Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Instituut voor Publiek en Politiek: Proeftuin De Haagse Tribune: samen in actie!



Vergelijkbare documenten
Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente De Bilt: Programma preventie polarisatie en radicalisering

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Zaanstad. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Verwey-Jonker Instituut: PREPARE. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Professionalisering onderwijskundige medewerkers

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Stadsdeel Oud-Zuid: Democratische ontwikkeling risicojongeren

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Brede in samenwerking met Halt Midden- en West-Brabant: Afslag Centrum

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Een efficiënte basis. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Rotterdam: Onderzoek links- en dierenrechtenextremisme

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering CMO: Aanpak polarisatie en radicalisering in de provincie Groningen

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Programmabureau Intergrale Veiligheid NHN: P&R-inventarisatie in de Noord-Holland Noord (26 gemeenten)

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Arnhem: 'Arnhem weerbaar' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Stichting Kantara-Brug: 'Marokkaanse Mannen Bezoeken het Anne Frankhuis'

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Elan: Draagvlak creëren Gelderse (boven)lokale aanpak

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Stichting Op Touw: 'Tweede Wereldoorlog in Perspectief'

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Roermond. Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie polarisatie en radicalisering Gemeente Nijmegen: 'Meer zicht op polarisatie in Nijmegen'

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Waalwijk: 'Training (deskundigheidsbevordering) polarisatie en radicalisering'

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Stadskanaal: Plan van aanpak polarisatie en radicalisering

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Weert: Actieplan Weert weert polarisatie en radicalisering

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amersfoort: 'Onderzoek Polarisatie' Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Critical Mass: Projecten INBOX 2009 en INBOX Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Aanpak van radicalisering op school

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

24 oktober 2011 Ons kenmerk /eze/aht. Inhoud

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Utrecht: 'Preventie Polarisatie en Radicalisering'

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amsterdam: 'Doorontwikkeling actieplan radicalisering'

Voor het Huis voor democratie en rechtsstaat wordt geëxperimenteerd met proeftuinen

Gebieds- en Stedelijke Programma s. Leiding en Staf Stedelijke Programma s. Gemeente Vlaardingen RAADSVOORSTEL

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering SIPI: 'Diamant, training Identiteit&Weerbaarheid'

Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Gemeente Amsterdam: Aanpak Amsterdam tegen radicalisering

Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samen aan de IJssel Inleiding

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

CONVENANT KLEURRIJKE BASISSCHOLEN. Convenant tussen schoolbesturen, stadsdelen en Centrale stad om segregatie in het primair onderwijs tegen te gaan

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Preventie van radicalisering. Aanbod en expertise

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

OPROEP aan scholen. 1. Doel en doelgroep van het programma Peer Buddy Nieuwkomers

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Aanvraagformulier voor internationale projecten

Wat kunnen leerlingen doen om hun onderwijs te verbeteren?!

Beleid Introductie en Begeleiding Nieuwe Medewerkers

ROC Zeeland Plan van Aanpak. Curvi. Leren van elkaar vanuit de beroepspraktijk

Resultaatinventarisatie Polarisatie en Radicalisering Stichting Breaking Human Barriers: 'Radicaliseringsproject jongeren N.O.

Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA

Energiemanagement Actieplan

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Actieplan Duurzame Inzetbaarheid

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Programma Groepsontwikkeling Werkwijze programma Groepsontwikkeling. Inhoudsopgave

Referentie: Toelichting:

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Klantprofilering. Objectieve meting voortgang en resultaten trajecten

Functieprofiel Projectleider Functieprofiel titel Functiecode 00

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Achtergrondinformatie. Man 2.0. Programma ter bevordering van emancipatie en participatie van sociaal geïsoleerde mannen

Vernieuwd toezicht: wat betekent dat voor het bestuur? Het toezicht op besturen en scholen per 1 augustus 2017

Strategisch HRM in het voortgezet onderwijs. Peter Leisink

Communicatieplan. Energie- & CO 2 beleid. Van Gelder Groep

Beoordelingsformulier projectvoorstellen KFZ

Roadmap Institute for Positive Health. April 2016 Stichting IPH

11 mei april 2017 R BIRB/2017/2575

Aanvraagformulier voor projecten in Nederland

Mochten er vragen of onduidelijkheden zijn over de verantwoording, dan kunt u altijd contact opnemen met de projectleider van StuwKR8.

ONDERSTEUNINGSTRAJECT BEWUSTWORDING KANSEN RELIGIEUS ERFGOED VOOR DE TOEKOMST

MEMO AAN DE GEMEENTERAAD

Programma STUDIESUCCES VOOR IEDEREEN!

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

Nieuwsbrief Resultaten evaluatie

ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING MBO OP INSTELLINGS- EN OPLEIDINGSNIVEAU

Leeftijdbewust personeelsbeleid Ingrediënten voor een plan van aanpak

CONCEPT ONDERZOEKSPLAN SUBSIDIEBELEID. Verantwoord vertrouwen

Inspectierapport Wereld Kids (KDV) Boezemstraat EN Rotterdam Registratienummer

Aanvraagformulier Coöperatiefonds Rabobank Eindhoven-Veldhoven

ONDERZOEKSOPZET VERVOLGONDERZOEK OP EIGEN KRACHT

Bijlage l. Het ontwerpen van modulen: een format. Vooraf:

Evaluatie Pilot Klasse-ergo basisschool De Bolster Amersfoort Ergotherapie Kinderen Amersfoort

Handreiking voor veilige vakantieparken Het instrument in de praktijk

Management summary - Flitspeiling: Week van passend onderwijs

Primair Onderwijs po Voorgezet onderwijs vo

Notitie projecten impulsbudget Samenwerking

Werken met (etnisch) gemengde groepen: een wereld te winnen

Decentralisatie Jeugdzorg FoodValley: Elke jeugdige telt en doet mee. Afsprakenset Versie 23 januari 2013

INTRODUCTIE. BASIS VOOR CULTUURPARTICIPATIE NEXT Regiopakket

Platformtaak volgens gemeente

Subsidieregeling Amsterdam Dialoog (3B, 2015, 200)

Aan de slag met de Startwijzer-mbo Handleiding

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Datum: 2 juni E-depot Gemeente Oldambt Aansluiten Esuite

Werkdocument Montessori voor een nieuwe tijd

Onderzoek naar de werking van het coalitieprogramma

Inspectierapport Buitenschoolse Opvang BSO Boskant (BSO) Ritaplein EH Sint-Oedenrode

Communicatieplan Stichting Welzijn Baarn

Transcriptie:

Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl Evaluatierapport Polarisatie en Radicalisering Instituut voor Publiek en Politiek: Proeftuin De Haagse Tribune: samen in actie! Opdrachtgever Ministerie van Veiligheid en Justitie Arnhem, 22 november 2010

Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond evaluatie 1 1.2 Opzet evaluatie 1 1.3 Projectbeschrijving 1 2 Voor de start van het project 3 2.1 Betrokkenheid 3 2.2 Draagvlak en beleid 3 2.3 Samenwerking met externe partijen 3 3 Start en opzet van het project 4 3.1 Start en aanleiding 4 3.2 Doelgroep en doelstellingen 4 3.3 Risico's 5 3.4 Organisatie en communicatie 5 3.5 Verantwoording 6 4 Uitkomsten van het project 7 4.1 Realisatie producten/activiteiten 7 4.2 Realisatie versus budget 7 4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie 8 4.4 Borging van het project 9 5 Doeltreffendheid 10 5.1 Doelbereik en reikwijdte 10 5.2 Maatschappelijk effect 11 6 Leerpunten 12 6.1 Succes- en risicofactoren 12 6.2 Samenwerking 12 6.3 Best practice 13 Bijlagen 1 Relevantie definities 2 Geraadpleegde bronnen

1 Inleiding 1.1 Achtergrond evaluatie In het kader van de uitvoering van het Actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007-2011 vinden verschillende activiteiten plaats. Een deel hiervan wordt mede gefinancierd door het ministerie van Veiligheid en Justitie(VenJ). Dit gebeurt door toekenning van een decentralisatie-uitkering aan gemeenten en door toekenning van een tijdelijke subsidie aan maatschappelijke organisaties. In opdracht van het ministerie van VenJ worden alle projecten en aanpakken waarvoor een decentralisatie-uitkering of een subsidie is toegekend geëvalueerd. Met deze evaluatie streeft het ministerie van VenJ een aantal doelen na: leren voor volgende projecten en aanpakken; de resultaten van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; het bereik van projecten en aanpakken inzichtelijk maken; 'best practices' benoemen en toegankelijk maken voor betrokkenen. 1.2 Opzet evaluatie De evaluatie is uitgevoerd door bestudering van het onderzoeksplan, de beschikbare achtergronddocumentatie en eventueel beschikbare eigen evaluatiedocumenten. De projectleider heeft parallel daaraan een webenquête ingevuld. De ingevulde webenquête vormde voor de onderzoekers, tezamen met vragen naar aanleiding van de overige documentatie, de gespreksrichtlijn voor de gesprekkenronde. De onderzoekers hebben gesproken met de projectleider. Doel van de gesprekkenronde was een nadere invulling en verdieping van de uit schriftelijke bronnen verkregen informatie. Het resultaat is het onderhavige rapport. De diverse elementen uit de evaluatie zijn weergegeven in de navolgende paragrafen. 1.3 Projectbeschrijving Het project is opgestart door het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP). Het IPP is een landelijke, niet-partijgebonden organisatie die zich ten doel stelt politieke en maatschappelijke participatie te bevorderen. De kernfuncties van het IPP zijn: informatieverspreiding, advisering en ontwikkeling en overdracht van nieuwe methodieken. De projectnaam is: 'Proeftuin De Haagse Tribune: samen in actie!'. Het project maakt onderdeel uit van 'De Haagse Tribune', een al langer lopend programma gericht op kennisoverdracht aan jongeren op de thema's politiek, democratie en rechtstaat. Via het project Proeftuin De Haagse Tribune worden jongeren van verschillende achtergronden met elkaar in contact gebracht. Daarnaast leren de jongeren met welke democratische middelen een maatschappelijk probleem op de politieke agenda kan worden gezet. Pagina 1

Het project loopt van augustus 2009 tot juni 2010 en richt zich met name op de aspecten: polarisatie; linksradicalisering/extremisme; rechtsradicalisering/extremisme; islamitische radicalisering/extremisme. In de oorspronkelijke projectopzet waren de volgende doelstellingen opgenomen: deelnemende leerlingen kennen de mogelijkheden van beleidsbeïnvloeding en legale acties binnen de democratische rechtsstaat en de grenzen die de rechtsstaat hieraan stelt; toename van vertrouwen in democratische besluitvorming (bij verminderen ontevredenheid over het functioneren van de democratie en wantrouwen ten opzichte van democratische besluitvorming); meer kennis van en begrip voor jongeren (en volwassenen) met andere achtergronden en/of opvattingen (verminderen van segregatie, negatieve beeldvorming over andere groepen en interetnische spanningen). In de onderstaande tabel zijn de activiteiten weergegeven die bij dit project zijn geformuleerd. Categorie activiteiten Welke deelprojecten en/of activiteiten waren bij de start van het project geformuleerd? Educatie/workshops 1. Voorbereidend lesprogramma en gastles op twee verschillende scholen. 2. Bezoek aan De Haagse Tribune. Twee klassen bezoeken op dezelfde dag Den Haag: de leerlingen van de verschillende scholen met verschillende achtergronden en opvattingen werken intensief samen en wisselen ervaringen uit. In totaal heeft het ministerie van VenJ aan het Instituut voor Publiek en Politiek een bedrag van 49.820 toegekend voor het project Proeftuin De Haagse Tribune. Pagina 2

2 Voor de start van het project De volgende paragrafen gaan over de situatie voorafgaand aan de start van het project. We kijken hierbij in het bijzonder naar de bekendheid van de organisatie met het vraagstuk van polarisatie en radicalisering, het bestaande beleid en de samenwerking met externe partijen. 2.1 Betrokkenheid Bij betrokkenheid gaat het om de mate waarin de organisatie voor de start van het project al betrokken was bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. Voor de start van het project Proeftuin De Haagse Tribune was het IPP nog niet betrokken bij het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. De organisatie is bekend geraakt met de subsidieregeling via contacten binnen het eigen netwerk. Binnen het ministerie van VenJ is een projectorganisatie 'Huis van de Democratie' ingericht. Het Huis van de Democratie is een Stichting (in oprichting) waarin het IPP, samen met de Stichting Bezoekerscentrum Binnenhof, zal opgaan. Vanuit deze projectorganisatie is de projectleider van het IPP geattendeerd op de mogelijkheden voor subsidie met betrekking tot het project Proeftuin De Haagse Tribune. 2.2 Draagvlak en beleid In deze evaluatie is gevraagd naar het draagvlak binnen de organisatie voor het gestructureerd tegengaan van polarisatie en radicalisering. Het gaat om de aandacht op management en/of bestuurlijk niveau in de organisatie. Dit kan onder meer tot uiting komen in beleid en concrete doelstellingen. Voor de start van het project was er binnen de organisatie op bestuurlijk en managementniveau geen aandacht voor het vraagstuk van polarisatie en radicalisering. In het verleden zijn door het IPP wel activiteiten georganiseerd die gericht waren op het verminderen of voorkomen van spanningen tussen bevolkingsgroepen. Er is geen specifiek beleid gericht op het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Hoewel polarisatie en radicalisering een nieuw thema is voor het IPP werden ook voor de start van het project, onder een andere noemer, jongeren met verschillende achtergronden bij elkaar gebracht. 2.3 Samenwerking met externe partijen In de regel wordt voorafgaand aan de projecten al samengewerkt met diverse partijen. In de evaluatie is gevraagd naar de samenwerking en het succes van de samenwerking. Het IPP werkte voor de start van het project nog niet samen met andere organisaties bij het tegengaan van polarisatie en radicalisering. Pagina 3

3 Start en opzet van het project Dit hoofdstuk gaat in op de start en opzet van het project. Het gaat hierbij om de aanleiding van het project, de initiatiefnemers en de beoogde doelen en doelgroepen bij de start van het project. Ook wordt ingegaan op de succes- en risicofactoren, de organisatie en de communicatie en de verantwoording. 3.1 Start en aanleiding Het initiatief tot de start van het project is genomen door de projectleider binnen de eigen organisatie. Voor de start van het project heeft de projectleider positieve ervaringen opgedaan bij uitwisselingsprojecten tussen zogenaamde 'witte' en 'zwarte scholen'. De Vereniging van leraren Maatschappijleer heeft naar het IPP aangegeven behoefte te hebben aan een project gericht op het kweken van wederzijds begrip tussen jongeren met verschillende achtergronden. De aanleiding voor het project was derhalve: er was een eigen ambitie vanuit het bestuur/management; er was behoefte aan dit soort projecten vanuit het onderwijs. 3.2 Doelgroep en doelstellingen In de onderstaande tabel zijn de doelstellingen weergegeven zoals deze in het oorspronkelijke projectplan waren opgenomen. Doelstelling Geldigheid doelstelling Doelgroep Deelnemende leerlingen kennen Doelstelling geldt nog. de mogelijkheden van beleidsbeïnvloeding en legale acties binnen de democratische rechtsstaat en de grenzen die de rechtsstaat hieraan stelt. Toename van vertrouwen in Doelstelling geldt nog. democratische besluitvorming (bij verminderen ontevredenheid over het functioneren van de democratie en wantrouwen ten opzichte van democratische besluitvorming). Meer kennis van en begrip voor Doelstelling geldt nog. jongeren (en volwassenen) met andere achtergronden en/of opvattingen (verminderen van segregatie, negatieve beeldvorming over andere groepen en interetnische spanningen). Leerlingen in het Voortgezet Onderwijs met verschillende achtergronden en overtuigingen. Idem Idem Pagina 4

De onderstaande tabel geeft de deelprojecten of activiteiten weer en het beoogde bereik daarvan. Categorie activiteiten Deelprojecten en/of activiteiten Omvang beoogde doelgroep Educatie/workshops 1. Voorbereidend lesprogramma en gastles op twee verschillende scholen. (raming) 2. Bezoek aan De Haagse Tribune. Twee klassen 2. 500 leerlingen bezoeken op dezelfde dag Den Haag: de leerlingen van de verschillende scholen met verschillende achtergronden en opvattingen werken intensief samen en wisselen ervaringen uit. 1. 500 leerlingen Het aantal van 500 leerlingen betreft 20 schoolklassen vanuit het Voortgezet Onderwijs. Leerlingen met een vergelijkbaar opleidingsniveau, maar met verschillende sociaal-culturele achtergronden, worden aan elkaar gekoppeld. 3.3 Risico's Kritieke succes- en risicofactoren zijn de factoren die een grote impact kunnen hebben op het welslagen van het project. Voorafgaand aan het project is door het IPP geen expliciete analyse gemaakt van eventuele kritische succes- en risicofactoren. De subsidiebeschikking noemt de volgende risico's: te weinig aanmeldingen van scholen; te weinig diversiteit in aangemelde scholen; tijdsbelasting van het totale programma voor scholen (voorbereiding, gastles, dagprogramma, nabespreking in de klas); niet behalen van de doelstellingen. 3.4 Organisatie en communicatie Voor de aansturing en uitvoering van de activiteiten is een projectorganisatie ingesteld, ingebed in de eigen organisatie. In dit verband wordt aangegeven dat binnen het IPP zoveel mogelijk op informele wijze wordt gewerkt, zonder uitgebreide projectstructuren. Voor dit project is een projectleider aangesteld. Deze wordt ondersteund door een stagiair, die tevens het doelbereik van het project zal evalueren. De projectleider legt verantwoording af aan de directeur. Voor de interne en externe communicatie over de activiteiten is geen plan opgesteld. Vanuit bestaande relaties zijn klassen geworven voor het project. Er is alleen geworven onder scholen die zich al eerder hadden aangemeld voor programma s van De Haagse Tribune. De animo viel aanvankelijk tegen. Er is veel tijd geïnvesteerd in het werven van de 20 schoolklassen en het organiseren van de uitwisselingsdagen. Pagina 5

3.5 Verantwoording De verantwoording aan bestuur/management over de voortgang en besteding van de middelen vindt plaats: door een mondelinge terugkoppeling, meerdere malen per jaar; er wordt informeel verantwoording afgelegd. Pagina 6

4 Uitkomsten van het project Dit hoofdstuk belicht datgene wat het project heeft opgeleverd aan producten of activiteiten. Ook wordt ingegaan op het budget en het proces van monitoring en zelfevaluatie. 4.1 Realisatie producten/activiteiten Categorie activiteiten Deelprojecten en/of activiteiten Gerealiseerd? Toelichting indien niet gerealiseerd Educatie/workshops 1. Voorbereidend lesprogramma en gastles op twee verschillende scholen. 2. Bezoek aan De Haagse Tribune. Twee klassen bezoeken op dezelfde dag Den Haag: de leerlingen van de verschillende scholen met verschillende achtergronden en opvattingen werken intensief samen en wisselen ervaringen uit. 1. Ja 2. Ja Er zijn in de periode vanaf de start tot en met juni 2010 tien uitwisselingsdagen geweest in Den Haag, waarbij twee schoolklassen per dag met elkaar hebben kennis gemaakt en opdrachten hebben uitgevoerd. Jongeren met meer rechtse denkbeelden worden in dit project gekoppeld aan jongeren met meer linkse denkbeelden, plattelandsscholen aan stadsscholen, witte aan zwarte scholen et cetera. Ter voorbereiding op de uitwisselingsdag hebben alle schoolklassen een filmpje gemaakt over een maatschappelijk probleem dat zij in hun eigen omgeving waarnamen. Tijdens de dag gingen de gemengde groepen dan kijken hoe ze de problemen die door beide scholen waren aangedragen op de politieke agenda konden krijgen. Het was niet de bedoeling de beelden van elkaar tot onderwerp van het programma te maken. Doel van de uitwisselingsdag is leren over democratische middelen om politiek te beïnvloeden, en leren over de ander. De doelstelling over kennis en begrip voor de ander is door mevrouw Geke Meessen onderzocht door middel van observaties en interviews met leerlingen en docenten. Uit het onderzoek blijkt dat voor geslaagde interactie tussen de groepen verschillende voorwaarden van belang zijn. Deze voorwaarden (gelijke status, gemeenschappelijk doel, samenwerken, steun van autoriteiten, persoonlijke interactie, langdurig contact) zijn op drie Samen in Actiedagen onderzocht en blijken per dag te verschillen. Ook de kennis over en het begrip voor andere leerlingen verschilt per dag. Mogelijk wordt dit verklaard door de statusgelijkheid die per uitwisseling verschilt en de hoeveelheid interactie die de leerlingen op de dag onderling hebben. 4.2 Realisatie versus budget Voor het project is een budget opgesteld. In dit budget is een verdeling opgenomen tussen een bijdrage door VenJ en de bijdrage door de gemeente/organisatie (in uren en in een bijdrage aan de 'out of pocket'-costs). Het begrote budget is niet voldoende gebleken voor het realiseren van de doelstellingen. Het meerwerk zat met name in de praktische kant van het project: het werven van de schoolklassen en het organiseren van de uitwisselingsdagen. Pagina 7

Als voorbereiding op de gezamenlijke dag in Den Haag hebben de schoolklassen filmpjes gemaakt waarin men aangeeft hoe men tegen de ander aankijkt. De ondersteuning bij het maken van deze filmpjes heeft relatief veel tijd gekost. Uiteindelijk is het budget niet overschreden. Dat komt doordat het monteren van de filmpjes niet door of onder begeleiding van professionals (het bedrijf Technicolor) is gedaan, maar door oproepkrachten van het IPP. De andere reden is dat veel praktische werkzaamheden zijn uitgevoerd door een stagiaire. 4.3 Monitoring, bijsturing en zelfevaluatie Een onderdeel van projectmanagement is monitoring en vervolgens bijsturing. De realisatie van de projectdoelstelling en het bereik naar de doelgroep is op de volgende wijze gemonitord: De programma's van De Haagse Tribune worden regelmatig geëvalueerd, dat gebeurt ook bij dit programma. Daarnaast doet een stagiaire in het kader van de master Maatschappelijke Opvoedingsvraagstukken van de Universiteit Utrecht onderzoek naar de effecten van het programma. In de evaluatie zal worden onderzocht in hoeverre de geformuleerde doelstellingen zijn bereikt. Categorie activiteiten Deelprojecten en/of activiteiten Is er sprake geweest van bijsturing? Educatie/workshops 1. Voorbereidend lesprogramma en gastles 1. Ja op twee verschillende scholen. 2. Bezoek aan De Haagse Tribune. Twee klassen 2. Ja bezoeken op dezelfde dag Den Haag: de leerlingen van de verschillende scholen met verschillende achtergronden en opvattingen werken intensief samen en wisselen ervaringen uit. Eventuele toelichting 1. Gedurende het project is het programma aangepast op een aantal kleine punten. 2. Idem In deze evaluatie is gevraagd of de organisatie een zelfevaluatie gaat uitvoeren. Zoals aangegeven zal het IPP eind juni 2010 een interne evaluatie uitvoeren. Het hierboven genoemde afstudeeronderzoek is uitgevoerd door mevrouw Geke Meessen en laat een gevarieerd beeld zien wat betreft het doelbereik (zie voor de hoofdlijnen paragraaf 4.1). De interne evaluatie van het IPP is gebaseerd op de ervaringen van projectteamleden en begeleiders van De Haagse Tribune, de enquêtes ingevuld door 11 docenten en 13 leerlingen, alsmede de ervaringen van externe contacten die aan dit programma hebben meegewerkt. De interne evaluatie heeft voor alle betrokken partijen verschillende knelpunten en aanbevelingen opgeleverd. De conclusie van de interne evaluatie luidt: 'Concluderend kan gesteld worden dat de waardering voor de pilot zeer groot is. Het afwisselende programma, de creatieve werkvormen, en het gebruik van interviews met deskundigen verdienen zeker een plaats in andere programma s die in de toekomst ontwikkeld zullen worden. Ook de samenwerking tussen twee klassen om leerlingen meer over de ander te leren heeft (in de meeste gevallen) positief uitgewerkt. Deze opzet kan dienen als concreet voorbeeld voor andere projecten die als doelstelling hebben bij jongeren meer kennis van en begrip voor jongeren met andere achtergronden en/of opvattingen te ontwikkelen. Pagina 8

Mogelijk kan een minder arbeidsintensieve variant van dit programma in de toekomst doorgang vinden bij de Haagse Tribune. Een aantal elementen, zoals het maken van filmpjes en het koppelen van twee klassen met verschillende achtergronden, zal het IPP in ieder geval weer gebruiken bij het project Iedereen telt mee voor kinderen uit groep 7 en 8 van de basisschool. Dit programma zal in 2011 in 26 gemeenten worden uitgevoerd.' 4.4 Borging van het project De borging heeft betrekking op de wijze waarop de uitkomsten en leerpunten van het project een structurele plaats hebben gekregen in het beleid van de gemeente/organisatie. Dit betekent, bijvoorbeeld, dat de kennis, contacten en producten die zijn ontstaan in het project, nu structureel worden toegepast door de initiatiefnemende organisatie en door andere betrokken organisaties. De verwachting is volgens de betrokkenen dat na afronding van het project binnen de eigen organisatie meer aandacht voor processen van polarisatie en radicalisering zal zijn dan voor de start van het project. Hoewel ook voor de start van het project uitwisselingsprojecten werden uitgevoerd gericht op het tegengaan van vooroordelen en stereotyperingen, is voorheen niet de relatie gelegd met het tegengaan van polarisatie tussen (groepen) jongeren. Binnen de organisatie is geen persoon aangewezen die verantwoordelijk is voor de borging van het project in structureel beleid. In dit verband wordt aangegeven dat het IPP uiteenlopende projecten uitvoert. Deze komen niet voort vanuit programma's, maar zijn zelfstandige projecten. Op basis van de interne evaluatie zal worden besloten over een mogelijk vervolg. Inmiddels is, vooruitlopend op deze evaluatie, besloten dat het project voor het schooljaar 2010-2011 niet wordt opgenomen in het programma van De Haagse Tribune. Dit was wel het voornemen in het projectvoorstel. Vanuit praktische en financiële overwegingen is besloten het project vooralsnog niet op te nemen. Wel zal het IPP in 2011 een project uitvoeren waarin een aantal elementen uit dit project terugkomen. Het project Iedereen telt mee voor kinderen van 10 tot 12 jaar zal ook worden gefinancierd uit de Tijdelijke subsidieregeling voorkomen en tegengaan van polarisatie en radicalisering'. Het samenstellen van gemengde groepen en het maken van filmpjes zijn ook elementen in dit project. Een bijzonder aandachtspunt is de fusie van het IPP binnen het Huis voor Democratie en Rechtsstaat. Mogelijk dat door het nieuwe Stichtingsbestuur andere accenten worden gekozen. Pagina 9

5 Doeltreffendheid De doeltreffendheid komt aan bod aan de hand van het doelbereik, de reikwijdte en de maatschappelijke effecten van het project. 5.1 Doelbereik en reikwijdte Bij doelbereik gaat het om de realisatie van de doelstellingen. Reikwijdte betreft de mate waarin in het project de beoogde doelgroepen zijn bereikt. De onderstaande tabel geeft het doelbereik weer zoals dat door de gemeente/organisatie zelf wordt ervaren. Doelstelling Realisatie doelstelling Eventuele toelichting Deelnemende leerlingen kennen de Deels gerealiseerd. mogelijkheden van beleidsbeïnvloeding en legale acties binnen de democratische rechtsstaat en de grenzen die de rechtsstaat hieraan stelt. Toename van vertrouwen in Deels gerealiseerd. democratische besluitvorming (bij verminderen ontevredenheid over het functioneren van de democratie en wantrouwen ten opzichte van democratische besluitvorming). Meer kennis van en begrip voor Deels gerealiseerd. jongeren (en volwassenen) met andere achtergronden en/of opvattingen (verminderen van segregatie, negatieve beeldvorming over andere groepen en interetnische spanningen). Dit is niet gemeten. De leerdoelen zijn vooraf wel geformuleerd, maar worden achteraf niet getoetst. Realisatie van deze doelstelling blijkt o.a. uit de presentaties aan het eind van de dag. Er is niet aan de leerlingen gevraagd wat ze hebben geleerd, maar wel welke elementen in het programma ze het meest leerzaam vonden. Dit is niet gemeten. Realisatie van deze doelstelling blijkt uit signalen die worden ontvangen van de leerlingen en betrokken leraren zelf. Deze zijn over het algemeen zeer positief over de dag. Dit is niet gemeten. De inschatting van het IPP is dat deze doelstelling is gerealiseerd. Uit het onderzoek van Geke Meessen blijkt dat de kennis over en het begrip voor andere leerlingen verschilt per dag. De onderstaande tabel geeft de reikwijdte van het project weer. Doelgroep Leerlingen in het Voortgezet Onderwijs met verschillende achtergronden en overtuigingen. Is de beoogde doelgroep bereikt? Omvang doelgroep? Komt het gerealiseerde bereik overeen met de raming vooraf? Ja Circa 500 (20 klassen). Ja Pagina 10

5.2 Maatschappelijk effect Uiteindelijk moeten de projecten bijdragen aan het verder tegengaan van polarisatie en radicalisering in de maatschappij. Dit is het beoogd maatschappelijk effect van de door het ministerie ondersteunde projecten. Het project heeft volgens de projectleider enigszins bijgedragen aan een daadwerkelijke vermindering van processen van polarisatie en radicalisering in de samenleving. Hoewel het directe maatschappelijk effect moeilijk is vast te stellen, geeft de projectleider aan dat het project een positief effect heeft op het tegengaan van polarisatieprocessen in de samenleving. De leerlingen nemen een positieve ervaring mee, waarbij het bestaande beeld van de leerlingen van de partnerklas vaak wordt bijgesteld. Gebleken is dat veel leerlingen behoefte hebben om erover na te praten; bijvoorbeeld in de lessen Maatschappijleer. Bovendien zijn er nieuwe relaties gelegd tussen jongeren uit verschillende achtergronden. Pagina 11

6 Leerpunten Dit hoofdstuk belicht de geconstateerde succes- en risicofactoren, de samenwerking en elementen in het project die eventueel kunnen dienen als goede voorbeelden. 6.1 Succes- en risicofactoren Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) de volgende succesfactoren te benoemen: enthousiasme van de docenten en leerlingen; het mengen van twee groepen en deze in kleine groepjes actief laten samenwerken; uitgebreide kennismaking tussen leerlingen met verschillende achtergronden; het gebruik van camera's; om naderhand de beelden te tonen aan de partnerklas; gestructureerd programma; enthousiasme van interviewkandidaten (onder andere.a. ambtenaren, lobbyisten, journalisten). Gebleken is dat met name de praktische organisatie risico's met zich meebrengt. Het is een lastige puzzel om twee schoolklassen op één dag in Den Haag bij elkaar te brengen. Een bijzonder aandachtspunt hierbij is het selecteren van klassen met het gewenste profiel (vergelijkbaar opleidingsniveau en verschillende achtergrond). Het is in de praktijk, mede omdat vooraf vast stond op welke data het project moest plaatsvinden, lastig gebleken om een goede match tussen scholen te maken. Terugkijkend zijn bij het project (tot nu toe) de volgende risicofactoren te benoemen: tijdsinvestering door docenten, het project bestaat uit veel verschillende onderdelen; de planning van data voor bezoeken aan Den Haag (past het in het lesrooster?); arbeidsintensieve voorbereiding voor het IPP (matchen van de klassen en ondersteuning); het garanderen van voldoende goede interviewkandidaten en Kamerleden. 6.2 Samenwerking Het project heeft volgens de projectleider enigszins bijgedragen aan een verbetering van de samenwerking met betrokken organisaties; met name de scholen voor Voortgezet Onderwijs. Doordat nieuwe relaties zijn gesmeed, weten leraren het IPP beter te vinden dan voor de start van het project. Daarnaast is vanuit het project een poule van journalisten, lobbyisten en vertegenwoordigers van politieke jongerenorganisaties gevormd waarmee ook in de toekomst kan worden samengewerkt. Kennisoverdracht vanuit het project is voor het IPP een belangrijk uitgangspunt. Hieraan is invulling gegeven door de nieuwsbrief van het IPP (van mei 2010) en verschillende publicaties. De nieuwsbrief is verzonden aan 4000 mensen: docenten, ambtenaren van gemeenten, provincies en Rijk, tal van maatschappelijke organisaties, politici en belangstellenden die eerder aan activiteiten van het IPP hebben deelgenomen. Ook komt er een artikel over het project in het vakblad voor docenten maatschappijleer, Maatschappij & Politiek (oplage 800). Pagina 12

Na afloop van de proeftuinfase (vanaf juni 2010) zal het IPP het volledige format (draaiboek en lesmateriaal) van de dag beschikbaar stellen voor het onderwijs via de website van De Haagse Tribune. In principe kunnen docenten die daar belangstelling voor hebben het programma dan zelf organiseren. Ook kunnen onderdelen ervan op de school zelf worden gebruikt, bijvoorbeeld in de lessen Maatschappijleer en Geschiedenis. De publicatie van het lesmateriaal via de website van het IPP moet nog gebeuren. Het materiaal zal volgens de projectleider voor 30 september 2010 online staan. Er is dus op dit moment nog geen zicht op de mate waarin hiervan gebruik gemaakt wordt door leraren. 6.3 Best practice Er is sprake van een 'best practice' als het afgeronde project of elementen ervan geschikt zijn als positief voorbeeld voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De projectleider vindt elementen van het project geschikt als positief voorbeeld/'best practice' voor andere organisaties die een dergelijk project willen starten. De kracht van het project zit volgens betrokkenen in het delen van kennis tussen leerlingen met verschillende achtergronden met een vergelijkbaar opleidingsniveau. Een basisvoorwaarde voor dit project is het geven van vertrouwen aan de leerlingen. Het is, na de introductie door de leraar, aan de leerlingen zelf om, met behulp van camera en interviews, invulling te geven aan het project. Dit leidt tot een onbevangen aanpak bij de jongeren en tot verrassende resultaten. De volgende elementen van het project zijn geschikt als voorbeeld/'best practice': de uitwisseling en samenwerking tussen kleine groepen van leerlingen met verschillende achtergronden en een vergelijkbaar opleidingsniveau (gelijkwaardigheid); het op een gestructureerde wijze in beeld brengen van een maatschappelijk probleem op basis van een in de praktijk beproefde methodiek (lesmateriaal IPP); de leerlingen zelf interviews laten voorbereiden en afnemen met lobbyisten, journalisten, politici et cetera (uitgaan van het zelfsturend vermogen van jongeren). Pagina 13

Bijlage 1 Relevante definities Onderstaande toelichting is gebaseerd op de definities zoals die door de AIVD en het ministerie van VenJ worden gehanteerd: Activisme is de benaming voor het fenomeen waarbij personen of groepen op buitenparlementaire wijze maar binnen de grenzen van de wet, streven naar bepaalde idealen. Borging van projecten: de verankering van het beleid ontwikkeld in het project, de kennis opgedaan in het project en de resultaten van projecten in de dagelijkse uitvoering door betrokken organisaties. Borging blijkt onder anderen uit de wijze waarop het beleidsonderwerp aandacht krijgt in nieuw beleid, verantwoordelijkheden voor het beleidsonderwerp zijn toegewezen in de organisatie en middelen zijn toegekend om het beleidsonderwerp uit te werken en uit te voeren. Decentralisatie-uitkering: een uitkering die via het Gemeentefonds ter ondersteuning en stimulering van de aanpak op lokaal niveau door het Rijk wordt verstrekt aan gemeenten. Extremisme is het fenomeen waarbij personen of groepen, bij het streven naar bepaalde idealen, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen. Polarisatie is de verscherping van tegenstellingen tussen groepen in de samenleving die kan resulteren in spanningen tussen deze groepen en toename van segregatie langs etnische en religieuze lijnen. Radicalisering is het proces van toenemende bereidheid om diep ingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven, te ondersteunen of anderen daartoe aan te zetten. Ingrijpende veranderingen zijn ontwikkelingen die een gevaar kunnen opleveren voor de democratische rechtsorde (doel), vaak met ondemocratische methoden (middel), die afbreuk doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde (effect). Subsidie: een financiële bijdrage op grond van een tijdelijke subsidieregeling die door het Rijk wordt verstrekt aan zelfstandige rechtspersonen met als doel de ondersteuning van bovenlokale activiteiten ten behoeve van het voorkomen of tegengaan van polarisatie en radicalisering onder jongeren. Terrorisme is het uit ideologische motieven dreigen met, voorbereiden of plegen van op mensen gericht ernstig geweld, dan wel daden gericht op het aanrichten van maatschappijontwrichtende zaakschade, met als doel maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, de bevolking ernstige vrees aan te jagen of politieke besluitvorming te beïnvloeden. De aan polarisatie en radicalisering verbonden fenomenen en processen kunnen zich manifesteren vanuit rechtse of linkse politieke overtuiging, vanuit islamitische geloofsovertuiging, of vanuit verbondenheid met dierenrechten. Pagina 1

Bijlage 2 Geraadpleegde documenten IPP, Projectvoorstel Proeftuin De Haagse Tribune: samen in actie!, 29 april 2009. IPP, artikel over het pilot-programma 'Samen in Actie' uit nieuwsbrief van mei 2010. IPP, evaluatie Samen in Actie project, 22 september 2010. Interview met de senior medewerker bij het IPP en projectleider van het project 'Samen in actie' en een stagiaire van de Universiteit Utrecht. Webenquête. Geke Meessen, Het zijn tenslotte ook net mensen, onderzoek naar de doeltreffendheid van het Samen en actie programma, afstudeerscriptie Universiteit Utrecht, juni 2010. Pagina 1