fluchskrift Merendeel Friese dorpen minder dan 500 inwoners Leefbare dorpen zonder school

Vergelijkbare documenten
Goed toeven in een dorp zonder school. Leefbare dorpen zonder school

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Masterclass Krimp. Presentatie Angelique vanwingerden. 16 september 2011 Kennisnetwerk Krimp Noord-Nederland (KKNN)

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Krimp en Onderwijs in Drenthe

Anticiperen op leerlingenkrimp in het Friese voortgezet onderwijs. RPO Zuidoost Fryslân

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Notitie. Menaam : 16 maart Aan : Het college van B&W. Van : A.J. Buma. Onderwerp : Toekomstvisie basisscholen Menameradiel

Friese streken in beeld

Demografische gegevens ouderen

fluchskrift

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Krimp en de gevolgen voor het basisonderwijs in de provincie Groningen (update)

Bevolkingsprognose van Amersfoort Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 11 december 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 10 december 2018

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 29 november 2018

Stéphanie van Noordt advies en begeleiding leerlingendaling. Van Noordt Marketing & Communicatie

Kwartaalbericht Woningmarkt

Krimp in Fryslân. Inwonertal

Overzichtsrapport SER Gelderland

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 28 november 2018

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Wonen in Súdwest-Fryslân. Presentatie woningbehoefteonderzoek 27 november 2018

Krimpend Basisonderwijs

Bevolkingsprognose Purmerend

Wonen met Zorg in de anticipeerregio s

Bijeenkomst voor Tweede Kamerleden over bevolkingskrimp. Den Haag -14 oktober 2010

Anticiperen op leerlingenkrimp in het voortgezet onderwijs. Houtskoolschets RPO Noordoost Fryslân

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Drentse Onderwijs monitor

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

Bevolkingsprognose Nieuwegein 2011

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische gegevens

Minder, ouder, bonter in de Eems Dollard Regio

Panel Fryslân over. vertrouwen in politiek en samenleving PANEL FRYSLÂN. mei Panel Fryslân is onderdeel van het Fries Sociaal Planbureau

Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Bereikbaarheid van voorzieningen wat is een acceptabele afstand?

Voortgezet onderwijs. Ontwikkeling van het aantal leerlingen in Noord-Brabant. Transvorm Tilburg, januari 2019 T F

Drentse Onderwijs monitor

Samenvatting WijkWijzer 2017

Artikelen. Huishoudensprognose : belangrijkste uitkomsten. Maarten Alders en Han Nicolaas

Toekomstige demografische veranderingen gemeente Groningen in een notendop

Fluchskrift Wurkgelegenheid

Factsheet gemeente Tytsjerksteradiel

Ontwikkeling banen in %

Drentse Onderwijsmonitor

Krimpen met perspec,ef

Demografische ontwikkeling gemeente Mill en Sint Hubert

Drentse Onderwijsmonitor

Fries burgerpanel Fryslân inzicht

Drentse Onderwijsmonitor

Rapport basisschool De Ontdekkingsreis Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Drentse Onderwijsmonitor

Kernprofiel Zuiddorpe

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Drentse Onderwijs monitor

Anticiperen op leerlingenkrimp in het Friese voortgezet onderwijs. RPO Zuidwest Fryslân

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Statistisch Jaarboek onderwijs STATISTISCH JAARBOEK

Kernprofiel Zuiddorpe

Bevolkingsprognose Deventer 2015

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Procentuele ontwikkeling bevolking

Aantal huisartsen en aantal FTE van huisartsen vanaf 2007 tot en met 2016

Ontwikkeling leerlingaantallen

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Statistisch Jaarboek onderwijs

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Drentse Onderwijs monitor

Monitor Samenwerkingsverband PO 2707 Amsterdam Diemen augustus 2015 augustus Vergelijking van de regio s

Daling aantal leerlingen in het basisonderwijs Rotterdam in landelijk/regionaal perspectief. versie 14 februari 2007

Drentse Onderwijsmonitor

Drentse Onderwijs monitor

Drentse Onderwijsmonitor

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Drentse Onderwijsmonitor

Waardering van voorzieningen, vervoer en werk

Kernprofiel Axel mei 2018

Regiobericht 1.0 Noord

Drentse Onderwijs monitor

Transcriptie:

Leefbare zonder school fluchskrift Merendeel Friese minder dan 500 inwoners Fryslân is een typische plattelandsprovincie met veel kleine. Meer dan de helft van de Friese telt minder dan 500 inwoners. In deze kleine samen woont een klein deel van de Friese bevolking, namelijk 7,5 procent. Bijna een derde van de inwoners van Fryslân woont in één van de vier grote kernen. Van de vier grote kernen is Leeuwarden met ruim 95.000 inwoners verreweg het grootst. Drachten, Sneek en Heerenveen volgen met respectievelijk 45.000, 33.000 en 30.000 inwoners op enige afstand. Demografie en onderwijs 06/2012 www.partoer.nl Tabel 1: Verdeling kernen naar aantal inwoners (teldatum 1 januari 2011) Fryslân krijgt de komende decennia te maken met krimp, vergrijzing en ontgroening. Deze demografische ontwikkelingen leggen een druk op het voorzieningenniveau. Dat geldt in het bijzonder voor de basisscholen in de kleine kernen. In een aantal gemeenten zijn dan ook voornemens om scholen te sluiten of samen te voegen in clusters. De sluiting van de school wordt vaak gezien als een aanslag op de leefbaarheid van het dorp. Er wordt namelijk verondersteld dat met een basisschool veel aantrekkelijker zijn voor gezinnen met jonge kinderen. Dorpen zonder school zouden veel grijzer zijn. Maar is dat ook zo? Zijn met een school aantrekkelijker voor jonge gezinnen? Zijn de met een school groener en zonder school grijzer? En hoe is het met de leefbaarheid in de met een school en de zonder school gesteld? Partoer heeft de leefbaarheid en demografische processen in met een school vergeleken met die in de zonder school. In dit fluchskrift presenteren wij de resultaten van het onderzoek.voorafgaand geven we een beeld over de demografische ontwikkelingen, die ons te wachten staan. Hoe groot is de krimp? Waar slaat de krimp meer toe? En hoe verloopt het proces van vergrijzing en ontgroening? Daarna gaan we dieper in op de ontwikkelingen in het onderwijs. Hoeveel scholen telt Fryslân? Hoe is de verdeling van scholen over het platteland? Hoeveel scholen staan door de krimp en ontgroening onder druk? In het laatste deel volgen de resultaten van het onderzoek Leefbare zonder school. kernen inwoners inwoners aantal aandeel aantal aandeel < 500 229 54,7% 48.586 7,5% 500-1.500 116 27,7% 108.773 16,8% 1.500-5.000 52 12,4% 133.760 20,7% 5.000-15.000 18 4,3% 159.978 24,8% > 15.000 4 0,9% 196.456 30,3% Totaal 419 100,0% 647.553 100,0% Bron: Provincie Fryslân bewerkingen Partoer

Kleine worden kleiner Van groei naar krimp Fryslân kent vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw een sterke groei in het inwoneraantal. De groei zal de komende jaren nog wat doorzetten, maar de toename van het aantal inwoners zal in vergelijking met de afgelopen decennia minder spectaculair zijn. Volgens de prognose zal de groei na 2025 zelfs omslaan in krimp. Vergrijzing en ontgroening Naast de krimp zal de leeftijdsopbouw van de bevolking veranderen. Door de dubbele vergrijzing zal het aantal ouderen flink toenemen. In 2010 telde Fryslân bijna 107.000 65-plussers. In 2030 is het aantal 65-plussers met 60% toegenomen en zijn naar verwachting bijna 170.000 inwoners van Fryslân 65 jaar of ouder. In 2040 zal het aantal 65-plussers opgelopen zijn tot ruim 180.000. Naast de vergrijzing is er sprake van ontgroening. Anders dan bij de vergrijzing speelt het proces van ontgroening voor het jaar 2020. Dat wil zeggen dat tot 2020 de omvang van de basisgeneratie flink zal dalen (Tot de basisgeneratie worden alle kinderen van 4 t/m 11-jarigen plus 30% van de 12-jarigen gerekend). Na 2020 zal de basisgeneratie over de gehele provincie genomen vrij constant blijven. De daling van de basisgeneratie is niet voor elke gemeente gelijk In de gemeenten met stedelijke centra blijft het aantal leerlingen redelijk op peil. In de plattelandsgemeenten kan de krimp van het aantal basisschoolkinderen daarentegen fors oplopen (zie figuur 1). De Wadden zullen sterk ontgroenen. Van de eilanden zal op Schiermonnikoog het proces van ontgroening het verst doorzetten. Op het vasteland is in Noordoost Fryslân een flinke daling in de basisgeneratie te verwachten. In deze regio wordt de sterkste daling verwacht in de gemeenten Dantumadiel en Ferwerderadiel. De verwachte ontwikkelingen in Zuidoost Fryslân steken ten opzichte van het noorden van de provincie gunstiger af. Maar ook in deze regio zijn er gemeenten die te maken krijgen met een forse ontgroening, waaronder Opsterland en Ooststellingwerf. In Zuidwest Fryslân moeten Gaasterlân-Sleat en de voormalige gemeente Wymbritseradiel rekening houden met een forse daling in de omvang van de basisgeneratie. In de periode 2001-2011 is het inwonersaantal in Fryslân met 2,7 procent toegenomen. Uitgesplitst naar dorpsgrootte blijkt het inwoneraantal van de grotere meer toegenomen te zijn dan in de kleinere. De kleinste kennen zelfs een lichte afname in het aantal inwoners (zie tabel 2). De belangrijkste verklaring voor het verschil is dat er in grotere kernen doorgaans meer nieuwe woningen gebouwd worden. Tabel 2: Bevolkingsontwikkeling in naar inwoneraantal (teldata 1 januari 2001 en 1 januari 2011) Inwoners Ontwikkeling 2001-2011 inwoners 2001 2011 absoluut relatief < 500 48.991 48.586-405 99,2 500-1.500 106.797 108.773 1.976 101,9 1.500-5.000 133.039 133.760 721 100,6 5.000-15.000 155.088 159.978 4.890 103,2 > 15.000 186.692 196.456 9.764 105,2 630.607 647.533 16.926 102,7 Bron: Provincie Fryslân bewerkingen Partoer Figuur 1: Relatieve ontwikkeling basisgeneratie 2010-2020 per gemeente Bron: Provincie Fryslân

Basisscholen en denominatie Op 1 oktober 2001 telde Fryslân 505 basisscholen. Tien jaar later, in 2011, is het aantal Friese basisscholen teruggebracht tot 475. De helft van de sluitingen betreft scholen van het Openbaar onderwijs. Van het Protestants-Christelijk onderwijs zijn in dezelfde periode tien scholen gesloten, van de Algemeen bijzondere scholen vier scholen en van Gereformeerd Vrijgemaakte signatuur heeft één school de deuren gesloten. De sluitingen van de scholen hebben geen verschuivingen in de verdeling naar denominatie te weeg gebracht. Zowel in 2001 als in 2011 is het merendeel van de scholen in Fryslân openbaar en van Protestants-christelijke signatuur. Het aandeel scholen van andere signatuur, waaronder ook het Rooms-Katholiek onderwijs, is klein te noemen. Onderwijskeuze in kleine kernen beperkt In het basisonderwijs wordt vaak onderscheid gemaakt in regulier onderwijs en vernieuwingsonderwijs. Onder het vernieuwingsonderwijs wordt ondermeer Dalton, Jenaplan en Montessori gerekend. Het aantal vernieuwingsscholen in Fryslân is met 22 scholen gering in vergelijking met Drenthe, waar op een aantal van 301 basisscholen 48 vernieuwingsscholen zijn. De helft van de Friese vernieuwingsscholen is Jenaplan scholen. Na het Jenaplan is het Daltononderwijs een belangrijk onderdeel van het vernieuwingsonderwijs in Fryslân. Tabel 4: Aantal vernieuwingsscholen naar kernen (1 oktober 2011) Grootte klasse kernen Tabel 3: Ontwikkeling aantal scholen naar denominatie 2001-2011 (teldata 1 oktober 2001 en 1 oktober 2011) Aantal scholen Ontwikkeling Aantal leerlingen Ontwikkeling 2001 2011 2001-2011 2001 2011 Absoluut Relatief Openbaar 232 217-15 26.434 25.435-999 -4% Algemeen bijzonder 13 9-4 732 800 68 9% Protestants-Christelijk 214 204-10 26.575 27.895 1.320 5% Rooms-Katholiek 32 32-5.169 5.666 497 10% Gereformeerd vrijgemaakt 11 10-1 999 1.075 76 8% Antroposofisch 1 1-172 154-18 -10% Reformatorisch 1 1-101 105 4 4% Samenwerking Openbaar/PC 1 1-54 33-21 -39% Eindtotaal 505 475-30 60.236 61.163 927 2% Toename leerlingenaantal niet voor alle denominaties gelijk In de periode 2001-2011 is het aantal leerlingen in het Friese basisonderwijs iets toegenomen. De toename van het aantal leerlingen is niet voor alle denominaties gelijk. In het Openbaar onderwijs is het leerlingenaantal zelfs teruggelopen. Ook het Antroposofisch onderwijs en de Samenwerkingsschool hebben de leerlingenaantallen zien teruglopen. Alle andere denominaties kennen een toename in het leerlingenaantal variërend van vier tot tien procent. Met name de groei in het aantal leerlingen op het Rooms-Katholiek onderwijs is opmerkelijk, temeer omdat het Rooms-Katholiek onderwijs in Fryslân minder vertegenwoordigd is. Onderwijsrichting totaal <500 500-1.500 1.500 5.000 5.000-15.000 > 15.000 Regulier 453 71 140 105 74 63 Dalton 7 1 2 1 3 EGO 1 1 Jenaplan 11 2 1 4 4 Leonardo 1 1 Montesorri 1 1 Vrije School 1 1 Totaal 475 73 142 107 81 72 Bron: CFI/DUO - bewerkingen Provincie Fryslân/Partoer De meeste vernieuwingsscholen zijn gevestigd in de grote kernen, waaronder Leeuwarden, Drachten, Sneek en Heerenveen. Dat beeld zien wij ook in andere plattelandsregio s. Zo zijn in Drenthe de vernieuwingsscholen voornamelijk in Emmen en Assen te vinden. De onderwijskeuze op het platteland is dus beperkt en kinderen in de kleinere kernen zijn meer dan hun leeftijdsgenootjes in de grotere kernen aangewezen op het regulier onderwijs.

Fryslân telt veel kleine scholen Figuur 2: Verdeling basisscholen naar schoolgrootte (teldatum 1 oktober 2011) Verdeling basisscholen naar schoolgrootte 18,3 16,2 Door het grote aantal kleine kernen en de spreiding van leerlingen over basisscholen van uiteenlopende denominaties kent Fryslân veel kleine scholen. De helft van het totale scholenbestand telt niet meer dan 100 leerlingen. De kleinste Friese basisschool heeft 20 leerlingen, de grootste basisschool geeft aan ruim 600 leerlingen onderwijs. Gemiddeld genomen zijn de Friese basisscholen met 130 leerlingen veel kleiner dan het Nederlandse gemiddelde (225 leerlingen). Ook ten opzichte van Groningen (146) en Drenthe (159) zijn de Friese scholen gemiddeld kleiner. 11,4 18,1 Tabel 5: Afwijking schoolgrootte t.o.v. opheffingsnorm per 1-10-2011, uitgesplitst naar schoolgrootte Opheffingsnorm 20,0 16,0 <51 51-75 76-100 101-150 151-200 201-750 Bron: CFI/DUO - bewerkingen provincie Fryslân/Partoer inwoners onder binnen 10% binnen 20% boven 20% eindtotaal <51 52 9 8 8 77 51-75 23 7 9 47 86 76-100 5 1 5 65 76 101-150 4 1 4 86 95 151 200 2 2 49 53 > 200 88 88 Totaal 84 20 28 343 475 Bron: CFI/DUO bewerkingen Provincie Fryslân/Partoer Voortbestaan veel scholen onder druk De krimp, vergrijzing en ontgroening zetten het voortbestaan van een groot aantal scholen onder druk. Op de peildatum van 1 oktober 2011 is het leerlingenaantal van 84 scholen onder de lokale opheffingsnorm (De opheffingsnorm wordt eens per vijf jaar per gemeente vastgesteld aan de hand van de leerlingendichtheid per km 2 ). Vooral de kleine scholen (minder dan 51 leerlingen) staan onder druk. Van de 84 scholen waarvan het leerlingenaantal onder de opheffingsnorm ligt, behoren 52 scholen tot de categorie kleinste scholen. Onder de wat grotere scholen (101-150 leerlingen) zijn er overigens ook vier scholen die door de krimp en ontgroening in hun voortbestaan bedreigd worden. Gegeven het feit dat de krimp en ontgroening vooral het Friese platteland zullen treffen, ligt het zwaartepunt van de druk vooral op de kleine scholen op het platteland. Bijna de helft van de kleine kernen (< 500 inwoners), waar nu nog onderwijs gegeven wordt, dreigt hun school te verliezen. Tabel 6: Afwijking schoolgrootte t.o.v. opheffingsnorm per 1-10-2011, uitgesplitst naar grootte van de kern Opheffingsnorm inwoners onder binnen 10% binnen 20% boven 20% eindtotaal <500 29 9 9 26 73 500 tot 1.500 34 6 7 95 142 1.500 tot 5.000 9 7 91 107 5.000 tot 15.000 3 1 1 76 81 > 15.000 9 4 4 55 72 Totaal 84 20 28 343 475 Totaal 84 20 28 343 475 Bron: CFI/DUO bewerkingen Provincie Fryslân/Partoer Ook een substantieel deel van kernen met 500 1.500 inwoners zal, als het om het basisonderwijs gaat, moeten anticiperen op de gevolgen van de krimp en ontgroening.

Onderzoek: Leefbare zonder school In het onderzoek zijn alle kleine (< 500 inwoners) in Fryslân ingedeeld in drie groepen: met een school, zonder school en waar in de periode 2000-2008 de school gesloten is. Tabel 7: Typering kleine in Fryslân (teldatum 1 januari 2008) Bron: Provincie Fryslân bewerkingen Partoer totaal dorp met school dorp zonder school dorp met recent gesloten school Aantal 224 71 147 6 De drie groepen zijn vergeleken op vijf kenmerken van leefbaarheid en een vijftal demografische gegevens. In tabel 8 zijn de kenmerken van leefbaarheid en de demografische processen samengevat. Tabel 8: Kenmerken van leefbaarheid en demografische processen Leefbaarheid Demografische processen Bevolking Ontwikkeling aantal inwoners (1998-2009) - Aantal inwoners - Aandeel 65-plussers Woningen Vergrijzing (1998-2009) - Omvang woningvoorraad - Ontwikkeling aandeel 65-plussers - Jaarlijkse ontwikkeling woningvoorraad - Ontwikkeling grijze druk - Gemiddelde woningbezetting Voorzieningenniveau Ontgroening (1998-2009) - Aantal voorzieningen - Ontwikkelingen aandeel jongeren - Type voorzieningen - Ontwikkeling groene druk - Aantal voorzieningen per 100 inwoners Werkgelegenheid Ontwikkeling aandeel huishoudens met kinderen - Aantal fulltime arbeidsplaatsen (2000-2010) - Gemiddelde groei werkgelegenheid - Werkgelegenheid per 100 inwoners Gemeenschapsleven Ontwikkeling aandeel bassischool-kinderen - Aantal verenigingen (2000-2009) - Type verenigingen - Aantal verenigingen per 100 inwoners Bron: CFI/DUO bewerkingen Provincie Fryslân/Partoer Leefbaarheid in zonder school niet anders dan in met een school De met een school en de zonder school laten grote overeenkomsten zien als het gaat om de leefbaarheid. Zo is de werkgelegenheid en het gemeenschapsleven in de zonder school gelijk aan hetgeen wij in de met een school zien. Omgerekend per 100 inwoners is het voorzieningenniveau in de zonder school zelfs gunstiger in vergelijking met het voorzieningenniveau in de met een school. Het gunstiger voorzieningenniveau in de zonder school wordt vooral veroorzaakt door de aanwezigheid van een halte van Openbaar Vervoer en een dorpshuis. Op twee punten zien wij tussen de beide groepen verschillen. Het gaat hierbij om het aantal inwoners en de woningvoorraad. Het verschil in het aantal inwoners is fors. De met een school tellen gemiddeld genomen 339 inwoners, terwijl in de zonder school de teller blijft steken op 143 inwoners. Gemiddeld genomen zijn de met een school dus bijna twee keer groter dan de zonder school. In samenhang met het hoger aantal inwoners is de woningvoorraad in de met een school ook iets groter en is de jaarlijkse woningtoename in de met een school iets groter in vergelijking met de zonder school.

Ook de demografische processen in de met een school en zonder school komen met elkaar overeen. Figuur 3: Ontwikkeling 65-plussers voor kleine naar basisschool (in %) Dat wil zeggen dat over de jaren heen gekeken naar de ontwikkeling van het inwonersaantal, het aandeel 65-plussers, de grijze druk, het aandeel jongeren, de groene druk, het aandeel huishoudens met kinderen en het aandeel basisschoolleerlingen in de met een school en de zonder school met elkaar overeenkomen. De, waar recent een school gesloten is, wijken op twee punten af. In de eerste plaats zijn de met een recent gesloten school in vergelijking met de met een school en de zonder school, iets meer vergrijsd. Tegenover een groter aandeel 65-plussers is het aandeel jongeren in de, waar recent de school gesloten is, in vergelijking met de met een school en de zonder school weer lager. Bron: Leefbare zonder school, Partoer (2012) Figuur 4: Ontwikkeling aandeel jongeren voor kleine naar basisschool (in %) Belangrijke opmerking hierbij is dat de vergrijzing en ontgroening in de met een recent gesloten school al ingezet zijn voor de sluiting van de school. De sluiting van de school heeft op deze ontwikkelingen geen invloed gehad.

Voorzieningen in de kleine In het peiljaar 2008 hebben alle kleine 321 voorzieningen (zie tabel 9). Een dorpshuis en een halte (of meerdere haltes) voor openbaar vervoer komen vaak voor. In bijna de helft van alle kleine is een dorpshuis en in het overgrote deel van de kleine (198 ) is tenminste één halte voor openbaar vervoer. Een klein aantal kleine kernen heeft een supermarkt (7 ) of is een huisarts (8 ) en een bank en/of postagentschap (7 ) gevestigd. Tabel 9: Aantal en type voorzieningen in kleine naar basisschool (2008) aantal voorzieningen (absolute aantallen) totaal kleine met school zonder school Bron: Leefbare zonder school, Partoer (2012) met recent gesloten school 321 129 185 7 type voorziening naar dorp. supermarkt (7 ) 3% 4% 3% 0%. huisarts (8 ) 4% 8% 1% 0%. dorpshuis (101 ) 45% 79% 29% 50%. halte OV (198 ) 88% 86% 90% 67% Geen samenhang tussen school en leefbaarheid De overeenkomsten tussen de met een school en de zonder school zijn zo treffend dat we kunnen stellen dat alleen het hebben van een school geen directe invloed heeft op de leefbaarheid in een dorp. School heeft geen invloed op de demografische processen Het onderzoek heeft tevens aangetoond dat de school, dan wel de sluiting daarvan, geen invloed heeft op de demografische processen in een dorp. Dorpen zonder school zijn niet grijzer en met een school niet groener. Er is echter wel sprake van een samenhang. Dat wil zeggen dat demografische processen als krimp, vergrijzing en ontgroening kunnen leiden tot de sluiting van een school. Maar ook als dat gebeurt, kan een dorp nog net zo leefbaar zijn als een dorp met een school. De krimp, vergrijzing en ontgroening zetten het onderwijs en de lokale overheden voor complexe vraagstukken. Het vraagstuk over de leefbaarheid is er daar één van. Door de krimp en ontgroening worden het onderwijs en de lokale overheden ook geconfronteerd met vragen over de bedrijfsvoering, kwaliteit, diversiteit en keuzemogelijkheden..

Bedrijfsvoering: financiën, huisvesting en personeel De bekostiging van een school vindt zijn basis in het aantal leerlingen. Hoe minder leerlingen de school bezoeken, hoe minder inkomsten een schoolbestuur ontvangt. Het Nederlands onderwijsbestel kent een kleine scholen toeslag, maar deze toeslag is niet altijd toereikend. Bedrijfseconomisch blijkt het omslagpunt rond de 125-150 leerlingen te liggen. In dit fluchskrift hebben we kunnen lezen dat 70 procent van de Friese basisscholen niet meer dan 150 leerlingen telt. Deze scholen staan nu al voor het vraagstuk rondom de bedrijfsvoering. Met de leerlingenkrimp zullen nog meer Friese basisscholen met de financiële krimp geconfronteerd worden. Kwaliteit van het onderwijs Volgens de Onderwijsinspectie is de kwaliteit op de kleine scholen in vergelijking met de kwaliteit van onderwijs op de grote scholen vaker zwak of zeer zwak. Deze trend heeft ook binnen het Friese basisonderwijs gespeeld. Met steun van provinciale subsidie (Boppeslach) heeft het Friese basisonderwijs de achterstand weg weten te werken. Door de krimp kunnen alle inspanningen teniet gedaan worden en de kwaliteit van het onderwijs weer onder druk komen te staan. Zo is er een duidelijke samenhang tussen de schoolgrootte en de mogelijkheden voor de leerlingen om sociale vaardigheden op te doen. Hoe kleiner de school, hoe kleiner de jaargroepen, hoe minder mogelijkheden om van elkaar te leren. Bovendien is op kleine scholen de werkdruk voor het onderwijzend team veel hoger dan op grotere scholen. Kortom, de krimp dwingt het Friese basisonderwijs na te denken over een ondergrens in de school- en groepsgrootte. Diversiteit en keuzemogelijkheid Uit dit fluchskrift weten wij dat de keuzemogelijkheden en de diversiteit in het onderwijs op het Friese platteland beperkt zijn. Zo zijn de meeste kleine (< 500 inwoners) voor onderwijs aangewezen op een ander dorp. Daarbij is het vernieuwingsonderwijs op het Friese platteland sterk ondervertegenwoordigd. Het zal duidelijk zijn dat wanneer een school de deuren sluit, dit gevolgen heeft voor de keuzemogelijkheden van ouders. Onderzoek wijst uit dat voor ouders, na kwaliteit en de nabijheid, dezelfde opvatting over opvoeding het belangrijkste keuzemotief voor een school is. Verder spelen praktische zaken als de combinatie werk, school en opvang een rol. De krimp vraagt van het onderwijs en de lokale overheden het uiterste als het gaat om slimme oplossingen. Naast kwaliteit, bereikbaarheid en betaalbaarheid zijn keuzemogelijkheden en diversiteit daarin leidende begrippen. Colofon Demografie en onderwijs is een uitgave van Partoer, juni 2012 Het fluchskrift Demografie en onderwijs is een uit de reeks van fluchskriften in het kader van het programma bewustwording en agendasetting demografische ontwikkelingen. Deze publicatie is financieel mogelijk gemaakt door de provincie Fryslân. Bronnen CFI/DUO Provincie Fryslân Leefbare zonder school. Een analyse van verschillen tussen met een basisschool, zonder een basisschool en met een recent gesloten basisschool. (Van Ruijven ea. 2012) Leeuwarden: Partoer Krimpen met perspectief (Van Leer ea, 2012) Assen: STAMM CMO Auteur en eindredactie Bernie van Ruijven, Partoer Opmaak Jongens van de Jong Westersingel 4 8913 CK leeuwarden T (058) 234 85 00 www.partoer.nl