Koopkracht bijstandsgerechtigden omhoog

Vergelijkbare documenten
Nibud minimumvoorbeeldbegrotingen

Nibud minimum-voorbeeldbegrotingen 2015 / 1

Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm. Nibud, 2013

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 9

Minima-effectrapportage gemeente Enschede De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 10

Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 8

Minima-effectrapportage Bijlage I / 1

Nibud Minima-effectrapportage Begrotingen 1 / 7

Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkrachtverandering van ouderen

Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord

Begrotingen na landelijke en lokale wijzigingen 1 / 10

Nibud Vaste Lasten 2019

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Begrotingen TOTAAL UITGAVEN

Minima-effectrapportage Bijlage I - hoge huur/ 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013

begrotingsformulier Bestemd voor Samenstelling huishouden Aantal volwassenen: Type woning rijwoning (hoek/tussen) maisonnette flat anders, nl.

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht Prinsjesdag 2012

Koopkracht van ouderen Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

begrotingsformulier hypotheekadvies

begrotingsformulier hypotheekadvies

Koopkrachtberekeningen

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

EEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015

Interne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in

Koopkrachtberekeningen

Vergeleken met gemiddeld in Nederland

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE

Begrotingsformulier BIJLAGE 1. Bestemd voor. Samenstelling huishouden Aantal volwassenen: Type woning. Rijwoning (hoek/tussen) Flat Anders, namelijk

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017

Koopkracht van 65-plussers

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM

Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

5 Vindt u het aanvaardbaar dat gezinnen met een bijstandsuitkering en kinderen in de tienerleeftijd geld tekortkomen voor hun basisbehoeften?

Minima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage Bijlage I / 1

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

Minima-effectrapportage Gemeente Maastricht. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Regionaal Platform Woonconsumenten Noord Kennemerland

Budgetteringsrapport. J. van Dalen L. van Dalen- Stok

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Minima-effectrapportage gemeente Hilversum De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Minima-effectrapportage gemeente X. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Ontwikkelprogramma armoede gemeente Leeuwarden 2014

Preventie en bestrijding van stille armoede en sociale uitsluiting. Brief van de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Koopkracht van 65-plussers

Vergeleken met gemiddeld in Nederland

Hoofdstuk 10. Financiële situatie

Koopkrachtverandering van ouderen

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN

Vergeleken met gemiddeld in Nederland

Rondkomen van huishoudinkomen naar doelgroep

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Wat zijn de voorwaarden?

Koopkrachtontwikkelingen

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250

Persbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek

Berekening voor een eenoudergezin

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Minima-effectrapportage gemeente Venlo. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Aan de leden van de raad, raadscommissies, het college, genodigden en belangstellenden

Hoofdstuk 25 Financiële dienstverlening

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud

Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013

begrotingsformulier financieel advies

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Koersvast in onzekere tijden Miljoenennota 2012

*U * *U *

Koopkracht van 65-plussers

Minima-effectrapportage Gemeente Waalwijk. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens

Tweede Kamer der Staten-Generaal

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN

Overzicht huidige minimaregelingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Nibud onderzoek Bestedingen van ouderen

Minima-effectrapportage Regionale Sociale Dienst Pentasz Mergelland

Hoofdstuk 11. Financiële dienstverlening

Notitie draagkracht naar 120 %

van invoering (beoogd)

Betaalbaarheid Haaglanden

Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Transcriptie:

Koopkracht bijstandsgerechtigden omhoog Maar gemeentelijke ondersteuning blijft noodzakelijk Marcel Warnaar, Corinne van Gaalen Van alleen een bijstandsinkomen kun je niet rondkomen. Maar dat is ook niet het uitgangspunt van het inkomensbeleid. In de loop der jaren zijn er tal van andere vormen van inkomensondersteuning bijgekomen om huishoudens op het sociaal minimum toch te laten rondkomen. Naast de al lang bestaande kinderbijslag zijn er heffingskortingen en toeslagen geïntroduceerd. Doel hiervan was om huishoudens met specifieke kosten specifieke ondersteuning te bieden in plaats van het verhogen van de algemene bijstand. Huishoudens met kinderen krijgen bijvoorbeeld ondersteuning in de vorm van kinderbijslag en een kindgebonden budget, huishoudens zonder kinderen niet. Bij verhoging van de algemene bijstand voor iedereen gaat dat ook naar huishoudens gaan die niet die specifieke kosten hebben, en dat leidt tot inefficiënt gebruik. In sommige gevallen bedragen de toeslagen en subsidies al een groot deel van het inkomen. Voor een alleenstaande ouder in de bijstand met twee kinderen in een gemiddelde huurwoning, bedragen de toeslagen en subsidies inmiddels de helft van het totaal besteedbare inkomen. En dan hebben we het alleen nog over de landelijke ondersteuning. Daarnaast bieden gemeenten ook nog lokaal ondersteuning. Maar laten we de vraag dan anders formuleren: is de bijstand aangevuld met alle toeslagen waar het huishouden recht op heeft, voldoende om van rond te komen? Wat is minimaal noodzakelijk? Om die vraag te kunnen beantwoorden kijken we naar de minimaal noodzakelijke uitgaven. Elk huishouden heeft onontkoombare uitgaven. Een dak boven het hoofd, een bedrag aan voeding en kleding, etc. Daarbij is onderscheid te maken in voor iedereen noodzakelijke uitgaven en persoonlijk onvermijdbare uitgaven. Die laatste zijn niet voor iedereen noodzakelijk, maar wel voor het huishouden in kwestie. Het gaat bijvoorbeeld om extra medische kosten of om afbetalingen van leningen. Het Nibud stelt elk jaar een pakket samen met voor iedereen noodzakelijke uitgaven, het zogenaamde basispakket. Door aan elk artikel en elke dienst uit dit pakket geschikte prijzen te hangen, ontstaat een minimumvoorbeeldbegroting. Deze minimumvoorbeeldbegrotingen geven bedragen weer waar een huishouden in zijn uitgaven minimaal op moet rekenen. De minimumvoorbeeldbegrotingen hangen af van de huishoudsamenstelling. Hoe meer personen een huishouden heeft, des te groter het bedrag dat nodig is. Dat gaat niet één-op-één: op de meeste uitgavenposten zijn schaalvoordelen van toepassing. Niet elk huishoudlid heeft een eigen wasmachine nodig, en bij voeding kunnen gezinnen grotere en dus per persoon goedkopere verpakkingen kopen. Ook de leeftijd speelt een beperkte rol: ouderen eten minder, maar verstoken meer gas. Een voorbeeld van een minimumvoorbeeldbegroting staat hier:

MINIMUMVOORBEELDBEGROTING (januari 2017) Alleenstaande, Bedragen per maand Twee personen met twee kinderen van 6 en 14 jaar INKOMEN Minimuminkomen (bijstand) 934 1.334 Vakantietoeslag 49 70 Kinderbijslag 174 Kindgebonden budget 189 Zorgtoeslag 88 170 Huurtoeslag 0 (177) 0 (279) TOTAAL INKOMSTEN 1.071 1.937 UITGAVEN Huur 223 (400) 223 (550) Gas 60 77 Elektriciteit 20 52 Water 9 19 Lokale lasten * (44) * (59) Telefoon, televisie en internet 54 66 Verzekeringen 163 315 Onderwijs 0 25 Kinderopvang 0 0 Contributies en abonnementen 2 4 Vervoer 14 53 VASTE LASTEN 545 834 Kleding 56 175 Inventaris 74 112 Onderhoud huis en tuin 24 24 Niet-vergoede ziektekosten 44 (30) 99 (70) Vrijetijdsuitgaven * * RESERVERINGSUITGAVEN 198 410 Voeding 201 451 Was- en schoonmaakartikelen 6 12 Persoonlijke verzorging 21 76 Huishoudelijke dienstverlening * * Huisdieren * * Roken * * Diversen 10 20

HUISHOUDELIJKE UITGAVEN 238 559 SOCIALE PARTICIPATIE * (96) * (259) Over voor de posten met een * 90 134 TOTAAL INKOMSTEN/UITGAVEN 1.071 1.937 Noten: - Bij de huur staat tussen haakjes een gemiddelde bruto huur van een dergelijk huishouden. De daarbij horende huurtoeslag staat eveneens tussen haakjes. - Bij de lokale lasten wordt uitgegaan van kwijtschelding. Tussen haakjes staat het gemiddelde bedrag van de lokale lasten. - Bij de niet-vergoede ziektekosten wordt het volledige eigen risico meegenomen. Tussen haakjes staat het bedrag als gerekend wordt met het gemiddelde eigen risico. Sociale participatie In de minimumvoorbeeldbegrotingen staat een aantal posten met een * genoteerd. Deze posten zijn niet in het budget meegerekend. Het gaat hier om posten die te maken hebben met sociale participatie, zoals contributies voor sportverenigingen en uitgaan. Sociale participatie wordt als noodzakelijk gezien, maar het is lastig om die aan één bepaalde uitgavenpost toe te kennen. Onderaan de streep staat de ruimte genoteerd die voor de *-posten beschikbaar is. Om te zien of dat toereikend is voor sociale participatie, heeft het Nibud in samenspraak met het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een pakket voor sociale participatie samengesteld. Dit bevat de contributie voor een sportvereniging, lidmaatschap van een bibliotheek, op bezoek gaan, bezoek ontvangen, een midweek weg in Nederland, en een extra bedrag aan vervoerskosten daarvoor. Dit is natuurlijk geen voorgeschreven pakket: een huishouden maakt zijn eigen keuzes. Het hoeft niet op vakantie, maar kan zijn geld ook besteden aan een keer uit eten gaan of een bioscoopje pakken, zaken die niet in dit pakket zijn opgenomen. Het bedrag tussen haakjes is nadrukkelijk bedoeld als een richtbedrag voor sociale participatie. Verschillen naar huishoudtype We zien duidelijke verschillen naar huishoudtypen. In 2017 kunnen huishoudens met alleen AOW en alleenstaande ouders in de bijstand met één of twee kinderen het basispakket inclusief sociale participatie bekostigen. Voor een aantal groepen is wel het basispakket te betalen vanuit bijstand en landelijke toeslagen, maar niet het volledige pakket aan sociale participatie. Dit geldt voor alleenstaanden onder de AOW-grens, paren zonder kinderen, alleenstaande ouders met twee of meer kinderen en paren met één of twee kinderen. Voor paren met drie of meer kinderen is op bijstandsniveau het basispakket niet betaalbaar. Een tijdje gold dat ook voor paren met twee kinderen, maar deze zitten sinds 2016 weer net aan de goede kant van de streep.

Dat wil niet zeggen dat het inkomen voor iedereen binnen deze groep toereikend is. Er kan (en zal) immers ook sprake zijn van persoonlijk onvermijdbare uitgaven. In de dagelijkse praktijk betekent dit dat deze gezinnen na het betalen van de vaste lasten, waarschijnlijk zullen bezuinigen op posten als kleding, inventaris en soms zelfs voeding. Bovendien is het voor deze gezinnen extra noodzakelijk dat ze goed kunnen budgetteren, alle tegemoetkomingen en toeslagen aanvragen en geen andere persoonlijk onvermijdbare kosten hebben, zoals schulden of extra ziektekosten. Wat we nodig hebben, verandert in de tijd Elk jaar wordt de minimumvoorbeeldbegroting geactualiseerd. Zo worden de bedragen aangepast aan het geldende prijsniveau of aan wettelijke voorschriften. Het bedrag aan huur is bijvoorbeeld gelijk aan de minimumbasishuur uit de huurtoeslag. Daarnaast zijn de onderdelen van het pakket zelf aan wijziging onderhevig. Eet- en kleedpatronen veranderen geleidelijk, het gasverbruik daalt door over het algemeen beter geïsoleerde woningen en het elektriciteitsverbruik stijgt door het toegenomen aantal apparaten. In communicatie en informatie zitten de grootste verschillen. Tien jaar geleden bestond dit onderdeel uit een krantenabonnement en een vaste telefoonaansluiting, die vooral bedoeld was om gebeld te worden. Inmiddels zijn dat archaïsche, en ook dure, middelen geworden. Via een computer met internetaansluiting gaat dat makkelijker en goedkoper. Bovendien is offline communiceren met overheid en banken inmiddels vrijwel niet meer mogelijk, of tegen extra kosten. Een simpele mobiele telefoon zonder mobiel internet voor elk lid van het huishouden boven de 12 wordt nu als noodzakelijk gezien. Ontwikkeling van het inkomen De laatste jaren is de bijstand niet meegegroeid met de gemiddelde loonontwikkeling. De bijstand wordt al een tijdje niet volledig geïndexeerd. De overdraagbaarheid van de algemene heffingskorting voor de niet-werkende partner ( aanrechtsubsidie ) wordt gedurende 15 jaar in stapjes afgebouwd. Dit heeft zijn weerslag op het netto minimumloon en op de bijstand. De bijstand voor twee personen wordt namelijk gebaseerd op dit minimumloon, waarbij wordt uitgegaan van een eenverdienerssituatie. Verder zijn in de crisis kinderbijslag en kindgebonden budget bevroren geweest. Ook de zorgtoeslag is versoberd. Jaarlijks werd een groter deel van het inkomen geacht nodig te zijn voor betaling aan de zorgpremie. Uitkomsten Aan de ene kant zijn in de crisisperiode dus de uitgaven gestegen, aan de andere kant zijn de inkomsten veel minder gestegen. Daardoor is de financiële positie van huishoudens in de bijstand langzaam maar zeker verslechterd, zoals onderstaande grafieken laten zien. Vanaf het dieptepunt in 2014 zien we een langzame vooruitgang. Dat komt vooral door een lage inflatie. De prijzen zijn sinds 2014 maar met 1% gestegen. Extra voordeel is dat de stijging van het aandeel van de vaste lasten tot staan lijkt te zijn gebracht. Met vaste lasten, zoals huur en energie, kan immers niet over het jaar

heen geschoven worden, zoals dat wel kan bij reserveringsuitgaven als kleding en inventaris. De verhoging van de huurtoeslag in 2017 draagt hier duidelijk aan bij. Budgetaandelen: Gezin met twee kinderen in bijstand Budgetaandelen: Alleenstaande in bijstand

Ondersteuning Binnen de minimumvoorbeeldbegrotingen is geen rekening gehouden met gemeentelijke ondersteuning, anders dan de kwijtschelding van lokale heffingen. We zien dat dat voor veel huishoudtypen niet voldoende is om de kosten van sociale participatie te kunnen doen. Ook hier kunnen gemeenten bijspringen. Te denken valt aan stadspassen die korting geven op allerlei activiteiten, zoals cursussen, sport en culturele activiteiten. In gemeenten die niet met een stadspas (kunnen) werken, kunnen inwoners met een laag inkomen de kosten voor sociale activiteiten vaak declareren (tot een bepaald bedrag per persoon) en weer andere gemeenten werken met een zogenoemde webshop waar producten en diensten in natura worden aangeboden. Met dit soort initiatieven wordt het tekort vaak niet helemaal opgelost. Deze gezinnen zijn verder afhankelijk van particuliere initiatieven als het Jeugdsportfonds of het Jeugdcultuurfonds en de Stichting Leergeld. Dergelijke organisaties zijn echter niet in alle gemeenten in Nederland actief. Passende huur Bij woningcorporaties krijgt betaalbaarheid van de huur een steeds prominentere rol. Zij willen hun doelgroep betaalbare woningen aanbieden, maar hebben ook te maken met hun eigen financiële positie. In de minimumvoorbeeldbegrotingen wordt de minimumbasishuur als bedrag voor de huur aangenomen. Dat komt neer op een bruto huur van maximaal 389 euro per maand. Nu is dat wellicht een reële huur voor een appartement voor een alleenstaande, maar over het algemeen niet voor een woning voor een gezin met twee kinderen. Die hebben een grotere woning nodig en betalen dan ook meestal een hoger bedrag aan huur, wat te zien is als persoonlijk onvermijdbare uitgave. Paren in de bijstand met kinderen kunnen eigenlijk al niet de minimumbasishuur betalen vanwege het tekort op de basisbegroting, laat staan de huur voor een passende woning. Maar ook voor gezinnen met kinderen boven bijstandsniveau speelt dit. De marginale druk is voor hen hoog, door de afbouw van alle toeslagen bij een hoger inkomen en inmiddels ook van heffingskortingen. Pas bij bruto inkomens van tegen de 30.000 euro is een bruto huur boven de 389 euro goed betaalbaar voor deze groep. Dat is echter ook de inkomensgrens voor de huurtoeslag. Boven dat inkomen vervalt de volledige huurtoeslag, waardoor de netto vooruitgang ook voor gezinnen met een hoger inkomen dan 30.000 euro slechts gering is. Naar 2017 2016 was het eerste jaar sinds de aanvang van de crisis dat het Nibud de koopkracht van de meeste huishoudens zag stijgen. Dit gold ook voor huishoudens met een bijstandsuitkering, al gingen deze huishoudens er minder op vooruit dan huishoudens met een hoger inkomen. Ook in 2017 stijgt de koopkracht van bijstandsgerechtigden en dit jaar blijft deze stijging niet achter bij de gemiddelde koopkrachtstijging. Een hogere zorg- en huurtoeslag voor de laagste inkomens is een belangrijke oorzaak van deze koopkrachtstijging. Gezinnen met kinderen en een laag inkomen profiteren bovendien van een verhoging van het kindgebonden budget. Daarnaast wordt voor de bestrijding van armoede onder kinderen structureel 100 miljoen euro per jaar vrijgemaakt. Hiervan gaat 85 miljoen euro naar gemeenten, met daarbij de afspraak dat het geld in natura bij kinderen terecht komt zodat zij mee kunnen doen: een kind krijgt bijvoorbeeld een sportabonnement, een muziekinstrument of een schoolreis. Daarnaast gaat 14 miljoen euro per jaar naar landelijke en

bovenregionale initiatieven van maatschappelijke organisaties waarmee, aanvullend op en samen met gemeenten, kinderen tijdig en effectief bereikt kunnen worden. Het laatste miljoen is beschikbaar voor kinderen in armoede in Caribisch Nederland. Bij gemeenten zien we een trend om steeds vraaggerichter te gaan werken. Niet de regelingen staan meer centraal, maar de vraag wat iemand daadwerkelijk nodig heeft om uit een armoedesituatie te komen. Een voorbeeld hiervan is de City Deal Inclusieve Stad, die werd gesloten tussen de gemeenten Eindhoven, Enschede, Leeuwarden, Utrecht en Zaanstad en de ministeries van BZK, VWS en SZW. De deal moet leiden tot nieuwe manieren van ondersteuning voor kwetsbare gezinnen waar de hulp vaak stokt door verschillende wet- en regelgeving die met elkaar botst. Door effectiever om te gaan met de beschikbare middelen kunnen meer huishoudens geholpen worden. Bovendien gebeurt dit op een manier die beter aansluit bij de omstandigheden waar het betreffende huishouden zich op dat moment in bevindt. Deze huishoudens kunnen daardoor beter en gerichter geholpen worden. De trend die al een aantal jaren door het Nibud wordt opgemerkt, namelijk dat het steeds moeilijker wordt om met een bijstandsuitkering rond te komen, lijkt door bovengenoemde ontwikkelingen gekeerd te worden. Echter, ook in 2017 kunnen niet alle huishoudtypen met een bijstandsuitkering het basispakket inclusief sociale participatie bekostigen. Het blijft daarom van belang in kaart te krijgen welke groepen het kwetsbaarst zijn, zodat ondersteuning gericht kan plaats vinden.