Hujo - Humanistische Jongeren VZW presenteert in samenwerking met dehuizenvandemens en demens.nu DEBATGIDS HANDLEIDING HOE BEREID JIJ JE VOOR OP DE WEDSTRIJD? 2017
INHOUD INLEIDING 3 BELANGRIJKE BEGRIPPEN 4 WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN EEN DEBAT EN EEN DISCUSSIE? 5 W*T*F* IS EEN WEDSTRIJDDEBAT? 6 DE STELLING 6 DE TEAMS 6 VASTE SPREEKTIJDEN 6 EEN JURY 6 OVERTUIGEN, HOE DOE JE DAT WEL EN NIET!? 7 PRESENTATIE 7 OPBOUW VAN JE BETOOG 7 ARGUMENTATIE 7 DROGREDEN 8 1. PERSOONLIJKE AANVAL 8 2. POPULISTISCHE DROGREDEN 8 3. AUTORITEITSDROGREDEN 8 4. CIRKELREDENERING 9 5. STROMANREDENERING 9 6. MANIPULATIE 9 7. VERSCHUIVEN VAN BEWIJSLAST 9 WEERLEGGEN VAN ARGUMENTEN, AANVALLEN VAN ARGUMENTEN 10 AAN DE SLAG: EEN GOED BETOOG IN 5 STAPPEN! 11 STAP 1: INTERPRETATIE VAN DE STELLING 11 STAP 2: OPZOEKEN VAN INFORMATIE 11 STAP 3: BRAINSTORMEN OVER ARGUMENTEN 12 STAP 4: RANGSCHIKKEN VAN ARGUMENTEN EN OPBOUWEN VAN EEN BETOOG 12 STAP 5: STERKE OPENING EN KRACHTIG SLOT 12 NOTITIES 13 BIBLIOGRAFIE *Van Looy, L.; Coninx, M.; Elias, K. (2004). Didactisch werkvormenboek voor cultuurwetenschappen. Antwerpen, België: Garant. Debatindeklas.nl. Geraadpleegd op 15, december, 2016, van http://www.debatindeklas.nl/oefeningen *Stichting Nederlands debatinstituut. Geraadpleegd op 15, december, 2016, van www.schooldebatteren.nl/lesmateriaal-view *Stichting Nederlands debatinstituut. Handleiding debatteren voor bovenbouw havo vwo. Geraadpleegd op 15, december,2016, van: https://www.google.be/search?q=debat+in+de+klas&ie=u- tf-8&oe=utf-8&client=firefox-b-ab&gfe_rd=cr&ei=cxls- WPCINc-E3gOosrugAg 2 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
DEBATGIDS: HOE BEREID IK ME VOOR OP DE DEBATWEDSTRIJD? INLEIDING Je bent ingeschreven voor de debatwedstrijd. Wat nu? Eerst en vooral lees je het reglement van de voorrondes. Dit vind je op www.debatwedstrijd.be. Daarna begin je aan je voorbereiding. Je vindt info over het thema op de website en op de facebookpagina. Op youtube vind je trouwens heel wat filmpjes over debatteren. Veel succes! DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 3
BELANGRIJKE BEGRIPPEN STELLING Een bewering over een bepaald onderwerp. Vb. de seksismewet is overbodig MENING FEIT Iets wat waar is, dat je kan bewijzen. Een persoonlijk oordeel. Iets dat je zelf vindt. VERONDERSTELLING Mensen denken dat dit waar is, maar de waarheid is nog niet per se bewezen. ARGUMENT Een bewering die jouw standpunt ondersteunt (een voorbeeld, verklaring, bewijs, ) BETOOG Logische opsomming van argumenten die jouw standpunt over een stelling duidelijk maken. 4 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN EEN DEBAT EN EEN DISCUSSIE? DISCUSSIËREN DEBATTEREN Discussiëren is informeel. Dit betekent dat je discussieert met je broer over welk tv-programma je wil kijken. Of thuis aan tafel, op café met vrienden, in een jeugdvereniging, met je moeder over het uur dat je thuis moet komen van een fuif. Dagelijks vinden discussies plaats over heel wat uiteenlopende onderwerpen. Iedereen kan aan de discussie deelnemen. Je zus kan bijvoorbeeld mee beginnen discussiëren over wie het programma op tv mag kiezen. In een discussie probeer je je tegenstanders te overtuigen en zo de discussie te winnen. Je wil namelijk je moeder overtuigen om toch later thuis te komen van de fuif dan zij eerst had bepaald. Debatteren is veel formeler. Het onderwerp en de deelnemers van het debat zijn op voorhand gekend. Er wordt een begin- en eindtijd afgesproken en ook de spreektijd van de debaters ligt vast. Denk bijvoorbeeld aan de grote verkiezingsdebatten in België of de presidentsverkiezingen in Amerika. Het allergrootste verschil tussen een discussie en een debat is dat je niet je tegenstander, maar een groep mensen moet overtuigen (de jury, kiezers, een publiek, ). Enkel als je die groep overtuigt, kan je het debat winnen. DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 5
W*T*F* IS EEN DEBATWEDSTRIJD? Wereldwijd zijn er enorm veel debatvormen. Iedere vorm heeft eigen regels, gebruiken en beoordelingscriteria. Wanneer het om een wedstrijd gaat, vind je in het reglement welke vorm de organisatie heeft gekozen. Dit zijn de kenmerken van een wedstrijddebat: DE STELLING (ONDERTITELS) De stelling staat centraal tijdens het debat. DE TEAMS (ONDERTITELS) In een debat staan twee teams tegenover elkaar. De grootte van het team kan variëren. Tijdens de Digimores Debatwedstrijd debatteer je per twee. Het ene team, de voorstanders, verdedigen de stelling. Het andere team, de tegenstanders, vallen de stelling aan. De teams gebruiken argumenten (zie hierna wat is een argument ). De rolverdeling gebeurt willekeurig. Hoe de deelnemers zelf over het onderwerp denken, is niet relevent in dit speldebat. VASTE SPREEKTIJDEN De teams krijgen vaste spreektijden om hun standpunt duidelijk te maken. In het reglement van de wedstrijd vind je de regels terug (spreektijden, volgorde van spreken, ). Voor- en tegenstanders krijgen evenveel tijd om hun punt te maken. EEN JURY In een speldebat moet je niet je tegenstanders overtuigen, maar de jury! Zij bepalen via objectieve criteria welk team het speldebat wint. Persoonlijke meningen van de jury doen niet ter zake. De beoordelingscriteria gaan zowel over de inhoud (argumentatie) als over de vorm (presentatie). 6 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
OVERTUIGEN, HOE DOE JE DAT WEL EN NIET?! Overtuigingskracht bestaat uit 3 elementen: PRESENTATIE OPBOUW VAN JE BETOOG Je betoog bereidt je je voor. Maar hoe? Kijk op pagina 11, daar vind je een stappenplan. ARGUMENTATIE DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 7
DROGREDENEN Je kan ook fouten maken bij het argumenteren. Sommige fouten zijn per ongeluk. De debater heeft niet goed bedacht of het argument wel echt waarde heeft. Andere fouten worden met opzet gemaakt. De betoger weet dan wel dat hij niet echt een goed argument aanhaalt, maar wil toch gelijk krijgen. Hij gebruikt daarom andere middelen (op een listige manier). Deze fouten noemt men drogredenen. Welke drogredenen worden vaak gebruikt? 1. PERSOONLIJKE AANVAL Deze drogreden is gericht tegen de spreker zelf. Deze drogreden wordt vaak gebruikt, maar is eigenlijk een goedkope truc want er worden geen goede argumenten voor het eigen standpunt aangehaald. Bijvoorbeeld: Wat kan mijn tegenstander, als vrouw, nu weten van voetbal? 2. POPULISTISCHE DROGREDEN Men doet beroep op wat er algemeen leeft bij een bevolking of publiek. Wanneer men zich tot het publiek richt, is het argument niet gemakkelijk te weerleggen voor de tegenstanders. De tegenstander moet immers argumenteren dat het volk of het publiek het mis heeft. Gelukkig zal tijdens de debatwedstrijd een kritisch publiek aanwezig zijn. Bijvoorbeeld: In een zaal vol basketballers zeg je: Basketbal is een veel gezondere sport dan voetbal, we moeten dus meer basketten op school. 3. AUTORITEITSDROGREDEN Ten onrechte wordt iemands autoriteit aangehaald om een standpunt kracht bij te zetten. Bijvoorbeeld: In een discussie over energie: Debater 1: Professor Geschiedenis X zegt dat zonne-energie veel beter is dan windenergie Als je een persoon citeert die effectief veel weet over het onderwerp, heb je natuurlijk een heel sterk argument! Haalde de debater in bovenstaande discussie een argument van een energie-expert aan, dan was dit een super sterk argument geweest. 8 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
4. CIRKELREDENERING Het argument in een cirkelredenering verklaart eigenlijk niets en je zegt twee keer hetzelfde. Bijvoorbeeld: Ik heb geen zin in eten, want ik heb geen trek. Man 1: God bestaat Man 2: Hoe weet je dat? Man 1: Dat staat in de bijbel Man 2: Hoe weet ik of wat er in de Bijbel staat, waar is? Man 1: Omdat de Bijbel het woord van God is. 5. STROMANREDENERING Bij de stromansredenering verdraai je het woord van de tegenstander. Door de argumenten net iets anders te gebruiken dan ze werden bedoeld, lijkt het argument nergens op te slaan. Zelfs de meest logische argumenten kunnen op deze manier worden aangevallen. Bijvoorbeeld: Team 1: Wij pleiten om op uitstap te gaan naar Noorwegen, omdat de natuur mooier is dan in Brussel. Team 2 antwoordt: De voorstanders vinden Brussel een lelijke stad. 6. MANIPULATIE In dit argument probeert men beroep te doen op het medelijden en medevoelen van het publiek of de luisteraar. Bijvoorbeeld: Ik heb tot vannacht gewerkt aan mijn taak, dus u mag me echt geen slechte punten geven 7. VERSCHUIVEN VAN DE BEWIJSLAST Deze drogreden proberen debaters het volgende te laten geloven: indien je niet kan bewijzen dat het verband tussen A en B niet bestaat, dan bestaat het verband tussen A en B! Voorbeeld: - telepathie bestaat, want er werd niet aangetoond dat het niet kan. CONCLUSIE: Er zijn heel wat drogargumenten. Deze zijn niet altijd makkelijk te herkennen. Bezondigt je tegenstander zich aan drogredenen, laat je dan niet doen! Laat je tegenstander zien dat jij de drogreden hebt gespot en doorprik deze met een goed argument! DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 9
WEERLEGGEN VAN ARGUMENTEN, AANVALLEN VAN ARGUMENTEN Tijdens een goed debat wordt er niet naast elkaar gebabbeld. Een debat is schermen met (goede!) argumenten. In een debat stel je je eigen argumenten voor en haal je de argumenten van anderen onderuit met argumenten. Een argument weerleggen betekent de overtuigingskracht van de andere partij ontnemen. Het weerleggen van argumenten is een belangrijk criterium waarop de jury haar oordeel baseert. Je kunt op twee manieren een argument van de andere partij proberen te weerleggen: 1. Bewijzen dat het argument fout is (of ten minste twijfelachtig). 2. Met eigen argumenten het argument van de andere partij ontkrachten. Bijvoorbeeld: Team 1: Het bewijs dat je aanhaalt is gebaseerd op een studie van 10 jaar geleden. (1).. Wij hebben bewijs voor het tegendeel. Een studie van vorig jaar zegt. (2) SAMENVATTING WEERLEGGEN VAN ARGUMENTEN 1. Zeg met welk argument je het oneens bent 2. Zeg waarom dat argument onjuist of onvolledig is 3. Geef zelf een argument voor jouw standpunt 4. Benadruk het gevolg van jouw weerlegging: ( voorbeeld: door ons argument, is het duidelijk dat het argument van de tegenpartij niet klopt. ) 10 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
AAN DE SLAG: EEN GOED BETOOG IN 5 STAPPEN! STAP 1: INTERPRETATIE VAN DE STELLING De stelling staat centraal in het debat. Vooraleer je argumenten kan verzamelen voor of tegen de stelling, moet je goed begrijpen wat de stelling precies betekent. Duidt alle belangrijke woorden in de stelling aan en denk na over wat ze betekenen. Kan je de woorden niet precies verklaren, dan zoek je ze best even op. Voorbeeld: Soms denk je dat je de betekenis van een woord kent. Neem nu het woord vluchteling. De betekenis lijkt voor de hand: het is een persoon die op de vlucht is. Toch bestaat er wereldwijd een specifieke definitie over wie wel of niet als vluchteling wordt erkend. Die definitie staat te lezen in het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties: een vluchteling is iemand die vervolging te vrezen heeft vanwege zijn ras, godsdienst of politieke overtuiging, of omdat hij/zij tot een bepaalde sociale groep behoort of een bepaalde nationaliteit heeft. Niet zomaar iedereen die op de vlucht is, heeft het recht op het statuut van vluchteling. Oorlogsmisdadigers worden bijvoorbeeld niet beschermd. Tips: -Het debat gaat over de pro s en contra s van de stelling en NIET over hoe de stelling moet geïnterpreteerd worden. STAP 2: OPZOEKEN VAN INFORMATIE 1. Weet je helemaal niets over het onderwerp, ga je best eerst op onderzoek uit. 2. Is het thema op jouw lijf geschreven, kan je overgaan naar stap 3: Brainstormen over argumenten. Na de brainstorm kan het duidelijk worden dat er nog wat gaten zijn in je betoog. Je ontdekt bijvoorbeeld dat je nog niet voldoende over het thema weet. Je ontdekt misschien ook dat je argumenten vooral meningen en veronderstellingen zijn en dat jouw argumenten niet gebaseerd zijn op feiten. Controleer ook of je de verschillende invalshoeken van het onderwerp onderzocht hebt (sociaal, economisch, politiek, historisch, cultureel, ). Ga op zoek naar relevante feiten. Een bron uit 1986 is waarschijnlijk niet zo relevant als een bron uit 2015. Tips voor het vinden van info -De thema s zijn zo gekozen, dat er heel wat actueel materiaal te vinden zal zijn op internet: krantenartikeltjes, filmpjes, opiniestukken, databanken -Controleer of je het thema uit verschillende oogpunten hebt bekeken. (economisch, sociaal, politiek, cultureel, ) -Internet is vaak een goed begin voor je zoektocht, maar hou er rekening mee dat de informatie op een pagina uit subjectief kan zijn. Check dus zeker je bronnen! -Bronnenonderzoek kan je heel wat belangrijke informatie verschaffen over de correctheid of objectiviteit van een bron. Via de facebookpagina van Digimores Debatwedstrijd wordt ook geregeld wat info over de thema s gedeeld. Like dus snel onze pagina! Tips voor bronnenonderzoek: 1. Wie schreef/ maakte de bron? 2. Wat was de bedoeling van de auteur? 3. Wanneer werd de bron geschreven? Recent of lang geleden? 4. Is de auteur volgens jou subjectief of objectief? Waarom? DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 11
STAP 3: BRAINSTORMEN OVER ARGUMENTEN Brainstorm samen over alle mogelijke pro en contra argumenten van de stelling. Tip: Neem een leeg vel papier en verdeel het papier in twee. Links schrijf je alle argumenten PRO de stelling en rechts schrijf je alle argumenten TEGEN de stelling. Alles wat bij je opkomt, kan je noteren: voorbeelden, ideeën, bewijzen, Voorbeeldstelling debatwedstrijd 2015: stemrecht moet verlaagd worden tot 16 jaar: PRO Vb. Jongeren moeten mee kunnen beslissen. CONTRA Vb. Laat jongeren jong zijn. Ze moeten nog niet zoveel verantwoordelijkheid krijgen. Bekijk de argumenten die je hebt gevonden en overloop ze samen. Probeer bij elk argument ook de andere kant (= een tegenargument) te verzinnen. Noteer dit argument. Je hebt nu al heel wat argumenten verzameld. STAP 4: RANGSCHIKKEN VAN ARGUMENTEN EN OPBOUWEN VAN EEN BETOOG Rangschik de argumenten van sterk naar minder sterk. Sterke argumenten zijn argumenten waarvoor je moeilijk een tegenargument bedenkt. Zwakke argumenten zijn argumenten die je makkelijk kan betwisten. De (3) sterkste argumenten vormen de kern van je betoog. Probeer je argumenten in een logische en overtuigende volgorde te rangschikken, zodat je een duidelijk en gestructureerd betoog hebt. De zwakkere argumenten worden even aan de kant geschoven, maar worden zeker niet vergeten of weggegooid. Het is belangrijk om álle argumenten (zwakker of niet) in het achterhoofd te houden. In het heetst van de strijd kunnen deze argumenten misschien wel van pas komen. STAP 5: STERKE OPENING EN KRACHTIG SLOT Je hebt alle argumenten om de stelling te verdedigen of aan te vallen. Toch is het werk nog niet gedaan. Nu moet je de jury en het publiek nog overtuigen! Onthoud dat elk betoog altijd een opening, midden en slot heeft. Overtuigen start met het aantrekkelijk en logisch openen van je betoog. Je grijpt meteen de aandacht van het publiek en de jury. Bovendien kunnen de jury en het publiek je uitleg makkelijker volgen als die logisch is opgebouwd. Wat je op het einde vertelt, blijft het langst hangen. Zorg dus ook voor een krachtig slot. BETOOG OPENEN Je kan openen met een anekdote, een grapje, een actueel voorbeeld, een oneliner, kort beschrijven van een probleem,... Maar je kan ook gewoon duidelijk stellen waarom je voor of tegen de stelling bent. Vb. Beste jury, wij zijn VOOR deze stelling om 3 redenen, naamelijk... BETOOG EINDIGEN Je geeft een conclusie van je argumenten. Herhaal kort je belangrijkste argumenten. Vb. En om al deze argumenten, beste jury, zijn wij VOOR het verlagen van het stemrecht naar 16 jaar. 12 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
NOTITIES DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 13
NOTITIES 14 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD
NOTITIES DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 15
V.U. Irene Tassyns, Anspachlaan 111 bus 7, 1000 Brussel 16 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD 16 DIGIMORES DEBATWEDSTRIJD