DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. INTREST VREEMD GELD

Vergelijkbare documenten
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest

Intrest DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. Intrest.

Beschouw de volgende beweringen:

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2008

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens IIe ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2013

UNIFORM HEREXAMEN EIND MULO tevens II E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2012

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2011

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2010

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

Basiskennis Calculatie (BKC ) Correctiemodel

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

UITWERKINGEN OPGAVEN

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

ANTWOORDEN HOOFDSTUK 4

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Het aantal te behalen punten is 100. Bij elke vraag staat aangegeven hoeveel punten je daarvoor kunt behalen.

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Antwoordenboek Rekenvaardigheid

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Aurington. Administratie en Advies

Financiële aspecten van de planning

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

18.6 B Omzet: = IWO: = Winst verkopen

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Proefexamen REKENVAARDIGHEID

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Diverse-postenboek Datum Omschrijving Bedrag januari 2 Retour ontvangen van P. Vlag, alhier goederen ter waarde van SRD 8.650,

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 1 t/m 3.3

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Regels voor activa ; Waarderingsgrondslagen

BEDRIJFSREKENEN OPDRACHTEN BASIS EN KADER

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Direct costing en break even analyse

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Management & Organisatie

Vraag Antwoord Scores. Opmerking Voor elke fout wordt 1 scorepunt in mindering gebracht.

Antwoorden hoofdstuk 11

DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 25. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 35.

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Kostencalculatie niveau 4 1 / 9

Bedrijfsadministratie Examennummer: Datum: 8 december 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

1 Het kasstroomoverzicht

Examen VWO. management & organisatie. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examenopgaven VMBO-KB 2004

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 18 EN 19 JANUARI 2011

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

Vraag Antwoord Scores. x 100% = 55%

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Praktisch boekhouden Examennummer: Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfsadministratie

Burg. Brouwerstraat BJ Roermond. Jaarrekening 2015 in

Burg. Brouwerstraat BJ Roermond. Jaarrekening 2014 in

a) afspraak: I = Inkoopprijs v = verlies (V) = Verhouding V = Verkoopprijs w = winst (W) = Werkelijkheid

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Examen HAVO. Management & Organisatie (nieuwe stijl) Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. Tijdvak 2 Woensdag 20 juni

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Burg. Brouwerstraat BJ Roermond. Jaarrekening 2017 in

Burg. Brouwerstraat BJ Roermond. Jaarrekening 2016 in

De resultatenrekening

Beginner. Beginner. Beginner

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed XII CV te Groningen. Over de periode 11 december 2007 t/m 30 juni 2008

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Vraag Antwoord Scores

Uitwerkingen Basiskennis Boekhouden Convoy Uitgevers 2016

Bedrijfsadministratie 1 Examennummer: Datum: 3 juli 2010 Tijd: uur

7,8. Samenvatting door een scholier 868 woorden 3 maart keer beoordeeld. Economie in context. Samenvatting economie. 2.

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

Transcriptie:

EZE TK ESTT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. INTREST eschouw de volgende beweringen: ij het berekenen van de intrest wordt I het kapitaal afgerond op hele Surinaamse dollars. II het intrestbedrag afgerond op hele centen. alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. eepak leent SR 9.000, à 8% s jaars. Na een bepaalde tijd moet hij aan kapitaal en intrest SR 9.380, betalen. e juiste berekening van het aantal maanden waarvoor hij het bedrag geleend heeft, is: 1 2 9.380, 9.000, 8% van 9.000, 9.380, 9.000, 8% van 9.000 9.380, 9.000, 1% van 9.000, 9.380, 9.000, 1% van 9.000 3 Greg moet 60 dagen intrest over een kapitaal ontvangen. Per vergissing ontvangt hij intrest over 90 dagen. Hierdoor ontvangt hij SR 50, teveel. e jaarlijkse rente bedraagt SR 120, SR 200, SR 300, SR 600, VREEM GEL 4 eschouw de volgende beweringen: I e koers van vreemd geld wordt bepaald door vraag en aanbod. II ls de bank vreemd geld naar eigen geld moet omzetten voor een exporteur, zal zij de laatkoers gebruiken. alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. 5 Rashid koopt een partij goederen op uraçao voor NG 10.000, ; aankoopkosten NG 1.000,. Hij verkoopt deze partij goederen in Suriname voor SR 30.000,. Koersen per stuk: NG 1,80 2,00 e juiste berekening van de winst op deze partij goederen is: 30.000 (10.000 1,80) 30.000 (11.000 1,80) 30.000 (10.000 2,00) 30.000 (11.000 2,00) Een handelaar wil door tussenkomst van de bank Euro 4.000, omwisselen in US. Koersen per stuk: Euro 4,10 4,20 US 3,20 3,30 6 e juiste berekening van het bedrag in US is: (4.000 4,10) : 3,30 (4.000 4,20) : 3,20 (4.000 : 4,10) 3,30 (4.000 : 4,20) 3,20

7 Een handelaar beschikt over SR 24.000,. Hij moet GP 5.000, overmaken via de bank; overmakingskosten SR 150,. Koersen per stuk: GP 4,90 5,10 Hoe groot is het bedrag in SR, dat hij tekort komt? 500 650 1.500 1.650 GOEERENHNEL Welke bewering ten aanzien van het tarragewicht is onjuist? Het tarragewicht 8 is het gewicht van de goederen, dat tijdens het wegen verloren gaat. is het gewicht van de verpakking. wordt onder andere in procenten van het brutogewicht uitgedrukt. wordt op hele kilogrammen afgerond. 9 ruto kg Tarra 200 kg Netto kg à SR 2, per ½ kg = SR ontant 10% = SR 7.600, SR Het brutogewicht in kg is 19.000 19.200 38.000 38.200 10 ruto 4.000 kg Tarra 200 kg Netto 3.800 kg à SR 5, per kg = SR 19.000, ontant SR 500, ruto-provenu SR 18.500, Vrachtkosten SR 0,75 per kg = SR ommissie SR 200, SR Netto-provenu SR e juiste berekening van het netto-provenu is: 18.500 (3.800 0,75) 18.500 (4.000 0,75) 18.500 {(3.800 0,75) + 200} 18.500 {(4.000 0,75) + 200} EFFETEN 11 Welke bewering ten aanzien van effecten is onjuist? ij aankoop van aandelen worden de kosten opgeteld. Effecten hebben een nominale waarde. Effecten worden tot de waarde papieren gerekend. e prijs van obligaties kan ook in éénsgevend geld genoteerd worden. 12 Mien verkoopt 7 aandelen Surbank NV nominaal SR 50, per stuk à SR 160,-; kosten SR 25,-. e juiste berekening van de netto-opbrengst is: 7 160 7 160 25 7 0,50 160 7 0,50 160 25

13 Gegeven: ividendbedrag SR 1.600, ouponrente SR 900, SR 2.500, ividendbelasting 25% SR Provisie 1% SR SR SR Welk bedrag wordt er aan provisie over de totale opbrengst ingehouden? SR 16, SR 21, SR 25, SR 29, RENEMENT 14 Welke berekening is onjuist? elegd kapitaal in onroerende goederen = Koopsom + Overdrachtskosten Hypotheekopbrengst = Hypotheeksom fsluitkosten Rendement = (Netto-opbrengst : 1% van het elegd Kapitaal) 1% Netto-huuropbrengst = ruto-huuropbrengst Hypotheekrente 15 rmand belegt op 1 januari 2014 SR, in aandelen. Hij ontvangt aan dividend SR 2.160, ; hiervan wordt SR 5, aan dividendbelasting en SR 10, aan provisie ingehouden. e juiste berekening van het rendement op deze belegging in 2014 is: 2.160 2.160 10 2.160 5 2.160 550 % % % % 16 Het rendement van de belegging in een huis is 12%. Op het huis rust een 10% hypothecaire lening groot SR 96.000,. e bruto-huuropbrengst bedraagt SR 48.000, per jaar. e jaarlijkse lasten (inclusief hypotheekrente) zijn SR 18.000,. Hoe groot is het belegd eigen geld? SR 170.000, SR 250.000, SR 320.000, SR 0.000, Maand Prijs mei SR 20, juni SR 30, INEXIJFERS 17 ls basis wordt de gemiddelde prijs van de gegeven maanden gebruikt. Het indexcijfer van de maand mei is 80 125 250 18 Jaar ustarief Indexcijfer 2010 SR 1, 2012 SR 102 2014 SR 1,25 e juiste berekening van het bustarief voor het jaar 2012 is: 1, 102 102 1, 1,25 102 102 1,25

FSHRIJVINGEN 19 Welke bewering is onjuist? e jaarlijkse afschrijving kan gegeven worden in een bepaald percentage van de aanschafwaarde. bepaald percentage van de boekwaarde. bepaald percentage van de restwaarde. vast bedrag per jaar. 20 e restwaarde van een machine is SR 2.500,, dat is ⅓ deel van de aanschafwaarde. e levensduur is 5 jaar. e juiste berekening van de jaarlijkse afschrijving in procenten van de aanschafwaarde is: 3 2.500 : 5 % 2.500 3 2.500 : 5 % 3 2.500 (3 2.500 2.500) : 5 % 2.500 (3 2.500 2.500) : 5 % 3 2.500 21 Jaarlijkse afschrijving SR 8.000, Restwaarde SR 2.000, Levensduur 11 jaar e aanschafwaarde bedraagt SR 86.000, SR 88.000, SR 90.000, SR 110.000, VERZEKERINGEN 22 eschouw de volgende beweringen: I ij oververzekering is de gezonde waarde kleiner dan het verzekerd bedrag. II ij oververzekering is de bruto-uitkering gelijk aan de schade. alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. 23 In een magazijn ligt een partij goederen opgeslagen groot 4.000 kg à SR 3, per kg. Na een brand stellen de experts vast, dat 1.500 kg onbeschadigd is en de restanten nog verkocht kunnen worden voor SR 2, per kg. e juiste berekening van de schade is: (4.000 1.500) 2 (4.000 1.500) 3 (4.000 3) (2.500 2) (4.000 1.500) 3 (2.500 2) 24 Verzekerd bedrag SR 80.000, Gezonde waarde SR.000, Waarde na een brand SR 60.000, Het schadepercentage bedraagt % 50% 60% 75%

KOSTPRIJS HNELR 25 eschouw de volgende beweringen: I e handelaar betaalt de kostprijs bij de inkoop van goederen. II e verkoopprijs is de prijs, waarin de winst van de handelaar is opgenomen. alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. 26 Een handelaar koopt kg kaas voor SR 4.000,. Hij wil bij verkoop een brutowinst van % van de inkoopprijs maken. Tijdens de opslag gaat als gevolg van indroging 10 kg verloren. e juiste berekening van de verkoopprijs per kilogram kaas is: 60 4.000 : 90 1 4.000 : 90 60 4.000 : 1 4.000 : 27 e kostprijs van een paar schoenen is SR 2,. e handelaar wil een winst maken van 25% van de kostprijs; verkoopkosten SR 10,. e bruto-verkoopprijs is SR 300, SR 310, SR 320, SR 330, KOSTPRIJS FRIKNT 28 eschouw de volgende beweringen: I e totale directe kosten zijn gelijk aan de som van de grondstofkosten en de loonkosten inclusief sociale lasten. II e voorgecalculeerde winst wordt ook wel de te verwachten winst genoemd. alleen I juist is. alleen II juist is. I en II beide juist zijn. I en II beide onjuist zijn. 29 Materiaalkosten I SR 3.000, Materiaalkosten II SR Loonkosten SR Sociale lasten 1 deel SR 1.500, 5 SR 14.500, e juiste berekening van de materiaalkosten II is: 14.500 (5 1.500 3.000) 14.500 (5 1.500 + 3.000) 14.500 (5 1.500 + 1.500 3.000) 14.500 (5 1.500 + 1.500 + 3.000) 30 Grondstofkosten SR 600, Loonkosten SR 200, Stroomverbruik 4 uur à SR 2, = SR 8, Opslag indirecte kosten 50% van de directe kosten exclusief het stroomverbruik. e kostprijs bedraagt SR 1.200, SR 1.204, SR 1.208, SR 1.212,

Vervolg Mulo IV- Kandidaten MNUURTRIEF 31 Welke kosten worden niet opgenomen in het manuurtarief? Indirecte kosten Loonkosten Renteverlies Sociale lasten PRIJS PER KM 32 Welke kosten worden gerekend tot de variabele kosten? fschrijvingskosten enzinekosten Intrestkosten Verzekeringskosten 33 e werktijden van een bedrijf zijn: maandag tot en met vrijdag 8 uren per dag. it bedrijf heeft een machine in gebruik, die één uur vóór de aanvang moet worden opgestart. e machine staat jaarlijks 2 weken stil voor onderhoud. e jaarlijkse kosten zijn SR,. e juiste berekening van het machine-uurtarief is: 5 8 50 5 8 52 5 9 50 5 9 52 RENTILITEIT 34 Gegevens van onderneming in 2014: Economisch resultaat SR 120.000, Gewaardeerd loon SR 50.000, Rentabiliteit Eigen Vermogen 20% Het Eigen Vermogen bedraagt SR 250.000, SR 350.000, SR 600.000, SR 850.000, 35 Gegevens van een plantenwinkel in 2014: Omzet SR 54.000, rutowinst % van de omzet edrijfskosten (zonder rente) SR 2.600, Gewaardeerd loon SR 9.600, Rente Vreemd Vermogen SR 1.800, e juiste berekening van de netto-winst is: 1 54.000 (2.600 + 1.800) 54.000 (2.600 + 1.800) 54.000 (2.600 + 9.600 + 1.800) 54.000 (2.600 + 9.600 + 1.800) 1

Onderstaande grafiek geeft de omzetten van contactlenzen en contactlenzen vloeistof over de periode 2010 tot en met 2014 weer. 36 SR 1.000, 60 50 30 20 10 0 jaren 2010 2011 2012 2013 2014 Legenda: ontactlenzen ontactlenzen vloeistof In welk jaar zijn de omzetten van deze producten gelijk? 2011 2012 2013 2014