2 DE BASIS VOOR WERELD RIËNTATIE
Veilig naar school Je weet hoe een voetganger zich veilig gedraagt 1 Praatjes bij in plaatjes het verkeer. Dit kun je al Dit kun je straks Je weet waar het veilig is voor een voetganger in de buurt van de schoolpoort. 1 Vertel wat goed of niet goed is. 1 2 3 4 5 6 Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - leerwerkboek 6.12 79
2 Veilig of onveilig? Groen = veilig Rood = onveilig 80 6.12 Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - leerwerkboek
Veilig naar school Eindterm Verkeer en mobiliteit 6.12 De leerlingen kunnen de gevaarlijke verkeerssituaties in de ruimere schoolomgeving lokaliseren. Onderwijslijn 1 ste 2 de 3 de 4 de 5 de 6 de - In groep de directe schoolomgeving te voet verkennen en gevaarlijke punten aanduiden om gepast te leren reageren - De directe schoolomgeving te voet verkennen en gevaarlijke punten aanduiden, om gepast individueel te leren reageren - De gemeente te voet verkennen, om gevaarlijke situaties te leren herkennen en gepast te reageren op moeilijke verkeerssituaties - Verkeerssituatie en de mogelijke gevaren in de schoolomgeving kennen - Mogelijke oplossingen voor verkeersproblemen formuleren - Inzien dat het verkeer altijd risico s inhoudt - Het centrum van de gemeente per fiets verkennen en gepast leren reageren - Specifieke gevaren onderkennen als de klas op uitstap gaat en correct erop anticiperen - In de schoolomgeving de gevaarlijke situaties verkennen en de aard van het probleem omschrijven - Vanuit de plattegrond of kaart van de schoolomgeving of gemeente de gevaarlijke verkeerssituaties situeren, de aard van het probleem omschrijven en gepast reageren, zowel te voet als op de fiets - In sommige gevallen veilige oplossingen bedenken voor gevaarlijke verkeerssituaties Doelen - Gevaarlijk verkeersgedrag herkennen en benoemen. - Verwoorden hoe je de onmiddellijke omgeving van de school veilig bereikt of verlaat. Materiaal Individueel - leerwerkboek p. 79 en 80 - correctiesleutel De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - Plantyn, Mechelen - handleiding 6.12 1
Werkwijze 1. Observatie in de buurt van de schoolpoort Maak met de leerlingen een leerwandeling in de buurt van de schoolpoort (een tweetal straten). Vertel de leerlingen dat je samen met hen de veilige en onveilige punten voor voetgangers wilt zoeken. - De leerlingen duiden veilige elementen voor voetgangers aan: bijv. omega-elementen aan schoolpoort, stoep, zebrapad, verkeerslichten, straatverlichting (avond, nacht), verkeersremmers, aanwezigheid van een gemachtigd opzichter/agent,... - De leerlingen wijzen veilige punten voor voetgangers aan, noemen en verwoorden ze. - De leerlingen wijzen onveilige punten voor voetgangers aan, noemen en verwoorden ze. - Wijs een (vertrek)punt aan: als ik van punt x, y, z,... naar... wil gaan: Waar is het veilig stappen? Waar is het gevaarlijk stappen? Zijn er hulpmiddelen? Wat doe je het best, als er hindernissen zijn op de stoep? Wat doe je als je aan een openstaande garagepoort komt? Wat doe je als de stoep versperd is? Waar steek je het best de straat over? - Maak van de gelegenheid gebruik om bijv. oversteekregels, plaats van de voetganger op de stoep,... te herhalen. 2. Praatjes bij plaatjes (leerwerkboek p. 79, oefening 1) Bekijk de 6 tekeningen van opdracht 1. De leerlingen verwoorden wat ze zien: - veilige (of onveilige) punten aanduiden; - het veilige verkeersgedrag van de verkeersdeelnemers verwoorden. Plaatje 1: oversteken op het zebrapad, omega-elementen, correct parkeren, schoolingang, rij, fietsenstalling... Plaatje 2: oversteken op het zebrapad, alleen oversteken bij groen,... Plaatje 3: als de stoep versperd is: wachten en achterom kijken, Plaatje 4: alleen op de rijbaan of het fietspad, als het niet anders kan,... Plaatje 5: de fietser laten voorgaan en dan oversteken na het teken van de opzichter of agent, alleen te voet oversteken... Plaatje 6: fietsen op de stoep, niet langs de stoeprand, 3. Veilig of onveilig (leerwerkboek p. 80, oefening 2) Bespreek de oefening. De leerlingen kleuren de cirkeltjes met de namen van de kinderen: groen is verkeersveilig gedrag, rood is verkeersonveilig gedrag. Correctiesleutel C80 2 6.12 De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - Plantyn, Mechelen - handleiding
Veilig naar school Dit kun je al Je weet hoe een voetganger zich veilig gedraagt 1 Praatjes bij in plaatjes het verkeer. Dit kun je straks Je weet waar het veilig is voor een voetganger in de buurt van de schoolpoort. 1 Vertel wat goed of niet goed is. 1 2 3 4 5 6 Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - leerwerkboek 6.12 79
2 Veilig of onveilig? Groen = veilig Rood = onveilig BAS ADAM HANNE DANA GINO CLOË EEFJE FRED 80 6.12 Plantyn, Mechelen - De Basis voor Wereldoriëntatie 2 - leerwerkboek