Belgische nationale strategie. Welzijn op het werk 2016-2020 - Strategische en operationele doelstellingen - Samenvatting INLEIDING De Belgische nationale strategie voor welzijn op het werk beschrijft de context van het beleid van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, de minister van Werk en alle partijen die betrokken zijn bij het welzijnsbeleid in de ondernemingen. De strategie legt een reeks strategische en operationele doelstellingen voor de komende vier tot vijf jaar vast en bepaalt welke acties dienen te worden ondernomen om die doelstellingen te verwezenlijken. Dit document geeft aan hoe België concrete inhoud zal geven aan de Mededeling van de Europese Commissie van 6 juni 2014 inzake een strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk 2014-2020. De twintigste verjaardag van de wet betreffende het welzijn op het werk, verschenen op 04.08.1996, is het ideale uitgangspunt om deze nieuwe strategie ten uitvoer te leggen. In een context van demografische verandering en snelle ontwikkeling van wetenschap en techniek; rekening houdend met de voortdurende wijzigingen in de arbeidsorganisatie, is de uitwerking van een goede strategie inzake welzijn uiterst belangrijk. Er wordt voorrang gegeven aan de versterking van de levenskwaliteit, de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tijdens hun dagelijks beroepsleven. De strategie is opgebouwd rond vier doelstellingen met de volgende pijlers: gezond en veilig werk, versterking van de deelname aan de arbeidsmarkt, versterking van preventie en, tot slot, versterking van de preventiecultuur. De strategie stelt ook een aantal organisatorische doelstellingen vast en formuleert enkele voorstellen voor concrete acties. De acties die in 2016 al zijn ondernomen en degene die in 2017 voorrang dienen te krijgen, worden nader omschreven. Al deze doelstellingen zijn gelijkwaardig, er is geen vastgestelde hiërarchie. Voor meer informatie: FOD WERKGELEGENHEID Kleurencodes: STRATEGISCHE DOELSTELLINGEN 4 ASSEN Organisatorische doelstellingen
DE AS GEZOND EN VEILIG WERK 1. Constante arbeidsongevallenpreventie Elk arbeidsongeval en elke beroepsziekte is er één te veel. Het is van wezenlijk belang er alles aan te doen om hun aantal te verminderen: Bijzondere aandacht besteden aan de correcte aangifte van arbeidsongevallen, zoektocht naar de oorzaken van (ernstige) arbeidsongevallen en incidenten. In de statistieken rekening houden met de ongevallen op het Belgisch grondgebied van werknemers die voor een buitenlandse werkgever werken. Investeren in financiële, technische en menselijke middelen om de epidemiologische kennis te verbeteren van de risicofactoren die de gezondheid van de werknemers bedreigen en aanwezig zijn in de werkomgeving. Acties waarover overleg wordt gepleegd en die in een kader worden geplaatst op sectoraal niveau, gerichte en stelselmatige benadering van werkgevers die recidiveren. Op wettelijk vlak: de wetgeving inzake brandpreventie verder actualiseren, de wetgeving inzake tijdelijke of mobiele bouwplaatsen ophelderen. 2. Constante preventie van gezondheidsproblemen veroorzaakt door het werk 2.1. Blootstelling aan chemische agentia en aan asbest: blijven toezien op de bescherming van werknemers die in de uitoefening van hun werk worden blootgesteld aan gevaarlijke chemische agentia. Bijzondere aandacht voor werknemers die aan asbest worden blootgesteld. Het is nodig de risico s als gevolg van het gebruik van bepaalde kankerverwekkende, mutagene en reproductietoxische stoffen te voorkomen of te beperken, meer bepaald door de Belgische wetgeving ter zake aan te passen. Bovendien vereist de regelgeving betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico s van blootstelling aan asbest bijzondere aandacht. Actie: blootstelling aan chemische agentia Het is belangrijk te waken over de bescherming van de werknemers die worden blootgesteld aan gevaarlijke chemische agentia. Een ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel het
koninklijk besluit inzake kankerverwekkende en mutagene stoffen aan te vullen met reproductietoxische stoffen. De kans bestaat dat ook het bestaande rechtskader betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico s als gevolg van de blootstelling aan asbest dient te worden aangepast om rekening te houden met de wetenschappelijke en technische ontwikkelingen in het domein van asbestverwijdering. 2.2. PSR en MSA: het is belangrijk om oog te hebben voor PSR en MSA. Wezenlijk beginsel: We moeten het werk aanpassen aan de mens, niet omgekeerd. De preventie van PSR en specifiek van burn-out wordt voortgezet door het onderzoek naar deze belangrijke problematiek aan te moedigen en te ondersteunen. Het is ook noodzakelijk tools en goede praktijken te ontwikkelen en beschikbaar te maken. Voor MSA dient te worden onderzocht of nieuwe wetgeving noodzakelijk is. Het blijft ook nodig om goede praktijken uit te werken en aan bewustmaking te doen. Acties: PSR en MSA MSA: de administratie blijft maatregelen nemen om de beschikbare tools te verspreiden en alle betrokken partijen te sensibiliseren. Bovendien zal ze proberen te bepalen welke aanvullende acties noodzakelijk zijn. PSR: aan de PSR-regelgeving alle kansen van slagen bieden door middel van bewustmakingscampagnes en de terbeschikkingstelling van tools voor de werkgevers, de werknemers en de preventiediensten. Er zal een enquête worden gehouden om PSR te identificeren bij 25- tot 45-jarigen en naar mogelijke oplossingen te zoeken. 3. Nieuwe en opkomende risico s voorkomen of beperken Bijzondere aandacht voor blootstelling aan nanodeeltjes en voor de nieuwe vormen van arbeidsorganisatie (uitzendkrachten, onderaanneming, telewerk). Actie: De administratie zal de ontwikkelingen betreffende de bindende grenswaarden evenals de risico s in verband met nanotechnologie op de voet volgen.
DE AS DEELNAME AAN DE ARBEIDSMARKT VERSTERKEN 4. Duurzaam werk voor alle werknemers Het recht op werk is een fundamenteel recht. Om dit recht te garanderen is het belangrijk dat alle actoren in de samenleving (personen met een handicap, buitenlandse werknemers, jongeren, oudere werknemers...) optimaal kunnen deelnemen aan de arbeidsmarkt. Dit vereist dat de voorwaarden worden gecreëerd om deze deelname mogelijk te maken. Acties: PSR en MSA MSA: de administratie blijft maatregelen nemen om de beschikbare tools te verspreiden en alle betrokken partijen te sensibiliseren. Bovendien zal ze proberen te bepalen welke aanvullende acties noodzakelijk zijn. PSR: aan de PSR-regelgeving alle kansen van slagen bieden door middel van bewustmakingscampagnes en de terbeschikkingstelling van tools voor de werkgevers, de werknemers en de preventiediensten. Er zal een enquête worden gehouden om PSR te identificeren bij 25- tot 45-jarigen en naar mogelijke oplossingen te zoeken. Het aspect welzijn op het werk opnemen in onderwijs en vorming. Belangrijke prioriteit. Wanneer jongeren op de arbeidsmarkt komen, moeten ze al een duidelijk beeld hebben van wat preventie is en moeten ze bovendien in staat zijn om de passende preventiemaatregelen correct toe te passen. Betere samenwerking met de Franse Gemeenschap om "welzijn op te nemen in het onderwijs. De samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap, de VDAB, het FOREM en Actiris voortzetten. 5. Re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers Een geslaagde re-integratie vereist een multidisciplinaire benadering (huisarts, arbeidsarts, adviserend arts). Samen onderzoeken zij de mogelijkheden voor de werknemer om, eventueel tijdelijk, aangepast werk of ander werk binnen de onderneming te verrichten. Actie: re-integratie van arbeidsongeschikte werknemers Een ontwerp van koninklijk besluit heeft tot doel de procedure te herzien voor de reintegratie van arbeidsongeschikte werknemers en een parcours van efficiënte re-integratie uit te stippelen.
DE AS DE PREVENTIE VERSTERKEN 6. Aandacht vestigen op de verantwoordelijkheid van de werkgever in het preventiebeleid, meer bepaald in kmo s. De eindverantwoordelijkheid voor het welzijn van de werknemers in zijn onderneming ligt bij de werkgever die er daarom toe gehouden is een preventiebeleid te voeren. Kmo s vinden het moeilijk een preventiebeleid uit te werken dat voldoet aan de wetgeving. Het is nodig gerichte maatregelen uit te werken voor kmo s, ebenals hulptools en de nodige stimulansen (Deparis, OiRA). Betere ondersteuning en begeleiding via de EDPB of de GDPBW. Actie: specifieke tools voor kmo s ontwikkelen en promoten De tool OiRA is een zeer nuttig instrument voor kmo s en micro-ondernemingen. Deze tool werd al ontwikkeld voor de kappers-, de hout- en de bouwsector evenals de horeca. In nauw overleg met de sociale partners zal de administratie nagaan voor welke andere sectoren deze tool beschikbaar zou kunnen worden gemaakt. Er zijn nog andere tools beschikbaar: SOBANE-strategie, praktische brochures. 7. Het aspect welzijn op het werk opnemen in het management. De integratie van welzijn op het werk in de globale benadering van het topmanagement is een absolute noodzaak om te bereiken dat het preventiebeleid correct wordt gevoerd binnen de ondernemingen. Noodzaak om te beschikken over kennis inzake welzijn op het werk, wat gewoonlijk niet het geval is. Actie: Het aspect welzijn op het werk opnemen in onderwijs en vorming. Belangrijke prioriteit. Wanneer jongeren op de arbeidsmarkt komen, moeten ze al een duidelijk beeld hebben van wat preventie is en moeten ze bovendien in staat zijn om de passende preventiemaatregelen correct toe te passen. Betere samenwerking met de Franse Gemeenschap om "welzijn op te nemen in het onderwijs. De samenwerking met de Vlaamse Gemeenschap, de VDAB, het FOREM en Actiris voortzetten. 8. De werking van de preventiediensten optimaliseren. In het kader van de nieuwe tarifering is de financiering van de EDPB niet langer exclusief
verbonden met het gezondheidstoezicht voor de werknemers. Er dient ook bijzondere aandacht te worden besteed aan de andere domeinen van welzijn zoals psychosociale aspecten, ergonomie, veiligheid en hygiëne op het werk. Actie: monitoring nieuwe tarieven EDPB. Erop toezien dat de nieuwe tarieven correct worden toegepast en geen aanleiding geven tot wanverhoudingen tussen de verschillende sectoren. Daartoe werd een Vaste Commissie Tarieven en Prestaties in het leven geroepen. Het is belangrijk de taken van de PA aandachtig te bestuderen met als doel een betere verdeling te maken van de taken die intern kunnen worden uitgevoerd en de taken die extern moeten worden verricht. Ook de inhoud van de opleidingen dient correcter te worden omschreven. Het is gepast om de functie van de PA en meer bepaald van de PA-AG te herwaarderen. Onderzoeken hoe de samenwerking tussen werkgevers kan worden verbeterd. Actie: onderzoek van alle taken van de PA In de praktijk is het niet zo eenvoudig de samenwerking tussen de deskundigen in de verschillende vakgebieden te verbeteren en het juiste evenwicht te vinden tussen interne en externe deskundigheid. Het is dus belangrijk de taken van de PA van nabij te bestuderen: - Wat zijn, in het licht van zowel de huidige behoeften als de toekomstige wetgeving, de opdrachten en taken die de PA moeten uitvoeren? - Hoe kunnen die opdrachten en taken nader worden omschreven? - Hoe kan er een onderscheid worden gemaakt tussen interne en externe taken? - Over welke competenties en deskundigheid dient de PA te beschikken? - Hoe kunnen externe dienstverrichtingen nauwkeurig worden vastgesteld om een passende bijdrage van de prestaties te waarborgen? 9. Het sociaal overleg optimaliseren De sociale partners die vertegenwoordigd zijn binnen de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk dienen van nabij betrokken te worden bij de acties van nationale strategie. Op het niveau van de onderneming is het belangrijk ervoor te zorgen dat het sociaal overleg alle kansen krijgt binnen het comité voor preventie en bescherming op het werk. 10. De inspectiediensten voor het toezicht op het welzijn op het werk versterken Het is belangrijk de inspectiecapaciteit te versterken, bij voorkeur door een uitbreiding van
het personeelskader. Een betere samenwerking met de inspectiediensten van de AD Toezicht op de Sociale Wetten kan eveneens helpen dit doel te verwezenlijken. Om arbeidsongevallen te voorkomen en de werkgevers te responsabiliseren is het bijzonder belangrijk dat de AD TWW blijft interveniëren na ernstige arbeidsongevallen. Actie: de inspectiediensten voor het toezicht op het welzijn op het werk versterken De beschikbare middelen moeten efficiënter worden ingezet (uitvoering van gerichte inspectiecampagnes op sectoraal en lokaal vlak, bijdrage tot Europese initiatieven). 11. Terbeschikkingstelling van bestaande gegevens inzake blootstelling. De informatie over de beroepsrisico s is onvolledig. Er moet verder geïnvesteerd worden in de financiële, technische en menselijke middelen die nodig zijn om de epidemiologische kennis van de risicofactoren in de arbeidsomgeving te verbeteren (verbetering van de kwaliteit van de gegevens in de dossiers van gezondheidstoezicht van de werknemers, verbetering van de statistische gegevens over arbeidsongevallen en beroepsziekten, de ontwikkelingen in het epidemiologisch wetenschappelijk onderzoek volgen, een database aanleggen over de blootstelling aan beroepsrisico s ). Actie: datamining De wetgeving moet op wetenschappelijke wijze worden gestaafd. Het is belangrijk over correcte gegevens te beschikken met betrekking tot de blootstelling van de werknemers aan de verschillende risico s. Er wordt een oproep gericht tot alle partners die over dergelijke gegevens beschikken met als doel tot constructieve samenwerking te komen. 12. Kwaliteitsvolle regelgeving en administratieve vereenvoudiging Codificatie van de regelgeving in een en dezelfde integrale code evenals een update van de wetgeving. Overal waar dat mogelijk is de administratieve verplichtingen voor de werkgevers vereenvoudigen. Actie: kwaliteitsvolle regelgeving. De wetgeving duidelijker, doorzichtiger, efficiënter en doeltreffender maken zonder het niveau van bescherming van de werknemers te verminderen. 1. De eerste stap is al gezet: de codex over het welzijn op het werk is opgesteld. 2. Herziening van de regelgeving betreffende de controlegeneeskunde.
DE AS DE PREVENTIECULTUUR VERSTERKEN Deze as ondersteunt het geheel van de nationale strategie. Het gaat erom acties te ontwikkelen opdat al wie op de werkvloer aanwezig is zijn verantwoordelijkheid zou opnemen. De acties hebben betrekking op: Gerichte acties ontwikkelen voor de kmo s, Een beleid dat focust op de doelgroepen (jongeren, migranten, ondergeschikten...), Het aspect welzijn opnemen in onderwijs en opleiding. En ook de volgende actie: Het aspect welzijn op het werk opnemen in alle domeinen van de overheidsadministratie De overheidsadministratie dient het voorbeeld te geven op het vlak van welzijn op het werk, niet alleen in haar interne organisatie maar ook door in haar aanbestedingsprocedures een beroep te doen op actoren die de wetgeving betreffende het welzijn naleven.