DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

Vergelijkbare documenten
DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW. Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel , 6 en ;

Provincieraadsbesluit

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

2016 (in waarde van 2016) 2016

ZEVEN CONCENTRATIE- GEBIEDEN

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Windlandschap E40. Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften Windcluster Windakker Nevele

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

WAAR WINDTURBINES? DAAR WINDTURBINES!

Waasland, 14 oktober 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Beleidskader wind. Diensthoofd Ruimtelijke Planning

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Oost-Vlaanderen Energielandschap

Afbakening kleinstedelijk gebied Deinze

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Besluit van de Deputatie

13 Bedrijventerrein voor kantoren en kantoorachtigen en bedrijven van lokaal belang Keppekouter

Ontwikkeling windturbines Planmatige ordening en projectmatige realisatie. VVSG Energiedag voor lokale besturen 19 maart 2013

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Provincieraadsbesluit

gemeente- en provincieraadsverkiezingen 14 oktober 2018

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

PRUP Windlandschap Eeklo - Maldegem Provincie Oost-Vlaanderen. Stedenbouwkundige voorschriften 21 november 2014

PRUP Windlandschap Eeklo - Maldegem Provincie Oost-Vlaanderen. Stedenbouwkundige voorschriften December 2013

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE REGERING,

Ruimte voor windturbineparken in West-Vlaanderen

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

Workshop C Van advies naar waterparagraaf

"Opheffing reservatiestrook N403 te Stekene en Sint-Gillis-Waas"

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIE OOST-VLAANDEREN PRUP Windlandschap E40. CONCEPT Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

Wind dossier Infoavond Gent

Hoogspanningslijn Aftakking Lokeren 150kV

Bijlage II. Stedenbouwkundige voorschriften. ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan

Een blik op de ruimtelijke planning in Vlaanderen

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Brussel, 9 februari 2005 Advies reparatiedecreet. Advies

Provincieraadsbesluit

Oost-Vlaanderen Energielandschap

STEDENBOUWKUNDIG UITTREKSEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE

Vlaamse regering DE VLAAMSE REGERING,

Provincieraadsbesluit

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN vs PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Provincieraadsbesluit

Aanvullende nota milieuscreening PRUP 'Reconversie verblijfsrecreatie Stekene fase 1'

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Verslag aan de Provincieraad

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Ruimte voor extra windmolens in het Meetjesland, mei 2011 Bijlage 3 - Infofiches per zoekzone

3. Welke zijn de criteria inzake de toekenning van de erkenning van de opleidingsverstrekkers?

Verslag aan de Provincieraad

Roeselare - Tielt. 1. Reservegebieden voor woonwijken (KB 17/12/79)

versterkt lokale en Vlaamse dienstverlening

Leidingstraat voor hoofdtransportleidingen tussen Kluizen en Eeklo

BDO-BENCHMARK GEMEENTEN 2016 vs PROVINCIE OOST-VLAANDEREN

Wind dossier Provincieraad woensdag 24 april 2013

Besluit van de Deputatie

Bijlage IV: Register van percelen waarop de regeling van planschade, planbaten, kapitaalschade of gebruikersschade van toepassing kan zijn

Infoavond zoekzone windturbines E40 van Aalter tot Aalst. Toelichting plan-mer

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 september 2016

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

Ontwerp gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan R4 - Knoop Wondelgem

Besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring en instelling van het landinrichtingsproject Moervaartvallei

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 december 2016

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

Naar aanleiding van uw vraag vindt u hierbij het gevraagde uittreksel voor het perceel met de volgende coördinaten:

Hoogspanningsstation Kinrooi-Maaseik Van Eyck

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

In het kader van het openbaar onderzoek wensen wij de volgende bezwaren op te werpen.

PROVINCIE VLAAMS-BRABANT. Provinciaal RUP Afbakening kleinstedelijk gebied Halle verordenend deel. Directie infrastructuur dienst ruimtelijke ordening

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 17 april 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

Transcriptie:

Ministerieel besluit houdende de onthouding van goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst van de provincie Oost-Vlaanderen. DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW Gelet op Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, artikel 2.2.2 1, 6 en 2.2.11; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 september 1997 houdende definitieve vaststelling van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 houdende definitieve vaststelling van een herziening van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 december 2010 tot definitieve vaststelling van een gedeeltelijke herziening van het ruimtelijk structuurplan Vlaanderen, bekrachtigd, voor wat de bindende bepalingen betreft, bij decreten van 17 december 1997, 19 maart 2004 en 25 februari 2011; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende de vaststelling van een gewestelijk stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratie-voorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2003 tot definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Regionaalstedelijk Gebied Aalst ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 december 2005 tot definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening Grootstedelijk Gebied Gent ; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 3 mei 2013 tot definitieve vaststelling van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst ;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Gentse en kanaalzone en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1978 houdende vaststelling van het gewestplan Eeklo-Aalter en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 30 mei 1978 houdende vaststelling van het gewestplan Aalst-Ninove-Geraardsbergen-Zottegem en latere wijzigingen; Gelet op het ministerieel besluit van 18 februari 2004 houdende goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk structuurplan van de provincie Oost-Vlaanderen zoals gewijzigd op 25 augustus 2009 en 18 juli 2012; Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 16 december 2004 houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oossekouter van de gemeente Nevele; Gelet op het besluit van de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen van 15 januari 2004 houdende de goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Akkerhagestraat/Ottergemsesteenweg van de stad Gent (en latere wijziging); Gelet op het besluit van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 26 maart 2014 tot voorlopige vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst te Aalst, Aalter, Deinze, Denderleeuw, De Pinte, Destelbergen, Erpe-Mere, Gent, Haaltert, Herzele, Knesselare, Laarne, Lede, Lovendegem, Maldegem, Melle, Merelbeke, Nevele, Ninove, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Sint-Martens-Latem, Wetteren, Wichelen, Zomergem; Gelet op het besluit van de provincieraad van Oost-Vlaanderen van 17 december 2014 tot definitieve vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst te Aalst, Aalter, Deinze, Denderleeuw, De Pinte, Destelbergen, Erpe-Mere, Gent, Haaltert, Herzele, Knesselare, Laarne, Lede, Lovendegem, Maldegem, Melle, Merelbeke, Nevele, Ninove, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Sint-Martens-Latem, Wetteren, Wichelen, Zomergem; Overwegende dat de deputatie besloten heeft het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan van 25 april 2014 tot en met 23 juni 2014 aan een openbaar onderzoek te onderwerpen; dat tijdens het openbaar onderzoek 1526 adviezen, bezwaar- en steunschriften werden ingediend; dat de provincieraad zich op 17 december 2014 heeft uitgesproken over de ingediende adviezen, bezwaar- en steunschriften; Overwegende dat het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst voorziet in zones voor windturbines in clusterverband in diverse deelgebieden te Aalter, Nevele, Gent, Melle, Sint-Lievens-Houtem en Aalst; Overwegende dat rond elke zone voor windturbines een visuele intrusiezone wordt aangeduid, waarbinnen maatregelen kunnen worden genomen om de impact van de windturbines op het landschap te milderen;

Overwegende dat rond de zones voor windturbines wordt voorzien in uitsluitingszones van 5 km breedte; dat dergelijke milieuzonering is ingegeven om visuele interferentie tussen de verschillende windturbineprojecten te vermijden; dat interactie tussen opstellingen moet worden voorkomen omwille van rust, samenhang, herkenbaarheid, helderheid en afleesbaarheid; dat vanuit de literatuur een afstand van minimaal 4 km wordt geadviseerd, vooral bij open landschappen; dat in de voorliggende prup s wordt gekozen voor een afstand van 5 kilometer omwille van het relatief vlak landschap dat doorsneden is met bebouwing en groenelementen; dat het aaneengroeien van deelclusters met een verschillende eigenheid of inplannen van clusters op een kleinere onderlinge afstand dan 5 km volgens het provinciebestuur Oost-Vlaanderen niet wenselijk is omdat dit aanleiding zal geven tot een verrommeling van het landschap; dat de afstand van 5 km op het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen systematisch wordt aangehouden rond de zones voor windturbines in het Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst ; Overwegende dat de zone voor windturbines, de visuele intrusiezone en de uitsluitingszone voor windturbines overdrukken zijn op de reeds geldende voorschriften van de ruimtelijke uitvoeringsplannen en plannen van aanleg; dat ter hoogte van de zone voor windturbines het voorschrift landschappelijk waardevol gebied op het gewestplan Eeklo-Aalter, het gewestplan Gentse en Kanaalzone en het gewestplan Aalst Ninove Geraardsbergen Zottegem wordt opgeheven en vervangen door een alternatief voorschrift landschappelijk waardevol gebied dat de oprichting van windturbines niet uitsluit; dat daarnaast delen van de voorschriften van het gemeentelijk RUP Oossekouter van de gemeente Nevele en het gemeentelijk RUP Akkerhagestraat/Ottergemsesteenweg van de stad Gent worden opgeheven; Overwegende dat het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen toelaat dat er ruimte wordt voorzien voor installaties voor energieproductie op basis van hernieuwbare energiebronnen; dat hiervoor een locatiebeleid wordt ontwikkeld dat de potentiëlen inzake hernieuwbare energie helpt realiseren, rekening houdend met de ruimtelijke, landschappelijke en stedenbouwkundige randvoorwaarden en de ontwikkeling van het elektriciteitsnet; Overwegende dat in uitvoering van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen de Vlaamse overheid een ruimtelijke visie op landbouw, natuur en bos opstelde voor de regio s Veldgebied Brugge-Meetjesland (B-M), Schelde-Dender (S-D) en Vlaamse Ardennen (VA); dat de Vlaamse regering op respectievelijk 20/6/2006 en 29/6/2007 (B-M), 28/11/2008 (S-D), 8/5/2009 (VA) de beleidsmatige herbevestiging van de bestaande gewestplannen voor agrarisch gebied in deze gebieden goedkeurde; dat het voorliggende prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst de bouw van windturbines mogelijk maakt in herbevestigd agrarisch gebied; dat in herbevestigd agrarisch gebied de bepalingen uit de omzendbrief RO 2010/01 Ruimtelijk beleid binnen de agrarische gebieden waarvoor de bestaande plannen van aanleg en ruimtelijke uitvoeringsplannen herbevestigd zijn van toepassing zijn; dat de zone voor windturbines de mogelijkheden vervat in artikel 4.4.9 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening verfijnt; dat in die zin geen bijkomende aantasting van het agrarisch gebied wordt teweeg gebracht; dat bij de concrete uitvoering flankerende maatregelen moeten worden genomen om de getroffen eigenaars en gebruikers van dit gebied te compenseren;

Overwegende dat het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst is opgemaakt in uitvoering van het provinciaal beleidskader windturbines (eerste herziening van het PRS Oost-Vlaanderen); dat dit provinciaal beleidskader voorziet in potentiële inplantingslocaties voor grootschalige turbines; dat volgens het PRS Oost-Vlaanderen windturbines in het deelgebied Westelijk Open ruimtegebied kunnen worden ingeplant in de nabijheid van de kleinstedelijke gebieden Deinze en Eeklo, de specifiek economische knooppunten Maldegem en Aalter, als afbakening van het grootstedelijk gebied Gent, binnen de Gentse kanaalzone, langsheen het afleidingskanaal van de Leie, het kanaal Gent-Brugge en in de transportcorridor van de E40; dat in het deelgebied Oost-vlaams Kerngebied windparken in clustervorm kunnen worden voorzien nabij de poorten van de stad op de grote transportassen E40 en E17 als een verdere landschappelijke versterking; dat in het deelgebied de Dendersteden windturbines hun plaats kunnen vinden nabij de stedelijke gebieden van Geraardsbergen, Ninove, Aalst en Dendermonde, in de eerste plaats gekoppeld aan de regionale bedrijvigheid; dat daarnaast bijkomende ontwikkelingen een plaats kunnen vinden binnen agrarische gebieden aansluitend aan de kernen; dat in het deelgebied Oostelijk Rastergebied windturbines worden geconcentreerd omheen de stedelijke kernen (Wetteren, Dendermonde en Aalst) en langsheen de grootschalige transportas E40 (autosnelweg E40, Spoorlijn Gent-Brussel en de N9); Overwegende dat de potentiële inplantingslocaties langs de E40 in het voorliggende prup verder werden verfijnd; dat op basis van een interpretatie van de ruimtelijke structuur op niveau van de volledige provincie en op het niveau van de deelgebieden en rekening houdend met de uitsluitingscriteria, de negatieve en positieve aanknopingspunten en de differentiatie per landschapstype potentiële inplantingslocaties werden afgebakend; dat dit leidde tot een alternatievenonderzoek waarbij clusters gecombineerd kunnen worden tot 25 mogelijke scenario s; dat deze scenario s ten opzichte van elkaar werden afgewogen wat uiteindelijk resulteerde in een scenario met 6 weerhouden clusters; dat de uiteindelijke vorm van de clusters naar aanleiding van de opmerkingen tijdens de plenaire vergadering en het openbaar onderzoek en vanuit de doorwerking van de resultaten uit het plan-mer nog werden aangepast; Overwegende dat het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst past in de doelstelling van het provinciebestuur Oost-Vlaanderen om tegen 2020 300 grootschalige windturbines te realiseren in Oost-Vlaanderen; dat het voorliggende RUP parallel loopt met het strategisch project Oost-Vlaanderen Energielandschap dat met Vlaamse subsidies tot stand kwam; dat dit project Oost-Vlaanderen wil omvormen tot een dynamisch energielandschap waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van biomassa, zon en vooral wind om energie op te wekken; dat het project de Vlaamse energiedoelstellingen van 2020 mee wil helpen realiseren door in een aantal zones de concrete realisatie van energielandschappen te faciliteren; Overwegende dat de zone voor windturbines in het prup Windlandschap E40 van Aalter van Aalst overlapt met de bestemming gemengd regionaal bedrijventerrein in het deelplan t Eilandje van het grootstedelijk gebied Gent en met de bestemming gemengd regionaal bedrijventerrein in het deelplan Erembodegem Zuid IV van het regionaal stedelijk gebied Aalst; dat de voorschriften uit de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen cumulatief moeten worden toegepast met de voorschriften uit het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan; dat het sa-

menlezen van beide voorschriften aanleiding kan geven tot uiteenlopende juridische interpretaties; dat hierdoor de invulling van deze regionale bedrijventerreinen met bedrijvigheid onder druk kan komen te staan door de ontwikkelingen in functie van windturbines; dat de bestemming regionaal bedrijventerrein niet bij voorbaat de bouw van windturbines uitsluit; dat echter duidelijk moet zijn dat deze windturbines ondergeschikt zijn aan de gewestelijke taakstelling met betrekking tot de realisatie van regionale bedrijven; dat dit niet blijkt uit de stedenbouwkundige voorschriften van het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst ; Overwegende dat het regionaal bedrijventerrein Erembodegem Zuid IV quasi volledig ontwikkeld is; dat het provinciebestuur Oost-Vlaanderen niet aantoont dat de inplanting van bijkomende turbines binnen dit ontwikkeld bedrijventerrein kan gebeuren zonder hinder voor de aanwezige bedrijven; Overwegende dat het regionaal bedrijventerrein t Eilandje nog moet ontwikkeld worden; dat tijdens het openbaar onderzoek bezwaren werden geuit door de ontwikkelaars; dat uit hun bezwaren blijkt dat de voorziene zone voor windturbines de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein t Eilandje hypothekeert; dat de bouw van windturbines onverenigbaar wordt geacht met de voorziene ontwikkeling van kantoorachtigen alsook met het aangegane engagement in het kader van het brownfieldconvenant; dat deze bezwaren door de provincieraad onvoldoende werden ontkracht; Overwegende dat de uitsluitingszone voor windturbines uit het prup Windlandschap van Aalter tot Aalst overlapt met het regionaal bedrijventerrein Siezegemkouter van regionaalstedelijk gebied Aalst; dat in de voorschriften van het gewestelijk RUP Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst - deelplan 4 - Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Siezegemkouter (wijziging) expliciet staat ingeschreven dat handelingen voor de productie van hernieuwbare energie, energierecuperatie of warmtekrachtkoppeling toegelaten zijn; dat uit de toelichtingsnota blijkt dat windmolens kunnen worden voorzien op het bedrijventerrein, binnen het groenelement of binnen de oostelijke bufferzone; dat het uitsluiten van windturbines binnen deze zone strijdt met de visie op gewestelijk niveau; Overwegende dat een weergave van de feitelijke en juridische toestand conform artikel 2.2.2 1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening een verplicht en integrerend deel uitmaakt van een ruimtelijk uitvoeringsplan; dat alleen relevante gegevens moeten gekarteerd en geïnventariseerd worden, in het licht van het opzet en de doelstellingen van het plan en van de vast te leggen ordening; dat geen feitelijke en juridische toestand van de uitsluitingszone voor windturbines in het Windlandschap E40 van Aalter van Aalst voorhanden is; dat de totale oppervlakte van de uitsluitingszones voor windturbines in het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst ca. 54300 hectare bedraagt; dat voor een dergelijk omvangrijk gebied minstens een overzicht van de wettelijke bestemmings-, beschermings- en/of erfdienstbaarheidszones mag worden verwacht alsook een weergave van de feitelijke toestand op basis van een topografische kaart; dat een weergave van de reeds vergunde windturbines in de uitsluitingszone een belangrijk beoordelingselement vormt; dat binnen de uitsluitingszone reeds stedenbouwkundige vergunningen zijn verleend te Haaltert, Erpe-Mere, Nevele en Aalter; dat verder een inschatting moet mogelijk zijn of binnen de uitsluitingszones voor windturbines nog gebieden aanwezig zijn waar windturbines kunnen

worden ingeplant; dat een bespreking van deze gebieden en afgeleverde vergunningen een relevant feit vormt in de afweging van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan; Overwegende dat tijdens het openbaar onderzoek een negatief advies door Defensie werd verleend voor de clusters te Aalter, Nevele, Melle en Gent omwille van de interferentie met de exploitatie van hun domeinen en installaties te Ursel en Gavere; dat dit advies is gebaseerd op internationale verdragen en standaarden; dat de provincieraad van Oost-Vlaanderen stelt dat deze bezwaren mettertijd zullen worden opgelost; dat evenwel niet duidelijk is binnen welke tijdsspanne de genoemde problemen zullen worden opgelost; dat intussen, door het opleggen van uitsluitingszones voor windturbines, een belangrijk deel van het grondgebied van de provincie Oost-Vlaanderen (ca. 38500 ha) wordt uitgesloten voor de bouw van windturbines; Overwegende dat uit het plan-mer voor het Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst significant negatieve effecten blijken op fauna (Melle), landschap (Sint- Lievens-Houtem), wijziging veiligheidsrisico (Aalter, Nevele, Gent, Melle, Erembodegem), geluid (Gent) en slagschaduw (Gent, Erembodegem); dat na het nemen van milderende maatregelen te Sint-Lievens-Houtem nog relevant tot significant negatieve effecten overblijven op vlak van erfgoedwaarden; Overwegende dat indien een overheid vaststelt dat een provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan ernstige problemen doet rijzen met betrekking tot de impact van de voorziene bestemmingen op het leefmilieu, zij in het betrokken plan zelf de nodige voorschriften dient op te nemen om deze impact binnen aanvaardbare grenzen te houden; dat om deze impact op het leefmilieu binnen aanvaardbare grenzen te houden, het nemen van passende maatregelen noodzakelijk is; dat een plannende overheid de oplossing van een door haar erkend probleem niet mag doorschuiven naar de vergunningverlenende overheid; dat de Raad van State reeds heeft geoordeeld dat het feit dat milderende voorzieningen worden toegelaten of met andere woorden niet onmogelijk worden gemaakt niet impliceert dat het uitvoeringsplan een rechtszekere oplossing biedt voor het probleem; Overwegende dat in het voorliggende prup milderende maatregelen zijn ingeschreven met betrekking tot waardevolle vegetatie, overstromingsgevoelige gebieden, archeologie, slagschaduw en landschapsopbouw; dat in de voorschriften van de deelplannen windcluster bedrijventerrein Gent-Zwijnaarde en het deelplan windakker Melle voorschriften zijn ingeschreven die trektellingen en inventarisatie inzake pleister- en broedgebieden van avifauna alsook een vleermuizenonderzoek verplichtend opleggen in de fase voorafgaand aan het verlenen van de vergunning; dat in het deelplan windcluster bedrijventerrein Aalter een vleermuizenonderzoek moet gebeuren in de fase voorafgaand aan het verlenen van de vergunning; dat de resultaten van deze onderzoeken mede bepalend zijn voor de configuratie van de windturbines in deze zone; dat het opleggen van onderzoeken na de definitieve vaststelling van een ruimtelijk uitvoeringsplan en voorafgaand aan de vergunningsfase geen rechtszekere oplossing inhoudt; dat de plannende overheid hiermee de problemen doorschuift naar de vergunningverlenende overheid; Overwegende dat het voorliggende prup de realisatie van clusters van grootschalige windturbines tot doel heeft; dat voor grootschalige windturbines de om-

zendbrief RO 2014/02 afwegingskader en randvoorwaarden voor de oprichting van windturbines van toepassing is; dat het planningsinitiatief van de provincie Oost-Vlaanderen voor de realisatie van windturbines in kouters en bedrijventerreinen langs de E40 tussen Aalter en Aalst hierin vermeld staat; dat de omzendbrief stelt dat met deze beleidskaders rekening kan worden gehouden; dat deze beleidskaders vanzelfsprekend niet gelijkgesteld kunnen worden met verordenende plannen; dat de omzendbrief ruimtelijke bundeling en optimalisatie als fundamentele uitgangsprincipes hanteert; Overwegende dat naar aanleiding van het openbaar onderzoek de doelstellingen met betrekking tot de bouw van windturbines in de zone voor windturbines sterk werden bijgesteld en herleid naar streefcijfers; dat in een beperkt aantal clusters zeer lage minima worden vooropgesteld waarvan kan worden afgeweken; dat de onzekerheid die er heerst met betrekking tot de effectieve realisatie van windturbines in het Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst haaks staat op de doelstellingen van hernieuwbare energie op Vlaams en provinciaal niveau; dat de onderbouwing van voorliggend prup onvoldoende beantwoordt aan het motiveringsbeginsel, het zorgvuldigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel; dat substantiële wettelijke en vormelijke bezwaren bestaan ten aanzien van het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst ; dat om die reden het prup Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst van goedkeuring wordt onthouden; BESLUIT: Enig artikel. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Windlandschap E40 van Aalter tot Aalst te Aalst, Aalter, Deinze, Denderleeuw, De Pinte, Destelbergen, Erpe-Mere, Gent, Haaltert, Herzele, Knesselare, Laarne, Lede, Lovendegem, Maldegem, Melle, Merelbeke, Nevele, Ninove, Oosterzele, Sint-Lievens-Houtem, Sint-Martens-Latem, Wetteren, Wichelen, Zomergem wordt van goedkeuring onthouden. Brussel, Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, Joke Schauvliege