KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid

Vergelijkbare documenten
STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID (voor nieuwbouw utiliteitsgebouwen, op hoofdlijnen, volgens bouwbesluit 2012 versie 1.0)

STAPPENPLAN BEOORDELING BRANDVEILIGHEID volgens Bouwbesluit 2012 UTILITEITSGEBOUWEN. Kenmerk: 2013-R-V1.2

OMGEVINGSVERGUNNING. ProjectManagement Bureau Gemeente Amsterdam Postbus BG AMSTERDAM

Brandpreventie. Werk nr Datum: HOOFDGEBOUW (2014)

<> Inhoudsopgave 1 Algemene projectgegevens Sterkte bij brand (afdeling 2.2) Beperking van het ontstaan van een brandgevaarlijke situa

NIEUWBOUW 78 APPARTMENTEN HABITAGE TE HEERHUGOWAARD

Project: Verbouw van tot een kinderdagverblijf Kinderdagverblijf Dolfijn te Voorthuizen Adviesrapport brandpreventie

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

AMS1 Schiphol-Rijk. Brandveiligheid in het kader van de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen

Hoefbladstraat te Nieuw-Vennep Beoordeling brandveiligheid. Datum 10 december 2015 Referentie Hoofdweg GH ROTTERDAM

NIEUWBOUW KINDERDAGVERBLIJF DE ARK AGRA MATIC BV

SCHIPHOL HOTEL BADHOEVEDORP

Utrechtsestraatweg AS Woerden De heer ing. P. Dunnewold. Strevelsweg 700/ AS Rotterdam De heer G. Zeck

Verbouwing gezondheidszorgcomplex aan de Zuiderweg 15 te Schagen. Rapportage brandveiligheid

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 10 MEI 2017

Appartementen De Keern te Landsmeer

Brandveiligheidsadvies

AMSTERDAM ARENA ENERGIE OPSLAG Brandveiligheid 9 DECEMBER 2016

AFD BEPERKING ONTSTAAN BRANDGEVAARLIJKE SITUATIE

Biomassacentrale Ooms. Rapportage brandveiligheid. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol

Roozen - van Hoppe Bouw en Ontwikkeling bv T.a.v. de heer Jeroen Pel Postbus AD HILVARENBEEK

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Realisatie hotel in bestaand bedrijfspand Beltstraat 79 Hippolytushoef

Brandveiligheidsadvies. Stadhuis Maastricht

Checklist bijeenkomstfunctie

SPLITSING UNITS A-1 EN A-4 WOONBOULEVARD HOOGSTAD TE VLAARDINGEN

Brandveiligheidsadvies

RAPPORTAGE TOETSING BRANDVEILIGHEID

Verbouwing WTC Toren I te Amsterdam

Brandveiligheidsaspecten van de uitbreiding van het kantoorpand van IHC Hydrohammer B.V. te Kinderdijk. Ontwerp met 3 verdiepingen

Lapis Lazuli in Heerhugowaard

Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Zorgboerderij Hagelkruisweg 20 te Hegelsom. Rapportage brandveiligheid

RAPPORT BRANDVEILIGHEID s Gravendijkwal 68 Rotterdam DO v Auteur: Leon Zondervan

1 Inleiding vereist kwaliteitsniveau... 2

Kapershoekseweg 24. Hoogvliet - Rotterdam

NIEUWBOUW WIJKSPORTVOORZIENINGEN PERNIS

Rapport R09. *BEM * BEM gemeente Steenbergen. Behoort bij beschikking ZK nr.(s) Omgevingsmanager.

Brandveiligheidstoets Nieuwbouw fustopslag & expeditie FruitNL te Ommeren

Brandveiligheid. Onderwerp: Advies nieuwbouw rijhal "Hippisch Recreatiepark Ter Maarsch" Adres: Vledderweg 3 Stadskanaal Aanvrager: HPF Projecten BV

Zaanstreek-Waterland Zaanstad

Bouwdeel F/G Brouwhuis aan de Ceresstraat te Breda

doorstroomcapaciteit vluchtroutes Business Center

NIEUWBOUW BEDRIJFSPAND OSSEBROEKEN 13 BEILEN

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN

MEMO 1. INLEIDING 2. UITGANGSPUNTEN 3. TOETSKADER: BOUWBESLUIT 2012

Checklist woonfunctie

Nieuwbouw kantoor Bon Holding

Woongebouw familie James Callantsoog. Rapportage brandveiligheid

Toetsing brandpreventie

V&L MEMO BRANDVEILIGHEID. Bijlage 25 bij besluit 2017/2543-V1

Brandveiligheidsrapportage - Pastorie. Renovatie/verbouwing H. Hartkerk/ Pastorie aan de Baronielaan te Breda

Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van de tekeningen van Cell Studio Architecten met datum

rand rapport Project: Herinrichting 't Klooster Rilland Werknummer:ZF15-06 Datum:

Brandveiligheidsadvies Nieuwbouw winkel en bedrijfsruimten Binnenweg te Heemstede te Naarden

Popcentrum MIO te Maastricht Brandveiligheid

BRANDPREVENTIE TOETSING

AVR Afvalverwerking BV Nieuwbouw Stortbordes december 2011

ISOLATIE, MUUR, THERMISCH, VOORGEVORMD (attest, productcertificaat)

De totale gebruiksoppervlakte is exclusief de woonfuncties ruim groter dan 1000 m 2.

Brandbeveiligingsconcept. Ten behoeve van: Woonvoorziening met dagbesteding OTT De Ring te Hoofddorp

Uitbreiding Farm Dairy te Lelystad Onderwerp Brandveiligheidsplan Projectnummer AN11476 Documentnummer BA-v1.0

Seniorenappartementen Graafdijk Oost. Rapportage brandveiligheid

WAND, BINNEN, NIET DRAGENDE, MONTAGEWAND, GIPSPLATEN (attest, productcertificaat)

Datum: 31 augustus Rapportnummer: 4491-R03, revisie: 1. Uitgangspuntendocument brandveiligheid. Beele Aalten Productiehal 1 (nieuwbouw)

ECO/NNECT. Voorstel waarborging brandveiligheid. Roel Derkx SATIJNplus Architecten de Wijk van Morgen b.v.

Advies brandveiligheid Omgevingsvergunning Gegevens Aanvraag

BRL 2880 " Systemen voor het brandwerend bekleden van lijnvormige stalen bouwconstructies " ( )

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Herontwikkeling Bedrijfspand Kruisbergseweg 10, Hengelo (Gld)

Gemeente Leiden Museum De Lakenhal Omgevingsvergunning Brandveiligheid

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Bouwbesluit 2012, kantoorfunctie, nieuwbouw, vluchtroute, brandmeldinstallatie (BMI), Datum: 25 maart 2019 Status:

Onderbouw. Brandveiligheidseisen ONDERBOUW. Om voor optoppen in aanmerking te komen moet een woongebouw aan

Bouwbesluit veranderd, verbeterd, verhelderend? ir. B. Kersten, ing. E. van den Brink,

Rapenburg 34 Quickscan Definitief Ontwerp Brandveiligheid

Afdeling Vluchtroutes Nieuwbouw. Artikel Stuurartikel

Van der Valk hotel Zuidas Amsterdam

BEM Omschrijving : Toetsing bebouwing t.b.v. het houden van een Agrarische Kinderopvang aan De Zeeweg 4 te Nieuw-Vossemeer (Gem. Steenbergen).

datum 20 januari 2016 project Global Switch Amsterdam - tijdelijke vestiging Arnhem omgevingsvergunning kantoorunits uw kenmerk -

Beach hotel te Zoutelande. Rapportage berekening permanente vuurbelasting

Houthaven Blok 5A/B te Amsterdam

OOSTERWIJK BRANDPREVENTIE-ADVIES ADVIES- EN TRAININGSBUREAU VOOR BRANDPREVENTIE EN -VEILIGHEID

project: Plus Van der Wal, Kleyburgplein 9-15 te Nieuw Lekkerland document: Brandveiligheid met gelijkwaardigheid brandcompartimentering

Ambulance Zorg Limburd Noord is voornemens een nieuwe ambulancepost in Weert in te realiseren.

Nieuwbouw bedrijfshal a/d Zeelandsedijk 1 te Volkel

Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

Bouwbesluit 2012 De wijzigingen

Bijlage 1 Tekeningen brandcompartimentering

WAND, BINNENSPOUWBLAD, NIET DRAGEND, BETON (attest, productcertificaat)

Beoordeling brandveiligheid t.b.v. aanvraag gebruiksvergunning

Huisvesting Nextechnician - Brandveiligheid in Amsterdam

DAKBEDEKKING, GESPOTEN of STRIJKBAAR (attest, productcertificaat) Beschouwde afdelingen van het Bouwbesluit afdeling artikel; leden

project: Houthavens Kavel 1c te Amsterdam - bouwen opdrachtgever: Peter Tuin Holding B.V. document: Rapportage Brandveiligheid kenmerk: 6140R01c

Bouwbesluit rapportage. Te verbouwen kantoorruimte tot logiesverblijf Aan de Helmondsingel 24 te Deurne

Project: Nieuwbouw Bedrijfspand te Uden Datum: 15 december Hoofdstuk 2 Technische bouwvoorschriften uit het oogpunt van veiligheid

project: Bouw Zorgvilla Nieuw Vogelesang a/d Rijksstraatweg 162 te Leersum opdrachtgever: Zorgvilla Nieuw Boszicht Rijksstraatweg 65, 3956 CJ Leersum

Uitgangspunten en resultaten brandoverslag berekeningen

DAKBEDEKKING, METALEN ELEMENTEN of STROKEN (attest, productcertificaat)

Brandcompartimenten in Bouwbesluit 2012

Prestatie eisen, artikelen brandveiligheid stallen.

Transcriptie:

KOZ Aleyda van Raephorst te Rotterdam Aanvraag omgevingsvergunning -brandveiligheid Opdrachtgever Gemeentewerken Rotterdam Contactpersoon de heer M. Kottman (Stevens Van Dijck BV) Kenmerk R044904aa.00004.akr Versie 01_001 Datum 30 oktober 2013 Auteur ing. A. (Annelot) Kreulen ir. H. (Henk) Versteeg

Inhoudsopgave 1 Inleiding...3 2 Gehanteerde gegevens en uitgangspunten...4 2.1 Gehanteerde gegevens...4 2.2 Wettelijk kader...4 2.3 Uitgangspunten gebruiksfuncties en bezetting...4 3 Indeling brandcompartimenten en wbdbo...6 3.1 Brandcompartimenten...6 3.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo)...7 4 Vluchten...8 4.1 Vluchtroutes binnen een subbrandcompartiment...8 4.2 Vluchtroutes vanuit een subbrandcompartiment...8 4.3 Doorstroomcapaciteit vluchtroutes...9 4.4 Deuren in vluchtroutes...9 5 Installaties...11 5.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie...11 5.2 Vluchtrouteaanduiding...11 5.3 Noodverlichting...12 6 Overige brandveiligheidsaspecten...13 6.1 Brandwerendheid op bezwijken constructies...13 6.2 Materiaalgebruik...13 6.3 Blusvoorzieningen...14 6.3.1 Brandslanghaspels...14 6.3.2 Droge blusleidingen...15 6.3.3 Brandweerlift...15 6.4 Bereikbaarheid hulpdiensten...15

1 Inleiding In opdracht van Gemeentewerken Rotterdam, contactpersoon de heer M. Kottmann (Stevens Van Dijck BV), is het ontwerp van het KOZ Aleyda van Reaphorstlaan te Rotterdam ten behoeve van de vergunningsaanvraag getoetst aan de brandveiligheidseisen uit het Bouwbesluit 2012. Het project omvat de nieuwbouw van een multifunctionele accommodatie voor de Mattheusschool, Stichting Pameijer en Kinderopvang BijDeHand basisschool. De nieuwe accommodatie voor Kind, Onderwijs en Zorg (KOZ) wordt een specialistisch centrum waarin kinderen en jongeren met een (meervoudige) beperking een optimale leer/werkomgeving krijgen met ruimte voor volledige dagarrangementen. De bruto-vloeroppervlakte van het project bedraagt 6.500 m 2 en het betreft een vrij op de kavel staand bouwwerk. De resultaten van de beoordeling van de brandveiligheid van de school zijn in deze rapportage weergegeven. Op basis van de beoordeling blijkt dat het ontwerp van de school voldoet aan de Bouwbesluiteisen die worden gesteld met betrekking tot de brandveiligheid. Voor verdere uitwerking van de uitgangspunten m.b.t. de bouwconstructie wordt verwezen naar de stukken van de constructeur. Voor verdere uitwerking van de uitgangspunten m.b.t. installatie wordt verwezen naar de stukken van de installateur.

2 Gehanteerde gegevens en uitgangspunten 2.1 Gehanteerde gegevens Bij de beoordeling is gebruik gemaakt van de volgende stukken van Drost+van Veen architecten met projectnummer A122, d.d. 29 juli 2013: - situatie met tekeningnummer BA-01; - plattegrond begane grond met tekeningnummer BA-02 - plattegrond eerste verdieping met tekeningnummer BA-03; - plattegrond dak met tekeningnummer BA-04; - gevels met tekeningnummer BA-05; - principedetails met tekeningnummer BA-10; - brandcompartimentering met tekeningnummer BA-25. 2.2 Wettelijk kader Voor de geprojecteerde situatie is met betrekking tot brandveiligheid aan de nieuwbouweisen uit het Bouwbesluit 2012 getoetst. Dit betreft de volgende afdelingen: - afdeling 2.2; - afdeling 2.8 t/m 2.13; - afdeling 6.1; - afdeling 6.5 t/m 6.8; - afdeling 7.1; - afdeling 7.2. De toetsing van deze afdelingen is in onderstaande rapportage verder uitgewerkt met de hieronder omschreven uitgangspunten 2.3 Uitgangspunten gebruiksfuncties en bezetting In de school zijn de volgende gebruiksfuncties aanwezig: - Onderwijsfunctie; - Gezondheidszorgfunctie; - Bijeenkomstfunctie; - Bijeenkomstfunctie voor kinderen jonger dan 4 jaar; - Kantoorfunctie; - Sportfunctie - Overige gebruiksfunctie. Het aantal personen dat maximaal in de verschillende ruimten aanwezig zal zijn, is in het overzicht van de ventilatieberekeningen (document 20120221-K01 van Volantis) en in de tekeningen BA-02a, BA-02b, BA-02c, BA-03a, BA-03b, en BA-03c van Drost +van Veen architecten weergegeven. Bij het gebruik wordt rekening gehouden met niet- gelijktijdig gebruik van diverse ruimten. De kinderen kunnen zich immers niet tegelijkertijd én in de groepsruimten ophouden én in bijvoorbeeld de praktijklokalen, sporthal of aula.

Opgemerkt wordt dat er niet wordt geslapen in de rustruimten. Dit is met de architect afgestemd.

3 Indeling brandcompartimenten en wbdbo Afdeling 2.10 (artikel 2.81 t/m 2.90), 2.11 (artikel 2.91 t/m 2.100) 3.1 Brandcompartimenten Het gebouw moet worden ingedeeld in brandcompartimenten. Vanuit een brandcompartiment geldt een eis aan de weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) naar een aangrenzend perceel en naar een ander brandcompartiment. Volgens het Bouwbesluit moet een nieuw gebouw in principe worden ingedeeld in brandcompartimenten kleiner dan 1.000 m². Verder moeten technische ruimten groter dan 50 m 2 en stookruimten met een vermogen van meer dan 130 KW volgens de nieuwbouweisen als apart brandcompartiment worden uitgevoerd. Daarnaast moet een kinderdagverblijf met slaapruimten in een apart beschermd subbrandcompartiment liggen met een oppervlakte van ten hoogste 200 m². Er is een indeling van het gebouw in brandcompartimenten gemaakt waarbij is uitgegaan van de volgende wensen van de gebruiker/architect: - De functies AUTI en SO dienen van elkaar gescheiden te zijn. - De centrale hal met de open trap dient een open structuur te hebben. - Het deel met de functie ZMOLK op de eerste verdieping dient te worden afgescheiden van de rest van het gebouw. Waar mogelijk zijn de ruimten met dezelfde functies geclusterd. Elk brandcompartiment heeft een oppervlakte van minder dan 1.000 m². Daarnaast zijn delen van het kinderdagverblijf met slaapruimten als twee aparte beschermde subbrandcompartimenten aangemerkt. Uitgangspunt is dat er in de rustruimten buiten deze subbrandcompartimenten niet wordt geslapen. Dit is met de architect afgestemd. De technische ruimte is als apart brandcompartiment aangeduid. Opgemerkt wordt dat schachten die door meerdere brandcompartimenten lopen ten minste 30 minuten brandwerend zijn uitgevoerd. Met de in tekening BA-25a van Drost + van Veen aangegeven brandcompartimentering voldoet de omvang van de (sub)brandcompartimenten aan de eisen van het Bouwbesluit.

3.2 Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag (wbdbo) Wbdbo tussen brandcompartimenten Volgens de eisen uit het Bouwbesluit geldt tussen de brandcompartimenten onderling een wbdboeis van ten minste 30 minuten omdat er geen vloer van een gebruiksgebied hoger ligt dan 5 meter boven meetniveau. Dit is correct op de tekeningen van de architect aangegeven. Brandoverslag Gezien de ligging op het kavel t.o.v. de openbare weg wordt de kans op brandoverslag naar gebouwen van derden in voldoende mate voorkomen. Met de geprojecteerde gevelindeling is naar verwachting ook de kans op verticale brandoverslag in voldoende mate beperkt. Om brandoverslag tussen vleugel B en vleugel C te voorkomen dient de gevel inclusief gevelopeningen (glas en kozijn) op as P over een lengte van ten minste 2,5 meter vanuit de inwendige hoek ten minste 30 minuten brandwerend in twee richtingen te worden uitgevoerd. Dit is correct op de tekeningen van de architect aangegeven. Deuren Voor alle deuren die brandwerend worden uitgevoerd, geldt dat deze (bij brand) zelfsluitend moeten zijn. Doorvoeringen De doorvoeringen van kabels, leidingen en kanalen door brandscheidingen moeten brandwerend worden uitgevoerd om aan de geldende wbdbo-eis te voldoen. Attesten/testrapporten Wij attenderen erop dat voor de aansluitingen van constructiedelen op brandwerende scheidingswanden en vloeren, alsmede voor brandwerende deuren en ramen, producten moeten worden gekozen met een geldig attest/testrapport van de betreffende fabrikant waarmee kan worden aangetoond dat deze aan de betreffende eisen voldoen.

4 Vluchten Afdeling 2.12 (artikel 2.101 t/m 2.218) 4.1 Vluchtroutes binnen een subbrandcompartiment Op elk punt van een voor personen bestemd gedeelte van een vloer begint een vluchtroute die leidt naar aansluitend terrein en vandaar naar de openbare weg. Een brandcompartiment wordt onderverdeeld in subbrandcompartimenten. De maximale toegestane loopafstand binnen een subbrandcompartiment is afhankelijk van de bezetting van de gebruiksoppervlakte: - In principe geldt dat de gecorrigeerde loopafstand tussen een punt in een gebruiksgebied en de uitgang van een subbrandcompartiment niet groter is dan 30 meter. - Bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 12 m² gebruiksoppervlakte kan worden uitgegaan van een gecorrigeerde loopafstand, nl. niet groter dan 45 meter. Bij een bezetting van minder dan 1 persoon per 30 m² is deze afstand 60 m. - Bij een niet nader in te delen in te delen gebruiksgebied en bij een verblijfsruimte mag worden uitgegaan van de werkelijke loopafstand in plaats van de gecorrigeerde loopafstand. In de geprojecteerde situatie kunnen de brandcompartimenten tevens geheel als subbrandcompartiment aangemerkt worden. In de school wordt een maximale loopafstand aangehouden van 30 meter. Met de op tekening aangegeven indeling in (sub)brandcompartimenten wordt voldaan aan de vereiste loopafstanden met betrekking tot het vluchten. Opgemerkt wordt dat de brandscheiding rondom de trap in brandcompartiment 8 op de verdieping noodzakelijk is in verband met de maximale vluchtafstanden. Verder zijn er geen aanvullende brandwerende voorzieningen t.b.v. de maximale vluchtafstand noodzakelijk. 4.2 Vluchtroutes vanuit een subbrandcompartiment Omdat in de geprojecteerde situatie vanuit elk subbrandcompartiment twee onafhankelijke vluchtroutes aanwezig zijn en de trappen geen hoogteverschil van meer dan 8 meter overbruggen, zijn er geen beschermde of extra beschermde vluchtroutes noodzakelijk. Voor vluchtroutes geldt dat deze een vrije doorgang van ten minste 0,85 m en een vrije hoogte van ten minste 2,3 m moeten hebben. Met de op tekening aangegeven vluchtwegen wordt aan de eisen van het Bouwbesluit voldaan.

4.3 Doorstroomcapaciteit vluchtroutes Voor de bepaling van de doorstroomcapaciteit is uitgegaan van de volgende uitgangspunten conform de (Regeling) Bouwbesluit: - Alle aanwezigen moeten in geval van brand binnen één minuut op een veilige plek (achter een brandscheiding of buiten) worden opgevangen. - Het gebouw moet binnen 15 minuten kunnen worden ontruimd. - De doorstroomcapaciteit van een trap bedraagt 45 personen per m trapbreedte per minuut. - De doorstroomcapaciteit van een deur bedraagt 135 personen per m deurbreedte per minuut wanneer de deur een openingshoek van meer dan 135 graden heeft (indien de deur met de vluchtrichting meedraait). - De doorstroomcapaciteit van een deur bedraagt 110 personen per m deurbreedte per minuut wanneer de deur een openingshoek van minder dan 135 graden heeft (indien de deur met de vluchtrichting meedraait). - De doorstroomcapaciteit van een dubbele deur bedraagt 135 personen per m deurbreedte per minuut (indien de deur met de vluchtrichting meedraait en een openingshoek van meer dan 135 graden heeft). - De doorstroomcapaciteit van een dubbele deur bedraagt 90 personen per m deurbreedte per minuut (indien de deur met de vluchtrichting meedraait en een openingshoek van minder dan 135 graden heeft). - De doorstroomcapaciteit van een deur bedraagt 37 personen per deur per minuut (indien de deur tegen de vluchtrichting in draait). Met de geprojecteerde deuren en trappen kan het verwachte aantal personen in geval van brand overal binnen een minuut worden opgevangen achter een brandscheiding en/of buiten. Er wordt in de ministeriële regeling gesteld dat de wachttijd (in een ruimte achter een brandscheiding) niet meer dan 6 minuten mag bedragen. De opvang- en doorstroomcapaciteit moet worden beoordeeld voor verschillende brandscenario s. In het ongunstige scenario dat er in brandcompartiment 1 op de begane grond brand is, kunnen de aanwezigen op de verdieping in de compartimenten 7 en 8 slechts via één trap vluchten. Het zelfde geldt voor de aanwezigen in compartiment 9. Beide trappen hebben elk een doorstroomcapaciteit van 50 personen per minuut. Aangezien er in de compartimenten 7 en 8 maximaal 269 personen tegelijkertijd aanwezig zullen zijn en in compartiment 9 maximaal 153 personen, bedraagt de tijd die nodig is om de verdieping te ontruimen in het ongunstigste scenario een kleine 6 minuten. Hiermee wordt aan de gestelde eis m.b.t. wachttijd voldaan. Ook aan de eis dat het gebouw binnen 15 minuten te ontruimen moet zijn, wordt ruimschoots voldaan. 4.4 Deuren in vluchtroutes Afdeling 6.6 (artikel 6.25) Wanneer er meer dan 37 personen op een deur in een vluchtroute zijn aangewezen, mag deze deur bij het openen niet tegen de vluchtrichting in draaien. Op basis het aantal aangewezen personen op een deur wordt hier in de geprojecteerde situatie aan voldaan.

De vluchtdeuren moeten in de vluchtrichting zonder sleutel te openen zijn. Dit dient als zodanig in het ontwerp te worden verwerkt. Gezien het verwachte aantal aanwezigen en het aantal geprojecteerde vluchtdeuren is het niet nodig de deuren in de school te voorzien van een panieksluiting.

5 Installaties Afdeling 6.5, artikel 6.22 t/m 6.26 5.1 Brandmeld- en ontruimingsinstallatie Aanwezigheid brandmeld- en ontruimingsinstallatie: - De school met de daarin aanwezige onderwijsfuncties, gezondheidszorgfuncties, sportfuncties en kantoorfuncties moet zijn aangesloten op een niet-automatische brandmeldinstallatie zonder doormelding. - De bijeenkomstfunctie voor kinderen jonger dan 4 jaar moet zijn aangesloten op een automatische brandmeldinginstallatie met volledige bewaking zonder doormelding. - De bijeenkomstfunctie (overig) moet zijn aangesloten op een automatische brandmeldinstallatie met gedeeltelijke bewaking zonder doormelding. - De installatie moet worden uitgevoerd conform NEN 2535. Verder moet op de brandmeldinstallatie een ontruimingsalarminstallatie worden aangesloten die wordt uitgevoerd conform NEN 2575. - Voor de installatie van de bijeenkomstfunctie (voor kinderen jonger dan 4 jaar) geldt dat deze moet zijn voorzien van een geldig inspectiecertificaat op grond van het CCV-inspectieschema Brandmeldinstallaties. Aangezien de brandmeldinstallatie moet zijn gecertificeerd is het noodzakelijk een uitgangspuntendocument (UPD) op te stellen. Hierin wordt vastgelegd hoe de brandmeldinstallatie moet worden uitgevoerd. Geadviseerd wordt om het UPD in een vroeg stadium (uiterlijk bij aanvang besteksfase) op te laten stellen. 5.2 Vluchtrouteaanduiding Op basis van het Bouwbesluit is in een ruimte waardoor een verkeersroute voert en een ruimte voor meer dan 50 personen, vluchtrouteaanduiding nodig, die voldoet aan NEN 6088:2000 en aan de zichtbaarheideisen van NEN-EN 1838. Naast vluchtrouteaanduiding op de verkeersroutes is ook in de aula/eetcafé/brasserie vluchtrouteaanduiding noodzakelijk aangezien er hier meer dan 50 personen tegelijkertijd aanwezig kunnen zijn. Voor de verwerking van deze uitgangspunten m.b.t. de positie van de vluchtrouteaanduiding wordt verwezen naar de tekeningen van de installatie-adviseur.

5.3 Noodverlichting Afdeling 6.1, artikel 6.1 t/m 6.3 Om het gebouw bij calamiteiten veilig te kunnen verlaten, is een verlichtingsinstallatie nodig. Op een beschermde vluchtroute, in een verblijfsruimte voor meer dan 75 personen en een besloten ruimte waardoor een vluchtroute uit die verblijfsruimte voert, moet noodverlichting aanwezig zijn. Daarnaast is er noodverlichting in de liftkooi noodzakelijk. Gezien de bezetting is en de aard van de vluchtroutes is in de geprojecteerde situatie is naast noodverlichting in de liftkooi ook noodverlichting in de aula/eetcafé/brasserie en in de besloten vluchtroutes vanuit deze ruimtes noodzakelijk. Voor de verwerking van deze uitgangspunten m.b.t. de positie van de noodverlichting wordt verwezen naar de tekeningen van de installatie-adviseur.

6 Overige brandveiligheidsaspecten 6.1 Brandwerendheid op bezwijken constructies Bouwbesluit 2012: Afdeling 2.2, artikel 2.9 t/m 2.12 De volgende randvoorwaarden zijn van toepassing: - Voor de onderwijsfunctie, kantoorfunctie, gezondheidszorgfunctie en sportfunctie geldt er geen eis aan de tijdsduur met betrekking tot bezwijken van de bouwconstructie bij brand aangezien er geen vloer van een gebruiksgebied aanwezig is hoger dan 5 meter boven meetniveau. De brandscheidingen dienen wel in stand te blijven zodat de bouwconstructie ten minste 30 minuten in stand moet blijven indien deze niet van de scheidingsconstructies is losgekoppeld. - Voor de bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied (de beschermde subbrandcompartimenten) geldt een tijdsduur met betrekking tot bezwijken van ten minste 60 minuten. Deze tijdsduur kan met 30 minuten worden gereduceerd tot ten minste 30 minuten wanneer de permanente vuurbelasting van deze compartimenten niet meer dan 500 MJ/m² bedraagt. Een vloer, trap of hellingbaan waarover of waaronder een vluchtroute voert, bezwijkt niet binnen 30 minuten bij brand in een subbrandcompartiment waarin die vluchtroute niet ligt. Er is een berekening gemaakt van de permanente vuurbelasting van de vleugel waarin de bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied ligt. In de notitie van LBP SIGHT met kenmerk V044904aa.00002.akr, d.d. 31 juli 2013 zijn de resulaten van de berekening weergegeven. Hieruit blijkt dat de permanente vuurbelasting van deze vleugel lager dan 500 MJ/m² is zodat mag worden gereduceerd naar een brandwerendheid met betrekking tot bezwijken van ten minste 30 minuten. Bovenstaand zijn de uitgangspunten conform het Bouwbesluit 2012 aangegeven. Voor een nadere uitwerking / onderbouwing van deze eis wordt verwezen naar de gegevens van de constructeur. Met de op de detailtekeningen van de architect aangegeven brandwerende afwerking van stalen onderdelen van de hoofddraagconstructie (15 mm fermacell of 2 x 12,5 mm gipsplaat) wordt aan de eisen voldaan. Ook met brandwerend coating of het vullen van de stalen kolommen kan de gewenste brandwerendheid met betrekking tot bezwijken worden bewerkstelligd. 6.2 Materiaalgebruik Afdeling 2.8, artikel 2.56 t/m 2.61 en Afdeling 2.9, artikel 2.66 t/m 2.74 Alle afwerkingen van bouwmaterialen moeten voldoen aan de volgende eisen: a. Algemeen: - brandvoortplanting bepaald conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D of beter; - vloeren en tredevlakken bepaald conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D fl ; - vloeren en tredevlakken in een besloten ruimte bepaald conform NEN-EN 13501-1 rookklasse s1 fl, of beter; - rookproductie in een besloten ruimte conform NEN 6066 rookklasse s2 of beter Hierop is een uitzondering toegestaan voor ten hoogste 5% van de totale oppervlakte.

b. Alle gesloten buitengeveloppervlakken: - brandvoortplanting conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D of beter; Deuren, ramen, kozijnen en daarmee vergelijkbare constructieonderdelen conform NEN-EN 13501-1 brandklasse D of beter. Met steenachtige materialen wordt voldaan aan de eisen a en b. c. alle schachten aan de binnenzijde conform NEN-EN 13501-1 brandklasse A1 of beter; d. rookafvoeren moeten brandveilig zijn conform NEN 6062, waarbij de materialen waarin een temperatuur van ten minste 90 C kan worden bereikt, onbrandbaar zijn conform NEN 6064; e. dak niet brandgevaarlijk conform NEN 6063; In het algemeen wordt met gangbare bouwproducten aan de eisen c, d en e voldaan. Zie voor minder gangbare materiaaltoepassingen de productgegevens van de betreffende fabrikant. Voor specifieke materialen, die niet op tekeningen zijn aangegeven, wordt verwezen naar de testrapporten van de fabrikant. Geadviseerd wordt om alle materiaaleisen in het bestek op te nemen. De schachten dienen aan de binnenzijde ontbrandbaar (klasse A1) te worden uitgevoerd. Met een gipskarton beplating wordt hier niet aan voldaan. Met een beplating van het type Glasroc F (o.g.) wordt wel aan deze eis voldaan. Opgemerkt wordt dat er een brandklasse B of beter geldt voor geveldelen waar er kans op brandoverslag bestaat. De houten gevel beplating zal hier moeten worden geïmpregneerd aangezien deze beplating niet zonder meer direct aan brandklasse B zal voldoen. De betreffende gevelonderdelen zijn door LBP SIGHT aan de architect doorgegeven. Verder kan op basis van de toegezonden productinformatie van Lignotrend Akustik light niet worden achterhaald of dit materiaal aan brandklasse D en aan rookklasse s2, bepaald volgens NEN-EN 13501-1 voldoet. Dit dient nog door de architect bij de fabrikant / leverancier te worden geverifieerd. In de bestekfase zal bij de omschrijving/keuze van de materialen rekening worden gehouden met bovenstaande aandachtspunten. 6.3 Blusvoorzieningen afdeling 6.6, artikel 6.27 t/m 6.34 6.3.1 Brandslanghaspels Een onderwijsfunctie met een gebruiksoppervlakte van meer dan 500 m² moet zijn voorzien van brandslanghaspels. Hiervoor gelden de volgende eisen: - De haspels moeten zodanig worden gepositioneerd dat de gecorrigeerde loopafstand tussen een brandslanghaspel en ieder punt van een vloer niet groter is dan de slanglengte +5 m - De slanglengte van de brandslanghaspels mag niet groter zijn dan 30 m. De haspels hebben verder een statische druk van niet minder dan 100 kpa en een capaciteit van 1,3 m 3 /h, bij

gelijktijdig gebruik van twee brandslanghaspels die zijn aangesloten op dezelfde drinkwatervoorziening. In de school moeten brandslanghaspels dekkend over de gehele oppervlakte worden aangebracht. De plaats van de brandslanghaspels is correct op de tekeningen van de architect aangegeven waarmee wordt voldaan aan de gestelde eisen uit het Bouwbesluit. Hierbij is uitgegaan van een slanglengte van 30 meter. 6.3.2 Droge blusleidingen Er zijn geen droge blusleidingen vereist, aangezien er in het gebouw geen vloeren aanwezig zijn die meer dan 20 meter boven meetniveau liggen. 6.3.3 Brandweerlift Er is geen brandweerlift vereist, aangezien er in het gebouw geen vloeren aanwezig zijn die meer dan 20 meter boven meetniveau liggen. 6.4 Bereikbaarheid hulpdiensten afdeling 6.8, artikel 6.35 t/m 6.34 Met de veiligheidsregio (de heer de Jonge) is afgestemd dat met één aanvalsroute (één brandweeringang) kan worden volstaan. Binnen 40 meter van de brandweeringang (de hoofd entree) wordt op maximaal 15 meter vanaf de opstelplaats van het blusvoertuig een primaire bluswatervoorziening (hydrant) aangebracht. De minimale breedte van de toegangsweg moet 3,5 meter zijn en deze toegangsweg moet bruikbaar te zijn voor een ladderwagen. Ook is door de veiligheidsregio aangegeven dat een droge blusleiding in het Aleyda van Raephorstcollege dan achterwege kan blijven aangezien de inzetdiepte niet meer is dan 100 m en er geen vloeren hoger dan 20 meter boven maaiveld aanwezig zijn. LBP SIGHT BV ing. A. (Annelot) Kreulen ir. H. (Henk) Versteeg