De professionele chauffeur deel I Geachte docent, Professionele verkeersdeelname & actuele verkeerskennis We hopen dat u deze lespresentatie met plezier zult gebruiken tijdens uw klassikale theorielessen. Mocht u m.b.t. de inhoud van de presentatie opmerkingen of wensen hebben, dan vernemen we die graag! Met vriendelijke groet, VTO Transportopleidingen Copyright en gebruiksrecht Copyright Veka Best Verkeersleermiddelen BV Deze presentatie is alleen bestemd ter ondersteuning van klassikale lessen op basis van lesmethodes en leermiddelen van Veka Best BV en/of VTO BV. Gebruik voor andere doeleinden is niet toegestaan. Niets van deze presentatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Inhoud klassikaal deel M1 De professionele chauffeur deel I Welkom, doelstellingen en programma E-learning toets Even opwarmen Wet- en regelgeving voertuig en verkeer Uitzonderlijke lasten vervoeren Samenvatting en afsluiting 7 uur klassikaal lesgeven? Behandel dan tijdens de eerste 4,5 uur deze onderwerpen E-learning uren, e-learning toets en lesplan Zorg dat u (op papier of elektronisch) toegang hebt tot de gerealiseerde e-learning gegevens van de cursisten. Tijdens een steekproef kan hierom gevraagd worden. Voordat u met de klassikale les of de praktijkrit begint, moet u een toets afnemen over het e-learning gedeelte. De cursisten moeten een voldoende (9 uit 15) scoren voor deze toets om deel te mogen nemen aan het tweede cursusdeel. Zorg dat u een kopie van het lesplan bij de hand hebt; tijdens een steekproef moet u dit kunnen tonen. Naar inhoudsopgave Toets over de onderwerpen van de e-learning Quiz De professionele chauffeur deel I Click the Quiz button to edit this object Toets over de onderwerpen van de e-learning Even opwarmen 15 vragen over het verkeer Naar inhoudsopgave Naar inhoudsopgave 1
Wat betekent dit verkeersbord? 1 Dit bord staat na een kruispunt. Rijdt u binnen of buiten de bebouwde kom? 2 Welk(e) bord(en) geeft / geven een eenrichtingsweg aan? 3 U rijdt in een trekker met oplegger. Mag u deze weg inrijden? 4 Dit bord staan aan de rechterkant van de weg. Mag u aan de linkerkant van de weg parkeren? 5 Mag u hier stilstaan om te laden of te lossen? 6 2
Mogen autobussen hier parkeren? Hoe lang mogen vrachtauto s hier parkeren? 7 Moet u na dit bord rekening houden met landbouwvoertuigen op de rijbaan? 8 Wat betekent dit verkeersbord? 9 Hoe hard mag u hier maximaal rijden? 10 Een voetganger wil oversteken. Moet u hem voor laten gaan? Rijden bromfietsers hierna op het pad of op de rijbaan? 11 Wie mag er eerst: de tegenligger of u? 12 3
Wat betekent dit verkeersbord? 13 Wat betekent dit verkeersbord? 14 Uw voertuig is 4,0 meter hoog. Mag u deze weg inrijden? 15 De professionele chauffeur deel I Wet- en regelgeving Voertuig en verkeer 3,6 Naar inhoudsopgave Begrippen in het verkeer Verkeer: - Alle weggebruikers - Twee hoofdgroepen - voetgangers - bestuurders Niet iedereen die op een voetganger lijkt, is ook daadwerkelijk een voetganger. Begrippen in het verkeer Drie voertuigen / bestuurders die op elkaar lijken, maar toch duidelijk verschillen in het verkeer: - Snorfiets - Bromfiets - Brommobiel. 4
Begrippen in het verkeer Voorrangsvoertuig: Maak een bewuste afweging tussen doorstroming en veiligheid. Ingezoomd: omgaan met voorrangsvoertuigen en hulpvoertuigen: Maak een bewuste afweging tussen doorstroming en veiligheid - Politie - Brandweer - Ambulance - Marechaussee - Overig - In file alert zijn op voertuigen die over de vluchtstrook rijden - Geen vluchtstrook: ruimte maken in het midden van de rijbaan - Calamiteiten doorsteek niet blokkeren. Begrippen in het verkeer Voorrangsvoertuigen mogen (soms zelfs zonder signalen) op busbanen en stroken. Begrippen in het verkeer Busbaan en busstrook Bus en lijnbus Fietsstrook met doorgetrokken streep Fietsstrook met onderbroken streep Fietssuggestiestrook. Begrippen in het verkeer Passeerstrook Uitwijkplaats. Een brommobiel hoeft de passeerstrook niet te gebruiken De chauffeur is vrijwel altijd (mede) oorzaak aan een ongeval: - Te weinig afstand bewaren - Foutief handelen bij afslaan (dode hoek) - Onoplettendheid bij bijzondere manoeuvres - Geen of onjuist voorrang verlenen - Foutieve inhaalmanoeuvre De totale kosten van verkeersongevallen bedragen in NL 12,5 miljard per jaar. 5
Remmen en stoppen (1) Reactietijd + remweg = stopafstand. Remmen en stoppen (2) De remweg neemt dus exponentieel toe als u sneller gaat rijden. Reactietijd: - De tijd die u nodig hebt tussen het moment van waarnemen en het moment van rempedaal intrappen - Als u alert en fit bent, is de reactietijd ongeveer 1 seconde Afgelegde afstand tijdens reactietijd: vuistregel (snelheid in km/u : 4) + 10% Bij 80 km/u is dat dus: 80 : 4 = 20 + 10% = 22 meter Remweg: - De officiële formule is behoorlijk ingewikkeld - Voor een (beladen) vrachtauto of bus is er een eenvoudige vuistregel: Vuistregel remweg (snelheid in km/u : 10) x (snelheid in km/u : 10) Bij 80 km/u is dat dus: 8 x 8 = 64 meter Remmen en stoppen (3) Tijdens slecht weer is de stopafstand beduidend langer! 2-secondenregel Vuistregel: (snelheid : 2) + 10% Stopafstand bij verschillende snelheden: - 40 km/u: 25,0 meter - 60 km/u: 52,5 meter - 80 km/u: 86,0 meter De veilige afstand bij diverse snelheden (bij goed weer) is: - 50 km/u: 27,5 meter - 80 km/u: 44,5 meter Tijdens lastige omstandigheden is 3 seconden afstand een beter idee! X Autosnelwegen Vooral tijdens files en door te weinig afstand houden is er risico op kop-staart botsingen. Bijzondere stroken Snelheden op matrixborden zijn altijd Maximumsnelheden. - Borden - Toegelaten voertuigen - Maximumsnelheden - Gebruik van rijstroken - Spoorvorming - Langdurig inhalen - Rijden in colonne - Inhalende motoren in files - Spitsstrook - Plusstrook - Doelgroepenstrook - Weefvak 6
Borden langs de autosnelweg Autowegen Reflectorpaaltjes tonen u in het donker het verloop van de weg. - Hectometerpaaltjes - Weegpunten. - Borden - Wegbelijning - Maximumsnelheid - standaard - afwijkend - Toegelaten voertuigen - Risico s 80 km/u wegen Zone 60 km/u wegen Geen 60 km/u zonebord? Dan is de maximumsnelheid 80 km/u. - Wegbelijning - Toegelaten voertuigen - Risico s. - Waarom? - Wegbelijning - Positie op de weg Rijden met licht Als u met dagrijlicht rijdt, branden (meestal) de achterlichten niet Stilstaan met licht Bij pech kan het gebruik van een gevarendriehoek nodig zijn Wanneer mag / moet u met deze verlichting rijden en wanneer mag het juist niét: - Dagrijlicht - Stadslicht - Dimlicht - Groot licht - Mistlicht achter - Mistlicht voor. - Stadslicht - wanneer verplicht - wanneer gewenst - Alarmlichten - wanneer gebruiken - Geel zwaailicht - wanneer toegestaan. 7
Stilstaan en parkeren Mag u hier stilstaan? Stilstaan en parkeren Mag u hier stilstaan? Mag u hier parkeren? Stilstaan en parkeren Fietsstrook Stilstaan en parkeren Suggestiestrook Mag u hier stilstaan? Mag u hier stilstaan? Stilstaan en parkeren Fietsstrook Stilstaan en parkeren Mag u hier stilstaan? Mag u hier stilstaan? Mag u hier parkeren? 8
Stilstaan en parkeren Mag u hier stilstaan? Mag u hier parkeren? Voorrang op een gelijkwaardig kruispunt 1. Trams hebben voorrang op alle bestuurders 2. Alle bestuurders die van rechts komen, hebben voorrang. Voorrang op een voorrangskruispunt - U moet voorrang verlenen aan bestuurders op de voorrangsweg als u één van deze borden nadert - Voetgangers zijn geen bestuurders; hen hoeft u dus niet voor te laten gaan U hoeft een kruisende tram geen voorrang te verlenen als u op de voorrangsweg rijdt. Voor laten gaan - Als u een inrit inrijdt of een uitrit verlaat, moet u alle andere weggebruikers voor laten gaan - Als u een bijzondere manoeuvre uitvoert, moet u alle andere weggebruikers voor laten gaan - Blinden met stok en personen die moeilijk voortbewegen moet u voor laten gaan - Voetgangers en bestuurders van een gehandicaptenvoertuig moet u voor laten gaan als ze (willen) oversteken op een voetgangersoversteekplaats. De uitvaartstoet - Alle voertuigen moeten vlag voeren om voor bijzondere rechten in aanmerking te komen - Zo lang het eerste voertuig niet gepasseerd is, gelden geen bijzondere regels - Daarna geldt op gelijkwaardige kruisingen: u mag de uitvaartstoet niet doorsnijden - De regeling geldt niet op voorrangskruisingen, rotondes, kruispunten met verkeerslichten, invoegstroken en uitritten. Herkenning:. Bus voor laten gaan bij halte - Waar en wanneer? - Welke bussen? Pas op voor overstekende passagiers. 9
Afslaan Deze regel geldt niet voor afslaande trams Regels en tekens - Rechtdoorgaand verkeer gaat voor afslaand verkeer op dezelfde weg - Rechtsaf gaat voor linksaf. Vier soorten: - Aanwijzingen - Verkeerslichten - Verkeersborden en tekens op het wegdek - Verkeersregels. Aanwijzingen Aanwijzingen moet u verplicht opvolgen Verkeerslichten - Deze hebben de hoogste prioriteit in het verkeer - Ze worden gegeven door - politie - marechaussee - douane - inspecteurs ILT - verkeersregelaars - verkeersbrigadiers (- begeleiders van railvoertuigen). Na de aanwijzingen komen de verkeerslichten. Ze zijn er in verschillende soorten, bv: - Twee- en driekleurige - Met en zonder pijl - Speciale bruglichten - Waarschuwingslichten. Verkeersborden Deze vertellen wat u moét doen, mág doen of juist niét mag doen. Kenmerken: - Meestal gelden ze voor de hele breedte van de weg - Sommige borden gelden voor de kant van de weg waar ze staan - Sommige borden gelden voor een hele zone - Sommige borden gelden voor een specifieke rijstrook - Ze kunnen ook elektronisch uitgevoerd worden Onderborden kunnen aangeven voor wie het verkeersbord geldt (of juist niet). Verkeerstekens op het wegdek Geven aan waar u wel/niet mag/moet rijden, stoppen, stilstaan of parkeren. Bijvoorbeeld: - Doorgetrokken streep - Onderbroken streep - Tijdelijke (gele) streep - Verdrijvingsvlak - Stopstreep - Haaientanden -... Als er tijdelijk gele strepen staan, gelden de oorspronkelijke witte strepen niet. 10
Verkeersregels Technische voertuigeisen U hebt er zélf ook profijt van als de bedrijfszekerheid gegarandeerd is. Dit zijn de basisafspraken in het verkeer. Bijvoorbeeld: - U moet voorrang verlenen aan bestuurders die van rechts komen - Als u links afslaat, moet u tegemoetkomende bestuurders die op hetzelfde kruispunt naar rechts afslaan voor laten gaan. U mag alleen vertrekken als u zeker weet dat het voertuig technisch in orde is. Een dagelijkse rijklaarcontrole is daarom verplicht. Extra aandacht verdienen remmen en verlichting na het aankoppelen van een aanhangwagen of oplegger. Naar inhoudsopgave De professionele chauffeur deel I Uitzonderlijke lasten vervoeren Algemene voorzorgsmaatregelen bij het beladen - Geen overbelading - Lading goed verdeeld (aslast) - Zwaartepunt zo laag mogelijk - Goed gezekerd en/of afgedekt - Juiste markeringen (indien van toepassing) Routinematig werken is lang niet altijd veilig werken. Hoge lading vervoeren Een vrachtauto, bus, oplegger of aanhangwagen mag niet hoger zijn dan 4,00 meter Ook de lading mag niet uitsteken boven die 4,00 meter Wanneer hogere lading vervoerd moet worden, is een speciale vergunning (langlopend) of incidentele ontheffing nodig Ook wanneer uw lading te lang of te breed is, hebt u een vergunning/ontheffing nodig. Maximale lengte van voertuigen en combinaties (1) U kunt dus niet zondermeer elke oplegger / aanhangwagen achter elk voertuig koppelen. 11
Maximale lengte van voertuigen en combinaties (2) Lading die aan de voorzijde uitsteekt Voor kermis- en circusvoertuigen gelden uitzonderingen - Deelbare lading mag aan de voorzijde niet uitsteken Lading die aan de voorzijde uitsteekt Lading die aan de voorzijde uitsteekt - Deelbare lading mag aan de voorzijde niet uitsteken - Ondeelbare lading mag aan de voorzijde maximaal 4,30 meter uitsteken voor het hart van de voorste as - Deelbare lading mag aan de voorzijde niet uitsteken - Ondeelbare lading mag aan de voorzijde maximaal 4,30 meter uitsteken voor het hart van de voorste as - Ondeelbare lading mag niét uitsteken voor de voorzijde van een aanhangwagen. Lading die aan de achterzijde uitsteekt Voor kermis- en circusvoertuigen gelden uitzonderingen. Lading die aan de achterzijde uitsteekt Voor aan afneembare bovenbouw gelden deze regels ook. - Deelbare lading mag aan de achterzijde uitsteken: - maximaal 1 meter achter het voertuig - maximaal 5 meter achter het hart van de achterste as van het voertuig - Dit geldt voor solovoertuigen, opleggers en aanhangwagens - Ondeelbare lading mag aan de achterzijde uitsteken: - maximaal 0,5 x de lengte van het voertuig achter het hart van de achterste as - maximaal 5 meter achter het hart van de achterste as - Als lengte voor een oplegger telt de afstand van koppeling tot achterzijde 12
Stootbalk - Als de onderzijde van de lading meer dan 55 cm boven het wegdek ligt, mag de lading niet meer dan 60 cm achter de stootbalk uitsteken - Anders is een stootbalk verplicht Geldt voor voertuigen vanaf 1 januari 1996. Meeneemheftruck - Mag standaard maximaal 1,20 meter achter het voertuig uitsteken - Mag maximaal 1,50 m achter het voertuig uitsteken, als: - bij een leeg voertuig de vereiste minimale asdrukken / koppelingsdruk niet worden onderschreden - dit kan worden aangetoond door een verklaring van de voertuigfabrikant, carrosseriebouwer of fabrikant van de meeneemheftruck. Maximaal toegestane breedtes (voertuig en lading) - Normaal: 2,55 m / 2,60 m - Op onverharde weg: 2,20 m - Als in de breedte ondeelbare lading wordt vervoerd, mag die lading maximaal 3,00 m breed zijn. Uitstekende lading markeren Dit is verplicht als de lading: - voor het voertuig uitsteekt - meer dan 1 meter achter het voertuig uitsteekt - meer dan 10 centimeter aan de zijkant uitsteekt Eisen markering: - bord 42 cm x 42 cm, gestreept, fluorescerend - In breedte uitstekende lading: voor en achter markeren - tussen 0,25 m en 1,90 m van wegdek - s nachts: achterzijde rode en voorzijde witte lamp Het bord mag ook rechthoekig zijn: min. 28 cm bij 56 cm of 14 cm bij 80 cm. Verlichting, retroflectoren, richtingaanwijzers en kentekenplaat - Mogen niet aan het zicht worden onttrokken door uitstekende lading - Bij ondeelbare lading mag dat wél, mits er aan de achterzijde van de uitstekende lading verlichting, retroreflectoren, richtingaanwijzers of kentekenplaat zijn aangebracht. Vergunning / ontheffing - Als het voertuig en/of de lading buiten de wettelijke maxima vallen, is een vergunning of ontheffing nodig - Deze worden afgegeven door de RDW - Tot bepaalde maxima is een jaarvergunning mogelijk - Daarboven kan alleen een incidentele ontheffing worden aangevraagd. 13
Jaarvergunning exceptioneel vervoer De verwerkingstijd bij RDW is standaard 5 werkdagen. Incidentele ontheffing voor exceptioneel vervoer De verwerkingstijd is afhankelijk van de afmetingen en de gewenste route. - Is mogelijk tot: - l 27,50 m, b 3,50 m, h 4,25 m - massa 100.000 kg - Heeft landelijke dekking op toegestane wegen - op website RDW staat een digitale kaart hiervan - Voorbeelden: - vervoer van ondeelbare lading - kermisvoertuig - zelfrijdend werktuig (bv kraan) - vervoer van getrokken werktuigen - Is mogelijk voor: - ondeelbare lading - deelbare lading - rijdende werktuigen - Wordt afgegeven voor een bepaalde route - Standaard 4 weken geldig - Onder voorwaarden is langere geldigheid mogelijk Transportbegeleiding Alleen erkende particuliere begeleiders mogen worden ingezet Markering - Afhankelijk van de afmetingen is de inzet van transportbegeleiding verplicht - Ook kunnen er beperkingen gelden voor de toegestane rijtijden - Hiervoor is een landelijke beleidsregel gemaakt, maar wegbeheerders mogen daar van afwijken. - Lengte > 27 meter: dan bord uitzonderlijk vervoer verplicht - Breedte > 3 meter: dan zwaai-, flits- of knipperlicht verplicht - Lengte > 22 meter: dan zijmarkering verplicht - Overige verplichte markeringen: zoals eerder behandeld bij uitstekende lading. De professionele chauffeur deel I De professionele chauffeur deel I Samenvatting en afsluiting Professionele verkeersdeelname & actuele verkeerskennis (einde) Naar inhoudsopgave 14
Uitvoering zonder e-learning De slides hierna behandelen de onderwerpen die normaliter in het e-learning deel aan bod komen Dit is een tijdelijke, beknopte uitvoering. De definitieve versie is vanaf eind 2016 beschikbaar 3.1 Vervoersmodaliteiten - Het goederen- en personenvervoer over de weg moet concurreren met andere manieren van vervoer - Spoor - Water - Lucht - Pijplijn - Elk van deze andere modaliteiten heeft specifieke voor- en nadelen t.o.v. het wegvervoer. 3.2 Goederenvervoer per vrachtauto 3.3 Personenvervoer per autobus 3.4 De veiligheid van vrachtauto en bus 3.5 Soorten ongevallen - Kenmerken / eigenschappen - Voordelen t.o.v. andere modaliteiten - Nadelen t.o.v. andere modaliteiten - Kenmerken / eigenschappen - Voordelen t.o.v. andere modaliteiten - Nadelen t.o.v. andere modaliteiten. - Ongevallen in Nederland en het aandeel daarin van vrachtauto en bus - Risico s binnen en buiten de bebouwde kom - Ongevallen per wegtype - Ongevallen met personenauto s - Kantelongevallen - Ongevallen door vermoeidheid - Ongevallen door verkeerde belading - Dode hoek ongevallen - Ongevallen tijdens bijzondere manoeuvres - Ongevallen door afleiding. 3.7 Gevolgen van ongevallen - Persoonlijke gevolgen voor de chauffeur - Operationele en commerciële gevolgen voor het bedrijf - Maatschappelijke gevolgen. 4.1 Rijklaarcontrole - Voor de rit - Tijdens de rit - Na de rit - Zit- en stuurhouding. 4.2 Professionele verkeersdeelname - Aangepast en besluitvaardig rijden - Sociaal en defensief rijden. 15
4.3 Afstand houden - Wettelijke regel - Praktijk: 2-secondenregel - Meer afstand tijden lastige omstandigheden - Reactietijd, remweg, stopafstand - Zijdelings ruimtekussen. Taakprocessen - Waarnemen - Voorspellen - Evalueren - Beslissen - Handelen 5.1 Rijden onder lastige weersomstandigheden - Regen - Wind - Mist - Gladheid. 5.2 Rijmanoeuvres 5.3 Manoeuvreren 6.1 Banden 6.2 Centrifugaalkracht - Invoegen - Uitvoegen - Weven - Ritsen - Haast - Niet opletten - Routine - Overige weggebruikers - Bermen, bouwplaatsen, onverharde ondergrond. - Spanning - Profiel - Zomer- en winterbanden - Krachten tijdens het rijden - Werking van de centrifugaalkracht. 6.3 Zwaartepunt en kantelmoment 6.4 Bochten 7.1 Ergernissen in het verkeer 7.2 Kenmerken van andere weggebruikers - Zwaartepunt - Verschuivend zwaartepunt - Kantelmoment - Wegverkanting - Bochtspiraal - Bochten na uitvoegstroken - Bochten in bergachtig gebied. - Langdurige inhaalmanoeuvres - Rijden in colonne - Bumperkleven - Verkeersruimte afdwingen - Overlast tijdens stilstaan (laden/lossen) - Voetgangers - Fietsers - Bromfietsers - Bescherming van kwetsbare weggebruikers - Landbouwvoertuigen - Voorrangsvoertuigen. 16
7.3 Mens erger je niet - Met ergernis bereikt u niets. 8.1 Wegwerkzaamheden passeren - Ongevalscijfers - Te hard rijden - Te laat remmen / kop-staart botsingen - Uit de rijstrook raken - Afleiding / niet opletten - Onduidelijker verkeerstekens 8.3 Ongevallen passeren - Risico s - Eigen gedrag - Gedrag van andere weggebruikers. 8.3 Optreden bij ongevallen - PAMAN regel - Hulpverlening als u geen EHBOdiploma heeft (of andersom: waarom elke chauffeur een EHBO-diploma zou moeten hebben). 9.1 Elementen van een gezonde leefstijl - Gezond eten en drinken - Niet roken - Matig alcoholgebruik - Voldoende bewegen - Voldoende ontspannen - Voldoende slaap 9.2 Het belang van voldoende slaap en rust - Gevolgen van slaaptekort - Ontstressen door rust en ontspanning - Alcohol als ontspanning? 9.3. Fit blijven achter het stuur - Juiste zit- en stuurhouding - Bewegen tijdens pauzes. 10. Veiligheidssystemen en veiligheidsuitrusting - Ontwikkelingen in voertuigtechniek, hulpsystemen en veiligheidssystemen in de afgelopen 25 jaar 10.1 Veiligheidssystemen - Gordel - ABS - Brake Assist - Adaptive cruise control - Lane departure warning / prevention - Slaapverklikker - Dode hoek waarschuwing - Introductie van meer autonome voertuigfuncties. 10.2 Veiligheidsuitrusting - Persoonlijke veiligheidsuitrusting - Voertuiguitrusting. 17
11. De verkeerswetgeving 11.1 Het gebruik van de weg 11.1 Het gebruik van de weg U kunt i.p.v. de volgende slides ook (een deel van) de RV1 verkeer presentatie gebruiken - Weg, rijbaan, rijstrook - Rechts houden verplicht - Uitwijkplaatsen, passeerstroken - Bermpaaltjes - Gedrag bij wegversmallingen en obstakels - Gedrag op eenrichtingswegen - Fietspaden, fietsstroken, suggestiestroken - Spitsstroken. - Busbanen en stroken - Doelgroepstroken - Overwegen - Vluchthaven en strook - Nadere van rotondes - Klassieke rotonde - Voorrangsrotonde met fietsers in de voorrang - Voorrangsrotonde met fietsers uit de voorrang - Inhalen en ingehaald worden - Inhaalverboden - Rechts inhalen - Maximumsnelheid op verschillende wegen - Wegmarkeringen met snelheidsinformatie - Adviessnelheden - Stilstaan en parkeren - stilstaanverboden - parkeerverboden. 11.1 Het gebruik van de weg - Het gebruik van de richtingaanwijzer - Het gebruik van alarmlichten - Dagrijlicht - Dimlicht - Groot licht - Verlichting tijdens stilstaan en parkeren - Michtachterlicht - Mistlicht voorzijde - Gedrag bij blauw zwaailicht / geel zwaailicht - Voorrangesregeling gelijkwaardig kruispunt - Voorrangsregeling voorrangskruispunt - Afbuigende voorrangsweg - Voorrang verhard / onverhard - Regels bij het afslaan - Tram, bus, voorrangsvoertuig, militaire colonne, uitvaartstoet. 11.5 Verkeerstekens en aanwijzingen - Prioriteitsvolgorde - Aanwijzingen - Verkeerslichten - tram-/buslichten - tweekleurige lichten - Verkeersborden - onderborden - elektronische borden - tijdelijke borden - Tekens op het wegdek - doorgetrokken streep - onderbroken streep - waarschuwingsstreep - puntstuk en verdrijvingsvlak - haaientanden en stopstreep - tijdelijke wegbelijning - markering van busstroken - markering van fietsstroken. 11.6 Wettelijke eisen De professionele chauffeur deel I - APK - Digitale tachograaf - defecte tachograaf - bestuurderskaart - Verlichting - Markering. Naar inhoudsopgave 18