Zoogdiervereniging VZZ Biotoop kwaliteit bepalen voor meervleermuizen, Friesland als testcase. Zomer Bruijn Anne-Jifke Haarsma Universiteit Leiden (IBL) en VZZ ahaarsma@dds.nl Universiteit Leiden, Instituut biologie Leiden
Opzet presentatie Stap 1- verblijven zoeken Stap 2 biotoop kwaliteit bepalen Stap 3 koppelen aan bescherming
Leven in netwerk
Meervleermuis. Gebouwbewonende vleermuissoort. Groepsgrootte 60 tot 500 individueen. Zomer Bruijn
Stap 1 - verblijven zoeken. Hoe, wanneer en waar nieuwe verblijfplaatsen zoeken? Hoe? Algemene methode: terugvolgen trekroute van of naar verblijfplaats, zoeken inzwermers. Extra: kerkzolder inventarisatie, telemetrie Janko van Beek
1. Verblijven zoeken Wanneer? Woont in hoofd en satelietverblijven Woont relatief kort in zomerverblijven Oorzaak :migrerende vleermuissoort
Hoofd en satelliet groepen Half meihalf juli April - oktober Half meihalf juli Verschil is de bezettingsduur van het verblijf en de reproduktieve status van de groep
Verhuizingen tussen groepen? Wanneer? seizoenverloop uitwisselingen tussen kolonies 1000 800 600 400 200 0 <> ander zelfde jun '02 aug '02 okt '02 dec '02 feb '03 apr '03 jun '03 aug '03 okt '03 dec '03 feb '04 apr '04 jun '04 aug '04 okt '04 dec '04 apr '05 jun '05 aug '05
1. Verblijven zoeken Waar? Meestal in dorpen, met voorkeur voor jaren 60 rijtjes huizen Bertrik Sikken
Zou het mogelijk zijn om locatie van een nieuwe verblijfplaats te voorspellen en de kwaliteit van het biotoop te bepalen? Stap 2 biotoop kwaliteit bepalen Yves Adams
In ZH en Ov valt op dat verblijfplaatsen niet random, maar in een vast patroon verspreid liggen. Opvallend dat: - actieradius van individuele meervleermuis is 6-14 (max 25 km) afhankelijk van het seizoen en kwaliteit van het biotoop - meervleermuis biotoop bestaat uit een combinatie van groot open water, waterwegen, vochtige weilanden en bomenrijen. - verblijf ligt vrijwel altijd in een dorp (jaren 60)
Hypothese: - Onderlinge afstand (hemelsbreed) tussen verblijfplaatsen is 6-10 km - Afstand en aantal vleren in een verblijfplaats is een reflectie van kwaliteit biotoop r = 6 opp 113 km2 R Opp = r 2 r =8 opp 201 km2 r = 10 opp 314 km2
oneindig groot moeras van constante kwaliteit
oneindig groot meer van constante kwaliteit
LET OP: Snelwegen kunnen een hindernis zijn en vertekenen beeld Dorpen zijn niet random verdeeld Kwaliteit van leefomgeving is zeer variabel Actieradius kan bijv. ook elliptisch zijn Theorie uittesten in Friesland.
0 5 10 km 8 km
Voorspellen van locaties 0 5 10 km
Nieuw
Voorbereiding om kwaliteit te berekenen 1. Groepen horen bij elkaar, als uitwisseling door ringen, indicatie tijdens tellingen of door telemetrie onderzoek. 2. Bereken gemiddelde afstand tussen verblijfplaatsen
Categorieën: 1-20 dieren 21-60 dieren 61-108 dieren 109-175 dieren 176-280 dieren
Door rekenen in N dieren per hectare r= 6 opp 113 km2 r =8 opp 201 km2 r = 10 opp 314 km2 Dichtheid 100 dieren 314 km2 = 0,3 dieren p km2 200 314 0,6 100 201 0,5 200 201 1 100 113 0,9 200 113 1,8
Dichtheid 0 5 10 km 0,3 dieren p km2 0,8 1,3 1,8 2,3 6,8,10
Dichtheid komt overeen met batdetector waarnemingen Hypothese correct?! Kwaliteit biotoop wordt gereflecteerd door: - afstand tussen verblijven - aantal dieren in groep - dichtheid Yves Adams
Stap 3 koppelen aan bescherming Belang van een biotoop is gekoppeld aan dichtheid Janko van Beek
Is aanwijzing Habitatrichtlijn gebieden dan voldoende voor de meervleermuis? - plassen, maar niet het achterland (waterwegen) - aanwijzing niet gekoppeld aan kwaliteit biotoop - alle verblijven liggen buiten beschermde gebieden
Meer lezen: Haarsma, A -J., & A. H. Tuitert (2009). Overview and evaluation of methodologies for locating summer roost of pond bats in the Netherlands. Lutra, 52 (1): 47-64. Schut, J., D.P.J. Kuijper, A.J. Haarsma, J. Ouwehand, H. Limpens & D.van Dullemen (2009). Meervleermuizen in Fryslân De levende Natuur 10-2: 73-76.
Bedankt voor jullie aandacht Iedereen die heeft meegeholpen tijdens dit onderzoek, bedankt voor jullie inzet.