platenzaak. Succesfactoren zijn: - het feit dat het gevoel bij jongeren wordt weggenomen dat ze uitgesloten worden. - het werken aan een toekomst, waarin jongeren een eigen richting mogen bepalen. - jongeren krijgen direct een inkomen in plaats van een uitkering (werkt motiverend) Knelpunten zijn: - instellingen werken traag, waardoor bijvoorbeeld werving en selectie trager verloopt dat gepland. - men is veel tijd bezig met administratieve handelingen en procedures. - het uitbesteden van scholing zou makkelijker kunnen lopen, door scholingsinstellingen een aanbod te laten verzorgen op alle niveaus en door het inbrengen van een onderdeel zelfstandig ondernemerschap. 2. Het project Connections (gemeente 's-hertogenbosch e.a.) is gericht op het ontwikkelen van instrumenten en methodieken om regionaal de acquisitie en matching van leerbanen effectief en efficiënt te kunnen laten verlopen. Activiteiten binnen dit project zijn bijvoorbeeld: - Opzetten van een regionale voorziening voor het bijeenbrengen van vraag en aanbod. - Ontwikkelen van een database waarin vraag en aanbod inzichtelijk wordt gemaakt. - Ontwikkelen handboek acquisitie leerbanen - Modellen voor werkgeversbenadering - Uitbreiden arbeidsmarktpaspoort Dit Equalproject loopt van 1 juli 2005 tot eind 2007. Alle activiteiten zijn in ontwikkeling. 3. Het project In Sight loopt van 1 juli 2005 tot 31 juli 2007. In die periode werken scholen en gemeenten in 4 regio s samen om ervoor te zorgen dat meer leerlingen met cognitieve- of gedragsproblemen binnen het onderwijs (kunnen) blijven. Het gaat om de regio s Almere, s-hertogenbosch, Leeuwarden en Zoetermeer. Een paar van de resultaten die men met die project wil bereiken zijn: Het inrichten van een bovenschoolse voorziening op het niveau van het samenwerkingsverband vo/svo. De functie van de bovenschoolse voorziening is met name het ondersteunen van scholen.

Inrichting van een Advies- en Consultatieteam (ACT) binnen de bovenschoolse voorziening, waarin de expertise gebundeld wordt over onderwerpen als Leerplicht, Jeugdhulpverlening, Hulpverlening psychiatrische stoornissen, Hulpverlening gedragsmatige stoornissen en GGD Meer deskundigheid bij docenten/zorgcoördinatoren in het vo en mentoren in het mbo rond de doelgroep als gevolg van scholing (evaluatie deskundigheidsbevordering op effectiviteit/tevredenheid deelnemers) In 's-hertogenbosch ligt het accent op het ACT. Er zijn in het schooljaar 2004/2005 en in de eerste helft van 2005 152 leerlingen aangemeld. Het betreft hier leerlingen die dus met een zodanige problematiek zitten dat de scholen daar zelf geen antwoord meer op hebben. Met probeert nu ook het ROC te betrekken, zodat een meer doorlopende zorgstructuur ontstaat en leerlingen niet uit beeld verdwijnen bij het overstappen van bijvoorbeeld voortgezet onderwijs naar MBO. 4. Triple T. Doel van dit project is het ontwikkelen, implementeren en integreren van een competentiegerichte leer-, werk-, opleidings- en begeleidingsstructuur voor risicojongeren. De deelnemer wordt door bedrijfs- en onderwijscoaches meerjarig gecoached in de leer-, werk- en onderwijsketen Primair Onderwijs/VSO- ZMOK/VMBO/MBO. De doelgroep bestaat uit jongeren in de leeftijd van 15 tot 23 jaar die onderwijs volgen in Tilburg en die niet in staat zijn of gemotiveerd zijn om een regulier kwalificerend scholingstraject te volgen. 5. Onderzoek drijfveren. PSW doet in 2006 onderzoek naar drijfveren van nietgeregistreerde jongeren. De provincie Noord-Brabant en gemeente 's- Hertogenbosch willen meer grip krijgen op deze doelgroep met als doel te achterhalen of - en zo ja, welke - interventies wenselijk zijn om te zorgen dat ook deze jongeren een goede uitgangspositie krijgen op de arbeidsmarkt. De eerste - voorlopige - conclusies wijzen erop dat veel jongeren die buiten beeld zijn toch activiteiten ontplooien, zoals tijdelijk werk, parttime studie of werk minder dat 12 uur per week. De omvang van de groep is dus minder zorgelijk dan verwacht. Ook vindt een deel uiteindelijk wel werk. Om de groep te bereiken zouden uitzendbureaus een goed interventiekanaal kunnen zijn. 6. Wat werkt, wat werkt beter. Scholen voor speciaal onderwijs in Tilburg (zmok, zmlk, mytyl) willen samenwerken met het praktijk- en het regulier onderwijs rond arbeidsvoorbereiding en -toeleiding van hun leerlingen. Het onderzoek 'wat werkt, wat werkt beter' is een inventarisatie van activiteiten en sterkte/zwakten onder de scholen voor speciaal- en praktijkonderwijs. Naar aanleiding van het onderzoek is een advies gegeven voor 3 vormen van samenwerking. Dit varieert van uitwisseling tot gezamenlijk ontwikkelen. Op 10 mei 2006 komen de partners bij elkaar om te komen tot een actieplan. 7. Vinden, binden, boeien. In de regio Breda en Tilburg wordt een project uitgevoerd om jongeren te werven voor en behouden in de metaalsector. In september 2006 wordt een kart-wedstrijd georganiseerd voor jongeren. Daaraan voorafgaand vinden allerlei activiteiten plaats om jongeren te bereiken en te werven voor de metaal. Men wil ongeveer 15.000 jongeren bereiken, waarvan ongeveer 3000 mee kunnen doen aan de kart-wedstrijd. Uiteindelijk kunnen 70 kandidaten deelnemen aan workshops en kennismakingsdagen bij bedrijven. De werving vindt vooral plaats via een wedstrijd op internet: www.dothejobrace.nl. Voor werkgevers is de site www.jongerenproof.nl gemaakt, waar werkgevers kunnen testen of zij interessant zijn voor jongeren. Deze test is gebaseerd om uitspraken van jongeren zelf, wat zij van belang vinden in hun werk en bij de werkgever.

8. Kleurrijk Brabant werkt. Dit project is voor en door allochtone jongeren en kent twee belangrijke onderdelen: promotieteams. De kern van dit project is het promoten van successen en positieve resultaten én het werken met rolmodellen. Regionale promotieteams en mentorprojecten van en voor allochtone jongeren vervullen de centrale rol. mentorprojecten. In Brabant zijn er uiteenlopende mentorprojecten in het onderwijs opgezet. In een mentorproject begeleiden één of mee ervaren personen (vaak studenten of volwassen werknemers) een minder ervaring persoon (mentee). Meer informatie is te vinden op www.kleurrijkbrabantwerkt.