Voornemen Wij zijn van plan u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteit:

Vergelijkbare documenten
Voornemen Wij zijn van plan u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteit(en):

Voornemen verlenen omgevingsvergunning

Pagina 1 van 49 Registratienummer: Z / D

Besluit Wij verlenen u de gevraagde omgevingsvergunning voor de duur van drie jaren ten behoeve van de activiteiten:

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Pagina 1 van 50 Registratienummer: Z / D

Eenheid Klant - Bouwen, Wonen & Ondernemen. Vormvrije Mer beoordeling

ONTWERPBESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 28 juni 2016 Gemeente Bronckhorst nr

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

in in ii mi ii mm ii ii

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

CONCEPT Omgevingsvergunning volgens coordinatieregeling

Beschikking maatwerkvoorschriften

Omgevingsvergunning OV

Beschikking Wet milieubeheer

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Ontwerp omgevingsvergunning UV

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Pagina 1 van 51 Registratienummer: Z / D

Te verwachte ontwikkelingen Activiteitenbesluit Beste beschikbare technieken Naam document Jaartal

Ontwerp besluit UV

Beoordeling Bouwen van een bouwwerk Op grond van artikel 2.1 lid 1 sub a van de Wabo is het verboden om zonder omgevingsvergunning te bouwen.

* UM * Melk- en fokveebedrijf Graumans

Aanmeldnotitie Besluit Mer

Voornemen verlenen omgevingsvergunning

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

in in miii ii inn ii i ii

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutrale wijziging) datum: 31 augustus 2016 Gemeente Bronckhorst nr. 2016W0138

Agruniek Rijnvallei Holding B.V. De heer M.G. van de Vendel Postbus AP WAGENINGEN. Geachte heer Van de Vendel,

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Voornemen Wij zijn van plan u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteiten:

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013

Beschikking maatwerkvoorschriften

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

MAATWERKBESLUIT *D * D

Omgevingsvergunning OV

Pluimveebedrijf W. van Putten VOF De heer W. van Putten Espeterweg RK BARNEVELD. Geachte heer Van Putten,

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets. datum: 27 september 2016 Gemeente Bronckhorst nr

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

Fout! Tekstfragment niet gedefinieerd. Aanvrager. Geachte aanvrager,

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G U I T G E B R E I D E P R O C E D U R E

Deze omgevingsvergunning wordt, op verzoek van de vergunninghouder, ingetrokken omdat er geen dieren meer worden gehouden.

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking maatwerkvoorschriften

Op 19 april 2011 is een melding Activiteitenbesluit geaccepteerd welke op 22 maart 2011 is ingediend.

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) in combinatie met een Melding Activiteitenbesluit (Wet milieubeheer)

Voorschriften behorende bij de omgevingsvergunning m.b.t. art. 2.1 lid 1 onder e Wabo (milieu)

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

(ONTWERP) BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Inhoud. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten. Landbouwinrichtingen type B. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw)

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Memo. In afbeelding 1 is de herontwikkelingslocatie globaal aangegeven. EGD RM000888

Beschikking maatwerkvoorschriften

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo:

Publiek. De overwegingen die aan dit besluit ten grondslag liggen worden verderop in dit document per activiteit vermeld.

Bijlage 2 Milieuneutraal veranderen

VOORSCHRIFTEN BEHORENDE BIJ DE MILIEUVERGUNNING VAN:

Gemeente Barneveld Raadhuisplein 2 tel: (0342) Postbus 63 fax: (0342) AB BARNEVELD

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING ASPECT MILIEU INHOUDSOPGAVE

De intrekking heeft betrekking op 203 schapen ouder dan 1 jaar, inclusief lammeren tot 45 kg (B1).

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

Directie Dienstverlening Vergunningen en Voorzieningen

Notitie. Toelichting aanvraag milieuneutrale wijziging vergunning Telegraaf Media Groep verkoop van gebouwen Holland en Koetshuis.

Melding Activiteitenbesluit milieubeheer

Programma. Activiteitenbesluit agrarische activiteiten RWS Leefomgeving Kenniscentrum InfoMil Waldo Kaiser. Inhoud

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

BESCHIKKING MAATWERKVOORSCHRIFTEN ACTIVITEITENBESLUIT MILIEUBEHEER

Q,dbn. Verklaring van geen bedenkingen van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Omgevingsdienst Brabant Noord

OMGEVINGSVERGUNNING. LUMARO Beheer B.V.

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Fout! Tekstfragment niet gedefinieerd.

BESCHIKKING. Omgevingsvergunning (milieuneutraal veranderen inrichting) Datum: 25 april 2016 Gemeente Bronckhorst Zaaknummer:

10 april Nota van zienswijzen. ontwerp bestemmingsplan Orvelterveld 2A en 3 te Orvelte

MILIEUVOORSCHRIFTEN. 60 db(a) tussen en uur (nachtperiode);

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

ECLI:NL:RVS:2012:BV9444

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING. Daamen Milieu en Grondwerken BV

VERZONDEN 0 8 SEP 2016

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Advies lucht. Intern Advies

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

uw kenmerk uw bericht van ons kenmerk datum Z / D tel:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Omgevingsvergunningen

DEFINITIEVE BESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie:

Retouradres: Postbus 9024, 6710 HM Ede Maatschap ter Haar-Boon Mevrouw G.M. ter Haar-Boon Brunesengweg 39 3784 WE TERSCHUUR Onderwerp Voornemen verlenen omgevingsvergunning Geachte mevrouw Ter Haar-Boon, Op 9 januari 2014 heeft u een omgevingsvergunning aangevraagd voor een revisievergunning op het perceel Brunesengweg 39 in Terschuur, kadastraal bekend gemeente Voorthuizen, sectie I nummer 1707. Voornemen Wij zijn van plan u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen voor de activiteit: - oprichten, veranderen of in werking hebben van een inrichting De gewaarmerkte stukken en bijlagen zullen deel uitmaken van de vergunning. Datum 27 maart 2014 1 van 13 Ons kenmerk 2014W0038 Nummer omgevingsloket 1133433 Behandeld door B. Bakker 0881169904 b.bakker@oddevallei.nl Afschrift aan Midden Nederland Makelaars B.V. De heer E.G.G. Top e.top@mnm.nl Bijlage diverse Doordat enkele activiteiten van rechtswege vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gelden hiervoor voorschriften die zijn opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Daarnaast zijn er specifieke voorschriften voor uw bedrijf van belang die zijn verbonden aan de vergunning. Procedure Voor uw aanvraag is volgens artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing. Uw aanvraag is getoetst aan de Wabo, het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Reactie Wij zullen de aanvraag met dit voornemen en bijbehorende stukken ter inzage leggen. Dit wordt gepubliceerd op www.barneveld.nl en in het huisaan-huis-blad Barneveld huis aan huis. Eenieder kan gedurende zes weken zienswijzen naar voren te brengen tegen dit voornemen. U kunt ons ook binnen die termijn een reactie geven. Eventuele reacties wegen wij mee in Omgevingsdienst De Vallei werkt in opdracht van: Omgevingsdienst De Vallei Postbus 9024 6710 HM Ede T 088 116 99 00 E info@oddevallei.nl www.oddevallei.nl KvK 56714297

het definitieve besluit. Vragen? Als u vragen of opmerkingen heeft, neemt u dan gerust contact op met de heer B.P. Bakker van team Vergunningverlening. De contactgegevens vindt u in deze brief. Wilt u dan zo vriendelijk zijn om ons kenmerk te noemen? 2 van 13 Met vriendelijke groet, namens burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld

Beoordeling activiteit milieu 3 van 13 1 Vergunningaanvraag Op 9 januari 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor de deelactiviteit milieu op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ontvangen voor het bedrijf van Maatschap Ter Haar-Boon aan de Brunesengweg 39 in Terschuur. De aanvraag heeft betrekking op een vleeskalverhouderij waarbij naast het houden van vleeskalveren een klein aantal schapen wordt gehouden. Naast het houden van vee wordt op het bedrijf melkpoeder, voer en mest opgeslagen. Splitsing bedrijf De vleeskalverhouderij op het perceel Brunesengweg 39 en 43 is recentelijk planologisch gesplitst in twee inrichtingen: Brunesengweg 43 voor het houden van 967 vleeskalveren en 5 schapen. Brunesengweg 39 voor het houden van 1.260 vleeskalveren en 25 schapen. Uit de bij de aanvraag toegevoegde verklaring volgt dat er ondanks de geografische ligging sprake is van twee inrichtingen vanwege de zelfstandige bedrijfsvoeringen waardoor er geen sprake meer is van onderlinge technische, organisatorische of functionele bindingen tussen de beide agrarische inrichtingen. In verband met deze planologische splitsing en om deze splitsing eveneens milieuvergunningtechnisch op de juiste wijze te vergunnen, is voor het perceel Brunesengweg 43 een omgevingsvergunning beperkte milieutoets verleend en is beoordeeld dat het bedrijf valt onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. Ligging bedrijf

2 Vergunde situatie Voor de vleeskalverhouderij aan de Brunesengweg 39 en 43 is op 9 juni 2010 met kenmerk 81/2009 een revisievergunning verleend op grond van de Wet milieubeheer. Vervolgens is op 25 oktober 2011 een milieuneutrale melding ingediend. Deze melding had betrekking op de bouw van kleinere vleeskalverstallen waardoor het totale aantallen vleeskalveren werd gereduceerd. Op grond van de milieuneutrale melding, is vergunning verleend voor het houden van 2.202 vleeskalveren en 15 schapen. 4 van 13 Tabel verleende vergunning Aantal Diercategorie RAV-code Ammoniakemissie Geuremissie Fijn stofemissie Kg NH 3/dier Totaal ou/sec/dier Totaal kg NH 3 ou/sec Gr./dier Totaal kg 2.202 Vleeskalveren A 4.100 2,5 5.505,0 35,6 78.391,2 33 72.666,0 15 Schapen B 1 0,7 10,5 7,8 117,0 Totaal 5.515,5 78.508,2 72.666,0 3 Aangevraagde situatie Aanleiding aanvraag De aanvraag is ingediend als gevolg van de planologische splitsing van het bedrijf. Dit heeft tot gevolg dat ten opzichte van de vergunde situatie aan de Brunesengweg 39 en 43 het destijds vergunde veebestand wordt gesplitst. Op het perceel aan de Brunesengweg 39 heeft de aanvraag betrekking op het houden van de volgende veestapel: Tabel aangevraagde veebezetting Aantal Diercategorie RAV-code Ammoniakemissie Geuremissie Fijn stofemissie Kg NH 3/dier Totaal ou/sec/dier Totaal kg NH 3 ou/sec Gr./dier Totaal kg Vleeskalveren A 4.100 2,5 3.150,0 35,6 44.856,0 33 41.580,0 1.260 Schapen B 1 0,7 17,5 7,8 195,0 25 3.167,5 45.051,0 41.580,0 Totaal De volgende stukken maken deel uit van de aanvraag: Aanvraagformulier van 9 januari 2014 met kenmerk 1133433; Plattegrondtekening van de inrichting met kenmerk T4831 (16-12-2013); Toelichting op de aanvraag van 9 januari 2013; Verklaring splitsing bedrijf in twee afzonderlijke ondernemingen. 4 Besluit milieueffectrapportage en aanhaken Nb-wet Besluit milieueffectrapportage De activiteiten vallen niet rechtstreeks onder onderdeel C of D van het Besluit milieueffectrapportage 1994. Voor de aangevraagde activiteiten hoeft geen milieueffectrapportage (m.e.r) te worden opgesteld. Daarnaast is de activiteit niet formeel

MER-beoordelingsplichtig. Doordat het houden van vleeskalveren wel een activiteit is die voorkomt in de D-lijst, zou door middel van een vormvrije MER beoordeeld moeten worden of het laten opstellen van een MER noodzakelijk is. Doordat de wijzigingen minimaal zijn ten opzichte van de vergunde en gerealiseerde situatie op het perceel Brunesengweg 39 en 43, is er geen reden om in het kader van deze aanvraag om een omgevingsvergunning een MER voor te schrijven. Op grond van de relevante selectiecriteria van bijlage III van Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 over de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten kan worden gesteld dat als gevolg van deze aanvraag geen nadelige effecten ontstaan ten opzichte van de omgeving waarin het bedrijf is gelegen. 5 van 13 Coördinatie Natuurbeschermingswet (Nbw) Voordat de aanvraag om omgevingsvergunning is ingediend, is zowel bij de provincie Gelderland als bij de provincie Utrecht een aanvraag op grond van de Natuurbeschermingswet ingediend. 5 Activiteitenbesluit Het bedrijf betreft een type C-inrichting als bedoeld in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Dit zijn vergunningplichtige bedrijven. Naast de milieuvoorschriften uit de vergunning gelden voor type C-inrichtingen ook de regels van hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit, voor zover er activiteiten binnen het bedrijf plaatsvinden die in dit hoofdstuk worden genoemd. Voor deze activiteiten zijn dan ook geen voorschriften aan deze vergunning verbonden. In dit geval zijn regels voor de volgende activiteiten uit hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit en de regeling van rechtswege van toepassing: In werking hebben van een stookinstallatie (keuring en onderhoud). Afleveren van vloeibare brandstof aan motorvoertuigen voor het wegverkeer Opslaan van gasolie in een bovengrondse opslagtank Opslaan van agrarische bedrijfsstoffen Opslaan van drijfmest Het houden van dieren bij een type C bedrijf 6 Ammoniak 6.1 Wet ammoniak en veehouderij (Wav) De gevolgen van de ammoniakemissie uit de tot de veehouderij behorende dierenverblijven beoordelen wij volgens de Wet ammoniak en veehouderij (Wav). Gedeputeerde Staten van Gelderland wezen bij besluit van 1 juli 2009 zeer kwetsbare natuurgebieden aan die volgens de Wav worden beschermd tegen de effecten van ammoniak. Het bedrijf ligt op 1.500 meter afstand van het gebied Kallenbroek wat is aangewezen als zijnde zeer kwetsbaar gebied. Dit is niet binnen de beschermingszone van 250 meter die volgens de Wav geldt rond zeer kwetsbare gebieden. Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij De aanvraag voldoet aan artkel 3 lid 3 van de Wet ammoniak en veehouderij en aan het Besluit huisvesting. 7 Geur 7.1 Geurbelasting vanwege dierenverblijven Mogelijke geurhinder in de omgeving vanwege de emissies vanuit dierenverblijven hebben wij getoetst aan de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Volgens de Wgv gelden er minimale afstanden tussen een dierenverblijf en een geurgevoelig object; dit is

in deze situatie van toepassing vanwege de splitsing naar twee afzonderlijke inrichtingen waarbij de afstand naar de woning aan de Brunesengweg 43 van belang is. 6 van 13 Wanneer er dieren worden gehouden waarvoor in de bijbehorende Regeling veehouderij en geurhinder een geuremissiefactor is vastgesteld mag daarnaast de geurbelasting op geurgevoelige objecten in de omgeving niet hoger zijn dan de in of op grond van de Wgv vastgestelde waarde. Voor de gemeente Barneveld is op grond van artikel 6 Wgv een geurverordening vastgesteld welke deels afwijkende normen kent. De geurbelasting wordt berekend met het verspreidingsmodel V-stacks. De toetsing aan de vereiste afstanden en geurnormen worden onafhankelijk van elkaar uitgevoerd. Afstanden In onderstaande tabel zijn de afstanden opgenomen die op grond van de Wgv tot geurgevoelige objecten moeten worden aangehouden. Vereiste afstanden Wvg Bedrijfsonderdeel Adres gevoelig object Vereiste afstand in meters Werkelijke afstand in meters Emissiepunt tot woning ander agrarisch bedrijf Brunesengweg 43 Brunesengweg 52 50 mtr. 50 mtr. 115 mtr. 140 mtr. Gevel stal tot gevel woning Brunesengweg 43 Brunesengweg 52 50 mtr. 50 mtr. 110 mtr. 130 mtr. Aan de minimaal vereiste afstanden wordt voldaan. Geurbelasting Ondanks dat het aantal vleeskalveren ten opzichte van de vergunde en gemelde situatie afneemt, is er een berekening gemaakt met betrekking tot de geuremissie. Deze berekening is aan de aanvraag toegevoegd; op grond hiervan wordt ruimschoots voldaan aan de bepalingen van de Wet geurhinder en veehouderij. Conclusie Gelet op het voorgaande wordt voldaan aan de Wgv. De vergunning kan wat betreft het aspect geurhinder vanuit dierenverblijven worden verleend. 7.2 Opslag agrarische bedrijfsstoffen De opslagen van agrarische bedrijfsstoffen als mest liggen op voldoende afstand van de omliggende woningen. 8 LUCHT Ten opzichte van de vergunde en gemelde situatie neemt de emissie van fijn stof af en vormt hiermee geen belemmerend toetsingskader van de huidige en aangevraagde situatie.

9 GELUID 7 van 13 Algemeen Als gevolg van de bedrijfsactiviteiten ontstaat geluid naar de omgeving als gevolg van het laden en lossen van dieren, het aanleveren van de melkpoeder, de mechanische ventilatie en bezoek van derden. De activiteiten vinden voornamelijk gedurende de dagperiode plaats. De ventilatoren van de stallen zijn gedurende het gehele etmaal in werking. Transport vindt met name in de dagperiode plaats. Met betrekking tot de geluidsvoorschriften worden dezelfde voorschriften opgenomen als in de vigerende vergunning genoemd. Gelet op de ligging van het bedrijf in de directe omgeving van de autosnelweg A-30 is hier sprake van een relatief hoog achtergrondniveau. In de toelichting wordt aangegeven dat maximaal 8x per jaar in de nachtperiode kalveren worden aan danwel afgevoerd. Dit zal als incidentele bedrijfssituatie worden beschouwd en is vastgelegd in de voorschriften. 10 Bodem en grondwater Bodemverontreiniging kan worden veroorzaakt door het onzorgvuldig handelen met en de op- en overslag van bodembedreigende stoffen. De beoordeling van potentieel bodemverontreinigende activiteiten moet plaatsvinden aan de hand van hoofdstuk 3 van het Activiteitenbesluit. De voorschriften uit hoofdstuk 2 en 3 van het Activiteitenbesluit die betrekking hebben op bescherming van de bodem zijn rechtstreeks op het bedrijf van toepassing. 11 Afvalstoffen en afvalwater 11.1 Afvalstoffen In het bedrijf ontstaan diverse soorten afvalstoffen zoals papier, kadavers, tl-buizen en afval dat vergelijkbaar is met huishoudelijk afval. Afval wat ontstaat, dient zoveel mogelijk gescheiden te worden afgevoerd naar erkende inzamelaars. 11.2 Afvalwater In de inrichting komen de volgende afvalwaterstromen vrij: reinigingswater van de stallen en bedrijfsruimten; waswater van het reinigen van veetransportmiddelen; niet verontreinigd hemelwater.> Op deze activiteiten zijn de regels in hoofdstuk 2 en 3 van het Activiteitenbesluit en de regeling rechtstreeks van toepassing. 12 Energie en grondstoffen 12.1 Energie Beoordeling van het energiegebruik moet plaatsvinden conform de circulaire Energie in de milieuvergunning (Infomil, oktober 1999). Op grond van deze circulaire moet een bedrijf dat jaarlijks meer dan 50.000 kwh elektriciteit of 25.000 m 3 aardgas (of aardgasequivalent) gebruikt, inzicht geven in de omvang en verdeling van het energiegebruik, de energiebesparende maatregelen die zijn of worden getroffen, de wijze waarop het energiegebruik wordt vastgesteld en geregistreerd en moet worden nagegaan welke energiebesparende maatregelen redelijkerwijs mogelijk zijn. Door InfoMil is een Informatieblad Veehouderijen uitgebracht, waarin mogelijke energiebesparende maatregelen in de veehouderij, waaronder de vleeskalverhouderij,

zijn opgenomen. In de aanvraag is aangegeven dat jaarlijks 29.000 m3 gas en 26.000 kwh electriciteit wordt verbruikt. In de voorschriften zijn maatregelen opgenomen die redelijkerwijs kunnen worden verwacht. 8 van 13 Om energiebesparingsmogelijkheden in de toekomst te kunnen beoordelen moet blijvend inzicht bestaan in het gebruik. Hiervoor is een registratieverplichting van het energie- en waterverbruik in de voorschriften opgenomen. 12.2 Grondstoffen Het zuinig omgaan met grondstoffen is van belang voor de bescherming van het milieu. Het levert minder afvalstoffen op, scheelt in het vervoer van en naar de inrichting en geeft minder ruimtebeslag. Bovendien scheelt het in de kosten van de aanschaf. In het bedrijf worden als grondstoffen voornamelijk voer en water ingezet. Bij het voeren worden bewust geproduceerde voeders en toevoegingen toegepast. Met behulp van voermanagement wordt het benodigde voer afgestemd op het soort en het gewicht van de dieren. Drinkwater wordt naar behoefte gegeven. Het op deze wijze uitgebalanceerd voeren is gangbare praktijk en wordt als BBT beschouwd. Verder worden enkele hulpstoffen in beperkte mate verbruikt. Door de kosten van deze stoffen wordt een doelmatig gebruik hiervan vanzelfsprekend toegepast. Gelet op de omvang van het verbruik is het niet nodig hiervoor aanvullend iets te regelen in deze vergunning. 12.3 Waterverbruik Gelet op het verbruik van water binnen het bedrijf (drinkwater dieren en reiniging van stallen) is geen bijzondere aandacht nodig voor waterbesparing. De standaardmaatregelen die als beste beschikbare technieken worden beschouwd hebben wij in de voorschriften vastgelegd. Om eventuele besparingsmogelijkheden in de toekomst te kunnen beoordelen is het wel noodzakelijk dat er inzicht is in het waterverbruik. Aan de vergunning is daarom een voorschrift voor het registreren van het waterverbruik verbonden. 13 Lichthinder Bescherming van de duisternis en het donkere landschap is een onderdeel van de milieubescherming. Maar ook hinder of verblinding door de binnen het bedrijf gebruikte verlichting hoort daarbij. Om lichthinder te voorkomen zijn de (zorgplicht)voorschriften vanuit het Activiteitenbesluit rechtstreeks werkend. 14 Externe veiligheid Het externe veiligheidsbeleid in Nederland is gericht op het verminderen en beheersen van risico s van activiteiten voor de omgeving (mens en milieu). Het gaat hierbij om de risico s die verbonden zijn aan de opslag en het gebruik van (gevaarlijke) stoffen. Uit de aanvraag is gebleken dat een toetsing op het aspect externe veiligheid niet noodzakelijk is. Binnen het bedrijf vindt wel opslag plaats van dieselolie in een bovengrondse opslagtank. Deze tank moet zijn uitgevoerd conform de eisen uit de PGS 30 'vloeibare aardolieproducten, buitenopslag in kleine installaties'. 15 Conclusie Op grond van het voorgaande kan de gevraagde vergunning worden verleend. De mogelijke nadelige gevolgen voor het milieu worden voorkomen dan wel tot een acceptabel niveau beperkt doordat wij de aan de vergunning voorschriften hebben verbonden dan wel door voorschriften uit andere besluiten en regelingen zoals het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling.

VOORSCHRIFTEN 9 van 13 Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...11 2 ENERGIE... 11 3 HET HOUDEN VAN DIEREN...11 4 REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS WAGENS...12 5 AFVALSTOFFEN...12 6 GELUID... 13

Bijlage 1: Voorschriften Wij verbinden de volgende voorschriften aan deze vergunning: 10 van 13 1 ALGEMEEN 1.1 Algemeen 1.1.1 Het toepassen van een stoffilter tijdens het vullen van de voer-en/of melkpoedersilo s is verplicht. 2 ENERGIE 2.1 Algemeen 2.1.1 Bij verandering van bedrijfsprocessen en hulpmiddelen moeten energie-efficiency maatregelen getroffen worden die redelijkerwijs hiervoor in aanmerking komen. In de oriënterende fase kan hierover overleg met het bevoegd gezag plaatsvinden. 2.1.2 Het energieverbruik van de ventilatoren moet worden geminimaliseerd door extra weerstand in het systeem, veroorzaakt door vervuiling van de ventilatoren en ventilatiekanalen, te voorkomen. Ventilatoren en ventilatiekanalen moeten hiertoe minimaal jaarlijks worden schoongemaakt. 2.1.3 De ventilatie van de vleeskalverstal dient voorzien te zijn van een klimaatcomputer. 2.1.4 Verwarmingsinstallaties die worden aangeschaft na de datum van het van kracht worden van dit voorschrift moeten van het type HR (Hoog Rendement) zijn dan wel van een type dat een hoger rendement heeft dan een HR-type. 2.1.5 Voor de ruimteverlichting moet gebruik worden gemaakt van energiearme verlichtingsapparatuur, zoals spaarlampen, LED-lampen of TL-verlichting. 2.1.6 Ruimten welke niet continu bemand zijn moeten zijn uitgerust met verlichting die wordt ingeschakeld op basis van aanwezigheidsdetectie. Een uitzondering hierop zijn stalruimten. 2.1.7 Voor buitenverlichting, algemene verlichting en accentverlichting mag geen gebruik worden gemaakt van gloeilampen. Hiervoor moeten energiebesparende verlichtingsapparatuur, zoals reflecterende armaturen met spaarlampen worden toegepast. 3 HET HOUDEN VAN DIEREN 3.1 Dierbezetting 3.1.1 In de inrichting mogen maximaal de volgende aantallen dieren worden gehouden: Stal Diersoort en stalsysteem Aantal dieren B vleeskalveren; A 4.100 (Rav. 13 december 2013) 1.260

D Schapen; B 1 (Rav. 13 december 2013) 25 3.1.2 Bewijzen dat de in het voorschrift 3.1.1 bedoelde aantallen niet worden overschreden, zoals landbouwtellingen of boekhoudkundige gegevens, moeten te allen tijde aan een vertegenwoordiger van burgemeester en wethouders van Barneveld kunnen worden getoond. 4 REINIGINGS- EN ONTSMETTINGSPLAATS WAGENS 4.1 Algemeen 4.1.1 Het inwendig reinigen of ontsmetten van: - tanks, - tankwagens, - vrachtwagens, - andere transportmiddelen, of - werktuigen, waarmee gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen voor agrarische activiteiten zijn toegepast, is niet toegestaan. 5 AFVALSTOFFEN 5.1 Algemeen 5.1.1 Het bewaren van afvalstoffen moet op ordelijke en nette wijze plaatsvinden in doelmatige gesloten verpakking of in (een) doelmatige afvalcontainer(s). Van de afvalstoffen afkomstige geur mag zich niet buiten de inrichting kunnen verspreiden. 5.1.2 Afvalstoffen mogen in de inrichting, met inbegrip van het bij de inrichting behorende open terrein, niet worden verbrand gestort of begraven of op een andere wijze op of in de bodem geraken of worden gebracht. 5.1.3 Afvalstoffen, waaronder met afvalstoffen verontreinigd water of water waaraan warmte is toegevoegd, mogen niet in de bodem worden gebracht of terecht kunnen komen. Het bewaren of bezigen van afvalstoffen op de bodem moet zodanig plaatsvinden dat geen verontreiniging van de bodem kan optreden. 5.1.4 Bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen moeten zo vaak als nodig, maar tenminste één maal per jaar, uit de inrichting worden afgevoerd, naar een daarvoor erkend en vergunninghoudend bedrijf. Het afvoeren moet zodanig plaatsvinden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. 5.1.5 De verpakking van gevaarlijk afval en resten van medicijnen moeten: a. Dicht en voldoende sterk zijn en geschikt zijn voor de desbetreffende stof; b. Zijn voorzien van een etiket, waarop, op een altijd duidelijk te onderscheiden wijze, is aangegeven welke categorie afvalstof zich in de verpakking bevindt. 5.1.6 Gevaarlijke afvalstoffen die vrijkomen binnen de inrichting mogen niet worden gemengd met andere afvalstoffen. 5.1.7 Afvalstoffen moeten zodanig gescheiden van elkaar worden opgeslagen dat de verschillende soorten afvalstoffen ten opzichte van elkaar geen reactiviteit kunnen veroorzaken. 5.1.8 Afvalstoffen, zoals papierresten en huishoudelijk afval, moeten worden 11 van 13

opgeslagen in een gesloten (pers)container. 6 GELUID 12 van 13 6.1.1 Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT), veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige toestellen en installaties en de door de inrichting verrichte werkzaamheden, mag op een afstand van 50 meter vanaf de grens van de inrichting of op de gevel van omliggende woningen, niet meer zijn dan: 50 db(a) tussen 06.00 uur en 19.00 uur (dagperiode); 45 db(a) tussen 19.00 uur en 22.00 uur (avondperiode); 40 db(a) tussen 22.00 uur en 06.00 uur (nachtperiode). 6.1.2 Het bij het voorgaande voorschrift 2.1.1 horende piekniveau (L Amax), gemeten in de meterstand "fast", mag op de in het voorgaande voorschrift vermelde punten niet hoger zijn dan: 70 db(a) tussen 06.00 en 19.00 uur (dagperiode); 65 db(a) tussen 19.00 en 22.00 uur (avondperiode); 60 db(a) tussen 22.00 en 06.00 uur (nachtperiode). 6.1.3 De geluidnormen zoals aangegeven in voorschrift 2.1.1 gelden maximaal voor maximaal 8 maal per jaar niet voor het laden van dieren in de nachtperiode. Dit laden/lossen moet zodanig plaatsvinden dat overlast naar de omgeving zoveel mogelijk wordt voorkomen. 6.1.4 Controle en/of berekening van de in de voorschriften 6.1.1 tot en met 6.1.4 vastgestelde geluidsniveaus moet gebeuren in overeenstemming met de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, van 1999, uitgegeven door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ook de beoordeling van de meetresultaten moet overeenkomstig deze handleiding plaatsvinden. 6.1.5 Gedurende het laden en/of lossen van vee, goederen, emballage, pallets en/of afvalstoffen voor de inrichting mag de motor van de bevoorradingswagen niet in werking zijn, uitgezonderd een motor die voor het koelen, laden en/of lossen noodzakelijk is. De radio mag wel in werking zijn maar niet buiten de inrichting hoorbaar zijn. 6.1.6 Tijdens lawaaimakende activiteiten of werkzaamheden moeten ramen en deuren gesloten zijn, uitgezonderd voor het onmiddellijk doorlaten van goederen en/of personen. Ramen moeten steeds deugdelijk zijn beglaasd.

Algemene informatie en aandachtspunten bij de omgevingsvergunning 13 van 13 U heeft een omgevingsvergunning gekregen. Dat betekent dat u kunt beginnen met de uitvoer van uw plan. Maar voordat u dat doet, is het belangrijk de onderstaande informatie te lezen. Deze kan namelijk nog van invloed zijn op uw werkzaamheden. De informatie uit punt 1 is voor elk plan van belang. Informatie onder punt 2 zijn specifieke aanwijzingen, die eventueel ook voor u van belang zijn. 1. Algemeen Rechten van derden Door het verlenen van deze vergunning wijzigen de rechten van en verplichtingen tegenover derden niet. Hieronder kunnen bijvoorbeeld ook de rechten van uw gemeente of uw buren vallen. Denk bijvoorbeeld aan eigendomsrechten. Wijzigen van uw plan Als u uw plan wilt wijzigen, dan heeft u mogelijk een nieuwe omgevingsvergunning nodig. In dat geval raden wij u aan om tijdig contact op te nemen met het team Vergunningverlening, telefoonnummer 0881169904. 2. Andere toestemmingen Deze omgevingsvergunning geldt alleen voor de vergunde werkzaamheden. Afhankelijk van uw situatie heeft u mogelijk andere vergunningen nodig of moet u bepaalde meldingen doen. Gebruik openbaar grond Is het voor de uitvoering van uw plan nodig dat u gebruik maakt van de openbare weg, waaronder trottoirs, voor het plaatsen, leggen, laten staan, etc. van bouwmaterialen of machines? In dat geval heeft u mogelijk een aparte toestemming nodig. Wij adviseren u tijdig contact op te nemen met uw gemeente. Rioolaansluiting Neemt u voor het aanvragen van of informatie over een rioolaansluiting tijdig contact op met uw gemeente. Afvoer vrijgekomen grond Als bij de graafwerkzaamheden grond vrij komt, mag deze grond binnen de onderzoekslocatie worden verwerkt. Als toch grond buiten deze locatie moet worden afgevoerd, dan moet de samenstelling van de grond worden vastgesteld. Afhankelijk daarvan mag de grond, met of zonder beperkingen, elders worden toegepast. Op het elders hergebruiken van grond zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Afvoer van grond mag ook plaatsvinden naar een daarvoor bestemde inrichting. Waterschap Vinden uw werkzaamheden in de buurt van een watergang plaats? Dan moet u daarover overleggen met het betreffende waterschap. Het is namelijk verboden om zonder toestemming van het waterschap binnen een bepaalde afstand van een watergang bepaalde werkzaamheden uit te voeren.