Jaarverslag. Stichting Het R.C. Maagdenhuis

Vergelijkbare documenten
Jaarverslag Stichting Het R.C. Maagdenhuis

Stichting Het R.C. Maagdenhuis Jaarverslag 2014

Jaarverslag Stichting Het R.C. Maagdenhuis

Financiële jaarstukken 2012

Financiële jaarstukken 2012

Stichting Het R.C. Maagdenhuis. Visie document

Financiële jaarstukken 2014

Financiële jaarstukken 2015

Financiële jaarstukken 2014

JAARREKENING 2015 STICHTING ORA

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

Stichting Van Herel Fonds. Jaarverslag 2018

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

JAARREKENING Stichting Marianne Center

Stichting van Tuikwerd Fonds

JAARREKENING Stichting Marianne Center

Publicatiejaarrekening 2014

Stichting Amivedi BALANS PER 31 DECEMBER 2017 ACTIVA VASTE ACTIVA. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Website MATERIËLE VASTE ACTIVA 190

BALANS PER 31 DECEMBER 2016 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA

Inhoud JAARSTUKKEN 2016

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Stichting Voedselallergie gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2015

Stichting Fokus. Jaarrekening 2016

Jaarrekening Stichting Open Mind Amsterdam. Inhoudsopgave:

Stichting Fonds Willemsen-Ritzema van Ikema

Stichting Van Herel Fonds. Jaarverslag 2016

SynVest Fund Management B.V. gevestigd te Amsterdam Rapport inzake de Publicatiebalans 2016 Vastgesteld door de Algemene Vergadering d.d.

Jaarrekening Stichting Bibliotheek Krimpenerwaard

Stichting The Flame Foundation. Jaarrekening 2008

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Financiële jaarstukken 2016

DOCTORS FOR MOZAMBIQUE STICHTING JAARREKENING 2013

Stichting Het Groninger Klokken- en Orgelfonds

PUBLICATIEJAARREKENING 2015 VAN STICHTING AVONDGLANS HILVERSUM KVK

Stichting van Tuikwerd Fonds

inhoudsopgave 1.Toelichting op de resultaten 2. Balans 3. Staat van baten en lasten 4. Kasstroomoverzicht

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Heiloo

DIACONIE VAN DE PROTESTANTSE GEMEENTE SCHAGEN

Stichting Tempel-Zwartsenberg Fonds

Verkorte balans Ultimo 2012 Ultimo 2011

VERKORTE JAARREKENING Stichting Voedselbank Waalwijk Waalwijk Balans per 31 december 2015 Staat van baten en lasten over 2015

Jaarrekening Samenvatting

STICHTING SHARING SUCCESS FOUNDATION DELFGAUW

EHTA. Eerste Hulp Thuis Administratie Oprichter Els Hergaarden. Financieel verslag 2014

Jaarrekening 2015 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Jaarrekening 2017 Stichting Open Mind Amsterdam

De Veste Vermogensbeheer B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2017

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vorderingen Liquide middelen

Balans per 31 december 2013

OPERAM JAARREKENING FINANCIEEL JAARVERSLAG 2017

Jaarrekening Stichting Open Mind Amsterdam. Inhoudsopgave:

Stichting Voedselallergie gevestigd te Nijkerk. Jaarrekening 2016

Jaarrekening 2017 Stichting Fokus

Stichting Regionaal Centrum voor Sociaal-Cultureel Werk en Basiseducatie De Skûle Franekeradeel

JAARVERSLAG en JAARREKENING 2018

Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa

Jaarrekening 2014 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Staat van baten en lasten over 2016

Stichting Fokus. Jaarrekening 2015

Stichting Voedselallergie gevestigd te Nijkerk. Financiële verantwoording 2017

Jaarrekening van de. Stichting Nationale Reclasserings Actie

BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestemming) ====================== IMMATERIËLE VASTE ACTIVA MATERIËLE VASTE ACTIVA

Stichting Healthcare Christian Fellowship International Centre, Voorthuizen

Jaarrekening 2013 Stichting Bibliotheek De Kempen. versie t.b.v. het voldoen aan publicatieplicht ANBI

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Waterland

DOCTORS FOR MOZAMBIQUE STICHTING JAARREKENING 2014

Jaarrekening Stichting KopGroep Bibliotheken

Jaarrekening Stichting Prisma Amsterdam

VERKORTE JAARREKENING 2016 Balans per 31 december 2016 Staat van baten en lasten over 2016

Stichting Prinses Christina Concours Jaarrekening 2017 (verkorte versie)

1. Balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming)

Stichting Urgente Noden Friesland te Leeuwarden. Rapport inzake jaarrekening 2016

Vaste activa Materiële vaste activa

Jaarrekening Stichting De Bibliotheek

ACTIVA 31 december januari Bedrijfsgebouwen en - terreinen Inventaris Vervoermiddelen

Financiële verantwoording Sint Laurensfonds

Stichting Prinses Christina Concours Financieel jaarverslag 2015 (verkorte versie )

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

JAARREKENING 2014 STICHTING OPENBARE BIBLIOTHEEK RAALTE

FINANCIEEL JAARVERSLAG Stichting Kleurrijke Stad

Stichting van Tuikwerd Fonds

Financiële informatie Stichting Den Haag onder de Hemel. Den Haag

Stichting Vrienden Toon Hermans Huis te Amersfoort

STICHTING CORANTIJNSTRAAT 25. JAARREKENING 2016 met toelichting

SynVest Fund Management B.V. Hogehilweg 5-Z 1101 CA AMSTERDAM. Publicatiebalans 2015

PUBLICATIEJAARREKENING 2017 VAN STICHTING AVONDGLANS HILVERSUM KVK

Jaarverslaggeving Stichting Steun Thuis in West

Balans per 31 december 2015 (na bestemming van het resultaat over het boekjaar) (bedragen in euro s) Materiële vaste activa 4.670

KONINKLIJKE VERENIGING VOOR FACULTATIEVE CREMATIE VERSLAG VAN DE SECRETARIS

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Voorschoten-Wassenaar

Jaarrekening Stichting Leergeld Groningen e.o. Groningen

STICHTING MST MENSEN IN BEELD HOUDEN

Protestantse gemeente te Krimpen aan den IJssel. College van Diakenen Jaarrekening 2018

Stichting Vrienden van Handicart UTRECHT

STICHTING VIER VOGELS TE ROTTERDAM JAARREKENING 2015

De Veste B.V. te Breda. Kamer van Koophandel Inschrijfnummer JAARREKENING 2018

H.B. Blijdensteinstichting. Openbare Bibliotheek voor Enschede

AEFIDES INSPIRATIS I BV TE GRONINGEN. Jaarverslag april 2012

Balans per 31 december 2012

Stichting Fokus. Financiële jaarrekening 2014

Transcriptie:

Jaarverslag 2011 Stichting Het R.C. Maagdenhuis

Jaarverslag 2011 Foto s en/of illustraties: archief van Stichting Het R.C. Maagdenhuis Tekst: T.J.M. de Jong Grafische vormgeving en druk: www.anraad.nl Nieuwegein Stichting Het R.C. Maagdenhuis: Herengracht 220, NL- 1016 BT Amsterdam Tel + 31 20 624 39 03 Fax + 31 20 638 28 14 E-mail info@maagdenhuis.nl www.maagdenhuis.nl of www.cnfcee.nl

Jaarverslag 2011 Stichting Het R.C. Maagdenhuis 1

Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 De relatie van fondsen met de samenleving 3 2. Beleidsontwikkeling bij het Maagdenhuis 4 3. De activiteiten in vogelvlucht 5 Afrika 5 Suriname 7 De Ontmoeting 8 Overige projecten Nederland 9 Projecten in eigen beheer en deelnemingen 10 Alliantie Kind in Gezin 10 Landelijk Steunpunt Thuisadministratie 10 WoonSaem 11 4. Financieel overzicht 13 Balans per 31 december 2011 en 2010 13 Waarderingsgrondslagen en verkorte toelichting 13 op de balans Grondslagen voor de resultaatbepaling en bepaling van 14 het giftenbudget Beleggingsbeleid 14 Controleverklaring 16 2

1 Inleiding In de activiteiten- en jaarverslagen sinds 2000 hebben we steeds een uitgebreid overzicht gegeven van de interne organisatie, de overwegingen rond het giftenbeleid, alsmede kwantitatieve gegevens over onze activiteiten. De wereld van de communicatie verandert snel. Met het jaarverslag 2011 willen wij die veranderingen volgen, in die zin, dat de lezer een update wordt geboden over de belangrijkste ontwikkelingen in het verslagjaar. In dit verslag wordt niet meer uitgebreid benoemd, wat al jaren ongewijzigd is gebleven of welke activiteiten zijn gestaakt. Met deze nieuwe vorm hopen we de leesbaarheid en toegankelijkheid te vergroten. Voor meer achtergrondinformatie kan men terecht op de website van het Maagdenhuis. De relatie van fondsen met de samenleving In de laatste twintig jaar is er veel veranderd in de werkwijze van fondsen door proactief werken, grotere betrokkenheid, langduriger verbintenissen en oog voor maatschappelijk rendement en evaluatie. Zeker in de laatste jaren zien we ondermeer in FIN-verband (Vereniging Fondsen in Nederland) dat fondsen elkaar inspireren om een steviger relatie aan te gaan met (sommige) projecten. De projectencarrousel en de benadering laat duizend bloemen bloeien lijkt zijn langste tijd te hebben gehad. De energie die gemoeid is met vernieuwing (lange tijd een soort toverwoord in fondsenland) kan misschien wel beter worden besteed door beproefde concepten te herhalen en door meer in te zetten op duurzaamheid (wat overigens ook een toverwoord dreigt te worden). Maar ondanks die belangrijke ontwikkelingen, is de aanvraagprocedure voor een donatie anno 2011 nog altijd een competitie, waarin het project toeschrijft naar de veronderstelde criteria van het fonds en het fonds zich beschermt door bureaucratische regels en eigen normen. De relatie tussen een geldgevend fonds en een geldvragende organisatie wordt nog vaak gekenmerkt door een zekere weldadigheid. Voor de totstandkoming van het beleid zijn fondsen zich meer gaan richten op de samenleving, maar de benadering van maatschappelijke vraagstukken is nog topdown. Het is nog niet gangbaar, dat fondsen op systematische wijze een uitwisseling met de samenleving realiseren. Hoe vriendelijk het fonds ook communiceert met de aanvrager, de relatie is afstandelijk door formele procedures, een relatief lange behandeltijd en een sfeer van beoordeling. Ook de voorzichtigheid van fondsen om geen precedenten te scheppen en daarmee de eigen beleidsruimte in de toekomst te beperken, tekent ook vandaag de relatie tussen fonds en aanvrager. Hoe fonds en aanvrager elkaar vinden, berust in zekere zin op toeval: de draagkracht van fondsen is beperkt en lang niet voldoende om tegemoet te komen aan de maatschappelijke vraag. Dat laatste geldt in deze tijd meer dan ooit, met een terugtredende en bezuinigende overheid. 3

Beleidsontwikkeling bij het maagdenhuis De behoefte aan (financiële) ondersteuning en de capaciteit van fondsen om te ondersteunen, zijn steeds minder in evenwicht. Dit levert de vraag op: hoe komt het, dat deze partijen elkaar vinden? Is het alleen een goede communicatie, een goede website en een welbewuste selectie op basis van criteria? Met andere woorden: is het voorspelbaar welke projecten wel en welke niet zullen worden begunstigd? Of spelen er ook andere subjectieve krachten in het keuzeproces van fondsen en aanvragers? 2 Beleidsontwikkeling bij het Maagdenhuis Met bovenstaande analyse en vraagstellingen oriënteren we ons anno 2011 bij het Maagdenhuis op onze eigen maatschappelijke betekenis. Voor de nabije toekomst kunnen we natuurlijk voortbouwen op de recente ontwikkelingen. Door een proactieve benadering en door grote projecten, die in eigen beheer of in samenwerking met maatschappelijke organisaties worden uitgevoerd, zijn we meer in de samenleving komen te staan. We zijn ons er van bewust, dat die ontwikkeling verder moet gaan. Dat is de basis voor ons beleid in de komende jaren. In 2011 waren de primaire werkgebieden van het Maagdenhuis Nederland, de voormalige Nederlandse Antillen, Senegal, Togo en Suriname. Tevens waren er nog activiteiten in twee landen, waaruit het Maagdenhuis zich binnenkort terugtrekt, te weten Rusland (Kaliningrad, eind 2011) en Zuid-Afrika (eind 2013). Er werden in 2011 172 projecten gesteund met financiële toezeggingen tot een bedrag van 1,08 mln 1. (2010: 165 projecten, 1,04 mln.). Door de samenwerking met andere fondsen kon deze geldstroom door cofinanciering ruim worden verdubbeld. In een aantal gevallen heeft deze cofinanciering een incidenteel karakter. Met het fonds Brentano s Steun des Ouderdoms* hebben we sinds 2002 een structurele samenwerking, waarin dit fonds een giftenbudget voor ouderenprojecten van circa 450.000 per jaar beschikbaar stelt voor binnen- en buitenland. Sinds enkele jaren kiezen we voor een kleiner aantal werkgebieden en thema s. Daarmee wordt het mogelijk de mensen achter een project en de omstandigheden beter te leren kennen. Dat legt de basis voor meer intensieve ondersteuning en langduriger verbintenissen. Om ruimte te maken voor dit beleid, nemen we afscheid van onze ambitie om voor een groot aantal projecten beschikbaar te zijn. Liever kiezen we voor projecten, waar we door langdurige samenwerking een meerwaarde kunnen realiseren. 4 * Stichting Roomsch Catholijk Burger Oude Mannenhuis Brentano s Steun des Ouderdoms

Aldus kennen we anno 2011 drie hoofdlijnen in het giftenbeleid: ten eerste de (wat gemoderniseerde) weldadigheid, gericht op de bekende charitatieve doelen, die bij ons passen; ten tweede de grote proactieve projecten in eigen beheer en deelnemingen; ten derde de langdurige samenwerking met grassroots projecten. Met de laatstgenoemde werkwijze hebben we al een aantal jaren heel goede ervaringen, in Senegal en Togo, maar in toenemende mate ook in Nederland en Suriname. Deze werkwijze heeft steeds meer onze voorkeur. Dit zal op den duur leiden tot een duidelijke beperking van de klassieke weldadigheid. Voor 2012 en volgende jaren zal dit steeds zichtbaarder worden in ons programma. De basis daarvoor is in 2011 gelegd door: De voorbereiding van het programma De Ontmoeting en eerste presentatie tijdens de jaarvergadering. De Ontmoeting zal in 2012 starten met een eigen programmacommissie, eigen budget en actieve acquisitie van projecten. De start van een pilot voor opbouw van activiteiten in Suriname met als perspectief dat dit land na 2013 concentratieland zal worden. Een strengere selectie van aanvragen aan de poort. Met een afwijzingspercentage van 85% is het Maagdenhuis al jaren uitzonderlijk selectief. Door de nieuwe werkwijze willen we de behandeltijd, die gemoeid is met de 600 à 700 afgewezen aanvragen per jaar, beperken. 3 De activiteiten in vogelvlucht Afrika Onze aanwezigheid in Togo en (het zuiden van) Senegal is gebaseerd op de visie, dat locale bevolking altijd zelf verantwoordelijk is voor de verbetering van levensomstandigheden. Hulp van buitenaf doet geen goed. We werken daarom niet alleen klein- 5

De activiteiten in vogelvlucht schalig, maar ook uitsluitend in samenwerking met initiatieven vanuit de bevolking. De bevolking is zelf verantwoordelijk voor het nemen van initiatief, voor het gebruik van middelen en voor onderhoud. Wij komen nooit met voorstellen: die zullen de mensen ter plaatse altijd aanvaarden, want wij betalen er immers voor. We zijn alleen geïnteresseerd in stappen die de mensen zelf willen zetten en ook willen volhouden. We stimuleren dat aanvragers zich eigenaar van een project voelen. In tegenstelling tot de klassieke criteria van fondsen, hebben we ontdekt, dat projecten die reeds zijn gestart de voorkeur verdienen. De mensen hebben dan immers zelf hun initiatief laten zien. Ook houdt onze begeleiding niet op na de toekenning van een bijdrage. Met de meeste projecten houden we nog jarenlang contact. We houden daarmee zicht op het behoud van de eerder bereikte resultaten, maar ook ervaren de mensen achter de projecten dit als een grote steun. Pas na enkele jaren laten we de projecten wat meer los. Door de halfjaarlijkse werkbezoeken van de landencoördinatoren en door de ervaringen van onze medewerker ter plaatse blijven we op de hoogte van de plaatselijke problematiek. Toch is een voortdurend besef nodig, dat een positie als relatieve buitenstaander zijn beperkingen heeft. Daarom investeren we veel in een netwerk van lokale deskundigen, die door hun maatschappelijk inzicht, door hun sociale betrokkenheid of door technische kennis een onmisbare schakel zijn in onze begeleiding van projecten (kortweg suivi genoemd). De beschreven werkwijze is de resultante van negen jaar ervaring in Senegal en Togo. In toenemende mate vraagt ook duurzaamheid onze aandacht. Zonder verdienmodel en inkomstengenererende activiteiten, is het in deze landen vrijwel onmogelijk om projecten op het gebied van onderwijs of andere maatschappelijke doelen lang vol te houden. Voor de korte termijn is de betrokkenheid van fondsen onmisbaar. Het Maagdenhuis verwerft steeds vaker de steun van andere fondsen bij projecten in Senegal en Togo. In 2011 omvatte onze begeleiding circa 30 projecten in Senegal en circa 40 projecten in 6

Togo. De financiële ondersteuning (nieuwe toezeggingen) bedroeg in dit jaar 32.000 (N=7) in Senegal en 131.900 (N= 13) in Togo. Suriname Het Maagdenhuis is sedert 2008 zelfstandig actief in Suriname. Sinds eind 2010 is een pilot gestart om te bezien of Suriname concentratieland kan worden. Gedurende deze pilot zijn drie hoofdlijnen gekozen in het beleid: a. ontwikkeling van ouderenzorg, met name in het westelijk gebied; b. kansen vergroten van kinderen uit het binnenland door beter onderwijs in hun directe omgeving of door betere mogelijkheden om dit onderwijs in de stad te volgen (internaten); c. enkele bijzondere min of meer losstaande projecten ten behoeve van daklozen, tienermoeders, slachtoffers van huiselijk geweld, gehandicapte kinderen. De activiteiten in vogelvlucht Het verslagjaar stond in het teken van het vertrek van vele andere fondsen. Dit stelt ons de vraag, of we in de voetsporen zullen treden van de vertrekkende fondsen. Dit leidde tot uitgebreid overleg met andere fondsen en in enkele gevallen tot overdracht van de samenwerking met projecten. De Surinamereis 2011 stond in het teken van de vraag hoe we een duurzame ontwikkeling van sommige maatschappelijke initiatieven kunnen bevorderen. De situatie in Suriname laat zich in menig opzicht vergelijken met onze ervaringen in Senegal en Togo. Goede bekendheid met de mensen en de omstandigheden zijn een voorwaarde. Ook heeft een langdurige begeleiding van bij voorkeur reeds begonnen initiatieven de voorkeur boven de gangbare incidentele ondersteuning van projecten. De voedingsbodem voor maatschappelijke projecten is door het beleid van de Surinaamse overheid gunstiger dan in menig ontwikkelingsland. De ironie in Suriname is echter, dat de aandacht voor maatschappelijke zorg van de overheid slechts een geringe financiële steun oplevert. Bovendien ligt het inkomen van de arme helft van de Surinaamse bevolking, internationaal bezien, bijzonder laag. Voor een sluitende begroting zijn projecten aldus aangewezen op fondsenwerving voor nagenoeg hun gehele exploitatie. Een acceptabel niveau van maatschappelijke voorzieningen in Suriname is alleen denkbaar, als er een antwoord wordt gevonden op de vraag van financiële duurzaamheid. Dat wil zeggen, dat maatschappelijke projecten slechts kunnen overleven als zij een eigen verdienmodel ontwikkelen. In 2011 omvatte onze begeleiding circa 25 projecten in Suriname. De financiële ondersteuning (nieuwe toezeggingen) bedroeg in dit jaar 111.100 (N=10). Binnen ons werkprogramma in Suriname neemt het project Seniorenburgers, gericht op ontwikkeling van ouderenzorg in het westelijke deel van het land (Nickerie), een bijzondere plaats in. Het project wordt gedragen door de lokale welzijnsorganisatie WIN. Om dit initiatief te versterken hebben wij samen met WIN in de loop van 2011 een breed samenwerkingsverband opgebouwd, waarin ook Nederlandse organisaties in de ouderenzorg, gezondheidszorg, beroepsopleidingen, mantelzorgondersteuning 7

De activiteiten in vogelvlucht en zorgverzekering, alsmede het streekziekenhuis Nickerie en de lokale vrouwenorganisatie een bijdrage leveren. De activiteiten zijn er op gericht om in 2012/2013 een mantelzorgtraining en een opleiding diabetesverpleging te starten. Ook is de bouw van enkele seniorenwoningen (voor respijtzorg) en klein dienstencentrum voor zorg en dagopvang gepland. Het Maagdenhuis zal hier door een renteloze lening ook in financiële zin in participeren. 8 De Ontmoeting De Ontmoeting is een nieuw programma van het Maagdenhuis. In de Ontmoeting staat de multiculturele samenleving niet langer ter discussie. De samenkomst van culturen is een gegeven, dat past bij de geschiedenis van een handelsvolk en de al eeuwen voortdurende migratiestromen. In de Ontmoeting komen mensen en groepen met verschillende achtergronden dichter bij elkaar. Niet praten over elkaar, maar praten met elkaar. Elkaar leren kennen, niet alleen op een rationeel niveau en op speciale gelegenheden. Ook leren kennen als mens, met elkaar samenwerken en ontdekken welke normen, beelden, geschiedenissen en metaforen passen bij de andere cultuur. Door elkaar beter te begrijpen kun je beter samenwerken en samenleven. In de Ontmoeting gaat het om gelijkwaardigheid. In dat perspectief wil het Maagdenhuis innoverende activiteiten ontplooien en initiëren. We ondersteunen projecten met advies en coaching. We zijn gericht op het versterken van de eigen kracht: door mensen te stimuleren om de eigen hulpbronnen en competenties zo goed mogelijk in te zetten. Waar mogelijk, helpen we projecten met het ontwikkelen van een toekomstvisie en een verdienmodel. We brengen projecten met elkaar in contact. Door uitwisseling en vergroting van het eigen netwerk wint een project aan duurzaamheid. Aldus kan tussen een fonds en een project een langduriger en veelzijdiger

verbintenis ontstaan, waarin financiële ondersteuning een waardevol aanvullend instrument is. Onder de vlag van de Ontmoeting zal het Maagdenhuis, mogelijk nog in 2012, starten met een meerjarig programma. Tweemaal per jaar zal een oproep voor projecten bekend worden gemaakt. Deze oproepen worden geselecteerd door een programmacommissie. Als voorbeelden van activiteiten binnen de Ontmoeting noemen we: - projecten die gericht zijn op het stimuleren van de dialoog tussen verschillende bevolkingsgroepen; - projecten die een maatschappelijk probleem of een specifieke nood binnen een migrantengroep bespreekbaar maken (emancipatie, mantelzorg, seksuele geaardheid, huiselijk geweld); - samenwerking tussen witte organisaties en initiatiefnemers uit de kringen van migranten om nieuwe werkvormen te ontwikkelen, die passen bij de leefstijl van migranten; - verbinden van maatschappelijke projecten, bij voorkeur in een samenwerking over de grenzen heen (twinningsprojecten). De activiteiten in vogelvlucht Overige projecten Nederland Het giftenbeleid van het Maagdenhuis is gericht op welzijn van kwetsbare groepen en versterking van zelfstandigheid, zelfredzaamheid en waar mogelijk participatie. Vaak gaat onze steun uit naar een speelveld, waar het gangbare aanbod van welzijnswerk, zorg, wonen en onderwijs niet zo goed op elkaar aansluiten. In dit gebied proberen we nieuwe ontwikkelingen te stimuleren. De betrokkenheid van vrijwilligers, gebruikers, cliënten, maar ook van mantelzorgers en lotgenoten is een belangrijk aanknopingspunt. Welzijn wordt vaak niet bevorderd door een beter aanbod, maar door mensen te steunen in hun zelfstandigheid. We zien veel voorbeelden, waar de klassieke relatie tussen aanbieder en cliënt niet meer voldoet en waar het beter is kwetsbare groepen rekening houdend met hun mogelijkheden- de verantwoordelijkheid voor het eigen leven en welzijn terug te geven. Binnen Nederland werken wij op basis van een convenant samen met het Nationaal Ouderenfonds en Brentano. Een van de doelen van het convenant is gezamenlijk proactieve projecten en diensten te ontwikkelen, gericht op verbetering van het welzijn van kwetsbare ouderen. Deze projecten hebben aanvankelijk het karakter van een proef op landelijke schaal, waarbij we vaak gebruikmaken van de ervaring van succesvolle lokale pilotprojecten. Bij succes zullen deze proactieve projecten te zijner tijd worden voortgezet als een structurele dienst. Aanvankelijk was de samenwerking met het Nationaal Ouderenfonds ook gericht op de financiële ondersteuning van ouderenprojecten van derden. In de loop van 2009 heeft NOF de behandeling van subsidieverzoeken stopgezet en het giftenbudget 9

De activiteiten in vogelvlucht gereduceerd. Sindsdien stelt het Ouderenfonds een budget voor cofinanciering via het Maagdenhuis ter beschikking (in 2011: 100.000). In Nederland richt het Maagdenhuis het giftenbeleid vooral op projecten met kinderen en jongeren (70%). In de loop der jaren is het giftenbeleid verbreed als gevolg van een ruimere definitie van het begrip verweesden. Daarmee worden bijzonder kwetsbare doelgroepen aangeduid, zoals zieken, gehandicapten, asielzoekers, allochtone vrouwen, geweldslachtoffers en gedetineerden. Door die verbreding lag er enkele jaren meer nadruk op volwassenen als doelgroep. Sinds 2010 legt het Maagdenhuis zich weer meer toe op vraagstukken rond jeugd. De deelname aan de Alliantie Kind en Gezin (zie hierna), is daar een voorbeeld van. In 2011 omvatte onze ondersteuning 108 projecten in Nederland met een totaal bedrag van 589.100 2. Projecten in eigen beheer en deelnemingen Alliantie Kind in Gezin In Nederland zijn er 44.000 kinderen uit huis geplaatst (2% van alle kinderen). Ruim de helft woont in pleeggezinnen. Voor een groot aantal kinderen is een pleeggezin niet haalbaar, doordat er te weinig pleegouders beschikbaar zijn of doordat plaatsing wordt bemoeilijkt door gedragsproblemen of beperkingen. Ruim 19.000 kinderen zijn zo terecht gekomen in kindertehuizen of, erger nog, bivakkeren tijdelijk in gesloten instellingen of jeugdgevangenissen zonder dat er sprake is van een strafblad. In maart 2010 hebben de Rudolphstichting, Gezinshuis.com en het Maagdenhuis het initiatief genomen voor de Alliantie Kind in Gezin. Later zijn ook Kinderpostzegels en jeugdzorginstelling s Heeren Loo toegetreden als kernpartners. Inmiddels hebben zich tientallen instellingen, fondsen en bedrijven als partner aangesloten bij de Alliantie. De Alliantie wil de schrijnende situatie verbeteren door het (doen) realiseren van 10.000 plaatsen in gezinshuizen en pleeggezinnen. Deze nieuwe plaatsen moeten leiden tot een evenredige afbouw van de bestaande tehuizen. De Alliantie besteedt gerichte aandacht aan de ontwikkeling van gezinshuizen: doordat de gezinshuisouders meer tijd beschikbaar hebben (zij krijgen een basisinkomen) en specifiek worden geschoold, is het gezinshuis bij uitstek geschikt voor kwetsbare kinderen. Voor een bredere verspreiding van dit concept is ontwikkeling van de beroepsgroep nodig. De Alliantie heeft in 2011 verschillende projecten gestart rond methodiekbeschrijving, onderzoek, certificering, opleiding en vorming van een beroepsvereniging. 10 Landelijk Steunpunt Thuisadministratie In de eerste zes jaar van zijn bestaan heeft het Landelijk Steunpunt zich toegelegd op verspreiding van het concept, serviceverlening aan bestaande projecten, methodiek-

ontwikkeling, training en kwaliteitsborging. In die zes jaar is de behoefte aan preventie en schuldhulpverlening sterk gegroeid. Thuisadministratie richt zich op de naar schatting 200.000 mensen, die het overzicht op de financiële huishouding kwijt zijn, maar door tijdelijke begeleiding (gemiddeld acht maanden) de regie weer kunnen terugkrijgen. Bij steeds meer mensen, staan meervoudige schulden die zelfstandigheid in de weg. Een deel van deze groep wordt toegelaten tot de schuldsanering (nu circa 80.000 per jaar). Een groeiend aantal mensen krijgt deze hulp niet, bijvoorbeeld door gebrek aan voldoende vaste inkomsten. Ook het aantal mensen dat meer dan drie jaar op het sociaal minimum leeft, neemt toe. De financiële problematiek van burgers verandert daarmee en wordt grimmiger. Als gevolg daarvan wordt de samenwerking tussen preventie en begeleiding door vrijwilligers (Thuisadministratie en maatjesprojecten) en formele hulpverlening (Schuldhulpverlening en Inkomensbeheer) nog belangrijker. Nieuwe vormen ontstaan daaruit, zoals Thuisadministratie in langdurige trajecten, bijvoorbeeld voor mensen met een psychische of psychiatrische problematiek, vrijwilligersprojecten in de Schuldhulpverlening, enz. De activiteiten in vogelvlucht Het Landelijk Steunpunt heeft in 2011 de periode van onderzoek en kwaliteitsborging afgesloten en de resultaten daarvan vastgelegd in een brochure. In september 2011 is de fase van opschaling gestart: in een breed samenwerkingsverband wordt gewerkt aan de ambitie om voor 2016 de capaciteit van vrijwilligers-projecten Thuisadministratie te verviervoudigen (tot een capaciteit van 30.000 cliënten per jaar). Het Landelijk Steunpunt wordt daartoe voor drie jaar volledig gefinancierd door Delta Lloyd Group Foundation. Deze organisatie heeft ook een stimuleringsfonds voor nieuwe projecten gevormd. Het Landelijk Steunpunt werd in 2011 versterkt door de toetreding van het NiBud als vijfde kernpartner In het samenwerkingsverband met Maagdenhuis, Humanitas, Delta Lloyd en Nationaal Ouderenfonds. WoonSaem Het initiatief voor dit kenniscentrum komt voort uit de zorg over de woon- en leefsituatie van het snel groeiende aantal oudere migranten in Nederland. Zij hebben te maken met tal van problemen zoals een slechte gezondheid, een laag inkomen, slechte, niet aanpasbare woningen en sociaal isolement, als gevolg van de taalbarrière. Toch maken oudere migranten weinig gebruik van voorzieningen. Er is een mismatch met de formele instellingen: ten dele uit onwetendheid (van ouderen én van instellingen), ten dele ook uit principiële, cultuurgebonden overwegingen. Dit gemis aan aansluiting gaat gepaard met afnemende informele zorg bij migranten: vaak kunnen zij niet meer terugvallen op de zorg binnen de familie, als gevolg van de zich snel voltrekkende verwestersing van de jongere generatie. WoonSaem wil stimuleren dat oudere migranten zelf een rol krijgen/nemen in het realiseren van gemeenschappelijke woonvormen. Onderzoek wijst uit, dat ouderen die in een woongemeenschap leven, minder last hebben van eenzaamheid, vitaler zijn en meer participeren. De vorming van een woongemeenschap is echter geen een- 11

De activiteiten in vogelvlucht voudig proces. Het samen ontwikkelen van een gemeenschappelijke omgangscode, met oog voor elkaar, maar ook met respect voor ieders eigenheid en privacy, vergt tijd en begeleiding. Daarbij putten we uit de (positieve, maar zeker ook negatieve) ervaringen bij de bestaande 500 autochtone en 50 allochtone woongroepen in het land. Na vier jaar voorbereiding werd op 19 mei 2011 tijdens een minisymposium, het Kenniscentrum groepsgewijs wonen oudere migranten geopend. Tijdens de openingsbijeenkomst werd de in opdracht van WoonSaem ontwikkelde methodiek Samen Zelfstandig gepresenteerd (auteurs Kees Penninx en Heleen van Deur). In de visie van WoonSaem is het vormen van een woongemeenschap vóór alles een sociaal proces. Naast Samen Zelfstandig is er in 2011 een tweede begeleidingsinstrument ontwikkeld, gericht op de groepsvorming in het eerste half jaar. In een serie themabijeenkomsten maken de groepsleden kennis met elkaar en wisselen zij van gedachten over levensvragen en gezamenlijke verwachtingen rond het ouder worden, de relatie met de familie en het gemeenschappelijk wonen. Doel van deze oriëntatiefase is, dat de leden na het eerste half jaar een mentale overeenkomst aangaan, dat ze gemeenschappelijk met elkaar willen wonen. De gedachte achter deze themabijeenkomsten is, dat latere praktische onderwerpen (zoals de bouw, de juridische en financiële zaken) veel sneller kunnen worden doorlopen, als de groep een hechte band en een duidelijk gemeenschappelijk doel heeft. In de eerste helft van 2012 zal een pilot met startende woongroepen worden gehouden. In die pilot wordt de methodiek rond de themabijeenkomsten voor het eerst toegepast. In de laatste maanden van 2011 hebben 28 groepen oudere migranten zich voor deelname bij WoonSaem gemeld. Uiteindelijk hebben we zes groepen geselecteerd, die daadwerkelijk aan de pilot gaan deelnemen. De ervaringen worden benut om de methodiek te verfijnen. WoonSaem is samenwerkingsverband van het Maagdenhuis, het Amsterdams Steunpunt Wonen, de Landelijke Vereniging Gemeenschappelijk Wonen van Ouderen, de Netwerk Organisatie Oudere Migranten en CABO Amsterdam. 12

4 Financieel overzicht Balans per 31 31 december 2011 en en 2010 2010 31-12-2011 31-12-2010 ACTIVA Immateriële vaste activa 1 1 Materiële vaste activa 918.674 932.897 Financiële vaste activa 39.874.897 41.174.498 Totaal vaste activa 40.793.572 42.107.396 Financieel overzicht Vorderingen 520.323 687.052 Liquide middelen 721.122 689.208 Totaal vlottende activa 1.241.445 1.376.260 Totaal activa 42.035.017 43.483.656 PASSIVA Stichtingskapitaal 37.747.579 39.201.524 Reserve financiering materiële vaste activa 918.674 932.897 Overige fondsen 577.059 595.011 Totaal eigen vermogen 39.243.312 40.729.432 Voorzieningen 193.670 194.335 Schulden op korte termijn 2.598.035 2.559.889 Totaal passiva 42.035.017 43.483.656 Waarderingsgrondslagen en verkorte toelichting op de balans De activa en passiva zijn, voor zover niet anders is vermeld, tegen nominale waarde opgenomen. Onder nominale waarde wordt verstaan de hoofdsom die te zijner tijd bij afwikkeling van de desbetreffende post zal worden ontvangen of betaald. Zowel de aandelen als de obligaties zijn gewaardeerd tegen de koerswaarde per 31 december. Niet-gerealiseerde resultaten m.b.t. beleggingen worden geboekt als resultaat. Materiële vaste activa worden geactiveerd en afgeschreven indien de aanschafwaarde meer bedraagt dan 5.000. De afschrijving is voor kantoorinventaris 10% en voor computerapparatuur 33,33%. In het jaar van aanschaf wordt naar rato afgeschreven. De landerijen worden om de vier jaar opnieuw getaxeerd, laatstelijk per ultimo 2010. Met aandelen in onroerendgoedfondsen wordt op gelijke wijze omgegaan als met de aandelen opgenomen onder de effecten. De vaste activa bestaan uit het pand Herengracht 218-220 (gewaardeerd tegen 900.000) en (computer)apparatuur. Voor de antieke meubelen, het antieke zilver en de schilderijen zijn geen waarden opgenomen. De opbrengsten van het M.L. Frohn Fonds worden aangewend voor intergeneratie projecten; dit binnen het kader van de doelstellingen van het Maagdenhuis. 13

Financieel overzicht Staat van Baten en Lasten 2011 en 2010 Staat van Baten en Lasten 2011 en 2010 Realisatie Realisatie Begroot Begroot Realisatie Realisatie 2011 2011 2011 2011 2010 2010 BATEN Directe beleggingsopbrengsten 965.872 1.150.000 1.066.994 Totaal baten 965.872 1.150.000 1.066.994 LASTEN Personele kosten 572.238 456.500 510.730 Materiële kosten 488.508 395.902 423.007 Af: doorbelaste personele kosten -278.250-144.255-179.057 Af: doorbelaste materiële kosten -382.446-241.386-309.928 Totaal lasten 400.050 466.761 444.752 Baten minus lasten (A) 565.822 683.239 622.242 Giften 1.034.138 967.700 977.248 Giften M.L. Frohn Fonds 12.500-38.708 Giften (B) 1.046.638 967.700 1.015.956 Operationeel resultaat (A - B) -480.816-284.461-393.714 Indirecte beleggingsopbrengsten -1.000.257 0 3.791.847 Resultaat -1.481.073-284.461 3.398.133 Het resultaat is onttrokken (-) of toegevoegd (+) aan: Stichtingskapitaal -1.453.945-284.461 3.346.815 Reservering financiering materiële vaste activa -14.223 0 32.897 M.L. Frohn Fonds -12.905 0 18.421 Totaal -1.481.073-284.461 3.398.133 Grondslagen voor de resultaatbepaling en bepaling van het giftenbudget Bij de bepaling van het resultaat zijn, voor zover niet anders is vermeld, de aan het boekjaar toe te rekenen baten en lasten opgenomen. De personele en materiële kosten worden op basis van integrale kostprijs toegerekend aan de diverse activiteiten van het Maagdenhuis. De activiteiten van het Maagdenhuis worden voor een belangrijk deel gefinancierd uit eigen middelen. Om dit mogelijk te maken wordt een stichtingskapitaal in stand gehouden. Jaarlijks wordt een budget beschikbaar gesteld voor de exploitatie en de giftenverstrekking, ter grootte van 4% van het stichtingskapitaal. 14 Beleggingsbeleid Het Maagdenhuis heeft door de eeuwen belegd in onroerende zaken, zowel huizen als boerderijen. De laatste decennia bestaat het onroerend goed bezit, afgezien van het kantoor, slechts uit landbouwgrond. De gebouwen, die op deze gronden staan, zijn eigendom van onze pachters. In onze visie is beleggen in landbouwgrond een zinnige component in het vermogensbeheer. Door de jaren heen is circa 12 % van onze activa zo belegd. Hoewel het beleid in principe op de lange termijn is gericht, kopen en verkopen wij als het

moment opportuun is. In 2011 vonden één kleine verkooptransactie plaats. Over een reeks van jaren gemeten hebben de landerijen een goed rendement opgeleverd. Naast eigen onroerend goed beleggen wij ook in beleggingsmaatschappijen m.b.t. onroerend goed. Het pand aan de Herengracht wordt gedeeltelijk verhuurd aan voor ons relevante, maatschappelijke organisaties, deels tegen marktcondities, deels aan kleine of startende organisaties. De effectenportefeuille wordt professioneel beheerd. Voor de verschillende componenten zijn afspraken gemaakt voor wat betreft de weging. Hier is onderscheid gemaakt tussen een strategische en een tactische verdeling. De strategische verdeling is die welke het bestuur op langere termijn het meest gewenst acht. De tactische stelt de marges vast waarbinnen de vermogensbeheerder moet blijven als hij inspeelt op zijn marktgevoel. Daarbij worden de volgende bandbreedtes gehanteerd: Financieel overzicht Strategisch Strategisch Tactisch Tactisch Obligaties 65,0% 0-75% Aandelen 35,0% 0-55% Liquiditeiten 0,0% 0-100% Per balansdatum bevinden de effectenposities zich binnen de gestelde tactische bandbreedtes, vastgesteld in het beleggingsstatuut d.d. 14 juni 2010. 31-12-2011 31-12-2011 31-12-2010 31-12-2010 Onroerend goed 6.714.902 6.735.191 Obligaties 18.918.002 19.649.513 Aandelen en deelnemingen 14.126.461 14.674.262 Totaal beleggingen 39.759.365 41.058.966 15

16 Financieel overzicht